Kerknieuws.
Schooinieuws.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
LEESTAFEL.
Ingezonden Stukken.
AW«r-telegram gisteren gowaagde, spreken
de, zegt de Morning Post, dat deze persoon
onder do Boerenrogeering commandant was
van Bloemfontein en zich in het begin
van don oorlog overgaf. De Britten stonden
hem toe om op zijn hoeve nabij Bloem
fontein onder parool te blijven wonen,
maar hij werd niet lang geleden door
eenigo Boeren gevangengenomen (in de
buurt van de hoofdplaats .schijnt het toch
nog niet geheel veilig te zijn voor de Brit
ten on hun vriendjes). Die Boeron namen
hom met zich mede en deden hem door
12 man bewaken. Ten slotto gelukte hot
hem te ontsnappen.
Kitchener seint, dat als resultaat van do
gisteren in den Oranje-Vrijstaat uitgevoerdo
krijgsoperaties 10 Boeren werden gedood,
en nog 208 anderen werdon gevangen ge
nomen. Verder word een aanzienlijk aantal
paarden en stuks vee door de Engelschen
buitgemaakt. De Engelschen hadden geen
verliezen.
In Februari 1900 verkoos de Boerenbe
volking te Humpata, in Porlugoesch West-
Afrika, op eene openbare bijeenkomst eene
commissie, om werkzaam te zijn ten gunste
van de broeders in Zuid-Afrika. Dr. Leijds
om raad gevraagd, antwoordde, dat men
geen boter werk kon doen, dan geld in te
zamelen. Dadelijk werden aan de vier
commissieleden nog vier collectanten toe
gevoegd, die allen geregeld collecteeren,
zoowel bij Afrikaander Boeren als bij Por-
tugeezen. Alleon in Humpata en omlig
gende streken met Mossamedes, is 1.500.000
Reis tot Februari van dit jaar opgohaald.
Daarvan is 1.300.000 Reis of 5416 franc
por wissel overgemaakt aan Dr. Leijds,
met verzoek dat geld ten dienste van
noodlijdenden door den oorlog aan te
wenden.
Geref. Kerken.
Beroepen te Kralingen, J. D. v. d. Vel
den te Klundert; te Hardingsveld, A.
J. de Boer, cand. te Drachtente Oos-
ter Nijkerk, J. Jansen te Longerhouw
te Oldebroek, J. Op 't Holt te Bolsward.
Bedankt voor Noordwijk aan Zee door
A. H. v. Minnen te 's Gravensande.
Rilland. Benoemd tot onderwijzer met
hoofdakte te Gouderak de heer M. Dane,
onderwijzer alhier.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden Vrijdag, zijn veroordeeld wegens:
mishandelingP. F. d. D., 17 j., werk
man, Axel, 'tot 14 d. gev. straf, en A. H.
W., 40 j., hvr. van C. R., bloemenmaakster,
Middelburg, tot f10 b. s. 10 d. h., en J.
C. v. E., 19 j., schippersknecht, Hansweert
(Kruiningen), tot 1 5 b. s. 5 d. h.;
eenvoudige beleediging: C. R., 20 j., hvr.
van K. d. J., zonder beroep, Middelburg,
tot 1 3 b. s. 3 d. h.
eenvoudige beleediging en huisvredebreuk: P.
B., 29 j., schippersknecht, Hansweert (Krui
ningen), tot f 10 b. s. 10 d. h.
mishandeling van een dier: J. J. M., 19 j.,
varensgezel, Hansweert (Kruiningen), tot 14
d. gev. straf, en
feitelijke aanranding der eerbaarheidJ. v.
H., 16 j., Hontenisse, en A. G. V., 16 j.,
Boscbkapelle, dieristknochten, ieder tot 3
m. gev. straf,
Te laat om nog opgenomen te worden
in ons nommer van 8 dezer, had 11. Woens
dag de behandeling plaats der zaak tegen
Ch. V. 19 j. en J. V. 25 j., schippers te
Bouchaute in Belgili, beklaagd van meinoed
nadat zij reeds togen Zaterdag 11. waren
godagvaard. Niettegenstaande zij konden
vermoodon, dat zij zouden worden gearre
steerd, verschenen zij, zeker overtuigd van
hun onschuld, ter zitting van Zaterdag 3
dezer, met hot gevolg dat zij tot de be
handeling hunner zaak op 11. Woensdag
in verzekerde bewaring werden gehouden.
