den geHei loedel,
E
A. P. Snoep,
Homsopabische Apotheek,
MEEfflOS SAJET
9L E Boasson Zonen.
Bijvoegsel van „DE ZEEUW" van Zaterdag April 1902. No. 109
Advertentiën.
N. Bonten, 1820 Dordrecht.
Aanbesteding.
UIT DE PERS.
Verlangt men
De Notaris A. M. TAK zal op
Woensdag den 23 April 1902,
voormiddags te 10 uren, op de hofstede
„R a v e n s t e y n", bowoond door de
Erven Wed. Mars. Francke, in de ge
meente G-rijpskerkein het openbaar
verkoopen
1 blauw Merriepaard oud 16 jaar,
2 blauwe Merriepaarden oud
10 jaar, 1 bruin zwaar gebouwd
Merriepaard (Belgisch ras) oud
6 jaar met veulen, 1 bruin
Merriepaard (Belgisch ras) oud
2 jaar, 8 baatgevende Melk
koeien, 6 kalfdragende Vaarzen,
2 tweejarige Vaarzen, 5 ander-
halfjarige Vaarzen, 1 dito Os,
1 dito Springstier4 jarige
Vaarzen, 8 Kweekkalvers, (het
Vee is meestal van gekruist
Hollandsch ras), 2 Melkschapen
met Lammers, 1 Melkgeit, 2
Mestputloopers, 2 Karnhonden
met Hokken, 70 Kippen en Ha
nen, 24 Eenden met Woerden
1 Veerwagen, 2 Men wagens,
1 Driewielskar1 Koksploeg,
2 Zeeuwsche PloegenEggen
in soort, 2 Holblokken, 1 Voor
sleper, 2 Kruiwagens, 1 steenen
Handrolblok, 2 Veldsleden waar
van éen mét borden, 1 Arre-
slede, 2 IJsbakken, 1 Molbord
met Ketting, 1 Wanmolen, 1
Kortmolen, 1 Mangelmolen, 1
Geeselstoel met Plaat, 1 Wa-
genlichter1 Vleeschblok1
Kaashorde 2 Kiekenrennen
HeuldeelenMestputplanken
Boogzaag, Kort- en Langtouwen,
Zakken, Wagenzeil, Wagenhuif,
SchilderstrapHeiningdraad
Kooktoestel, Kachels, Spekstan-
ders, Spekkast, 2 Meelkisten,
Watertobben, 1000 groene Muts
aards, Vaamhout, Reepen en
Blokken, Schalen en Gewichten,
Ladders, Paardenwant.
(j^r* Op de Hofstede bestaat geen
gelegenheid tot stalling.
De Notaris J. W. VERHULST, zal
op Dinsdag 15 April 1902, des voor
middags te 10 uren, op het hofsteedje
bewoond door David Gideonse, aan
den Segeerssingel, gemerkt V 255, in de
gemeente Middelburg, in het openbaar
verkoopen:
1 zwart veulendragend Merrie
paard oud 18 jaar, 4 baatgevende
Melkkoeien, 2 Melkschapen met
Lammeren, 2 Loopvarkens, 40
Kippen en een Haan, drielings
Menwagen, Veerwagen, Melkkar.
Watervat met Kar, Waterbak
2 Eggen, Ploeg, Turk, Handblok
Handkar, Windmolen, Kort
molen, Mangelmolen, Kaarnma
chine, Kiekenren, Kaashorde
Veldslede met borden, Vleesch
blok, Spekstaander, Palmschaar
Schalen en balans, gewicht
Horden en Staken, Brandhout
IJsbak, Kribbe, Paardenwant
Melkers- en Zoldergereedschap
Landbouwershandgereedschap,
Weihoo, Mangels, mest, inboe
del en meer.
