NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 92. 1902.
Donderdag 13 Maart.
16e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- cn VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
J&N VAN
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De antirevolutionaire partij
wil <l:it de sstaat (voor zoover
ontssteutouïsi van veerkracht
t>ij de burgerij liïer'coe niet
noodzaakt) liet beginsel late
varen, alsof do overheid ge
roepen zou zijn om van harent-
wego onderwijs te doen {geven,
voorhomo dat do overheidss-
seholcn, voor zoover noodijg,
tot propaganda van godsdien
stige ot" tegen den godsdienst
gekeerde bojg-rippen misbruilit
wordenen alzoo ook in zake
ouderwijs aan alle burgers,
onverschillig^ welke hunne
godsdienstige of" paeda;go«gi-
sche zienswijze zij, {gelïjhe
rechten guune.
Art. 12 van ons Antirevolutionair Program.
12 Maart 1902.
ENSCHEDÉ.
Belangrijk is de volgende mededeeling
omtrent deze fabrieksplaats door Eet Volk
In Enschedé bestonden einde 1900 7
groote katoenspinnerijen, to weten:
Van Heek en Co. met 57.718, G. J. v.
Heek en Zonen mot 30.000, Blijdenstein
on Co. met 29.272, Barnshoeve met 23.400,
Gebrs. v. Heek met 21.300, Ensch. Ka
toenspinnerij met 20.000 en B. W. en H.
ter Kuile met 17.000 spillen.
Er waren 15 katoenwevergen, waarvan
de voornaamste waren:
Van Heek en Co. met 1830 weefgetou
wen, Nico ter Kuile en Zonen met, 80Ó
G. Jannink en Zn. met 750, J. F. Schol
ten en Zonen met 675, G. J. v. Heek en
Zonen met 608 en Blijdenstein en Co.
met 540.
De andere 9 hebben ieder minder dan
500 weefgetouwen.
Uit de namen der firma's is wel op te
maken dat vele van die weverijen en spin
nergen samen één zaak uitmaken.
Naast deze fabrieken die de groot-indu
strie vormen, zijn er in Enschedé niet
minder dan 74 kleinere fabrieken of werk
plaatsen waar stoomwerktuigen worden
gebruikt. De bevolking van Enschedé be
droeg op 1 Jan. 1901 25709 zielen. Op
1 Jan. 1880 had deze plaats 5449 inwo
ners en de bevolking io dus in 20 jaren
tijds bijna vervijfdubbeld.
Van deze bevolking waren in 't geheol
6641 personen werkzaam in de katoen
industrie
In het jaar 1900 werd in de verschil
lende katoenfabrieken aan loon uitbetaald
ruim f50.106 per woek. Dat is oen ge
middeld loon van f7.50 per week en per
arbeider(ster).
Het is misschien niet geheel overbodig
een en ander mede te deelen over het fa
brikaat. Wij weten allen wel wat katoen
is, maar bij velen onzer is de bekendheid
er mede toch niet groot.
De grondstof waarvan mon katoengaron
spint bestaat uit het zaadhaar van oen
soort nootvormige vrucht. Men zaait het
katoenzaad als bv. vlas. Na vijf maanden
zijn bet flinke struiken, met vruchten be
dekt, die als zjj rijp zijn openspringen.
Om het zaad zitten lange, witte, sterke
haren. Een H. A. grond levert 60—300
kilo's gereinigde katoen of boomwol. Zij
groeit in alle nogal vochtige streken met
middelmatig klimaat. Noord-Amerika levert
de meeste en in doorsnoe de beste. Verder
Zuid-Rusland en bet overige Zuid-Europa.
Ook Australië en Afrika leveren er.
Van deze grondstof nu wordt garen
gesponnen, en van dat garen wordt katoe
nen goed geweven. Uit de opsomming
der spinnerijen blijkt dat reeds vrij veel
katoen in gewonen toestand naar Twente
wordt gebracht en daar eerst tot garen
gesponnen en dan tot goed geweven wordt,
maar een groot deel der garens wordt ge
sponnen uit Engeland ingevoerd. Er zijn
nog veel garens die uitsluitend in Enge
land vervaardigd worden, voornamelijk do
fijnere soorten. In Engeland is Manches
tor hot centrum der katoennij verheid.
Geheel de wereld hangt voor haar katoen-
verbruik van Engeland af.