Voor de beklaagden traden als verdedigers
op de hoeren mrs. jhr. J. A. Schorer en
J. J. Heijse, advocaten te Middelburg.
Na verhoor van gotuigen en beklaagden,
werden beide beklaagden, overeenkomstig
de vordering van het openbaar ministerie,
vrijgesproken met bevel tot onmiddellijke
invrijheidstelling.
Bij bevelschrift van bovengenoemde
rechtbank zijn naar de openbare terecht
zitting verwezen lo J. F. B. van E., oud
30 jaar, moubelmaker, geboren te Hooge
en Lage Zwaluwen, wonende te Rotterdam;
2o P. Z. oud 28 jaar, arbeider geboren te
Ovezande wonende te Rotterdam en 3o C.
H. V. oud 33 jaar, reiziger in potlooden,
geboren te Norg, zonder vaste woonplaats
allen gedetineerd te Middelburg, ter zake
van de diefstallen en poging daartoe door
middel van braak in den avond van 26
Januari 1902 en in den nacht van 26 op
27 dier maand te Ovezande, Kwadendamme
en 's Gravenpolder.
Aan den len beklaagde is ambtshalve
als verdediger toegevoegd de heer J. de
Witt Hamer J. Gz., advocaat te Goes, aan
den 2en de heer J. A. Heijse en aan den
3en de heer A. A. de Yeer Gz., advocaten
te Middelburg.
Vlissingen. Hedenmorgen is de stoom
tram die om 8 uur van Vlissingen was
vertrokken tusschen het wachthuisje en de
brug over de waterleiding bij West-Souburg
ontspoord. De locomotief stond bijna recht
overeind in de sloot, de passagiers konden
verder te voot reizen naar Middelburg.
De weg was geheel versperd en men is
druk in de weer de weg veilig te maken
en de locomotief uit de sloot te werken.
Heden 4 uur was de tramweg naar
Middelburg nog niet veilig, ook de locomotief
nog niet uit de sloot verwijderd; de tram
rijdt niet verder dan tot West-Souburg.
Scherpenisse. Donderdag had alhier
een 3 jarig jongetje het ongeluk al spelende
zoodanig te vallen dat hij juist met het
oog op en in de punt eener klomp terecht
kwam, zoodat veel kans bestaat dat het
kind het oog zal moeten missen.
Scherpenisse. Donderdagmiddag is van
hier naar het huis van bewaring te Zie-
rikzee overgebracht zekere P. v. T., die
verdacht wordt schuldig te zijn aan den
diefstal, Zaterdagavond gepleegd bij den
landbouwer C. K. nabij deze gemeente.
Breskens. Dinsdag ontstond aan den
oever van den calamiteuzen Uoofdpluatpolder
nabij den zoogenaamden nol nummer zeven
een oeverafschuiving in onmiddellijko na
bijheid van een in November jl. plaats
gehad hebbende afschuiving. De afschuiving
is lang 60 Meters en breed 30 Meters en
is voor het tegenwoordige van geen ern-
stigen aard voor den oever of zeewering
daar de rand dor afschuiving op ruim
honderd meters uit den dijksteen verwij
derd is.
Omtrent de ontsporing te Ter Neu
zen, Dinsdagmiddag, wordt nog aan de
»N. R. Ct." het volgende gemeldBij
het ontsporen van den goederentrein
nabij het station, zijn gelukkig geen per
soonlijke ongelukken te betreurenvan het
treinpersoneol is zelfs niemand gekwetst.
Het ergst was in de eerste oogenblikken
de stoker er aan toe, die van de machine
werd geslingerd en door den val versuft
was. De oorzaak van het ongeval is ver
moedelijk het springen van do rails, althans
een staaf krulde zich achter do machine
omhoog en drong door den bodem van den
tonder. Zóó staken er twee staven-lengten
boven den tender uit. Do vior eerstvolgende
wagens wagen geheel versplinterd. Hoewel
met eenig oponthoud, werd het verkeer
geregeld onderhouden. Aanstonds werden
maatregolen genomen om den weg vrij te
maken en te herstellen, waartoe van de maat
schappijen Mechelen- en Gent-Tor Nouzen
eeno afdoeling wegwerkers en monteurs
arriveerdon, die des nachts gereed kwamen,
zoodat gistermorgen hot verkeer weer on
gestoord kon plaats hebben.
