NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 102.1902. Zaterdag 29 Maart 16e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISGH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN Ui 9it Miner Moort eei Bijroepel. Een Paaseboverdenking. RHODES. Engeland en Transvaal. Gemengde Berichten. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uukas 94 j 34. De Heer is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien. De Heer is waarlijk opgestaan, Bjj 't rijzen van den morgen Geen voorzorg van den Joodschen Raad, Geen wacht of steen of zegel baat, Houdt Hem in 't graf geborgen. De Heer is waarlijk opgestaan, Naar 's Vaders welbehagen, Hij nam Zijn offerande aan, Was met het werk Zijns Zoons voldaan, En heeft den Borg ontslagen. De Heer is waarlijk opgestaan Er daalden Englenboden, Op 's Vaders wenken naar benèen, En namen weg den zwaren steen, Voor d' uitgang van den Dooden. De Heer is waarlijk opgestaan Men voelt de aarde beven, De wachters die Gods Almacht zien, Ziet men verschrikt den hof ontvliön, Vol vreeze voor hun leven. De Heer is waarlijk opgestaan, En aan Zijn Volk verschenen En slaat het eerst ontfermend ga De zondares van Magdala, Die troostloos stond te weenen. De Heer is waarlijk opgestaan, Laat zeggen tot de vrouwen Zegt mijn discip'len dat ik leef, Naar Galilea mij begeef, Waar zij mij straks aanschouwen. De Heer is waarlijk opgestaan, Ging zijn verloornen zoeken, Die zelfs een Simon niet vergat, Die schandelijk Hem verloochend had, Met eeden en met vloeken. De Heer is waarlijk opgestaan, Liet 't al de Zijnon weten, Maakt zich bekend en openbaar, En heeft met Zijn discipelschaar, Gesproken en gegeten. De Heer is waarlijk opgestaan, En heeft den dood verslonden, En zelfs de „Tweeling-twijfelaar", Houdt zijn verrijzenis voor waar, Ziet Hem met 't vijftal wonden. De Hoer is waarlijk opgestaan, Wie dit ontkent spreekt logen Wie kan die waarheid wöerstand biOn De Heer is levende gezien, Gezien door duizend oogen. De Heer is waarlijk opgestaan De leugen snood verzonnen Dat men Zijn lijk gestolen heeft, Bevestigt krachtig dat Hij loeft, Den dood heeft overwonnen. De Heer is waarlijk opgestaan, En voer na veertig dagen, Van dat Hij uit de groeve toog, Van den Olijfberg naar omhoog, Daar Zijne vrienden 't zagen. De Hoer is waarlijk opgestaan, En leeft en heerscht daar boven Wierp Saulus door Zijn kracht ter aard, Heeft zich aan hem geopenbaard, En leerde hem gelooven. De Heer is waarlijk opgestaan, Is krachtiglijk bewezen, Door de Opstanding uit den dood, Te zijn Gods Zoon en Troongenoot Dien al wat leeft moet vreezen. De Heer is waarlijk opgestaan, Troont boven lucht en wolken En zwaait alom Zijn Heerscherstaf, En snijdt den geest der Vorsten af, Belacht 't gewoel der volken. De Heer is opgestaan, en leeft, Zoekt armen en verloornen En redt van hel, en schuld en straf Hen die de Vader aan Hem gaf, Verlost de uitverkoornen. Eens zal de opgestane Heer Het gansche menschdom toonen, Dat Hij die dood geweest is, leeft, En ieders lot in handen heeft, Elk naar Zijn werk zal loonen Als Rechter van het gansch Heelal, Zich voor elks oog vertoonen zal. A. WABEKE. Wemeldinge, 26 Maart 1902. In korte samenvatting vertellen wij den lezer den levensloop van dezen man. Zoon van een predikant te Birhop Stordford in het Engelsche graafschap Hertfordshire. Geboren 1853. Wegens teringachtigheid naar Zuid-Afrika gegaan. Reeds