De Notaris J. VAN DER KLOES zal
VRIJDAG 18 APRIL 1902,
voormiddags 10 uren, te Driewegen,
ten sterf huize van den heer Willem
van Oosten, in het
openbaar verkoopen:
2 eikenhouten Boogkabinetten,
1 eikenhouten Kist, 1 eikenhouten
Bureau, 4 veeren Bedden, 1 Re
gulateur, Kastklok, Spiegels, Stoe
len, Stoven, Kachels, Tafels, kleine
Kasten, Lampen, Barometer, Glas-
en Aardewerk.
Voorts
14 Kippen, Vleeschblok, drooge
en groene Musterd, Vaamhout,
Spaanders, Schoppen, Spade, Krui
wagen, een partij Mest, enz.
Op Woensdag 16 April 1902,
te beginnen 's voormiddags te 10 uur,
te Colijnsplaat aan den Groenen Ach
terweg bij de schuur, thans nog in ge
bruik bij den verkooper dhr. Theunis
van der Weele, ten overstaan van den
Notaris M. NOORDIJKE te Colijnsplaat,
van
1 bruine Klophengst, oud 12 jaar,
8 stuks HoornveeLandbouw
gereedschappen en Werktuigen,
bijzonder geschikt voor een Vracht
rijder of Klem-Landbouwer, die met
1 paard werkt, eene partij Hooi
en Kanthooi, en wat verder te
voorschijn zal worden gebracht.
N.B. De veiling van het PAARD
en het HOORNVEE vangt aan te 11
uur.
Betaaldag 15 November.
Buiten Noord-Beveland wonende
koopers echter, moeten öf contant be
talen öf voldoende borgtocht stellen.
Polder Walcheren.
Het Polderbestuur van Walcheren
zal op DONDERDAG 17 APRIL 1902,
des namiddags half twee uur, aan het
polderhuis in de Abdij te Middelburg,
bij enkele inschrijving
aanbesteden
Het bouwen van drie nieuwe
gemetselde DUIKERS met al
de daartoe gevorderde bouw
stoffen en arbeidsloonen, in
drie perceelen.
Het bestek ligt ter lezing aan het
polderhuis en is op franco aanvrage bij
den Griffier des polders verkrijgbaar
voor f 0.25, terwijl nadere inlichtingen
te bekomen zijn ten kantore van den
Ingenieur, waar tevens de teekeningen
ter inzage liggen.
Middelburg, 5 April 1902.
DEN BOUWMEESTER,
Voorzitter.
E. J. SPRENGER,
Griffier.
Eerste kwaliteit Brillen, aan billijke
prijs, Breukbanden, Buikgordels.
BarometersKarnthermometers
Verrekijkers en Passerdoozen, prima
Scheermessen, Gesneden heften.
Inrichting voor slijpen van
Scheermessen en Scharen.
*rrrrrrr*rrrrrrrTt
BEDDEN en MATRASSEN,
vail D. J. PEWOUIi,
Soliede nieuwe Veeren en Kapok
Bedden. Paardenharen-, Wollen-, Ka-
pok-, Alpen-, Zeegras en Stroomatrassen.
Soliede Bedtijken, Beddenkleeden, Wol
len, Chitsen en Molton dekens. Karpetten.
Wettig gedeponeerd Handelsmerk.
Levering vanHomeeop. Genees
middelen, Hamamelis Extract en
Hamam. Preparaten voorkomende in
de prijscourant van Dr. WILLMAR
SCHWABE, te Leipzig.
Solied en billijk.
J. H. SCHAFFERS,
Apotheker.
Schadelijk gedierte.
Het weekblad „De Boerenstand", orgaan
van den „Nederlandschen Boerenbond",
betuigt zijn ingenomenheid ermede, dat
de motie-Passtoors, over de jachtwet en die
van den heer Helsdingen, aangaande „seha-
d el ijk gedierte"s.niet door de Tweede Kamer
zijn aangenomen.
Zooals men. weet, zegt het blad, hadden
deze de strekking om aan de eigenaars of
gebruikers van gronden op zeer ruime wijze,
ruimer dan vroeger, het recht te geven om
ten allen tijde „schadelijk gedierte" te
dooden, waarvoor dan de Commissarissen
der Koningin in de provinciën op nog
gemakkelijker wijze dan thans, permissiën
zouden moeten uitreiken.