Wij ontvingen weer van de Stoom
vaart-Maatschappij „Zeeland" een exem
plaar van de Engelsche- en Duitsche uitgave
van haren Reisgids voor den Zomerdienst
1902, en vestigen daarop de aandacht, onder
opmerking dat exemplaren van genoemde
uitgaven van dien Reisgids, zoomede van
eene beknopte uitgave in de Nedei landsche
taal, op aanvraag door haar kosteloos wor
den verstrekt.
De gerechtelijke en geneeskundige
schouwing van het lijk van den Duitseher,
die volgens het vorig bericht te Groesbeek
vermoedelijk door manslag bezweek, heeft
bewezen dat de herschenschudding den
dood ten gevolge heeft gehad. Vier van de
andere logeergasten uit het bedelaarsloge
ment zijn opgespoord en geboeid door de
marechaussee weggebracht.
Rotterdam telt ruim 341 duizend
's Gravenhage ruim 218 duizend inwoners.
Te Mooiland, bij Calcar werden een
broertje en een zusje door hun vader een
arbeider, uitgestuurd om 1 liter jenever te
halen. Onderweg dronk het jongetje een
beetje uit de llesch en toen het hem goed
smaakte, dronken ze met hun beiden de
llesch leeg. Het jongetje was dadelijk dood,
het meisje ligt op sterven.
Een ingezetene van De Bilt heeft
een hond, die afgericht is op het vangen
van wilde konijnen. Dezer dagen kwam
de hond aandragen met een piepjong wild
konijntje en sleepte het in zijn hok, naar elk
een dacht, om het smakelijk op te peuzelen.
Groot was echter de verwondering, toen
men vier dagen later het konijntje met de
moederhond uit het hok zag komen. Het
diertje verkeerde in blakenden welstand,
terwijl de oogjes die nog dicht zaten toen
het werd gevangen, waren geopend. Vroolij k
liep het met zijne nieuwe beschermster het
hok in en uit. Spoedig bleek dat het zich
te zoogen had gelegd bij de moederhond,
die het konijntje gewillig en liefdevol voedde.
De moederhond beschermde haar zuigeling
voortreffelijk en ontving iedereen, die een
weinig te dicht bij kwam, met woedend
gegrom en kwaadaardige blikken. Acht
dagen duurde die ideale verhouding tusschen
de beide dieren. Ze werd echter jammer
lijk op plotselinge wijze door een noodlottig
toeval afgebroken. Op een keer dat het
konijntje eens vroolijk uit het hok sprong,
om op zijn manier eens een wandeling te
kunnen maken en vrij te kunnen rondhup
pelen, raakte het bekneld tusschen het hok
en den ketting, waarmede de hond vast lag,
en bekwam daaibij deerlijke kneuzingen
aan de achterpooten. Het teere jonge ge
stel van het pleegkindje was hiertegen niet
bestand, zoodat men besloot het van de
pleegmoeder weg te nemen, hetgeen lang
niet gemakkelijk bleek te gaan. Daarop
werd het beestje gedood.De pleegmoe
der wist niet meer hoe ze het had. Met
droevige, zoekende oogen keek ze rond,
liep om het hok heen, woelde de aarde met
haar voorpooten om, doch tevergeefs. Zij
heeft haar pleegkindje voor altoos moeten
missen.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft
het vonnis der rechtbank te Assen bevestigd,
waarbij de politie-agent Gerhard Hubers
Grachten te Meppel is schuldig verklaard
aan doodslag en het wegnemen van een
lijk met het oogmerk om het overlijden of
de geboorte te verhelen en is veroordeeld
tot 5 jaar gevangenisstraf, maar het Hof
heeft de straf tot 10 jaar verzwaard.
Iemand aan den Spaarndammerdijk te
Amsterdam heeft oen stuk grond van zijn
tuin bestemd om daarop een hondenkerk
hof te vestigen. Men wil er drie klassen
maken. Naar men weet heeft men in hot
buitonland roods hier en daar een bonden-
kerkof.
Eene bekende Haagsche type, waarvan
men echter in do laatsto jaren niet veel
meer hoorde, omdat zij sodort 1896 in hot
Bostodelingenhuis was opgenomen, is in
dat gesticht op 80-jarigen leeftijd gestorven.
