NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 107.1902.
Donderdag 10 April
16e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA,
EN VAN
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cant, iedere regel
meer 10 cent.
V oor 2500veel liet lrolouiale
vraagstuk aunbelaugt, lioHjclt
de Antirevolutionaire partij,
dat de baatzuchtige neiging
van onze Htaatkuiide, om de
koloniën voor do kus van den
staat ot van den particulier
te exploiter reu, dient plaats te
■uakcn voor een stuatkuudo
van zedelijke verplichting en
diensvolgens in de lijn, lier"
Iiaaldelijk door antirevolutio
naire staatslieden, wier in
zicht op bestudeering der
quaestïe gegrond was, aange
geven, alle belemmering- voor
de vrije prediking- van het
Evangelie dient opgeheven
bij het lager onderwijst het
bijzonder initiatief van het
Enropoesoh bestanddeel aan
vankelijk dient gesteund; te
genover het Mahomedanisnie
het Christelijk karakter der
natie niet verloochend en zoo
de politieke als tsoeïale en oe-
cononiisolio verhouding in
overeenstemming gebracht
worde met den eïscli der
Chrisstelijk-hïstorïselie begin
selen-
Art. 18 van ons Antirevolutionair Program.
9 April 1902.
Aquarellen tentoonstelling
te Middelburg.
Van wege de Vereeniging «Uit het Volk
voor het Volk" werd van G8 April in
het Tentoonstellingsgebouw in het Schut
tershof een portefeuille van »Pulchri Studio"
ter bezichtiging gesteld.
Een zeldzaam genot voor de warme
kunstminnaars van Middelburg en omstre
ken. Dat deze helaas slechts oen kleinen
kring vormen blijkt uit het aantal bezoekers,
dat bij zulke gelegenheden dikwijls bedroe
vend klein is.
Veel schoons valt er ook thans weer te
genieten.
Onder de teekoningen, die het meest de
aandacht trekken behoort de kapitale aquarel
van Hijner in de tweede zaal, twee levens-
groote witte paardenkoppen, uitstekend
geteekend, breed opgevat en fraai blond
van kleur is dit een mooi forsch stuk
werk. Iu de nabijheid daarvan hangt »0p
weg naar huis" van Suze BisschopRo
bertson, de stemmende harmonie van mooie
donkere kleuren maakt meestal het werk
van deze schilderes voor velen, ook voor
mij, aantrekkelijk; voor den meer dan op-
pervlakkigen beschouwer, voor hem, die er
voor blijft staan tot bij erin raakt, valt er
veel uit te genieten de teekening echter,
zoo daarvan nog sprake kau wezen, is slor
dig en de klompen van de vrouw, die haar
geit aan een touwtje meetrekt zijn slechts
een paar brokken van den grond door een
paar omtrekhalen daarvan afgescheiden.
Wat in deze kunst zoo sympathiek is ont
breekt geheel in het leelijke verfghsmeer
dat No. 88, Stadstuin door Mej. Marius,
te zien geeft. Wie den vorm verwaarloost
en door onduidelijkheid meer doet gissen
dan zien kan nog boeien door kleurenpracht,
door harmonie, door stemming of door actie
maar waar noch van het eene, noch van
het andere sprake is, daar blijft er niets
te waardeeren over. Aan denzolfden wand
hangen nog «Anemonen" van Mevrouw v.
TbolRuijsch, rijk van kleur, goed gecom-
poseerd,tegen een fijnen stillen achtergrond;
en «Vruchten" wan Mevr. Mesdag van
Houten, krachtig van kleur, vooral mooi
het geel der meloenen, 't geheel harmonisch.
Ook verdient hier nog opmerking «Gera
niums" van Mevr. Roos VlasmanLinge-
man, gloeiend rood zijn do bloemen en
frisch groen de omgevende biaren het
bonte blaadje geeft een aardig lichtpunt,
maar leidt de aandacht wel wat af van de
bloemen.
No. 43 getiteld «Inkwartiering" aan don
tegonovergestelden wand, stelt voor mili
tairen in de sneeuw, zeer knap uitgevoerd,
door Hoijnck van Papendreeht.