Maar, wat is schadelijk en wat is on
schadelijk gedierte De beantwoording
dezer vraag hangt immers geheel af van
het bedrijf, dat men uitoefent en niet het
minst van een grondige kennis en eene
bestudeering van de gewoonten der dieren.
Wanneer wij denken aan het nut, dat
uilen, buizerden, torenvalken en zoovele
andere vogels, egels, mollen, padden, vleer
muizen en zoovele andere dieren voor den
landbouw verrichten, welke alle vroeger
door den minder ontwikkelde voor schade
lijk werden gehouden en door hoe velen
thans nog, dan worden wij nog huiviger
om iedereen als rechter over de schadelijk
heid der dieren te laten optreden en zoo
doende de deur open te zetten voor moord
lust, onoordeelkundige vernietiging der
dierenwereld en opzettelijke benadeeling
der belangen van hem, wiens bedrijf mede
brengt de gedoode dieren te beschermen.
Voorzeker zijn er vele gevallen, waarin
de dieren, zooals alle andere levende wezens,
wel eens schade aanrichten en moet het
den mensch vrijstaan deze schade te kunnen
afwenden, door verjaging of zoodanig dooden
dezer dieren, maar laat dit dan geschieden
op eene wijze, dat er zoo min mogelijk
misbruiken te duchten zijn, bijvoorbeeld
le. dat de schade vooraf aangetoond
wordt of de zekerheid, dat er schade zal
ontstaan vooraf vaststaat
2e. dat er geene andere gemakkelijke
middelen ter voorkoming der schade moge
lijk zijn, bijv. door het spannen van ka
toenen draden, enz. wanneer het vogels
geldt
3e. dat met het dooden der schadeaan-
brengende dieren bepaalde vertrouwde
personen worden belast;
4e. dat de gedoode dieren van gemeen
tewege zullen worden vernietigd of op
andere wijze het voordeel, gewoonlijk de
prikkel tot het aanvragen dezer vergunnin
gen, worde weggenomen, zooals dit, meenen
wij, ook in de Duitsche Rijksjachtwet
bepaald is
5e. dat wanneer schadelijke vogels
moeten worden gedood, dit geschiede door
middel van schietgeweer, zooals ln de
Zwitsersche jachtwet bepaald is, waardoor
tengevolge van den knal de overige ver
jaagd en er zoo min mogelijk gedood worden,
want zooals onlangs in het Tijdschrift der
Ned. Heidemaatschappij door dr. Ritsema
Bos, waarlijk geen overdreven vriend
van vogelsterecht werd betoogd, zoo
goed als alle vogels zijn nuttigmen moet
ze dus zoo min mogelijk dood maken, alleen
verjagen
6e. moeten die vergunningen, wanneer
ze werkelijk noodig zijn, spoedig on ge
makkelijk kunnen worden verleend en daar
om niet worden gegeven door de Commis
sarissen der Koningin, maar door de bur
gemeesters, die beter en gemakkelijker over
de aangerichte of eventueele schade
kunnen oordeelen, bovendien de aanvragers
kennen en wel op de hoogte zullen zijn
omtrent de eerlijkheid en oprechtheid hunner
beweegredenen.
Wanneer de voormelde motiën in den
geest van bovenstaande waren opgemaakt
en de beide Kamerleden de gevolgen daar
van eens behoorlijk hadden overwogen, ook
in moreele opzichten, dan hadden zij onge
twijfeld zeer veel goeds kunnen doen en
onzen landbouw een grooten dienst kunnen
bewijzen, daar men er rekening mee had
moeten houden bij eventueele wijziging
der jachtwet.
Een Boeren-spion.
Verhaal uit den Zuid-Afrikaanschen Oorlog.
