NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 122. 1902 Dinsdag 6 Mei. 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISeH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRUS DER ADVERTENTIËN A. S. J. IDE li li Kil, HET WETJE. FEUILLETON. GROOTHEID m VAL. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. GOES. Er is een plaats open in den gemeente raad van Goes. De plaats was ongeveer 35 jaar bezet geweest door een antirevo lutionair den heer Quist. Antirevolutionairen hebben te zorgen dat zij weer door een geestverwant bezet worde. En als 't eenigs- zins kan door een flinken. Daarvoor nu bestaat gelegenheid. Willen de Goesche kiezers een bekwaam raadslid kiezen, die vlug denken, goed sprekeD, en waar noodig flink handelen zal, en daarbij een antire volutionair uit één stuk, dan stemmen zij 13 Mei, a. s. dhr. candidaat der vrij-antirevolutionaire kies- vereeniging »Groen van Prinsterer" en der antirevolutionaire kiesvereeniging »Voor Nederland en Oranje", wiens candidatuur wij gaarne steunen. Wij hebben in ons nommer van Vrijdag onze ingenomenheid uitgesproken met het wetje-Lohman, c. s. Om de miliciens die nu wel uit den brand zullen zijn. Om den minister die moeilijk een der gelijk voorstel kon doen op zijn standpunt En om de Volksvertegenwoordiging die nu, zij 't op een voorstel uit de rechter zijde, eene vergissing kon herstellen in be trekking tot de nieuwe militiewet. Immers de zaak zit zoo. Minister Kool nam de taak van zijn voorganger over en sleepte het wetsont werp op 't droge. In dat ontwerp werden de lasten der miliciens verzwaard, wat op zich zelf niet zoo erg was, het vaderland heeft in tijd van nood zijn zonen noodig en dan moe ten die goed geoefend zijn. Maar wat wel erg was? Dat aan de wet een terugwerkende kracht werd gegeven, zoodat de miliciens die de lasten van de oude wet gedragen hadden, er nu de lasten der nieuwe wet nog bij kregen. Dit is door ons van den beginne erkend. Doch nu 't eenmaal wet was, en de tweede kamer (en de eerste kamer) deze wet had vastgesteld; dit bezwaar had laten passeeren, en de Koningin de wet had bekrachtigd, meenden wij dat de wet moest gehoorzaamd worden, behoudens ge bruikmaking van de gemakken en vrijstel lingen die ze verzekert. Wij hebben tegelijk er ernstig op aan gedrongen dat onze miliciens zich wenden 82 Schetsen uit het leven van Napoleon IJ Het was in 1813, een tijd dat Napoleon prikkelbaarder dan ooit was. In zijne ergernis, dat de Oostenrijksche gezant Maria Louise zoo dikwijls bezocht, en den kwaden invloed van die bezoeken vreezende, schreef de keizer onbezonnen een heftig artikel tegen zijn uitgever van het Jownal de V Emprire (thans nog bestaande onder den naam van de Delate), met bevel het den volgenden dag aan het hoofd van zijn blad te plaatsen. Toen Napoleon 's morgens met bevende hand hot blad opensloeg, vond hij het artikel er Diet in. Bleek van bedwongen woede riep hjj een ordonnansofïlcier en bulderde hem toe»Ga Etienne zeggen, dat, als het artikel er morgenochtend niet in staat, ik hem zal laten neersabelen als een Pandoer". En met ongeduld wachtte hij het verloop van de vier-en-twintig uren af. Den vol genden dag weer geen artikel. Toen kon Napoleon zich niet langer bedwingen en gaf zijne drift lucht in een vloed van scheldwoorden. »Breng Etienne hier", riep hij zjjn officier toe, »dood of levend!" Met vlammende oogen en verschrikkelijk om te zien, liep hij als een tijger in zijn kooi zijn