NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 119.1902
Donderdag 1 Mei.
16e Jaargang
CHRISTELIJK-
HIST0RISGH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
Langzaam vooruit.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,96.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
Toen de antirev. afgevaardigde uit Zie-
rikzee, de heer Pompe van Meerder voort,
in zijn ambtelijke betrekking had uitge
maakt, dat armoede ook was een. der
„ernstige omstandigheden" die het school
verzuim straffeloos maakte, ging in het
Zierikzeesche liberaal blad als 't ware een
kreet van verontwaardiging op! Daarin
heette het, dat dit geen recht spreken
was volgens de wet, maar naar eigen in
zichten en wenschen. Een leelijk verwijt
aan een rechter.
Maar ziet, wat gebeurt er?
Meer en meer werd -deze uitlegging der
wet door andere rechters gevolgd. Meer
en me8r werd het eene uitzondering, dat
een rechter veroordeelde, niettegenstaande
gebleken armoede
Daarna werd ook door den Minister van
Binnenlandsche Zaken uitgemaakt, dat
„armoede" een verschoonende omstandig
heid was. Door hem werd voorgeschre
ven, dat vóór de vervolging eerst meer
nauwkeurig moest worden onderzocht:
welke in waarheid de oorzaak was van
het schoolverzuim, en om bij gebleken
armoede, niet te vervolgen. Al weer dus
een stap vooruit.
Eindeljjk kwam de Hooge Raad er bij
te pas. En ook dit hoogste Rech
terlijk college besliste dat armoede
een verschoonende omstandigheid was
Niet dus de kantonrechters die bij ge
bleken armoede vrij spraken pasten de wet
verkeerd toe, en spraken recht naar „eigen
inzichten en wenschen", maar omgekeerd,
de rechters die niet vrij spraken, niet
tegenstaande armoede de oorzaak gebleken
was van het schoolverzuim.
Alweer dus een groote stap vooruit.
Want wie bekend is met de lage loonen
onzer veldarbeiders, zal moeten toestem
men, dat deze als regel de verdiensten of
hulp hunner oudste kinderen niet kunnen
missen, om in hun noodig levensonderhoud
te voorzien.
Zoodat deze onmiskenbare toestand er
noodwendig toe zal moeten leiden om
zooals door bovengenoemd Kamerlid reeds
werd gevraagd gedurende de zomer
maanden de leerplichtwet niet toepasselijk
te verklaren op veldarbeid. Tusschen
dezen tegenwoordigen toestand en die vrij
stelling ligt maar ééne schrede.
Moge de Minister van Binnenlandsche
Zaken er toe kunnen besluiten die vrij
stelling spoedig voor te stellen.
Om twee redenen.
Vooreerst om bij het fanatisme van
sommige schoolopzieners den veldarb.eider
te waarborgen tegen noodeloos kwellende
vervolging. Want wordt hij vervolgd, dan
moet hij zich komen verdedigen, aange
zien hij alleen wanneer hij zich voor den
rechter op die armoede ter terechtzitting
beroept, kan worden vrijgesproken; anders
moet hij veroordeeld worden. En door
elke verschijning voor het kantongerecht
mist hij een daggeld, dat hij niet missen kan.
Wellicht zalmen het woord „fanatisme"
van een schoolopziener te hard oordeelen.
Maar welk ander woord zou dan passend
zijn in een geval als het volgende. Een
vader wordt vervolgd, omdat zijn twaalf
jarig dochtertje de school had verzuimd.
De betrokken schoolopziener verklaart in
zijn „ambtseedig" procesverbaal dat alleen
„onverschilligheid voor het onderwijs"
oorzaak is van het schoolverzuim! Wat
blijkt echter bij de behandeling. Dat die
vader, die alleen in het onderhoud van
zes kinderen had te voorzien, desniettegen
staande al zijne kinderen steeds trouw de
school laat bezoeken, vroeger ook steeds
dat meisje. Dat hij dit echter te huis
heeft moeten houden, omdat zijn
vrouw na een zeer langdurig ziekbed
eene operatie had moeten ondergaan.