Onze verdienstelijke Middelburgsche zee
schilder Willem Schutz zond een zeo in
bij stormweer, goed doorschijnend on be
weeglijk is het hoog opbruisende zilte
nat, iets wat te moer opvalt, als men van
daar zijn oogon slaat op het zeegezicht
van v. d. Laan, het water is daar droog
en de lucht brengt geon atmospheor er
boven. Twee goede tiguurstudios zijn «Be
slagen glazen" van Boudowijnse en «Courant
lezend Mannetje" van Schildt, vooral in
dit laatsto zijnde vorschillendo stoften goed
uitgedrukt, terwjl er een uitstekend licht
valt op schouder, gezicht en courant.
Een binnenhuisje in mooie toonvolle
kleuren is No. 40 van H. J. Melis.
Veel moois is er in het landschap van
Sebiedges No. 56, jammer dat de lucht
(de overdrijvende bui) niet beter is.
Schitterend rood en wit, is het tulpen
veldje met bloeiende appelboompjes op den
achtergrond, dooi' Koster, een knap stukje
werk.
Hermine van der Haas geeft nog geen
bloemen en vruchten te zien, zooals ze
groeien, vleezig en sappig, de hare doen
denken aan gemaakte produkten, ook de
compositie is te druk en de achtergrond
dringt zich te veel naar voren.
Kalkachtig wit zijn de oesters van mej.
Veergens No. 70, die in werkelijkheid toch
zoo mooi van kleur kunuen zijn, en hard
is het geheel.
In de eerste zaal hangt een aquarel van
Willy Martens No. 39, „aardappelen rooien",
mooie kunst, hoe gevoelvol en toeder is
alles behandeld, en hoe eenvoudig, fraai
van teekening en kleur is alles, maar niet
het minst het op de knietjes liggende
kinderfiguurtje met blond kopje.
Een lrische bos stokrozen, tintelend van
licht geeft ons te zien Sara Hense, teeder
en fijn zijn de dunne bloembladen, alleen
de omgeving moest een andere wezen het
venster links boven de bloemen hindert en
ook de achtergrond van tegels doet niet
goedhier komt het weer uit hoe moeielijk
het is, zelfs voor begaafde artisten, een
goede fond aan te brengendeze wordt
er niet om zich zfelf geschilderd maar ter
wille van het onderwerp dat daartegen uit
komt, ze mag dit dus niet schaden,* maar
moet er goed aan doen.
Een aandoenlijk tafereeltje aanschouwen
we in het armoédige binnenhuisje, door
Oldewelt, een kranke uitgestrekt op zijn
legerstee en daarvoor op een stoel een
vrouwtje voorlezend uit den ouden bijbel
uitstekend is de geheele stemming en de
uitdrukking op beider gelaat, fijn zijn de
tinten van dit interieur. Hier naast hangt
een avondgezicht van Gorter, heerlijk
dringt het zwakke maanlicht door de zwaar
bewolkte lucht op den achtergrond. Een
klein maar pittig en kranig gedaan stukje
is het „Stadsgezicht te Rotterdam" door
Waning, flink straalt het licht uit de lucht
boven de huizen. No. 34 is een stadsge
zicht van Klinkenberg, ook hier weer toont
deze schilder zich meester van het zonne
licht, huizen en lucht doen denken aan een
brandend heeten zomerdag, de lichte
wolkjes geven hoop op verademing.
Voor de aquarel van Mesdag, „Terug
van de Vangst," staande, dacht ik zoo, den
prjs van f900 lezende, men betaalt toch
niet zelden meer voor den naam dan voor
de kunstwaarde. Voor matigen prjs is
van nog jonge of weinig bekende artisten
meermalen werk te koopen, dat vrj wat
meer kunstgenot verschaffen kan, dan menig
werk van beroemde hand; niet alles, wat
daarvan komt staat even hoog.
Franken geeft in No. 13 „Boschingang"
een goed behandelde- bosckpartj. No. 36
Strooiselhalen van Lapidotk trekt aan door
fijne kleurmengeling, maar niet mooi van
contour is de vrouwenfiguur met zak op
den schouder. Warm-zonnig is de „Weg
bj Eik en Duinen" door Willem Maris Jbz.