Het is Maria Christina de Leeuw, moer
bekend onder don naam „Mie de honden-
scheerster" en die ontelbare malen (bij ons
weten wel 300 maall) veroordeeld werd
wegens openbare dronkenschap.
Onze landgenoot de heer H. S. Wattel,
secretaris van het Algemeen Nederlandsch
Verbond, lid van het Nederl. Zuidafrikaansch
Hulpcomité, te Lissabon, is benoemd tot
ridder in de orde van Danilo I van Mon
tenegro.
Namens de commissie van beheer
bospreekt de heer Polak in Eet Volk het
garandsiefonds voor dat blad. Volgens zijn
mededeelingon is dat fonds nog groot genoeg
om het tekort te dekken, dat jop do exploi
tatie van do courant geleden wordt, zoodat
een dringend beroep wordt gedaan op allen,
wien hot welzijn van van dat blad ter
harte gaat, om het nog aan het garanti-
fonds ontbrekondo bedrag (circa f 5000 per
jaar) bijeen te brengen.
De Matin heeft een afschrift in bezit
van den brief, dien mevrouw De Wet aan
Brodick, den Engelschen staatssecretaris
voor oorlog, geschreven heeft om te prote
steeren tegen de wijze waarop zij tegen
haar zin op 26 Juli a. p. „gedeporteerd"
en in hut van het „Burgherkamp te Pieter-
maritzburg" geïnterneerd werd met haar
familie, die uit acht personen bestond.
De hut bevatte slechts twee kamers,
waarvan een bewoond was geweest door
iemand, die aan ingewandstylus was over
leden.
„Men had mij verzekerd" zoo schrijft zij,
„dat er te Pietermaritzburg een gemeubi
leerde woning te mijner beschikking zou
zijn, en dat mijne familie en ik goed be
handeld zouden worden. In stede daarvan
plaatste men mij in die hut, zonder meubels
of eenige gemakken. Ik heb zelts geen
keuken en de persoon, die mij bedient, was
verplicht onze spijzen in de open luchtte
koken, welke ook de weersgesteldheid was,
totdat mijn vrienden de hut van een veranda
voorzagen. Bovendien krijg ik de gewone
rantsoenen, die niet toereikend zijn om van
te leven, tenzij men ze aanvult met groenten,
vruchten, melk, boter en thee. De brand
stof is niet voldoende om het eten te koken.
Zeep wordt niet in voldoende hoeveelheid
verstrekt om te wasschen en schoon te maken
en de drie kaarsen, die men mij geeft,
veroorloven niet dat iederen dag één kamer
verlicht wordt.
Daarom heb ik dadelijk bij mijn aankomst
gevraagd om op eigen kosten naar Johan
nesburg te mogen terugkeeren. Ik ontving
het antwoord: „Uw man vecht tegen ons."
Toen heb ik meermalen gevraagd het kamp
te mogen verlaten en ergens anders te gaan
wonen dat is mij geweigerd. Ik heb het
Engelsche gouvernement gevraagd mij een
gemeubileerd huis te gevenmen heeft
mij geantwoord, dat ik dezelfde goede be
handeling genoot, welke anderen comman
dantsvrouwen ten deel viel. Ik heb eindelijk
aan lord Kitchener geschreven om mij toe
te staan het kamp te verlaten om mij op
eigen kosten te Pietermaritzburg te vesti
gen tot heden heb ik geen antwoord
hoegenaamd bekomen.
Onder deze omstandigheden begrijp ik
niet juist, welke die „goede behandeling"
is, daar men mij ternauwernood met hoffe
lijkheid bejegend heeft.
De Engelschen hebben mijn huis en have
vernietigd en mij in deze hut, zooals mijn
dienstmeiden op mijn hoeve niet zouden
willen betrekken, opgesloten.
Aanvaard etc."
(De brief is gedateerd van 13 Maart 11.)
Na een langdurig keellijden is de
Amerikaansche schrijver Bret Harto over
leden. Zijn korte verhaaltjes, meostal
schetsen uit het nog zeer primitieve leven
in the far West, zooals Bret Harte het in
zijn jeugd had leeren kennen, zijn wereld
beroemd. De schrijver, die een zeer avon
tuurlijke loopbaan achtor den rug had
bij was o. a. eenigen tijd consul te Glasgow
voor de Vereenigde Staten is als zetter
begonnen.