En dat durft een schoolopziener ambts
eedig, te qualificeeren als onverschil
ligheid
Maar ook nog om een andere reden is
het hoogst wenschelijk, dat er spoedig eene
wijziging komt.
Er zijn nog streken in ons vaderland
waar men doet alsof er geen leer
plichtwet bestaat. Groote plattelandsge
meenten, waar nog nooit een vader gedaagd
werd voor de commissie tot wering van
schoolverzuim
Wanneer nu diezelfde leerplichtwet in
andere streken met meedoogenlooze hard
heid wordt toegepast, dan kan het niet
anders of dit leidt tot eene zeer begrijpe
lijke verbittering.
Eene wet nu, die door haar onpractisch
gebleken streven, zoo verschillend wordt
toegepast moet ter wille der rechtvaardig
heid. ten spoedigste wcdeD ingetrokken
of gewijzigd.
SO April 1902.
Na onzo opmerking in zake begripsver
warring tusschen sregeering" en «kabinet",
kregen wij de Standaard van 30 Oct. 1901
in handen die reeds togen 't gebruik van
sregeering voor kabinet waarschuwt.
Zij wijst er op dat de Regeering bij
alle wisseling van Ministerie dezelfde blijft,
maar natuurlijk, al naar gelang een libe
raal of een niet-liberaal kabinet optrad,
van liberale of niet-liberale beginselen kan
uitgaan.
Alleen de Koningin regeert, bjj de gratie
Gods.
Het verblijdt ons dat wij in ons nommer
van Zaterdag jl. de aandacht vestigden op
een klacht over een boer te Wolfertsdijk,
Wij dachten wel half dat er overdrijving
in 't spel moest zijn.
Maar uit de ons toegekomen inlichtingen
blijkt dat zelfs erger dan dat had plaats
gehad. Wij hebben hier te doen met een
stukje verdachtmaking als maar zelden aan
een redactie is toevertrouwd.
Er is eenvoudig geen sprake van dat er een
boer te Wolfertsdijk zijn werklieden 67
cents daags laat verdienen. De aange
klaagde staat in zijn gemeente en bij zijne
medelandbouwers en bij goedgezinde arbei
ders zeer goed aangeschreven. De dagloonen
bedragen in den winter f 1 ol f 0,90 in
den zomer meer. In eigen werk verdient
men zelfs veel meer. Ook de vorige week
verdienden de arbeiders in eigen werk f 1
en f 1,10, terwijl slechts één, ook in eigen
werk, minder verdiende, en dit was nu
juist 2 maal achtereen 67 cent geweest.
Aan dit verschil in loon bleken luiheid en
onverschilligheid niet vreemd geweest te
zijn. Bedoelde arbeider had trouwens den
ganschen winter (zijn wij wdl ingelicht)
f 1 daags verdiend.
Ook de aanklacht van slechte behande
ling bleek onjuist. Wie den ongenoemden
boer kennen zeggen dat hij, schoon driftig,
nooit onredelijk is; en een vriend is van
orde.
Men ziet hieruit weer hoe moeilijk het
is ook voor bladschrijvers om dergelijke
aanklachten als van dien onbekenden in
zender in ons Zaterdagno, ernstig op te
nemen, dewijl het toch maar al te waar
is dat onder de klagende arbeiders vaak
mannen gevonden worden die wel grot
zijn met den mond doch weinig beschieten
bij het werk, lui of onversohillig zijn, het
goed van den patroon niet behartigen, den
mond vol hebben van hunne rechten, doch
niet van hunne plichten, en door hun achter
klap of grof geschreeuw den goeden naam
van hunne patroons noodeloos en onver
diend in opspraak brengen.
Wij ontvingen het 57sf,e verslag van de
Nederlandsche Vereenigmg tot medewer
king aan de uitbreiding van het Christen
dom onder de Joden, over den jare 1901.
En het eerste verslag van het werk in
„Elim", tehuis voor emigreerende en andere
Joden, Tulpstraat 20 Rotteidam.
Sober en toch zoo rijk zijn de mede-
deelingen omtrent dezen moeilijken, ge-
wichtigen, kostelijken, rijk gezagenden ar
beid van ds. Adler en zendeling Zalman.