een volgend jaar in Engeland terug; student te Oxford. Gaf spoedig de studie op wegens herhaling der kwaal tengevolge van een bij het roeien gevatte koude. Weer naar Zuid-Afrika, waar zijn broeder Her- bert was. Deze liet in Natal de katoen industrie varen en beproefde zijn geluk in Gnqualand op de plaats waar nu Kimber- ley staat. Cecil volgde hem. Zij vonden diamanten, eerst in de Vaal, daarna in de „dry diggings" waar nu de De Beers- Maatschappij arbeidt. Herbert gaf het spoedig weer op, trok noordwaarts om goud te zoeken, en stiert. Cecil bleef, zocht en kocht diamanten, ondernam ve lerlei, sloeg er geld uit en werd schatrijk. Onder anderen door mijnen leeg te pom pen, door 't plaatsen van ijsmachines voor dorstige mijnwerkers. Kennismaking met Rudd die hem voorthielp. Niet geld maar groote plannen was hem 't hoogste. Geld was niet doel, maar middel tot het doel: heel Zuid-Afrika Engelsch maken Daartoe moesten de kleine maatschap pijen tot een groote maatschappjj ter ont ginning der Kimberley-mijnen vereenigd worden. De De Beers-Maatschappjj. Hij bedong voor zichzelf de macht, de win sten dier maatschappij te bezigen voor uitbreiding van grondgebied naar het noorden. Hij kocht allengs alle andere maatschappijen op; zoo kwamen alle mij nen in de macht van de De Beers. Een monopolie dat hem in staat stelde de pro ductie van diamanten naar gelang der vraag te beperken, zoo regelde hij de we reldmarkt. Rudd en Beit waren hierbij zijn machtige handlangers. Ook met goud deed hij zijn voordeel. Toen in 1886 de Randmjjnen waren ont dekt, stichtte hij met Rudd de „Goud velden van Zuid-Afrika", een maatschappij die 125 procent dividenden afwierp, ge durende de eerste jaren. Zoo won hij aan invloed; de geld aris tocratie stelde in hem een onbeperkt ver trouwen. Te midden der beslommeringen studeerde hij door, koerde in 1876 naar Oxford terug, was daar 's winters en was 's zomers in Zuid-Afrika met den mijnbouw bezig. In 1881 promoveerde hij. Hij dong ook naar politieke macht. In 1882 nam hij zitting in 't parlement der Kaapkolonie voor Barkley West, met het doel, zeido hij, om baas te worden in bet nog onbeheerde deel van Zuid-Arika. In 1883 kocht hij van de inboorlingen half Bechuanaland, doch moederland noch kolonie wilden zijn geschenk overnemen. Hij kon er zoo dus niet komen, zeide hij, en wierp zich toen met alle macht op het particulier initiatief. Hij stichtte de Char tered Company. Van toen af begon hij zich te meten met zijn grooten tegenstander Paul Kruger. De Transvalers wenschten huu onafhanke lijkheid niet prijs te geven en trachtten hun gebied naar het oosten uit te breiden om de zee te kunnen hereiken. Zoo ook naar het noorden en naar het westen. En dat wilde Rhodes ook. In het westen kwam het tot een treffen. De Boeren wilden de andere helft van Be- chuanenland bezetten, doch Rhodes, door de Engelsche regeering gesteund, belette dat. Zoo viel heel Bechuanaland, do sleutel tot het noordon, in Rhodes' en Engelands hand, waardoor de hoop van President Kruger de bodem werd ingeslagen. Dat was de stichting der Chartered Company, 1889, die macht vel kreeg over al 't land ten noordon van Transvaal en ton westen van Portugals bozittingon. Vordrag met Lobengula. Door het aanvaarden van het beschermheerschap over Tongaland door Engeland, verijdelde Rhodes ook Transvaals uitbreiding naar do zeo, do St. Luciabaai. Zoo zette Rhodes den