Het huis in de rue Chabrol te Parijs,
dat tengevolge der voorvallen die er in en
om plaats hebben gevonden den naam van
„tort Chabrolheeft behouden, waardoor de
herinnering aan het door Guórin uitgestane
beleg levendig wordt gehouden, is dezer
dagen door brand voor een groot gedeelte
vernield. Het vuur ontbrandde in het
kantoor van het dagblad l'Anti-juif, dat
gelegen is naast de localiteiten in gebruik
bij het „Groot Westen van Frankrijk", een
anti-semitisch genootschap waarvan Guórin
de oprichter is.
Te Londen blijft het gerucht aan
houden, dat lord Roberts na de Kronings
feesten zal aftreden als opperbevelhebber
van het Engelsche leger. Hij zou dan
worden opgevolgd door den hertog van
Counaught, den broeder des Konings.
Een farizeer, of niots vergeten en
niets geleerd! Op de jaarlijksche vergade
ring van de Primrose League, die boden
middag in Albert Hall gehouden werd,
zeide lord Salisbury, met betrekking tot
den oorlog in Zuid-Afrika: De Boeren
hadden goedgevonden om zondor eenigen
grond en zonder dat zij zich kondon be
klagen over een schending van bepalingen
van het internationaal recht, ons grondgebied
binnen te vallen on zich meester to maken
van het land van onzen vorst. De Engel
schen haddon volkomen het recht een
dergolijken inval tot hot uiterste te koer
to gaan.
Met betrekking tot de vredesonderhan
delingen zeide Salisbury, dat hij niet kon
spreken over de verschillende mogelijkhe
den, diodo onderhandelingen zouden kunnen
openen, nu de besprekingen nog aan den
gang waren. Wel wilde hij evenwel het
misvorstand wegnemen, dat n.l. de bereid
willigheid der Engelsche regeering om te
luisteren naar alles, wat zou kunnen gezegd
worden, met .zich zou meobrengen, dat
Engeland het eenmaal vroeger ingenomen
standpunt had prijsgegeven of dat de rechten,
welke het eischte, niet langer deugdolijk
waren. »Wij kunnen, na onze reusachtige
opofferingen, niet toestaan, dat alles weer
in een toostand komt, waardoor het den
Boeren mogelijk zou zijn om den strijd
opnieuw te hervatten, zoodra zich een gun
stige gelegenheid voordoet. Ons gezag in
Zuid-Afrika moet zóó gevestigd zijn, dat
iets dergelijks onmogelijk wordt."
Lord Salisbury wenschte geen uitdruk
king te geven aan gevoelens van bitterheid
tegenover de Boeren, en hij hoopte ornstig-
lijk, dat do Boerenstaten zich spoedig zouden
vorheugon in al do rust en do kracht, die
door het Engelsche koloniale systeem aan
do broedernaties werd geschonken.
Dinsdag stierf te Washington de be
kende admiraal Sampson. Men zal zich
herinneren, dat tusschen hem on admiraal
Schloy een hevigo twist was ontstaan over
beider verdiensten en tekortkomingen in den
zeeslag voor Santiago de Cuba. De zaak
ging zelfs zoover, dat Schley voor oen
commissie van onderzoek terechtstond, welke
commissie een lijvig rapport hot licht doed
zien, waarin Schley op vele punten in het
ongelijk word gestold. Admiraal Dewey,
opperbevelhebber der Amerikaansche vloot,
die ook lid der commissie van onderzoek
was, publiceerde een afzonderlijk rapport,
dat integondeol hoogst gunstig voor Schley
luidde. De openbare meening in de Ver
eenigde Staten hield zich zeer met het
incident-Sampeon-Sehley bezig, zoo zelfs,
dat het aanleiding gaf, tot een heftige per
soonlijke woordenwisseling tusschen presi
dent Roosevelt en den opperbevelhebber van
hot Amerikaansche leger, generaal Miles.
Sampson heeft van dit alles geen kennis
gekregen. Al den tijd, dat zijn naam in de
Vereenigde Staten op ieders lippen was,
lag hij levensgevaarlijk ziek. Zijn toestand
was van dien aard, dat men hem onkundig
moest houden van wat er voorviel. Eerst
nu, maanden later, is hij gestorven, na
anderhalf jaar lang ziek te zijn geweest.