Voorheen was Zwitserland ook een voor
naam land op bet gebied der katoenindu
strie, doch is door Twente verdrongen.
De Zwitsers hebben zich daarna meer op
de zijde-produktie toegelogd.
De grootste katoennfnomeude landen zijn
Indiö, China enz. Natuurlijk wordt heel
de wereld door katoen gebruikt, maar
Indiö en China, mot hun kolossaal talrijke
arme bevolkingen, gebruiken voor hun
kloeding haast niot anders dan katoen en
zijn dus groote afnomers.
In 1900 werd voor niet minder dan
ruim 4 millioen gulden katoenweofsel uit
Enschedé naar Ned. Indiö verzonden. De
weverij on in Almeloo en Hengeloo sturen
grootere hoeveelheden naar Eugelsch-Indiii.
De gezamenlijke Enschedésche fabrieken
gebruikten in 1900 59,940,000 KG. kolon,
dat zijn dus circa 600 wagons.
Er bestaat te Enschedé nog een tak van
katoenindustrie, die katoenen goed ver
vaardigt van katoenafval. Van die afval
wordt zeer goedkoop goed vervaardigd,
dat meestal aan de arme bevolkingen in
sommige streken van Duitschland wordt
verstrekt.
Deze fabrieken maken ook poetskatoen
on bet soort schietkatoen dat gebruikt
wordt bij het vervaardigen van dynamiet.
Zoo werd een deel van de grondstof voor
bet Transvaalscho dynamiet-monopolie uit
Enschedé geleverd.
Een vraag aan Patrimonium.
Op de bekende debatmeeting te Goes
heelt de heer Vliegen, sociaal democraat,
in 't debat er aanhoudend op gestoft dat
de antirevolutionaire diamantbewerkers te
Amsterdam de sociaal democraten steunen
in hun klassenstrijd door middel der vak
organisatie, door hun lidmaatschap van een
vereenigiug die 't uitbuiten door de kapi
talisten wenscht tegen te gaan.
In Patrimonium is, met name door den
heer v. Munster het lidmaatschap eener
neutrale vereeniging onzerzijds, verdedigd.
Nu vragen wij is de door den heer
Vliegen bedoelde, vereeniging een neutrale,
of is zij dat niet?
Het Volksblad (vrijzinnig democraat) al
thans schrijft dat „er feitelijk op dit oogen-
blik in de diamant-industrie geen enkele
neutrale vereeniging bestaat, bij welke alle
vakgenooten, zonder onderscheid van po
litieke of godsdienstige richting, zich kun
nen aansluiten,'' en „de Diamantbewer-
lcersbond, schoon in naam niet-democratisch,
inderdaad voortdurend propaganda maakt
voor de S. D. A. P., zoodat het ons vol
komen begrijpelijk is, dat niet-sociaal-de-
mocraten niet wenschen bij te dragen tot
het versterken eener richting, welke niet
de hunne is en daar zelfs zeer vijandig
tegenover staat."
Naar aanleiding van hetgeen daar staat,
vragen wij aan Patrimonium of dit waar is
Wij dachten dat er een antir. diamantbe-
werkersafdeeling van P. was en dat die
(nu) federatief met die van de S. D. A. P.
samenwerkte, waar natuurlijk niets tegen
is. Maar dat lidmaatschap eener metter
daad s. d. vereeniging, achten wij, zoo
't waar is, onverdedigbaar.
Mr. Mondeis, sociaal democraat, schrijft
in Met Volk de navolgende liefelijkheden
aan 't adres der voorstanders van het vrije
christelijk onderwijs.
De reaktionaire strekking van het konfes-
sisoneel onderwijs wordt door geen onzer
ontkend. Trouwens hoe zou het anders kun
nen, waar heel het streven der "Christelijke"
partijen er op gericht is de kapitalistische
grondslagen onzer maatschappij schriftuurlijke
wijding te geven, en het inzicht der arbeiders
in de klassenverhoudingen te vertroebelen
door de schuld te werpen op de "Zonde" met
een hoofdletter, die een breede rug heeft.
annsimTOffiEELDsi
Zoowel katholieken als anti-revolutionairen
ge- of misbruiken hun godsdienst in onze
dagen als wapen in den klassenstrijd om er
de ldassevoorrechten der bourgeoisie mee te
verdedigen, de proletarische bewustwording
der arbeiders tegen te gaan.