Het volgende is een verhaal van een
Boer, die als marskramer zich toegang wist
te verschaffen tot een der Britsche kampen
teneinde zich op de hoogte te stellen van
de sterkte der Engelschen.
Zoodra ik mij in de nabijheid van het
vijandelijke kamp bevond kwam eene ruiter-
afdeeling op mij af.
Ik was gekleed als een gewone Boer,
maar droeg een pak koopwaar op den rug.
De patrouille werd gecommandeerd door
een luitenant, die recht op my toereed en
mij toesnauwde
„Wie ben je En waar moet je naar toe
Dit zou mijne eerste proef wezen.
Aller oogen waren op mij gericht, en
toen ik niet antwoordde, hoorde ik iemand
zeggen
„Die kerel is doofstom. Hij heeft net
een gezicht als een strijkplank."
„Zeer vleiend," dacht ik bij mij zelf,
terwijl ik met het onnoozelste gelaat op een
medegenomen leitje schreef
„Wat verlangt u?"
Ik gaf het leitje aan den luitenant, die
daarop antwoordde
„Wie ben je? En waar ga je naar toe
Ik noemde mjjn naamThomas van Dijk,
en deelde hem mede, dat ik een mars
kramer was.
De officier verlangde mijn pas te zien,
maar ik vertelde hem, dat ik marskramer
was.
De officier verlangde mijn pas te zien,
maar ik vertelde hem, dat men mij die voor
een dag of wat bij een overval ontstolen
had. Hij zag mij een oogenblik wantrou
wend aan en zei toen dat ik door kon gaan.
Vlak voor mij lag het kamp; maar elke
poging om thans nog van richting te ver
anderen zou mij in nog grooter gevaar bren
gen. Ik liep dus door in de aangewezen
richting. En dat was mijn geluk, want
spoedig bespeurde ik dat een der ruiters
mij op den voet volgde. Ik liet mij echter
niet verrassen, maar deed alsof ik niets
bemerkte, hoewel hij zoo dicht achter mij
reed, dat ik den adem van zijn paard in
mijn nek voelde.
Eindelijk werd ik door een schildwacht
aangehouden. Ik gaf hem mijn leitje,
waarop ik mijn naam en beroep geschreven
had, en een oogenblik later stond ik voor
een officier van de wacht.
En thans werd ik met zooveel overleg
op de proef gesteld, dat ik mij zeker ver
raden zou hebben, als ik niet op alles voor
bereid was geweest.
„Hier is een doofstomme man, iemand
zonder pas," zei mijn geleider tot den officier,
die bezig was te schrijven.
„All right," antwoordde deze, zonder op
te zien, en terwijl de soldaat zich verwij
derde wendde hij zich half naar mij toe,
zeggende
„Ga even op zij ik ben dadelijk klaar."
Hij zei dit op zulk een ongedwongen
toon en zijne beweging was zoo natuurlijk,
dat ik voelde hoe mijn spieren onwillekeurig
trilden als om dat bevel op te volgen.
Had ik slechts een voet verzet, dan was ik
verloren geweest.
Maar toen ik niet de minste beweging
maakte nam hij mij nauwkeurig op en be
gon mij vervolgens te ondervragen. Ik gaf
hem de inlichtingen, die hij verlangde
en terwijl het leitje van hand tot hand
ging, kwam een kapitein binnen.
Mijn ondervrager wendde zich nu tot
hem.
„Ik heb hier een doofstomme," sprak hij.
„De man beweert, dat hij een marskramer
is, die in het kamp zaken komt doen.
Maar dat slag van volk is niet te vertrou
wen. Hij zegt ook, dat hij een pas van
Bulier heeft gehad, doch dat men hem dien
onlangs bij eene schermutseling ontstolen
heeft. Kijk! er zijn bloedvlekken op de
mouw van zijn jas."
Hij zei dat weer op zulk een natuurlij
ken toon, dat ik mij bijna verraden had.
Ik knipte met de oogen, maar sloeg den blik
niet neer. Daarop nam hij de lei en schreef,
dat ik tot het verwisselen van de wacht
in het kamp mocht blijven, maar mij dan
hier bij den wachthebbenden officier moest
aanmelden.
Ik kreeg toen wat eten, verkocht onge
veer de helft van mijne waren en kon blij
ven rondloopen, nadat ik mijn rapport weer
aan den nieuwen officier had laten zien.
De soldaten hielden mij voor hetgeen, waar
voor ik mij uitgaf. Sommigen hadden me
delijden met mij, anderen hielden mij voor
den gek.
Eens, toen ik even op den grond lag
geknield om mijn pak los te maken, werd
er een pistool vlak achter mij afgeschoten,
tot mijn geluk had ik de haan hooren
spannen.
Eindelijk bevond ik mij vlak bij de stel
ling, die ik moest opnemen, en zonder veel
moeite werd het mij duidelijk, dat deze bij
eene bestorming niet voldoende verdedigd
kon worden. Ik had nu mijn doel bereikt
en trachtte mij dus zoo snel mogelijk uit
de voeten te maken, wat mij aanvankelijk
gelukte.
Maar spoedig werd ik weer door eene
patrouille aangehouden en voor den generaal
gebracht.
In zijne tent bevonden zich verscheidene
officieren.
Nauwelijks had ik mijn rapport afge
geven, of een hunner een militaire dokter,
fluisterde den chef iets in. Ik begreep,
dat dit mij gold.
Na verloop van eenige minuten wendde
de generaal zich naar mij toe en sprak op
ongedwongen toon
„Laat mij nu eens hooren watje te ver
tellen hebt."
De dokter zag mij vast en onderzoekend
aan. De minste beweging zou hem niet
ontgaan zijn.
„Kom hierbulderde de generaal.
Ik bleef onafgebroken turen naar het
gevest van zijn sabel die hij voor zich op
de tafel had gelegd, verroerde mij niet,
voordat hij mij met teekens aan het ver
stand had gebracht, dat ik naderbij moest
komen.
Toen gaf ik hem mijn leitje. Hij vroeg
waarom ik geen pas had en waar ik heen
wilde.
Ik vertelde wat er met mijn pas was
gebeurd en dat ik naar Bhad willen
gaan om nieuwe waren in te slaan.
De generaal scheen tevreden, maar de
dokter, die een nauwkeurig opmerker
scheen te zijn, was nog niet overtuigd. Ik
hoorde hoe hij aan de overigen zijn twijfel
mededeelde.
f De anderen boezemden mij geen vrees
inmaar ik gevoelde, dat ik mij tot het
uiterste zou moeten inspannen om den
dokter te verschalken.
De strikken, die hij mij spande, mogen
onbeduidend schijnen, maar het vereischte
al mijn koelbloedigheid, al mijne tegen
woordigheid van geest en de inspanning
van al mijne zenuwen om mijn geheim
voor zijn scherpen blik te bewaren.
Eensklaps stond hij op, liep naar mij toe,
klopte mij vriendelijk op den schouder en
zei
„Steek je tong eens uit."
Ik klemde mijne tanden op elkaar om
mijn tong terug te houden.
„Sta recht!" klonk het gebiedend.
Ik stond in gebogen houdinghet korte
bevel trof mij als een zweepslag, maar ik
verroerde geen spier.
De dokter scheen nu boos te worden.
Een halve minuut lang zag hij mij door
dringend aan en wendde zich toen tot de
anderen
„Hij vertelt, dat hij zijn pas is kwijtge
raakt, maar ik zou daar nog wel wat meer
van willen weten. "Welke dag was dat?"
Hij keerde zich om en zag mij vragénd
aan. Indien ik mij niet op alles had voor
bereid, ik ben er zeker van, dat mijn tong
mij toen eene poets zou hebben gespeeld.
Zijne herhaalde, mislukte pogingen deden
de anderen in lachen uitbarsten.
Ik schreef nu op mijn leitje
„Wat verlangt u? Mijnheer denkt toch
niet dat ik een vluchteling ben?"