Te Des Moines Jowa N. Amerika zijn
twee meisjes van 3 jaar, tweelingdochtertjes
van een landbouwer op noodlottige wijze
omgekomen. Zij speelden in de schuur,
toen er, waarschijnlijk ten gevolge van hun
onvoorzichtig met lucifers spelen, brand
ontstond. De ouders wisten niet dat hunne
kinderen in de schuur speelden, en deden
derhalve geen moeite hun kroost te'redden.
Toen do schuur in de asch gelegd was,
vond men de beide verkoolde lijkjes.
Nissens practische handleiding bij
het onderwijs in de Bijbelsche ge
schiedenis voor scholen en huisge
zinnen door L. II. F. en K. F.
Creutzberg. Vijfde druk. Nijkerk
G. F. Callenbach.
Al de vijfde druk. En voor zoo geringen
prijs: 10 afleveringen ad 17'/j cent en
gratis linnen stempelband toe. Dit boek
heeft bewezen in een behoefte te voorzien.
Wij zijn met den inhoud goed op de hoogte.
Schrijver dezes heeft 't jaren lang in school
en Zondagsschool gebruikt als handleiding;
en als zoodanig verdient 't met zijn rijken
inhoud en zijn vele en velerlei leerrijke
wenken en opmerkingen hartelijke aanbe
veling. Het is uit flinke letter gedrukt.
Geschiedenis van het Godsdien
stig en kerkelijk leven van het
Nederlandsche volk (100 v. C.
1903); aan ons volk verhaald door
J. Kuiper2e, herziene, en met
tekst, platen en portretten vermeer
derde druk. Nijkerk, G. F. Cal
lenbach.
Reeds bij 't verschijnen van den eer
sten druk wezen wij op de groote betee-
kenis, degelijken inhoud en onpai tijdige
mededeeling, waardoor dit boek uitmunt.
Laten wij op dit oogenblik, bij de ver
schijning van de 10de aflevering den wensch
uitspreken dat steeds meerderen zich dit
kostelijke boek aanschaffen, dat stellig in
geen enkele bibliotheek van wie zijn kin
deren in Chr. Historischen geest wenscht
op te voeden, mag ontbreken. Gelijk men
weet verschijnt dit werk in 50 afleveringen
ad slechts 10 cents, een geringe prijs voor
een standaardwerk van die waarde, en
ruim 800 bladzijden druks, ongerekend de
prachtige platen en zeer vele portretten
niet alleen van mannen als Brakel en
Bogerman, maar ook Bronsveld en v. Dijk.
Armin Stein. Elizabeth, Keurvor
stin van Brandenburg. Nijkerk,
G. F. Callenbach.
Armin Stein, de bekende predikant H.
Nietschman, schrijver van Paul Gerliardt,
een levensbeeld, heeft ook in dit aangrij
pend verhaal het levensbeeld geteekend
van de edele vrouwe, hierboven genoemd,
een der vele godzalige stammoeders van
het tegenwoordige Duitsche Keizershuis
een liefelijk beeld dat groote belangstelling
wekt, want Keurvorstin Elizabeth heeft
veel geworsteld en geleden, als vrouw,
als moeder, als Vorstin, als Christin, als
balling, als vervolgde en aangeklaagde en
miskonde om 't geloof. Kind der Hervor
ming heeft zij nauwen omgang gehad met
Lutherde schrijver hoeft verscheidene
authentieke brieven van den Hervormer
aan de Keurvorstin, haar slechten man,
diens bijzit en haar man, in zijn merk
waardige boek opgenomen. Die woi stelingen
in het paleis; dat verblijf bij Luther, in
de «Tabernakel Gods bij de menschen",
die invloed van den doctor, die terugkeer,
die eindelij ke zegepraal van het geloof,
die laatste dagen haars levens vooral, met
toenemende belangstelling hebben wij 't
gelezen, en wij twijfelen niet of ook dit
boek uit de beroemde Christelijke Biblio
theek van firma Callenbach, zal zijn weg
vinden tot de harten van jongen en ouden,
moge het zijn om met dankbaarheid voor
hetgeen door de Reformatie de Heere na
veel bange worsteliugen schonk, het dierbaar
kleinoodden Bijbel en de heerlijke Con
fessie, tegenover Rome en het Ongeloof
onvervalscht te handhaven.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur
Met belangstelling lees ik steeds in uwe
kolommen den strijd tegen het socialisme.