Onze ruimte laat niet toe een en ander
er uit over te nemen, wij zouden dan de
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 eent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
verslagen geheel, met de aangrijpende
photo's incluis, moeten overdrukken.
Wij wekken alle lezers van ons blad op
deze verslagen te lezen. Zij zullen er door
gedwongen worden dezen arbeid onder
Israël te steunen.
Er wordt onder de reizende en emigree
rende Joden te Rotterdam, maar ook onder
de Joden in de drie hoofdplaatsen van ons
land met grooten zegen gewerkt.
Menig Isratlliet kwam daardoor reeds
tot de belijdenis van den Beloofde der
Vaderen.
Honderden Bijbels, vooral Nieuw Testa
menten werden verkocht of weggegeven,
begeerd en dankbaar aanvaard.
Er is echter een nade Jig saldo. Men
zende zijn gift of gave dus, hoe klein ook,
aan broeder Zalman, Tulpstraat 20 Rot
terdam,
De Kruisbanier „orgaan gewijd aan de
bestrijding van het drankmisbruik. Uitge
geven door Sobrietus, Nederlandschen Bond
van Roomsch Katholieke vereenigingen tot
bestrijding van het drankmisbruik", trad
zijn 7en jaargang in. No. 1 en 2 bevat
zeer degelijke, populaire artikelen, welke
aan dat doel uitmuntend beantwoorden. De
redactie berust trouwens bij den talent
vollen dr. Ariens, pastoor te Steenbergen.
Het tijdschrift verschijnt 2 maal 's maands
te Deventer, Smedenstraat 61, en kost
slechts 50 cent per jaar bij vooruitbetaling.
Van Kol had, na de dingen van naderbij te
hebben beschouwd, zijn partij-meening
voor eene op persoonlijke waarneming
gegronde eigen meening verwisseld.
De groote pers schijnt hierover in de
wolken, het paitijorgaan een weinig in zijn
wiek geschoten te zijn.
Eet Volk, sussend, schrijft
„Wie onzen partijgenoot kent schrijft
het blad »weetdat hij, met zijn ridderlijk
en opbruisend temperament en zijn ver
trouwen op de menschen, onder den indruk
van bepaalde feiten allicht een woord kan
spreken, dat met de noodige vergrooting
en opsiering misschien kan worden ver
vormd tot het tegendeel van Van Kol,
zoodra hij in staat is geweest, al zijn feiten
en indrukken te verwerken, als zijn eind
oordeel over den toestand in Indië zal
meenen te moeten zeggen.
Dat men hem dingen in den mond legt,
die Van Kol niet kan gezegd hebben, blijkt
wel uit het beweren in de bladen, dat hij
het gebruik van dwangarbeiders in den
oorlog niet zoo erg vond, enz."
Het Volk kan gerust zijn.
Ook zonder de hulp van Van Kol zal de
waarheid in zake onze Oost zich wel baan
breken.
Onder 't opschrift „Stokerij tegen de
Leerplioht" ontleent de Middelburqche Crt.
in haar no. van heden een klacht aan het
Sociaal Weekblad van mr. Kerdijk: lo.
over het feit dat de heer Vegtel, statenlid
te Nieuwe Tonge had gezegd dat minister
Kuyper den leerplicht nog wat liet bestaan
om het volk eens goed te doen gevoelen
wat het te danken heeft aan die „vuile
liberalen"2o. dat te Middelharnis door
het hoofd der Chr. School is opgerioht eeD
vereeniging tot schadeloosstelling der slacht
offers der Eeerplichtwet „Draagt elkanders
lasten", welke vereeniging zich blijkens
't reglement ten doel stelt
aan elk lid, die wegens overtreding
der leerplichtwet veroordeeld is, voor eiken
dag gevangenisstraf, die door dat lid wordt
ondergaan, éen gulden uit te betalenb.
met alle wettige middelen wijziging of in
trekking der bestaande leerpliohtwet te
verkrijgenterwjjl alleen zij, waarvan ge
bleken is, dat niet-opzettelijke verwaar-
loozing de oorzaak hunner veroordeeling
was, door de vereeniging gesteund worden
en voor eiken veroordeelde een verzoek
om gratie verzdhden wordt aan H. M. de
Koningin.