Dat zich in het calvinisme hier te lande
geruimen tijd de demokratische aspiraties van
een deel der burgerij, van de kleine luyden
hebben uitgesproken, moge waar zijn, even
waar is het dat er hij de steeds scherper wor
dende klassentegenstelling, en dc groeiende
beteckenis der sociaal-democratie, die revolu
tionair óók tegenover die kleine burgerij staat,
van de «pittigheid" der anti-revolutionaire partij
en haar «krachtig idecel bewijstzijn" (zie Het
Volk van 27 Februari) niet bijzonder veel is
overgebleven dat zij integendeel de draagster
is geworden van de meest verwerpelijke eigen
schappen eener in den klem. rakende klasse
zonder sociaal perspectiefals daar zijnpoe
nig nationalisme, vorstcnverheerlijking, mili-
tairistische grootdoenerij, vuig imperialisme
onder huichelachtige mooipraterij, altemaal
dingen die ons de hartsgrondigste verfoeiïng
zijn (1).
Kuyper's dooddoener bij het Adres van
Antwoord dat men God voor alles voor de
goede en de kwade dingen ook op maat
schappelijk terrein, te danken had, Talma's
verheerlijking deroorlogsbegrooting, Idenburg's
zedelijke roeping in onze koloniale rooftochten,
Rudolph's stokpaardje-rijden op den galg,
Staalman's listig gekuip tegen den matrozen-
bond en de Wisse's, de v. d. Molen's, de
v. Lummel's, dc Oosterbaan's, het is altegaar
één pot nat, vol troebele demagogie. Over de
rol der katholieke kerk behoeft zeker wel geen
woord gezegd te worden.
Ook op dc bizondere school zullen dus het
arbeiderskind bij uitstek begrippen worden
ingeprent die dwars ingaan tegen hetgeen de
sociaal-democratie nastreeft, -en nu weten
wij zeer wel dat ook de openbare school nog
een klasse-instelling is, maar ten eerste wint
de sociaaldemocratie bij het groeien van haar
politieken invloed, ook op dat terrein in mede
zeggenschap, en ten tweede wat op de open
bare school slechts de zelfkant is der neu
traliteit, is op de bizondere het laken zelf van
het heele pak
En het geld, het staatsgeld Dat hebben
w ijals revolutionaire partij, als vertegen
woordigster van het proletariaat in den klas
senstrijd voorwaar voor betere dingen noodig
clan om er middellijk, langs een omweg, de
kerkgenootschappen mee te subsideeren, clan
0171 er de instrumenten der verdrukking voor
de kerkelijke bourgeoisie wat goedkooper door
te maken.
En ik begrijp niet hoe Troelstra zoover kon
gaan Kuyper zelfs gelijk te geven in zijn be
wering dat de antirevolutionairen het recht
hadden hun kinderen in varkenshokken te
stoppen, wanneer en zoolang de Staat hun
geen geld gaf voor beter schoolgebouwen.
Dat antwoord mocht een burgerlijk partijman
als Ketelaar mondlam slaan, wij, sociaalde
mocraten, moeten ons het recht ongeschon
den houden te eischen dat die kinderen niet
in varkenshokken zullen worden gestopt omdat
de karkelijke" bourgeoisie de scholen niet ge
lieft te betalen.
Ook dit stukje leggen wij bij de andere
om ons volk wakker te maken dat het
toch zijn ijver en waakzaamheid in ver
band met de toekomst onzer kinderen en
van ons volk verdubbelen zulle. Want
de strijd tegen de staatsmacht vertegen
woordigd in het socialisme, zal ernstiger^n
schrikkelijker zijn dan die welke tegen het
liberalismo ooit heeft moeten gevoerd
worden.
Nieuiv-Turken? Naar uit een verslag in
de N. C. blijkt, heeft de heer Hugenholtz,
voorganger bij de „Vrije Gemeente" alhier,
in Den Haag een rede gehouden over:
„De moderne richting voorheen en thans."
(1) Met valsch getuigenis werken deze
mannenvan 't Christendom vertrappen zij
de sociale kern, om het dogma als wapen
te gebruiken tegen de «vervulling der wet"
in de maatschappij zelvehet kapitalisme
vindt in hen z'n bondgenoot en het socialisme
wordt meer en meer hun eenige vijand lage
knechten van 't kapitalisme, geniepiger en
leugenachtiger dan wij ooit van de liberalen
ondervonden, verdienen zij onze innigste ver
achting wegens de onoprechtheid, het gemis
aan zedelijke ernst, waarmede zij hun vuil
werk verrichten. (Het Volk, 8 Februari).