Presidont overal den voet dwars. Inmiddels trachtte hij vooral de Hollanders in Zuid-Afrika aan zich te verbinden. In 1890, toen hij als eerste minister in Kaapkolonie optrad, sloot hij zelfs een verbond met den Afrikaander Bond en deszelfs leider Ilofmeyer. In 1888 sloot de Britsche regeering op zijn aanstoken het Moffat-tractaat met Lo bengula, koning der Matabelen, waarbij deze laatste zich verbond wanneer hij zijn land wilde overdoen, 't aan Engeland te zullen geven. Hierdoor werd Kruger de pas naar het Noorden afgesneden. In dat zelfde jaar verkregen Rhodes en zijn hand langers de bekende Matabele-concessie, waarbij de negervorst hun de mijnrechten in zijn rijk afstond Britsch Zuid-Afrika Compagnie. In 1889 Chartered Compagnie. De De Beers Maatschappij nam voor 200 duizend pond (f2,400,000) aandeelen. Rhodes' ideaal was een strook door Zuid- Afrika van Kaapstad naar Kaïro Britsch te maken en door spoor en telegraaf te verbinden. De Chartered legde beslag op Machona- land, Jameson c. s. roofden dit van Loben gula, dien zjj doodden, terwijl zij zijn hoofdstad Buluwayo verbrandden en hon derden kaffers doodschoten. Zoo werd Rhodesia gestichtJameson werd er eerste administrateur van. Rhodes begon dadelijk dat land te ex- ploiteeren. Spoorweg Mafeking—Buluwayo; en Beira naar Salisbury. Ook met de telegraaflijn, verbinding Noord met Zuid, werd begonnen. Toeb workt de Chartered Co. door met verlies de Kaffers weigeren voor het meerendeel in de mijnen te werken. Van 1891 tot 1896 Rhodes eerste minis ter van Kaapkolonie. Op het toppunt van zijn macht. Aan zijn ideaaléén Zuid- Afrika stonden alleen Transvaal en Vrij staat in don weg. In 1894 zijn redevoering te Kaapstad tot het stichten eener spoor wegen-unie. Vele Boeren, door hem bang gemaakt voor Duitschland dat in Transvaal veel invloed had en zich in West-Afrika nestelde, steunden zijn voorstel. De uit- landers in JohannesburgDe door hem bezoldigde Zuid-Afrikaansche persLeu genachtige berichten naar Engeland. Zoo bereidde hij den Jameson-raid voor die 1896 mislukte en de oogen der Kape naars en Hofmeyer deed opengaan. Rhodes moest aftreden, als ^dictator" en als hoofd der Chartered Oie. Dien val kwam hij niet te boven. In 1896 dempte hij een opstand der Matabelen, bij welke gelegenheid hij, van slechts enkele getrouwen vergezeld, een indaba of vergadering der opstandelingen bijwoonde en hen bewoog de wapens neer te leggen. Die gebeurtenis heeft hij zich blijkbaar op zijn sterfbed nog herinnerd, dewijl hij den wensch uitsprak daar ter plaatse, in de Matopoheuvelen te worden begraven. In staat van beschuldiging gesteld, werd zijn zaak door een commissie in Engeland, onder zijn pressie hoogst waarschijnlijk, onderzocht, en hij van allen blaam gezui verd. Hij behield zijn invloed in de staat kunde en zijn haat tegen de republieken. Zijn »Zuid-Afrikaansche Ligue" heeft veel kwaads gesticht. In 1899 raakte hij te Kimberley door de Boeren ingesloten. Hij weerstond het beleg doch maakte zich bij de Tommey's gehaat door zijn verwaand optreden. Rhodes was een groote zwaargebouwde man met een brutaal gezicht, en noncha lant van voorkomen. Hij kon ook minzaam zijn en met cynische oprechtheid kwam hij steeds uit. Hij spaarde ook zijne vrienden en met name de legeraanvoerders niet. Zijn dood schijnt geen verlies te zijn. Wegens plaatsgebrek geven wij slechts de navolgende telegrammen uit de