babinet op en neder. Etienne kwam, trad zouden tot de Kamerleden van hun district, en wij weten dat dit ook geschied is. Wij meenden dat dit de veiligste weg was om verbetering te krijgen. De agitatie van de socialisten' kon niet anders dan roet in het eten zijn. Geen regeering of volksvertegenwoordi ging die zich zelf eert gaat voor revolutio nair dwanggeschreeuw op zij. Wij, en met ons de gansche antirevolu tionaire pers, hebben ons geplaatst op dit standpunt: De zaak is wettelijk in orde, doch haar onbillijkheid staat vast. Dat was ook vermoedelijk het standpunt van de antirevolutionaire partij in de Ka mer, namens wie do heer Van" Alphen sprak, die in zijn motie op vrijgevige wetstoepassing aandrong. De minister sprak 't zeer duidelijk uit dat het hier een wettelijke bepaling gold onder het vorige liberale ministerie tot stand gekomendat minister Kool in zijn begrooting en de toelichting er van het duidelijk zwart op wit gezegd had dat er een som was uitgetrokken voor herha lingsoefeningen der miliciens van 1895 dat de Kamer die stukken gehad heeft en niet gereclameerd had, en de begrooting had goedgekeurd, zoodat de minister niets deed dan uitvoeren wat een ander had voorgesteld en goedgevonden. Maar ter anderer zijde hield do minis ter even krachtig vast dat de oproeping door 't landsbelang geboden was, door de wet gevorderd werd en hij zelf er niet aan denken kon aan de Koningin intrek king van het koninklijk besluit te vragen. Nu was bij deze bespreking de heer Lobman niet tegenwoordig. Alle partijen zagen reikhalzend naar zijn komst uit. Men begreep dat daardoor het debat in anderen koers zou geraken. Immers de heer Lohman had de wettig heid der oproeping betwist. De volgende vergadering was hij er, en hij sprak; doch 't, viel tegen. Wel twij felde hij nog, maar ten laatste stond ook voor hemde wettigheid vast; de onbillijk heid echter bleef volgens zijn gedachten. De afgevaardigde uit Goes stond der halve op 't standpunt van den beginne door ons ingenomen. Maar hij toog van dat standpunt uit aan den arbeid. En vandaar zijn voorstel tot wetswijziging. Wij gevoelden, en een ieder gevoelde het,, dat was bet eenige middel om uit het moeras te komen. Daarom hebben wij 't toegejuicht. En wij hebben dit ook gedaan uit poli tiek oogpunt. De heer Kolkman had 't al gezegd dat zoo bleek als een doek binnen en wachtte stilzwijgend. Napoleon bleef met driftige stappen de kamer op en neer loopen, ter wijl de omstanders in spanning waren wat er gebeuren zou. Eensklaps trad de keizef regelrecht op den man toe, greep hem bij den arm, schudde dien duchtig en zeide op norscben toon»Ik dank, u mijnbeer", waarna hij de kamer uitging en Etienne in een staat van de grootste verbazing liet staaD. De keizer had begrepen, dat dit verzet tegen zijn oppermachtigen wil, als het geen daad van krankzinnigheid was, slechts kon voortkomen uit de vaste over tuiging, dat het hem voor een ernstigen misslag tegenover zijn schoonvader, den keizer van Oostenrijk, zou behoeden. Ons bestek laat niet toe nog meerdere episodes uit dit veel bewogen leven mede te deelen. Die er meer van weten wil, raadplege schrijvers als Andriessen en Ver gers, die nog tal van merkwaardige bijzon derheden op Napoleon betrekking hebbende voor de vergetelheid hebben bewaard. Iteeren wij thans tot onze geschiedenis terug. Wij waren gebleven bij de aankomst van Napoleon op Elba. Wij wenschen te onderzoeken hoe het ging in de 100 dagen van