Spr. erkende, dat de moderne richting
deerlijk aan het aftakelen is, maar dat was
voor een deel de schuld van de „tijdsomstan
digheden".
Nu, de „omstandigheden" plegen meer
op hunne rekening te krijgen, waar men
geen weg mee weet!
Ook gaf spr. toe, dat de moderne richting
te critisch en te polemisch was geweest:
afbreken en niet opbouwen dus.
Volkomen juist. Maar de heer Hugen
holtz weet raad. Hij zeide, alweer naar
de N. G. bericht, ook dit:
„Het religieuse element dient meer dan
noit op den voorgrond te worden gesteld;
liet is samengeweven uit drie dradeneer
bied, vertrouwen en liefde.
„Voorts heeft de moderne richting een
wetenschappelijke taak tegenover het
mysticisme.
„Men ruime aan andere heilige boeken,
als den Koran, een gelijke plaats in, als
aan den Bijbel."
Zou het dan ook niet beter zijn, om alle
spraakverwarring te voorkomen, dat men
ook maar den naam van Nieuw-Turlcen
aannam? St.
In Het Volk van 7 Maart kapittelt een
openbaar onderwijzer de redactie over haar
parlijkiezen tegen de openbare school.
Hij acht „de vrije ontwikkeling van 't
openbare onderwijs op tal van plaatsen in
't land ernstig bedreigd." En voegt er de
volgende kostelijke bekentenis aan toe:
Zoolang de liberale partij de draagster was
van den vooruitgang, hebben de openbare
onderwijzers instinhtmatig zich tot haar aan
getrokken gevoeld, en haar gesteund met
alle kracht. Maar de liberale partij is oud
geworden en de sociaal democratie is de
apostel geworden van de idee der toekomst.
En getrouw aan hare instincten is de on
derwijswetenschap" (Let wel dat heer
bedoelt de openbare onderwijzers! naam
en daad zijn al even belachelijk en beden
kelijk „bezig het liberalisme te verlaten
en zich aan te sluiten bij de sociaal demo
cratie''
Dat laatste wisten wij wel, maar 't is
goed als een die 't weten kan ons zoo af
en toe eens komt gelijk geven.
Is nu De la Rey de Transvaalsche De
Wet? Of is De Wet de Vrijstaatscke De
la Rey
Wij zullen de menschen hierover laten
delibereeren en inmiddels melden dat De
la Rey bij Tweebosch een schitterende
overwinning op lord Methuen behaald heeft.
Tweebosch ligt in het westen van Trans
vaal in het district Rustenburg. Daar heeft
hij, met 1100 man, in Engelsche uniform
gekleed, met een vijftienponder en een
pompom, de troepen van lord Methuen aan
gevallen, dezen met 10 officieren en 310
man buiten gevecht gesteld, 4 kanonnen,
1 pompom en al de bagage veroverd onder
de gevangenen is lord Methuen zelf, die
aan de dij gewond werd, terwijl 3 offi
cieren en 38 man gedood, 5 officieren en
72 man gewond en 1 officier en 200 man
worden vermist, en dus ook tot de gevan
genen gerekend kunnen worden. Volgens
een telegram uit Londen aan de „Petit
Bleu" zou De la Rey 1000 gevangenen
hebben gemaakthet door Kitchener op
gegeven getal is dat van de manschappen
die niet zijn losgelaten.
Lord Methuen, aldus moest Kitchener
«zeer tot zijn spijt het slechte nieuws om
treilt Methuen" zenden, trok met 900 man
bereden troepen onder majoor Paris en 300
man infanterie met 4 kanonnen en 1 pompom,
van Wijnberg en Lichtenberg, en moest op
8 Maart Greufelt met 1300 man bereden
troepen te Roverainesfontein ontmoeteD.
Dat doel is niet gelukt. Blijkbaar is de
la Rey met behulp van zijn uitmuntend
verkenningssysteem op de hoogte geweest
van de plannen en de whereabouts van
dezen onfortuinlijken Engelschen generaal.