groote pers weer: Kroonstad, 25 Maart. De Boerenafge- vaardigden kwameu hier den 23sten per extra-trein aan. Gisterenmorgen werd een hunner te paard en onder een witte vlag geblinddoekt door de Engelsche linies geleid om Steijn te gaan opzoeken. Hij werd met het escorte gisterenavond in het dorp terugverwacht. De overige afgevaardigden, die sedert hun aankomst verblijf hadden gehouden in den trein, waarmede zij gekomen waren, zullen heden hun intrek nemen in een particuliere woning, die voor hen in het dorp is gehuurd en waar zij vermoedelijk verscheidene dagen zullen blijven. Zij mogen brieven aan hun fami lies schrijven. Londen, Kitchener seint dat het totale aantal gevangenen, bij de laatste beweging gemaakt, 179 bedraagt. Dat is dus het magere resultaat van de drjjfjacht op De la Rey. Uit Middelburg in de Kaapkolonie komt het volgende Reuter-bericht: De commando's in de middelste districten worden dicht achtervolgd door de kolonels Baillie en Price, die den vijand nacht en dag geen rust laten. Men zegt dat de commandanten Fouché en Malan hun strijd krachten vereenigd hebben en zich nu verschuilen in de bergen bij Aberdeen. Wegens den dikken mist en de gezwollen rivieren is het moeilijk snel vooruit te komen. In de knoei. Aan het geestdriftvolle aanbod van Cana da, om nog 2000 man ter versterking van het Britsche leger naar Zuid-Afrika te zenden, blijkt de volgende niet onduidelijke wenk van Chamberlain voorafgegaan te zijn (telegram aan Lord Minto, van 18 Maart) „De vaderlandslievende daad van Nieuw- Zeeland, dat een tiende contingent van 1000 man aanbood, heeft de middelen der regeermg om den oorlog tot een spoedig einde te brengen, versterkt De regeering wil niet aandringen op verdere aanbiedingen, maar mocht uwe regeering het vooi beeld van Nieuw-Zeeland wenschen te volgen, dan zouden wij met genoegen een versterking van 2000 man, op de vroegere voorwaarden, aanvaarden." De Kaapstadsche correspondent van de Daily Mail seinde gisteren: Na een korte ziekte, die somtijds zeer pijnlijk was, maar met groote geestkracht werd gedragen, is Cecil, Rhodes op Muizen berg overleden, vanavond om zes uur. Hij is 49 jaar oud geworden. Nog geen drie weken geleden was Rho des op de been en deed hij zijn zaken af als gewoonlijk. Men kon hem 's morgens in zijn automobiel naar Groote Schuur zien rijden, waar hij werkte, om 's avonds naar Muizenberg terug te keeren. Muizenberg, waar hij overleed, is een klein chalet, wel zeer ongeschikt om een zwaar zieke te herbergen Van Zondag af stelde Rhodes nergens meer belang inhij sprak niet meer over de dingen waarvaD hij tot dusver vervuld geweest was. Het grootste gedeolte van den tijd lag hij in een staat van halve verdooving, terwijl de steeds hooger klimmende water zucht het naderend einde voorspelde. De eerste ernstige crisis kwam Dinsdag. De patient kon die wel doorstaan, maar was tegen middernacht uiterst zwak geworden. Bjj het aanbreken van den dag sluimerde hij in, in den loop van den dag namen de krachten echter zichtbaar af. Een ernstige crisis deed zich voor om twaalf uur 's mid dags, eu toen begreep men dat het niet lang meer kon duren. Toen de toestand hoogst ernstig geworden was, had Rhodes' broeder Elmhurst zich gevoegd bij de kleine groep vrienden die het sterfbed omringden: dr. Jameson, Sir Charles Metcalfe, Smartt, minister van openbare werken, Walton, lid van het Kaapsche parlement voor