ballingschap op dit eiland doorgebracht, en daarna. hij althans niet met de motie-Van Alphen zou meegaan. Ook andere katholieken hielden zich aan het oubillijkheidsbezwaar. Dit heeft de Goesche afgevaardigde, die goede voelhorens heeft, gezien en met mr. Kolkman, terwijl zich mr. Heemskerk als Dntte im Bunde bij hen voegde, heeft bij 't bestaande ontwerp ingediend. Een ont werp in strijd met den wil des ministers en met diens opvatting van het landsbe lang, zijn de feiten. Maar het is te hopen dat de minister, nu vaD bevriende zijde deze uitweg gevonden wordt, zich bij de beslissing zal neerleggen. Wat wettelijk vaststaat, doch ook in 's ministers oog onbillijk is immers bij kwam met den pleister vaD faciliteiten en 2 weken uit en thuis aandragen, betgeen doet zien hoe bij van de onbillijkheid wel wat overtuigd was dat mag veranderd worden. Dat is met de schoolwet gebeurd, en met de arbeidswet, en is ook de grondslag van het haringspeetstersontwerp, het mag ook met de militiewet. Dat is constitutio neel volkomen ad rem. Het spreekt van zelf dat de minister moet weten of hij deze afkapping van den staart van dit militiewetmuisje mag over leven. Indien de oproeping noodzakelijk door 't landsbelang geboden bij hem vaststaat, zal hij dit wel niet kunnen. Maar bedenkt hij, dat er nog andere landsbelangen zijn, en 't ook een landsbe lang is dat de wet niet noodeloos een deel des volks bezwaart, dan zal hij zich 't tweejarig uitstel van de richtige uitvoe ring der militiewet gaarne getroosten. Wij hebben het indertijd onverholen toegejuicht dat het kabinet-Pierson aan bleef toen de eerste kamer zijn ongevallen wet verwierp. Wij zullen 't ook in 's lands belang prijzen zoo minister Bergansius „de Groote" zou het eerste-Kamerlid Rut gers zeggen! de aanneming van het wetje-Lohman, c. s. stil over zich heen laat gaan. Trouwens 't is een wet van zijn voorganger, waarop het gewraakte koninklijk besluit steunt. De socialisten roepen nu wel hard dat zij deze overwinning bevochten hebbeD. Men late dit zoo. De Nederlander, die 't weten kan, schreef de vorige week al Zoo weinig heeft de soc.-democratie een overwinning behaald, dat men met vol strekte zekerheid kan zeggen, dat het ont werp, op zuivere billijkheidsoverwegingen gegrond, is tot stand gekomen ondanks het optreden der sociaal-democraten. LXIII. NAAR FRANKRIJK TERUG. Napoleon trachtte zich hot leven op zijn eiland zoo bedrijvig mogelijk te maken. Zijne gardesoldaten werden flink geoefend, de wallen versterkt, zijne paleizen vergroot. Het laatste achtte hij noodzakelijk, dewijl zijne moeder Letitia en zijne zuster Pauline zijne ballingschap waren komen deelen. Toch hinderde hem de rustige rust die hier heerschte, zeer. Dagbladen en brieven hielden hem gestadig op de hoogte van wat er in Frankrijk voorviel, en dat was ook al niet in staat hem van zijn steeds onrustiger stemming te genezen. Lode wijk, graaf van Artois, broeder van den onthoofden koning Lodewijk XVI, had den troon beklommen, onder den naam van Lodewijk XVIII, een daad die op ondubbelzinnige wijzede richting aangaf waarin deze Vorst zou regeeren. Hij wilde terug tot do dagen voor 1789 met wogcijforing van het tijdperk van Napoleons roem. De geschiedenis had dezen onweldiger hoogstens als een van Frankrijks veld maarschalken te eeren. Napoleon begreep zeer goed dat deze reactionaire staatkunde der Bourbons de baan voor hem effende. En rusteloos haakte hij naar den dag dat hij zijnen bewakers zou kunnen ontsnappen om andermaal den koizerljjken standaard te planten op Frank- Dezen waren juist op weg roet in het eten te werpen en zouden daarin ook ge slaagd zijn, wanneer niet onder de politici van andere partijen een hoogere standaard van politiek gold dan die der soc.-demo- craten. Na bovenstaande geschreven te hebben, kregen wij de beschouwingen van Het Handelsblad in handen. Wat dit liberale blad zegt, geeft, korter en in schooner vorm, precies onzen indruk en onze gevoelens weer Het blad schrijft onder meer Door de oplossing, welke de drie Kamer leden voorstellen, komt de Minister uit de moeilijkheid waarin hij gebracht wordt door de stipte toepassing der nieuwe militiewet, aan welker totstandkoming hij zelf niet heeft medegewerkt. Een andere vraag is echter, of het wets voorstel inderdaad nog noodig was na de verzekering van den minister dat de opge- roepenen zooveel mogelijk faciliteiten zouden ondervinden. Wat nu gebeuren zal is waarlijk niet fraai. Na jaren lang getob is eindelijk een wet tot stand gekomen om 's lands weer baarheid beter te verzekeren. Daarvoor zijn offers noodig en zie bij een eerste offer dat gevraagd wordt volgens de wet, komen van alle kanten klachten, dat men er niet op gerekend had. De heer van Karnebeek heeft Dinsdag anders gedacht toen hij zeide»dat juist op rijper leeftijd bij flinke mannen het plichtsgevoel krach tig genoeg spreekt om tegenzin te over winnen, ook waar de vervulling van een door de wet opgelegden plicht verre van aangenaam en zeer zeker bezwarend is." Wij ontkennen geenszins dat de her halingsoefeningen voor velen bezwaar in- hadden, maar na het zoo sterk gebleken opzien tegen een oefening van een paar weken, vragen wij ons af: is dit nu een volk waardig, dat zoo vol is van bewon dering voor de zelfopoffering der Boeren in Zuid-Afrika? Allerwegen richt men schietvereenigingen op met namen als »Christiaan de Wet", »Paul Kruger", »Cronjé" enz., maar als het er op aan komt om gedurende enkele weken onder de wapenen te komen om zich te bekwamen voor het verdedigen van den vaderlandschen bodem, dan worden de bezwaren daartegen zoo breed mogelijk uitgemeten. Men had niet gerekend op deze oefe ningen er was niet aan gedacht toen de wet werd in elkaar gezet. Dit kan zeker een reden zijn om de wet te veranderen, maar heel bemoedigend is het voorbeeld rijks vulkanischen bodem. Het Congres (Afgevaardigden en Vorsten van Europa) te Weenen vergaderd, had na tal van gerekte, vaak afgebroken zittingen bepaald dat Napoleon, terwille der veiligheid naar een meer afgelegen eiland zou worden overgebracht. Napoleon werd ook van het in deze zittingen verhandelde steeds op de hoogte gehouden door mevrouw Brignolle een vroegere hofdame van Maria Louize, Napoleons ontrouwe echtgenoote. Deze mevrouw de Brignolle ontving dage lijks de noodige inlichtingen van haar zwager Van Dalberg, minister van koniDg Lodewijk XVIII. Nog vóór het Congres uiteen gegaan was, wensehte Napoleon zijn slag te slaan. Het jaar 1815 moest zoo meende hij voor hem een jaar van beslissing zijn. Nu of nooit Napoleon deelde zijne plannen omtrent zijna ontvluchting allereerst aan zijne moeder mede, die op het vernemen er van hevig schrikte. Toch keurde zij zijne plannen goed. »Ga mijn zoonzeide zij »en volg uwe roeping. Misschien zult gij bezwijken en het leven laten bij een mislukte onder neming maar hier blijven kunt gij toch ook niet. Dit zie ik wel." Daarna deelde hij zijne plannen aan Bertrand en Douet mede, die mede na eenige aarzeÜDg hunne instemming betuigden. Nu werd in 't geheim alles voor het niet voor hen die in de toekomst nog heel wat offervaardigheid voor de gemeenschap onmisbaar achten. 