„Ik denk dat je een bedrieger bent,"
schreef hij terug.
Daarop antwoordde ik: Het is al treurig
genoeg om te zijn zooals ik ben, zonder
dat men om mij behoeft te lachen, of kwaad
te denken."
De generaal knikte mij nu vriendelijk
toe en zei daarop tot den dokter:
„Ik ben niet van plan dien armen kerel
langer dan tot morgen te houden."
De wacht werd thans geroepen en men
bracht mij in arrest. Daar vond ik reeds
een anderen gevangene en ik begreep, dat
men ons met een bepaald oogmerk had
samen gebracht.
Nauwelijks was de deur dan ook gesloten
of de man kwam naar mij toe, greep mijne
hand en riep:
„Heeft men u ook gevat? Nu zullen
wij samen moeten sterven!
Ik trachtte hem te beduiden, dat ik
doofstom was, maar hij antwoordde:
„PraatjesMij behoeft gij zoo iets niet
wijs te maken. Ik ken u wel en ik zal
u zeggen wie ik ben. Ik ben een Hollan
der en werd een week geleden als spion
gevangen genomen. Vandaag heeft de
krijgsraad mij ter dood veroordeeld en
morgen moet ik opgehangen worden.
Volle twee uur was hij bezig om mij te
bewerken, maar ten laatste liet hij mij
met rust.
Aan slapen durfde ik dien nacht niet
denken, daar ik instinctmatig begreep, dat
de dokter zijn argwaan nog niet had laten
varen en mij nog wel een poets zou spelen.
En inderdaad tegen middernacht
vernam ik sluipende voetstappen en opeens
hoorde ik vlak naast mijne legerstede een
vervaarlijk geschreeuw aanheffen.
Het was de dokter met eenige soldaten.
Ik bleef onbewegelijk liggen.
Plotseling werd er een geweer bijna
boven mijn hoofd afgeschoten, waarop de
dokter verschrikt uitriep:
„Kerel, je hebt hem doodgeschoten!"
Maar ik wist wel beter en het behaagde
mij niet om „wakker te worden," voordat
zij aan mij begonnen te sjorren.
Den volgenden morgen verdween de
voorgewende spion. Men bracht mij eenig
ontbijt en ik ging met den rug naar de
deur zitten om het te gebruiken.
Duidelijk onderscheidde ik de volgende
woorden.
„Let nu goed op."
De deur werd zacht geopend en ik
hoorde een revolver klinken.
Het bloed stolde mij in de aderen, maar
ik ging door met eten.
Tegen den middag werd ik weer naar
de tent van den generaal gebracht. Hij
was alleen. Hij nam mijn leitje en schreef,
dat ik vrij was om heen te gaan en dat
hij mij een pas zou geven. Daarop over
handigde hij mij inderdaad een papier,
maar hernam even daarna
„Kijk eens, of ik den naam wel goed
heb geschreven."
Bedaard stak ik het papier in mijn zak
zonder het in t9 zien.
Doch dit was nog niet eens de laatste
proef.
De generaal bracht mij naar den uitgang
van de tent en wenkte den schildwacht
om mij door te laten. Maar bij het weggaan
riep hij mij nog na:
„Sla links af, dat is de naaste weg."
Ik ging rechts en vervolgde onge
stoord mijn tocht.
Drie dagen later was de stelling in onze
handen. (N. v. d. D.)
een kopje geurige, krachtige
THEE
en een kop zuiversmakende
KOFFIJ
koopt dat van
welk merk
overal
verkrijgbaar is
VOORTS EENE PARTIJ
Landbouw-Melkers- en
Zoldergereedschappen
en meer andere goederen.
als:
Markt. Instrumentmaker. Middelburg.
VAN
bestaande sinds meer dan een halve eeuw,
Langedelft B 148, Middelburg.
FERDINAND BOLSTRAAT 11,
AMSTERDAM.
VERKRIJGBAAR BIJ