De Middelb. Crt, laat hierop volgen;
„Commentaar schijnt overbodig. Ge
lijk als van zelf sprekend moet worden
aangenomen, dat er onder anti revolu
tionairen, Kuyperianen zoo goed als
Lohmannianen, genoeg zullen zijn, die
zich ergeren en schamen voor zulk be
drijf van hun broeders."
„Gevoelen de invloedrijken en gezag-
hebbenden onder hen vraagt mr.
Kerdijk ten slotte zich niet verplicht
het hunne te doen, opdat er een eind
aan kome?"
Wij merken op dat de Middelb. Crt. in
deze overneming voor een deel achterlijk
is,en voor een ander deel een belar.grijkezaak
voorbij ziet.
Wat 't. punt 0 betreft, zij haar herin
nerd dat de heer Vegtel reeds Zaterdag
in de Standaard de beschuldiging valsch
genoemd heeft; en verzocht heeft aan de
bladen op te nemen dat hij op een des
betreffende vraag alleen het antwoord door
dr. Kuyper zeiven in de Tweede Kamer
op 31 Jan. j.l. gegeven, heeft voorgelezen.
Wij zagen bedoelde rectificatie deze week
reeds in verschillende liberale bladen.
De Middelb. Crt. mterdum bonus dormitat
Homerus!) zag dit blijkbaar over 't hoofd.
Wij vertrouwen echter dat zij heden haar
vergissing wel zal herstellen.
Wat het tweede punt aangaat verwijzen
wij haar naar het antwoord van De Nederl.
dat zij heden wel zal overnemen.
Trouwens het ligt voor de hand wan
neer arme menschen door een wet gedu
peerd worden, en zij geen opzettelijke
wetsovertreding plegen (adres de Zaan-
damsche schuttersquaestie, en nu ook dit
geval) zij moeten geholpen worden. Voor
't gezin van den onwillens veroordeelde
dient even goed gezorgd als voor 't gezin
van den onwillens opgeroepene (ter herha
lingsoefeningen). Dat is geen stoken, dat
voelt de Middelb. Crt. ook wel. En bij
eerlijke toepassing van het door de Mid
delb. Crt. zelve aangehaalde reglement
verdient 't streven toejuiching.
Wij verklaren ons bereid ook voor Goes
en omstreken, zoo noodig, een dergelijke
vereeniging te helpen stichten.
Doch gelijk wij zeiden de Midd.
Crt. ziet één ding over 't hoofd. En wij
zijn zoo vrij er hare bijzondere aandacht
voor te vragen.
In haar eigen kringen, onder de school
mannen, onder de hoofden zelfs, wordt met
de Leerplichtwet gespoten dat keuren
wij af en behoorde zij ook te doen.
Bij voorbeeld in het jongste no van »Het
Nieuwe Schoolblad", dat uitsluitend geredi
geerd wordt door hoofden van opeubare
scholen, wordt in het redactioneel gedeelte
met haar deD draak gestoken. En dat met
een wet waarom zij zeiven jaren lang in
motie en meeting en rekwest, het hardst
geroepen hebben.
Waartoe de leerplichtwet goed is, zegt
bedoeld spotartikelze is o. a. goed voor
het aanschouwelijk onderwijs, „want als
men van ieder vel uit model C een strook
van 1 decimeter breedte afknipt, houdt
men precies een vierkanten halven meter
overbeplakt men daarmee den vloer van
het gymnastieklokaal, dan kan men voor
stellingen geven van een vierkanten meter
en een are. Men kan ook de kinderen
laten berekenen, in hoeveel jaar de geza
menlijke hoofden van Amsterdam een
Hectare leerplicht-administratie kunnen
leveren men kan den leerlingen zoodoende
ook een voorstelling geven van het admi
nistratief vermogen des bovenmeesters. Ook
zou men de Nederlandsche papierfabricatie
een hooge vlucht kunnen doen nemen, door
te bepalen, dat voor den leerplicht uit
sluitend inlandsch fabricaat mag gebruikt
worden. Zelfs beweert de schrijver, dat
de weg tot een verzoening van voor- en
tegenstanders van beschermende rechten
gebaande zou zijn, indien 's lands regeering
voor eiken tak van vaderlandsche nijverheid
zoo iets als de leerplichtwet bedenken kon.