Breed en flink gedaan, doch in een
eenigszins gewild blauw-grjzen toon zijn
de Urker visschers van le Comte. „Op
de planken" van Anna Kerling geoft kleur
effect maar is overigens onbestemd eu
slordig, goheel misteekend is de linkerarm
en of de vrouw al dan niet een rechter
arm heeft is niet te zien. Niet onaardig
en in luchtigon aquarellon-trant zjn de
Irissen van Mevr. Ilogendorp-Jacob, toch
zag ik van haar wel beter werk. .Vvj
ik eindig dit korte verslag met een op
wekking tot allen om toch op to gaan
tot de kunstbeschouwingen, die gegeven
worden. Onbekend doet onbemind zjn.
Niemand zeggeik heb er toch geen ver
stand van. Ge bekooft geen botanicus te
wezen om in verrukking te geraken over
natuurschoon, geen musicus om meege
sleept te worden door melodie en harmo
nie der tonenwereld, en zoo ook hebt ge
geen verstand noodig van teokon- en
schilderkunst om van baar voortbrengse
len te kunnen gemeten. Om kunstwerken
te kunnen waardeeren en beoordeelen
daarvoor is noodig kennis, maar om ze te
genieten daarvoor behoeft ge slechts gevoel
voor het schoone. Het zou er heusch treu
rig uitzien, indien de kunst slechts spre
ken kon tot de kenners. Daarom ga er
heen, allen die in de gelegenheid zijt, als
or weer schilder- of teekenwerk te zien
is. Voor een kleinigheid kunt ge veel en
edel genot smaken. En hoe meer ge er
heen gaat, hoe meer ge er u toe aange
trokken zult voelen. En dat zij die daar
toe de middelen bezitten zich een bljvend
genot in hunne woning verschaffen door
zoo nu on dan een werk dat hen boeit
aan te koopenmen ziet nog zooveel
leeljke prullen aan de wanden ook in de
huizen der rjken.
B. H. STOMPS.
Middelburg, 7 April 1902.
Zondagsscholen.
In een der Zuider Kerkboden van dit
jaar geeft dr. Wagenaar op 't punt Zon
dagsscholen het volgende als zijn meening
ten beste.
Als vader en moeder met ernst en stich
ting des Zondagsnadeiniddags om 2 of 5
uur, naar 't met de kerk uitkomt, de hui
selijke godsdienstoefening met hunne kinderen
houden, waarbij ze zamen zingenvader
voorgaat in 't gebed, de catechismusdie ge
preekt is of staat te wórden, wordt opge
zegd en besproken en de morgenpreek
herkauwd en uitgelegd wordt, dan staat
dat natuurlijk boven de Zondagsschool. Doch
ik weet niet, of dit wel in één huisgezin
geschiedtEu als dit niet geschiedt, dan
acht ik de Zondagsschool gewenscht, ook
voor de Gereformeerde kinderen, die de
huiselijke godsdienstoefening ontberen
moeten, omdat hun vader en moeder hier
voor te laks of te onbekwaam of te onvrij
moedig zijn, of 't met andere dingen te
druk hebben, om hunne kinderen naar de
goede zede „onzer gereformeerde vaderen
de groote weldaad der huiselijke godsdienst
oefening te bewijzen.
Van dat doode hoog-gereformeerde, dat
snorktIk ben tegen die methodistische
Zondagsschool, maar zelf geen mond tegen
de kinderen open doet om ze op hun ver
loren toestand te wijzen en hun Jezus aan
te prijzen, heb ik een hartgrondigen
afkeer. En de liefdearbeid onzer broeders
en zusters, die hun vrije Zondaguurtjes
geven, om kinderen, die thuis op Zondag
geen ernstige bemoeienis met hun ziel
genieten, te verzamelen om te arbeiden
aan hun eeuwig welzijn, die opofferende
liefdearbeid wordt door mij hoog gewaar
deerd.
"Echt socialistisch.
Het is algemeen bekend, dat het moeilijk
is, het den socialisten naar den zin te maken.