En niet alleen met belangstellling, maar
ook mot ingenomenheid want als volbloed
Antirevolutionair kan ik mij niet vereenigen
met de begrippen der sociaal democratie,
en juich ik derhalve den strijd tegen die
partij van harte toe.
Wie slechts één keer in de gelegenheid
is geweest, een exemplaar van „Het Volk"
to lezen (het hoofdorgaan dier partij) heelt
ongetwijfeld tot vervelens toe genoten van
de socialistische zuurdeeglucht, waarmede
dat gansche blad is doortrokken.
Maar van nog meer beteeken is is het, den
heer Troelstra eens mondeling te hooren,
en alzoo van naderbij kennis te maken
met de denk- en handelwijze der sociaal
democraten, inzonderheid met die van hun
voorganger en leider.
In die gelegenheid werd ik gesteld,
doordat de heer Troelstra dezer dagen
ook in de stad mijner inwoning kwam met
zijn welbekende snuifdoos „de brandkast
beschermd met bijbel en wierookvat." (1)
Gelijk destijds een Séquah, en kort ge
leden een Barnum en Baily, trekt hij het
gansche land door, van stad tot stad, om
overal dezelfde snuifdoos te presenteeren.
Hoewel ik nu juist niet snoeplustig was,
ging ik toch ook dien avond naar de aan
gegeven plaats, hoofdzakelijk om hem eens
te hooren optreden, daar mij dat tot
hiertoe nog nietwas te beurt gevallen.
Uitweiden over het door hem behandelde
onderwerp zal ik niet doen, daar mij dat
veel te ver zou voeren. Slechts een paar
opmerkingen evenwel moeten mij uit de pen.
En dan moet ik allereerst verklaren,
verbaasd te hebben gestaan, over zoo'n
manier van optreden. Ik begrijp heel goed,
dat alle menschen niet anti-revolutionair
kunnen zijn, en respecteer ook anderer
gevoelens. Maar alzoo schijnt het met den
heer Troelstra niet bet geval te zijn, ten
minste zijn manier van optreden getuigt
daarvoor niet. Zijn gansche rede, van begin
tot einde, was één en al bespotting van
de thans regeerende partij, hoofdzakelijk
van de anti-rev. Dat de heer Troelstra het
met de anti-rev. ideüen niets niet eens is,
dat begrijp ik ook, maar dat hij ze bestrijdt
op een manier als hij toen deed, neen
mijnheer de Redacteur, dat begrijp ik niet.
Hoe de heer Troelstra of een der andere
sociale woordvoerders dan ook nog durven
beweren, dat het socialisme niet ongods
dienstig is, dat is mij totaal een raadsel.
Immers, in de praktijk druischt alles in
tegen die schoone theorie.
En moet men in den heer Troelstra zien
den vertegenwoordiger der soc. dem. partij,
dan durf ik te beweren, dat het socialisme
niet is, ongodsdienstig, maar anti gods
dienstig, en dat meneer de Red. is veel
erger. Uit het gansche optreden van den heer
Troelstra sprak haat tegen allen godsdienst,
bittere haat. De manier waarop hij zich
uitliet over Bijbel en godsdienst, was be
neden alle critiek, een ergernis voor een
ieder, die niet totaal gebroken heeft met God
en Zijn Woord.
En dat de godsdienstige gezindheid van
het grootste gedeelte der vergadering niet
veel gunstiger was, is ook tenvolle geble
ken. Want toen de heer Tr. met blijkbare
zelfvoldoening had aangetoond, dat in de
laatste 10 jaren het ongeloof was toegenomen,
toenja M. de Red. ik aarzel om het
neer te schrijven, toen ging er een daverend
applaus op. Is het niet treurig, ja diep
(i) (Wij gebruikten 't beeld van de lodde-
reindoosdat is juister. In Friesland bestaat
onder de dames hier en daar nog de ge
woonte dat men deze doos rond laat gaan,
dan mag iedereen er eens aan ruiken. Maar
als dat ding al zoo dikwijls open is geweest,
en zoovele neuzen er over heen gegaan zijn,
dan gaat't frissche, de »eau de-rcine"-geur er
af; het wordt muf. Red)