Zie, dat is nu stokerij tegen de Leer
plichtwet.
Niet wat de Chr. onderwijzers te Middel
harnis deden, maar wat de openbare hoof-
in het N. Schoolblad doen, schijnt ons
berispelijk.
Naar de klachten van inzenders in de
groene Amsterdammer te oordeelen, is het
door Henri Borel in dat weekblad ver
heerlijkte vers »Auf Kypras" een toonbeeld
van viesheid en onzedelijkheid op sexueel
gebied. En de dichteres, onder den lieven
pseudonium Marie Madeleine (Maria Mag-
delena is een vrouw uit de hoogere krin
gen baronesse Von Puttkamer.
Ook in Duitschland is het "va: »l)e Te
legraaf" zoo teekenachtig uitdiukt: de
verrotriotr begou in deD top rt i maatschap
pelijke pyramids.
Zola door eene dame op ztj gestieefd!
En Borel
Zijn verzen en recensiën zijn wel eens
bor(r)elpraat getaxeerd.
Ook nu gaat hij hooghartig op de ge
voerde critieken in.
Hij zegt eenvoudigsin Marie Made
leine's verzen is wellust en smart-om wellust
tot kunst geworden, verheerlijkt tot schoonheid;
en hierover te redeneeren met menschen
die dit niet voelen en nog met «fatsoen"
en «zedigheid" aankomen, dunkt mij nut
teloos".
De cursiveering is van Borel-zelven.
Wij zullen er maar niets aan toevoegen,
dan dit
Ouders, ziet goed toe wat uwe kinderen
lezen.
Het is al hetzelfde ongeduldige geklaag
als in 1888.
Toen was 't ook schering en inslag in
alle liberale bladen: zij doen niets.
Thans weer.
Het ministerie-Kuyper evenaart het mi-
nisterie-Mackay in niets doen.
Stel u voor: Kuyper, Harte, Loeff,
reeds als student voor werkezels aange
zien, zouden lui zijn!
Wij houden het er voor dat deze klach
ten wel verstommen zullen.
Het vrijzinnig democratische Volksdag
blad is al heel kras in zijn klagen.
Eerst tegen de liberalen:
„Dat de sympathie des volks voor de
liberale partij geheel aan 't verdwjjnen is,
niemand die het beter kan weten dan wjj
die er dagelijks de ondubbelziDnigste be
wijzen van zien. Zeker is een der voor
naamste redenen van den ondergang der
eens zoo machtige (liberale partij) de om
standigheid dat zij steenen voor brood, en
woorden voor daden heeft gegeven".
Dan tegen het huidige Kabinet:
„Oude kliekjes worden der natie opge
warmd voorgediend, en vroeger al futlooze
liberale soep opnieuw over 't vuur ge
hangen nadat er wat Roomsch-Calvinistisch
water en melk is bijgevoegd".
Het is een zeer hard oordeel hier over de
liberale partij geveld, dat wij zelfs niet
gaarne zouden onderschrijven. Eere wien
eere toekomt. En met name het vorige
Kabinet heeft deze verkleining zijner ver
diensten niet verdiend.
Maar wat hier aan 't adres van t tegen
woordige ministerie gezegd wordt, raakt
evöneens kant noch wal.
Men mag van een nieuw ministerie niet
vorderen dat het maar dadelijk wetsvoor
stellen uit de mouw schudt.
De Kamer met paperassen overladen als
ware zij een papierfirma, dat kan de Re
geering gemakkelijk doen; maar werk in
dienen dat beklijven kan, dit gaat minder
vlot. De eerste editie der leerplichtwet,
leerde 't. Die moest zelfs worden inge
trokken.