Dit blijkt weer duidelijk uit het volgende
Onlangs werd de minster van Spoorwegen,
de heer Liebaert, door een Belgisch soci
alistisch blad heftig aangevallen, omdat hij
het loon der spoorweg-werklieden niet
onmiddellijk verhoogde.
Thans bespreekt datzelfde blad een circu
laire van den minister van Spoorwegen,
waarin deze zegt, dat een crediet van
100.000 franks op de begrooting is gebracht
tot verhooging van bedoelde loonen.
En nu zal meu meenen, dat het blad in
kwestie eindelijk tevreden is. Volstrekt
niet, de minister krijgt er nu nog veel erger
van langs, omdat hij propaganda voor de
verkiezingen maakt met 's lands centen
Dit herinnert ons aan den ommezwaai
der Belgische socialisten in zake het vrou
wenkiesrecht. ."i'l/i r-J
Eerst eischten zij onstuimig jaren lang
dat kiesrecht, doch niet zoodra hebben de
clericalen er zich ook voor verklaard of de
socialisten zijn er tegen wijl zij zeggen
ze vreezen dat de clericalen er voor
zijn omdat zij er voor hun partij voordeel
in zien.
Het doet ook denken aan den socialis-
tischen afgevaardigde Furnémont die uit
gejouwd werd door een werkman om zijn
mooie pelsjas; doch niet zoodra had zijn
makker hem toegefluisterd: zwijg 't is Fur
némont, of de man greep naar zijn petje.
De socialisten zijn nooit tevree. Zij
willen, zij moeten agiteeren.
Hugenholtz, ter eere nog al een oud-
dominé, had in de Kamer een officier be
schuldigd een matroos in 't gezicht te hebben
geslagen wijl hij zijn muts niet afzetten
wilde bij gelegenheid eener toast op Konin-
gins verjaardag.
Schaper, de man der plompe aanvallen,
zooals mevrouw Holst een partijgenoot van
hem, klaagt, riep, dit hoorende, uit: dat is
een ploert.
En wat blijkt nu? Dat er van 't neele
verbaal niets waar is.
Maakt Hugenholtz nu zijn excuses?
Integendeel, hij schrijft een lang stuk iu
Eet Volk, om aan te kondigen dat hij toch
zijn zegsman gelooft en dat al de anderen
liegen.
Het is met deze lieeren moeilij k redeneeren.
Eu hunne tactiek is doorzichtig verach
telijk.
In het testament van Rhodes komen o.a.
nog de volgende wilsbeschikkingen voor
„Ik ben Engelsch onderdaan door geboor
te en verklaar dat ik Rhodesiü als domicilie
aangenomen en verworven heb, en het als
zoodanig wenscb te behouden.
„Ik bewonder de grootschheid en een
zaamheid die de Matoppo-bergen kenmerken,
in dat land. Ook verlang ik op die plaats
begraven te worden op den berg dien ik
placht te bezoeken en dien ik gedoopt had
«View of the world*. Mijn graf moet ge
graven worden in de rots boven op den
heuvel.
„Het graf moet gesloten worden met
een eenvoudige koperen plaat, met het
volgende opschrift«Here lie the remains
of Cecil John Rhodes*.
„Ik noodig mijn executeurs-testementair
uit, van mijn fortuin het geld te nemen
dat noodig is voor de vervulling van mijn
wenseh ik noodig hen verder uit op ge
zegden berg het monument op te richten
voor de nagedachtenis van hen die geval
len zijn in den eersten oorlog met de Ma-
tabielen, te Sjangam, in RhodesiGen ik
wenseh dat de bedoelde berg gebruikt blij ve
als begraafplaats.
„Echter mag daar niemand ter aarde
besteld worden zonder dat de regeering
van Rhodesië verklaard heeft, met een
meerderheid van tweederden, dat de over
ledene zich verdienstelijk heeft gemaakt
jegens zijn of haar vaderland, totdat de
verschillende staten van Zuid-Afrika of
enkele ervan een statenbond hebben gevormd;
op dat oogenblik moet de teraardebestelling
slechts toegetaan worden als de federale
regeering, eveneens met een meerderheid
van tweederden, zal verklaard hebben dat
de overledene zich verdienstelijk heeft ge
maakt voor zijn of haar vaderland."
Op den dag van Rhodes' begrafenis
komt het bericht van Kitchener dat Krit-,
zinger is vrijgesprokon en als gewoon ge
vangene zal worden behandeld.
Hij gaat dus straks, evenals Viljoen en
Cronje Daar St. Helena of een der kam
pen in Engelsch Indië.
Hoe te denken over de rechtsopvattin
gen van den Engelschen krijgsraad
Kritzinger werd van dezelfde gruwelen
beticht waarvoor Scheepers zijn leven
geven moest; en hem spreekt men vrjj.
Trouwens recht kent men aan dien kant
toch niet, hot is er sinds lang niet meer,
vertreden als 't ligt op de slagvelden van
Zuid-Afrika en in de kampen.
Eet Engelsche volk en do Engelsche
pers zijn over de uitspraak- in de wolkon.
Men acht ze zeker oen afdoening der
schuld tegenover De la Rey voor Mothuen.
Wij beschouwen het echter als niets meer
dan een daad yan rechtvaardigheid waar
toe ieder menseh en iedere krijgsraad be
hoort te komen.
De moord op Lotter en Scheepers wordt
er niet door uitgewischt.
Cecil Rhodes heeft een kapitaal van
f 10,000,000 gelegateerd met de bestem
ming om 104 Amerikaansche jongelingen
ieder jaar een som van f3700 te verschaf
fen om hen in de gelegenheid te stellen
aan de universiteit van Oxford te studee-
ren. De Amerikanen zjjn evenwel niet
bijzonder met deze betoonde mildheid in
genomen.
Erflater schijnt te hebben willen zeg
gen dat de Amerikaansche hoogescholen
minder deugdelijk zijn dan do Engelschen,
en dat de Amerikanen die dit erkennen,
daarvoor geldelijk dienen beloond te worden.
Kommandant Erasmus is bij Boshof ge
sneuveld.
Onder de zich overgegeven hebbende
Boeren is ook zekere Kruger uit Rusten
burg, doch geen naaste familie van den
Staatspresident.
De verrader Piet de Wet, broeder van
onzen de Wet en ex-commandant-generaal
van den Vrijstaat (een titel die nooit be
staan heeft), richtte met verlof van Kit
chener een burgerskorps op om te dienen
in den Vrijstaat. De leden van dat korps
krijgen bizondere ondersteuning om na
den oorlog op hunne hoeve terug te keeren.
De Engelschen blijven in elk geval een
laag volk.
Dit hebben zij weer getoond bij hun
aanslag op Boesmanskop.
Het was hun bekend dat de commandant
Alberts een bijeenkomst zou houden te Steels
om over den toestand der Boeren te be
raadslagen. Daar zouden zij eens van pro-
fiteeren. Zondag werd besloten zoo
meldt een Engelschman zelf aan zijn blad
te trachten het Boerenlager te verrassen
en hun een goeden slag toe te brengen.
Ook werd besloten om dezelfde reden
Do la Rey aan te vallen, doch die schijnt
op zijn hoede geweest te zijnhij kent
zijn vijand Het is hun tenminste te Bosch-
bult al even slecht bekomen als Lawley
te Boesmanskop.
Echt Engelsch, niet waar, gebruik te
maken van do vredesbeweging die er door
het toestaan van het vrijgeleide aan de
Transvaalsche regeering uitgelokt was.
Niets vergeten en niets geleerd.
Vijf kwarteeuwen geleden voerde Enge
land oorlog met de Amerikanen gelijk nu
met de Boeren.
De geschiedenis repeteert zich tot in de
kleinste bijzonderheden.
Toen als nu barbaarsche proclamaties,
compromitteerende bondgenootschappen,
imperialistische staatslieden, een enkele
waarschuwende vinger in het Parlement.
Men leze slechts hoe in dien tijd (1777)
William Pitt, Engeland's grootste staats
man sedert Olivier Cromwell, naar aan
leiding van een dergelijke proclamatie als
Kitchener in Augustus heeft uitgevaardigd,
in het Hoogerhuis zich liet hooren.