Port Elizabeth, Stevens, secretaris van de Chartered, en Grimmer, Rhodes' particuliere secretaris. De dood kwam zonder schokken. Rhodes bleef bijna tot het laatste oogenblik bij zijn bewustzijn, en even voor zijn dood mom pelde hij nog iets onverstaanbaars. De Engelsche pers is over het alge meen vol lof over den doodedoch een blad Daily News stemt niet in en wijst op zooveel onschuldig bloed door dezen boozen man vergoten. Zij past Talleyrands woord bij het vernemen van Napoleons dood uitgesprokenCe n' est pas un événement, c'est une nouvelle (dat is geen gebeurtenis, het is een nieuwtje) op hem toe. Goes. Wij namen heden een kijkje in 't nieuwe photografisch atelier van den heer I3. W. Quist op de Markt. Naar de nieuwste eischen ingericht, maakt 't geheel een aangenamen indruk. Eerst bezichtigden wij de zeer elegant gemeubelde wachtsalori, en werden toen door middel van een lift ook iels nieuws in ons stedekenaar 't atelier gevoerd (men kan ook de trap op gaan). Het atelier is zeer gunstig gelegen voor opnemingen. Wij zagen verschillend werk van den heer Quist, waaruit wij besloten dat deze jeugdige photograaf zijne taak met energie opvat en met talent werkt. Hij genoot zijne voornaamste opleiding aan eene inrichting te Leipzig. De heer Quist gaat ook hierin met zijn tijd mee dat hij zijn atelier op Zondag onvoorwaardelijk gesloten houdt. Goes. Bij den Woensdagavond in de Prins van Oranje alhier door de Kaderver- eeniging „Oefening kweekt Kennis", der dd. Schutterij te Goes, gehouden jaarlijkschen schietwedstrijd werden o. a. behaald in 10 schotende le prijs door oud-sergeant Dekker met 111 punten, de 2e prijs door korp. Ruitenbeek met 105 punten, na kampen met oud-sergeant De Hoogh die den 3en prijs behaalde, eveneens met 105 punten, de 4e prijs door serg.-majoor Rosier met 103 punten, na kampen met korp. Cappon, die den 5en prijs behaalde, eveneens met 103 punten. De prijzen respectievelijk geschonken door den Kapitein-commandant J. Pilaar, den len luitenant T. Eaberij de Jonge, den 2en luitenant J. K. Verhoek en de heeren Dekker en De Hoogh werden in 5 schoten behaald als volgtle prijs door serg.-majoor Rosier, met 55 punten2e prijs door korp. Ruitenbeek, met 54 punten 3e prijs door fourier Bliek, met 53 punten 4e prijs door oud-sergeant Dekker, met 51 punten en de 5e prijs door sergeant Knie riem, met 50 punten. Aan den wedstrijd werd deelgenomen door 13 leden. Kloetinge. Tot kantenier aan den straatweg GoeB-Kapelle is benoemd C. de Schipper, te 's-Heer Hendrikskinderen. Wemeldinge. Gisteren avond is al hier eene vereeniging opgeoicht tot bevor dering van christelijk onderwijs. Er zijn dadelijk toegetreden 18 leden. Een voor- loopige commissie is benoemd tot samen stelling van statuten en reglement en tot onderzoek in hoeverre het mogelijk is om ook in onze gemeente een school voor christelijk onderwijs te kunnen verkrijgen. {Dit bericht verblijdt ons neer. Red.). Ovezand. De door Burgemeester en Wethouders opgemaakte voordracht voor onderwijzer aan de openbare lagere school luidt als volgt: 1. J. van Loo te Drie wegen, 2. E. J. Franeoys te Kruiningen, 3. G. W. Kievit te 's-Gravenpolder, 4. B. J. de Mep te Oostburg, 5. T. A. Overt- veld te Schoondijke, 6. J. H. Schreine- machers te 's-Heerenhoek. (No. 1 is bereids benoemd te 's-Heer- Arendskerkeen no. 2 te Hansweert. Red.).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1