5 Mei 1902. Ds. Littooij in de Zuider Kerkbode zijn overleden ambtgenoot ds. Keulemans her denkend, zegt onder meer dat de vader Van ds. Keulemans Roomsch was. Zijn moeder die Hervormd was deed hem bij ds. Doedes te Rotterdam (zijn geboorte plaats) op catechisatie. Maar over de leer der erfzonde en der verkiezing dacht de overledene anders dan zijn dominé en daarom zond deze, toen hij niet toegeven wilde, hem weg en wilde ook de gevierde prediker ds. v. Oosterzee, kennis gekregen hebbende van het geschil, hem niet op zijn catechisatie hebben. Daarna kwam Keulemans in aanraking met ds. v. d. Oever en zoo werd hij na slechts korte studie op 20jarigen leeftijd predikant bij de gereformeerde gemeenten onder het Kruis. Rolverwisseling. Ten tijde van de Fransche revolutie heeft de lantaarnpaal een treurige rol gespeeld. Menig slachtoffer van uen volkshaat is toen, zonder vorm van proces, aan de lan taarnpalen opgehangen. Mr. Troelstra evenwel schijnt in de door hem voorgestane sociale revolutie aan de lantaarnpalen eene andere rol te hebben toegedacht. Op 1 Mei toch, toen de sociaal-democraten te Amsterdam een optocht hadden gehou den, is hij in een lantaarnpaal geklommen om hulde te brengen aan de politie. Naar de lantaarn la lanterne) zal dus voortaan beteekenen „leve de politie,'. Het leven is toch vol verrassende wen dingen. Nederlander Een In Neurenberg bestaat een oude beelden groep, uit hout gesneden. Zij stelt den Heere Jezus voor, omringd door de twaalf apostelen. Onder het beeld des Heilands dat op den voorgrond treedt, bevindt zich een schroef. Maakt men deze schroef los, dan valt niet de Heiland, maar alle andere beelden. Daarentegen kan men de apostelen allen afschuiven, zonder dat dit iets schaadt aan de vastigheid van de Christusfiguur. Onwillekeurig komt men tot de overtuiging dat de oude kunstenaar, die de groep ver vaardigde, daarin diepe beteekenis heeft willen leggen. Neem den Christus der Openbaring uit vertrek gereed gemaakt. Den 26 Februari 1815 had de Engelsche generaal Campbell het eiland voor eenige dagen verlaten. Yan die gelegenheid zou Napoleon gebruik maken. Onverwachts riep hij zijn soldaten samen, gaf hun wat proviand en liet hen naar de haven mar- cheeren. Reeds toen begrepen dezen wat er gaande was. Hun Le\e ie Keizer! zeide genoegzaam dat zij het begrepen en er mede ingenomen waren. Napoleon nam een hartroerend afscheid van zijne moeder en zuster, die hij nooit wederzien zou. Daarna ging de doof, 4 groote en 2 kleine schepen sterk, te 7 uur in den avond onder zeil. Toen Campbell des anderen daags van deze dingen de lucht kreeg en naar Elba terugkeerde vond hij de kooi ledig en de vogel gevlogen. Hij overlaadde de moeder en de zusters van Napoleon met bittere verwijtingen; doch wat baatte dit? Inmiddels hadden de vluchtelingen de Fransche en Engelsche oorlogschepen die in de Middellandsche zee kruisten, weten te ontzeilen. Een der Fransche kruisers had zelfs het schip waarop Napoleon zich bevond, gekruist, en nog gevraagd aan den comman dant hoe het met den keizer op Elba ging. Daarna had hij weder afgedraaid, niet wetende welk een kostelijke vangst hij had kunnen doen. Wordt vervolgdj

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1