Hij viel hem aan in den morgen van 7
Maart, tusschen Tweebosch en Palmietkuil.
Met de grootste vastberadenheid zijn de
Boeren hier opgetreden. Zij bestormden
den vijand van drie kanten. 500 man be
reden troepen, van Maribogo en Kraaipan
gekomen, werden door de Boeren 4 mijlen
van het gevechtsterrein vervolgd. Men
kan zien, met hoeveel energie de Boeren
zijn opgetreden. Van het gevecht zelf niet
veel. Alleen wordt verder gemeld, dat
majoor Paris Kraaipan bereikte met liet
overschot van zijn mannen. De colonne
was in twee afdeelingen uit TweeboSch op
gerukt, de eene met ossenwagens om 3 uur
in den morgen, en de andere met muilezels
een uur later. Direct bij het aanbreken
van den dag vielen de Boeren tegelijk de
achterhoede en de beide flanken aan, waar
zij, evenals bij Klerksdorp en bij zoovele
andere gedenkwaardige plaatsen verwarring
in de Engelsche gelederen wisten te brengen.
Een paniek ontstond, de muilezels, die
meermalen den Boeren uitnemende diensten
hebben bewezen, door op tijd te steigeren
en te trappen of met de kanonnen naar
de Boeren te galoppeeren, deden ook hier
weer uitmuntend werk; al de muilezels
galoppeerden met de wagens, in een vreese-
lijke verwarring onder de bereden man
schappen, de ossenwagens voorbij en alle
pogingen om ze tegen te houden, waren
te vergeefs. Alleen de ossen, met de wagens,
die natuurlijk de muilezels wilden volgen,
werden tot staan gebracht door majoor Paus,
die zich met 40 man vóór hen had opge
steld. Toen had het gevecht bij en op de
wagens plaats met het bovengenoemd gevolg.
Met deze nuchtere feiten, volstaan wij,
en gunnen den lezer gaarne het genot dei-
gevolgtrekkingen. Den Heere de dank voor
deze overwinning die de oorlogszuchtige
stemming in Engeland temperen, den moed
in Zuid Afrika verlevendigen, den com
mando's van De Wet weer wat schot geven,
en tot verheerlijking van den God der
mogendheden strekken zal.
De Engelsche pers over 't algemeen ziet
de ramp flink in 't gezicht en waagt het
te zeggen dat men het nu eens niet meer
op de muilezels maar op de aanvoerders
en 't leger moet gaan steken. De recruten
van Methuen hebben getoond niet te deu
gen maar ook elders in de eolonne's zit
het met gehalte en krijgstalent niet zuiver.
Overigens zwaait zij haar wierookpalmen
voor De la Rey.
Dat gaat waarschijnlijk op uitrekening.
Door De la Rey te vleien wil men hem
bewegen Methuen spoedig los te laten,
opdat hij zijn rang en plaats in het leger ber-
neme. Nu, de Boeren zullen daar wel
niets tegen hebben. Methuen mag een
goed dienstdoener zijn, hij bleek een slecht
strateeg. Bij Magersfonteiu liep bij den
Boeren als 't ware in de armen elders liet
hij zijn onderbevelhebbers in de val loopen
laatst veroverde hij nog na een heftig ge
vecht zijn eigen convooi op zijn eigen
troepen en thans laat hij zich met een
gebroken been inrekenen. Zoo een zullen
de Boeren wel gaarne tegenover zich zien,
doch Tommy zal hem wel liever op zijn
eerewewoord zien vertrekken, Bulier en
Gatacre en de overige Britsche grootheden
achter na.
Overigens zal De la Rey het beste weten
hoe, in Kritzingers belang, met Methuen
zal dienen gehandeld te worden.
Dat Methuen in Engeland een wit voetje
heeft blijkt wel uit de beschermende woor
den door regeering en pers aan hem gewijd.
Maar een driewerf hoeravoor De la
Rey schijnt meer verdiend, bij zulk een
overwinning en dat pas slechts veertien
dagen na de verovering van Van Donops
convooi bij Klerksdorp. Tweebosch, Mose-
lekatsenek, Hartebeestfontein, Vlakfontein
en zoo menige plek in de Magaliesbergen
zullen den roem van dezen hold weergal
men, nog lang nadat hg tot zijne vaderen
zal verzameld zijn.
Ten slotte vestigen wij nog de aan
dacht op het volgende: