NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 90.1902 Zaterdag 8 Maart. 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Bij Sit nwer Behoort een Bijvoegsel. VERSCHIJNT Wed. HET SOCIALISME. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. In de groote zaal van de Prins van Oranje (Kolfbaan) trad gisteren avond de beer ds. R. J. W. Rudolph, van Leiden, op met een rede over bovengenoemd on derwerp. Er waren ongeveer 450 hoor ders van allerlei richling bijeen om van 't aangekondigde debat tusschen spreker en den heer Vliegon getuige te zijn en de beginselen der antirevolutionaire partij tegenover bet socialisme te booren bepleiten. De voorzitter der uitnoodigende a. r. Kiesvereeniging „Voor Nederland en Oranje" de beer De Jonge sprak een openings woord, waarin hij herinnerde aan de aan leiding tot dit optreden, namelijk een rede van den in te leiden spreker, waarin bet socialisme was aangevallen in een bijeen komst zonder debat van leden van den Cbr. Volksbond, waarbij spreker zich tegen een opponent uit de sociaal dem. partij bad bereid verklaard in openbaar debat later zijne beschuldiging te willen komen waar maken. De spreker van dezen avond sloot zich hierbij aan, en herinnerde bierbij er aan dat de heer Krijgsman eerst gezegd had dat een kind zijne beschuldigingen wel kon weerleggen, zoodat een dergelijk de bat niet noodig zou zijn, een meening waarvan deze heer scheen teruggekomen te zijn, blijkens 't door dezen geprepa reerde optreden zoo straks van niemand minder dan den heer Vliegen. Spr. is bereid zoo deze opponent hem overtuigt zijne stellingen, hem te voren meegedeeld en thans toe te lichten, royaal te zullen intrekken. Hij is echter overtuigd de volle waarheid te hebben gezegd. Hij staat tegenover den heer Vliegen niet als een vijand maar als eenmaal Stefanus tegenover Saulus, met de bede in 't hart dat de Heere van dezen ISaulus een Paulus mocht maken. Spreker is dan, gelijk Ste fanus, bereid voor de zaak des Christen- doms te sterven, wetende dat deze dan door den heer Vliegen beter zou verde digd worden dan door spr. zou kunnen worden gedaan. Ik heb vervolgde Spr. in de be wuste vergadering, sprekende over het So cialisme tegenover God, Eigendom en Fa milie, het volgende beweerd „Als laatste maar ergste vijand van het Chr. huisgezin noem ik het Socialisme. Het Socialisme heeft zich in verschillende tijden in verschillende plaatsen vertoond, maar zich in de laatste tijden door drie hoofdtrekken gekenmerkt. De eerste karaktertrek van het Socia lisme is de verwerping van God en Zijn Woord. Het Socialisme zoekt bovenal de dingen, die beneden zijn, en verliest steeds de dingen, die boven zijn, uit het oog. Het Socialisme tracht deze aarde aan God te ontstelen. Daarom is het bang voor God als een dief voor zijn rechter. Het Socialisme is dan ook practisch atheisme. En deze verwerping van het geloof in God is de verwerping van den meest hechten grond slag van het gezin. De tweede karaktertrek van het Socia lisme is de verwerping van den privaten eigendom op den grond en de voort- brengingsmiddelen. Daardoor tast het even wel de vrijheid en zelfstandigheid aan van het gezin want ieder gezin heeft voor zijn zelfstandig bestaan een zekere mate van rechtstreekschen of afgeleiden eigendom van noode. Ook door deze opheffing van den privaten eigendom zouden de funda menten van het gezin worden ondermijnd. De derde karaktertrek van het Socialisme is de verwerping van het huwelijk als een ordinantie Gods. In vroegere eeuwen gin gen enkele Socialisten zoover, dat zij niet alleen een gemeenschap van goederen maar ook een gemeenschap van vrouwen eischten. Di tegenwoordige Socialisten doen dit niet. Wel verwerpen zij het huwelijk als eeh instelling Godsen de Socialisten zijn de ijverigste propagandisten van de leer dor vrije liefde. Ook daardoor oudergraven zij een der hechtste grondslagen van het gezin." jé Dit nu ga ik bewijzen. Wat de eerste beschuldiging betreft het atheïstisch karakter van hot Socialisme! hiertegenover leggen de sociaal democraten steeds den nadruk op het ceconomisch karakter van hun strijd. Zij pogen den arbeiders te beduiden dat hunne stoffelijke belangen het best door de sociaal democraten worden behartigden hun geestelijke belangen daarmee volstrekt geen schade zullen lijden. Ga met den kapitalist gerust naar de kerk, zeggen zij, doch ga met hem niet naar de stembus, want dan pleegt gij een misdaad tegen uw klasse. Van antirevolutionaire zijde worden de arbeiders tegen dit gefluit van den voge laar krachtig gewaarschuwd. Wij houden bun voor dat zij hun christendom moeten afleggen, wanneer zij in de rijen der so ciaal democraten plaats nemen. Een be kend socialist de beer Gerhard, zei dan ooksluit u bij ons aan arbeiders, en gij zult dingen booren, die voor uw gods dienstig belang erger dan rattekruit zijn. Het socialisme is volstrekt niet alleen een ceconomisch stelsel. Het is ook een maat schappelijk stelsel, ja, maar het is ook iets meer. Het socialisme als één geheel beschouwd is een afgerond stelsel van levens- en wereldbeschouwing dat den ganscben mensch, de gansche wereld om spant. Het beeft vijf vingersden oecono- mischen wijsvinger, den politieken duim, den philosophischen of wijsgeerigen mid delvinger, den moreelen ringvinger, en een lestetischen kleinen vinger. Met deze vijf vingers heeft 't socialisme den gan- schen menscb, de ganscho maatschappij aangegrepen, om ze om te zetten. Hierin geeft spreker het do eere die het toekomt. Maar het socialisme beeft wel degelijk ook met den godsdienst te doen. De wijsbegeerte van 't socialisme is 't historisch- materialisme. Dit stelsel grondt zich op wat Feuerbach noemt: bet gansche samenstel der dingen is stof, en de bewe ging is de bestaanswijze der stof. Hiermee loochont bet socialisme de tweeheid van geest en stof. Het kent geen zelfstandige, onsterfelijke ziel. Het beschouwt derhalve den menscb als een menschdier; in den oertijd was dit menschdier tam en mak; toen de gemeenschappelijke eigendom nog bestond. Doch dit alles is anders gewor den, zegt het socialisme, sinds de private eigendom is ingevoerd. Sedert zijn de be zitters roofdieren geworden die de niet- bezitters hebben geëxploiteerd. Deze laat- sten hebben van alle tijden getracht zich van dezen te ontdoen en dat is de klas senstrijd. Als gevolg van dezen strijd heeft de maatschappij zich in verschillende vormen vertoond. De Aziatische, de an tieke, do Feodale, daarna de Kapitalis tische maatschappij. Deze laatste met baar nietsdoende sybarieten te midden van zwoe gende heloten is niet de schoonste vorm der samenleving. Maar het kapitalisme neigt ten ondergang en dan zal het soci alisme komen; en dat socialisme (zoo zeg gen de sociaal demoeraten) is de hoogste vorm, althans een hoogere vorm, wijl in die maatschappij het recht op den grond zal zijn opgeheven, 't verschil tusschen Kapitalist en Proletariër uitgewischt. De roofdieren van thans zullen dan getemd worden. Het paradjjs der oertijden zal dan op aarde nederdalen. Met deze wijsbegeerte zegt de Socialist »de klassenstrijd is er. Het Socialisme komt zeker; de historie bewijst bet". Dit is de nieuwe openbaring, bet Evangelie van het Socialisme. Maar in dat stelsel is geen plaats voor God, Goddelijke wetgeving, zonde, Verlossing door Christus, en den zaligen hemel, voor Godsdienst en Chris tendom. Dit stelsel ontkent die alle. Het socialisme zegt dat God met ons maar wij God hebben gemaakt. UITGAVE OER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 "cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het stelt zich op 't standpunt der Evo lutie. Marx zegtDe menscb maakt den gods dienst en niet de godsdienst den mensch. De godsdienst is de opium voor 't volk. Bebel sprak 3L Dec. 1881Op politiek terrein streven de sociaal democraten naar de republiek op oeconomisch terrein naar gemeenschappelijk bezit en op Godsdienstig terrein naar het atheïsme. Do Duitsche sociaal democraten bespot ten den Christus in hun liederen en ver heerlijken 't Socialisme als den komenden Messias. Troelstra zei 19 Nov. 1901Wij geven gaarne toe dat de socialistische wijsbegeerte niet vereonigbaar is met eenig theologisch stolsel, dat is met eenigen thoologischen godsdienst. Hot is waar, de Nederlandscho soc. de mocraten hebben zich zoo godslasterlijk nog niet uitgelaten. Zij trachten zelfs hun atheïsme en historisch materialisme, de ziel van bun stelsel, te verbergen en den oeconomischen vinger naar voren te bren gen. Doch spreker zegt tot hen ik be schouw deze frontverandering niet als een verdienste van u maar van den godsdienst. Gij zijt de wolf, d;e u ter wille van den Godsdienst moet tooien met de schapen vacht. Gij zijt bezig die schapenvacht te verdonkeremanen. Gij doet als de Engol- seben in Zuid-Afrika, die hunne roodbaatjes met khaki hebben verwisseld. De eonse- kwentie van de wegneming der vreeze Gods is dat er dan ook geen koning, geen ouderlijk gezag zou zijn. En zegt gij het socialisme is niet de vijand, maar het kapitalisme, en noemt gij de kapitalisten de roofdieren, dan zeg ik de proletariërs zijn ook roofdieren, dewijl de zonde voort komt uit het menschelijk hart. Als het socialisme overheerschend werd, dan juist zou zich deze boosheid het heftigst open baren. Als ceconomisch stelsel wil het Socialisme gemeensebappelijken eigendom. In de Socialistische maatschappij zal dus geen privaat eigendom meer zijn. Ieder werkt voor zich, en niet meer dan om in 't noo- digste te voorzien. En met betrekkelijk geringe moeite zal ieder ontvangen wat hij werkelijk behoeft. Dat moet komen door omkeering. Niet gewelddadig! Daarvoor zijri zij te klein, ondanks bun politieken duim, waaronder de s. d. nu reeds alle par tijen houden willen. Ook weten zij wel dat eene revolutie gegrond niet in de over tuiging, geen toekomst heeft. De sociaal democratie wil hiertoe geraken door den ldassenstrijd, den strijd die, zegt zij, alle eeuwen door tusschen bezitters en door dezen geëxploiteerde niet-bezitters gevoerd is. In hun klassengodsdienst en klassenweten- schap zeggen zij, hebben de kapitalisten den liuidigen toestand gevestigd. Maar de niet-bezitters hebben van alle eeuwen ge poogd dit knellend juk van zich te schud den en dat is de klassenstrijd. En die is haar middel waardoor zij haar doel zoekt te bereiken. Daartoe wordt den arbeider gezegdgij brengt den rijkdom voort dus eischt meer loon, enz. Dat is uw recht en plicht, tegenover uw huisgezin, maar ook om het Kapitalisme te ontledigen en de toekomst yan den s. d. staat mogelijk te maken. Door de politieke actie tracht de so ciaal democratie die toekomst te verhaasten. Invloed op de wetgeving in haar geest is het streven. Verder gaan dan de verst- gaande democraten, is de leus. Marx wijst den weg tot deze actie als hij zijn partijgenooten toeroeptwanneer de democraten iets voorstellen in de wet geving, eischt gij meer. Willen zij pro- portioneele belasting, eischt gij progressie, willen zij een matige progressie, eischt gij een krachtige. Tracht in alles te bevorderen dat de Staat alles in banden krijgt. De s. d. maatschappij (zegt Spr.) ver werpen wij zij zou de ellendigste zijn, die ooit bestond. In die maatschappij zal niets geprodu ceerd worden dan betgeen noodig is. Maar dan zal er geraamd moeten worden. Die raming kan mee- doch ook tegenvallen. Doch gesteld dat de uitkomst aan die ra ming beantwoordt. Dan wordt ieder op rantsoen gesteld. Dan wordt ook de alge- meece voortbrenging geregeld. Dat zal een bestuur moeten doen, toegerust met een macht grooter dan van een Czaar, en waar naar een Chamberlain zeker zou snakken. Dan controleurs, altijd gereed staande met de zweep. Want werd bet toegewe zen werk niet uitgevoerd dan zon er weer een crisis ontstaan. De gaDsche wereld zou in een govangenhuis, en een groot werkbuis verkoeren. Een maatschappij waarbij do Russische nog eeD idylle zou zijn. Rusland wordt geregeerd door de knoet. Daarom is dat ook 't land der re volutie bij uitnemendheid. Immers waar do vrijheid het meest wordt aan banden gelegd, vindt de revolutie den meest ont- vankelijken bodem Ook verwerpen wij (zegt Spr.) den klas senstrijd als middel om tot die toekomst te geraken. De maatschappij bestaat wel uit bezitters en niet-bezitters, maar dit wil nog niet zeggen dat deze twee (gelijk de sociaal democratie met een «derhalve" gelieft vast te stellen) als twee kampen tegen over elkander staan. De maatschappij telt ook mannen en vrouwen. Doch ook man en vrouw hoe ook verscheiden zijn «derhalve" nog geen vijanden van elkaar. Bezitters en niet-bezitters zijn eikaars vij anden nietop vele plaatsen wordt zelfs nog een schoono verhouding tusschen deze twee gaande gehouden. De intellectuee- len (predikanten, studenten, onderwijzers, advocaten) willen dien strijd bevorderen door 't, socialisme nadat een poging om dit door bot liberalisme te doen, schip breuk beeft geleden. Opheffing van den privaten eigendom doodt deu bloei van 't huisgezin. Woning zekerheid, vrijheid, zelfstandigheid zouden zijn weggenomen. Het socialisme heeft ook een moraal, een huwelijksmoraal, vervat in de leer der vrije liefde, die 't huwelijk niet beschouwt als instelling Gods, maar als een losmake- lijke band die moet worden losgemaakt zoodra de liefde ophoudt. Met aanvaar ding dezer leer waren de droeve gevolgen voor 't volk niet te overzien. Menig huwe lijk in rozegeur en maneschijn gesloten werd dan spoedig weef in storm en orkaan verbroken. Bebel en Engels hebben de vrije liefde aangeprezen. Feitelijk is deze leer ook in het socialisme gegrond. Want is de liefde het paradijs op aarde, dan mag dit paradijsleven ook niet bij gemis of ophou den van liefde worden verstoord. Na de pauze erlangt de heer Vliegen het woord. De heer Vliegen critiseert allereerst 't algemeen karakter der rede. Het is niet meer voldoende alles maar af te keuren; en er niets beters voor in de plaats te stellen. De spreker heeft slechts afge broken wat 't socialisme wil (en soms niet wil). Hij heeft niets gezegd van den treurigen toestand der maatschappij en de verbetering daarvan. Geen enkel woord van troost gaf bij. Het was een rede van den voldanen burger, dat karakter draagt trouwens 't optreden van gansch zijn partij. En hij Icon niet anders omdat voor al het geen waaronder de arbeidersklasse lijdt zij geen enkel middel heeft. Zij doen mee om 't kapitalisme te betreuren; doch trek ken terug met alle conservatieven wanneer 't aankomt op handelen. En nu komt Spr. op de stellingen die weinig om 't lijf hebben. Ten aanzien van de eerste stelling (Het socialisme is de grootste vij and van 't Christelijk huisgezin) merkt hij op dat hij geen Chr. gezin kent, wel een arbeidersgezin, een rijkeluisgezin. Maar een Christelijk gezin datis niets. Wat zou 't ook van een niet Chr. gezin ver schillen? Neem twee heidebewoners in» dezelide omstandigheden levende, de een een Christen, de ander niet. Zou er zulk een verschil zijn tusschen die twee? Ja de een bidt en de ander niet. Doch laat er verschil zijn; kan het socialisme daar nu zooveel kwaad doen? Het huisgezin wordt niet bepaald door den godsdienst, maar door de omstandigheden waaronder men leeft. In christelijke gezinnen leeft men vrij wet eender als in niet-Chr. gezinnen. Het socialisme zou derhalve ook de niet-Chr. gezinnen ondermijnen. Het huisgezin berust op den privaten eigendom zegt ds. R„ wei dat bewijst dat het huisgezin gegrondvest is niet op eenige leer of godsdienst, maar op maatschappe lijke toestanden. De tweede stelling van ds. R. betreft de verhouding van de sociaal democratie tot God. Spr. ontdekte in de toelichting dier stel ling een tegenstrijdigheid. Ds. R. zegt: het socialisme verwerpt God en toch zegt hij is het socialisme bang voor God gelijk een dief voor zijn reenter. Ds. R. zegt dat het socialisme instrijd is met den Godsdienst. Spr. wil 'tniet bevestigen of loochenen. Hij zal zeggen hoe 't socia lisme er in 't algemeen over denkt. Het socialisme is een geschiedkundige weten schap. Wij zien in dat de maatschappij gevormd wordt door de geschiedenis. Spr. licht dat historisch toe. Het kapitalisme heeft een einde gemaakt aan 't privaat bezit der werktuigen. Zoo zijn klassen ontstaan, bezittenden en niet-bezittenden, tusschen welke is ontstaan een stujd om de pio ductiemiddelen te brengen aan de gemeen schap voor wie kan worden gewerkt, gelijk nu de bezitter die productiemiddelen üeeft, voor wien moet worden gewerkt. Wat heeft dat nu, roept Spr. uit, te maken met de aanklacht dat wij God buiten de maat schappij wenschen te sluiten. Hoe kan nu de veraudering die wij willen tegen den „eeuwigen" God ingaan, waar toch zoovele veranderingen dien God ook met hebben verwijderd. Spr. erkent dat er arbeiders zijn voor wie de godsdienst het hoogste is, maar die zullen dan ook de socialistische actie verzwakken, hetgeen wij betreuren. De vormen die de maatschappij aanneemt door de manier waarop in die maatschappij wordt gewerkt, zijn nooit door iemand be streden en die leer wordt door de feiten gestaafd. Ieder mensch, stad of land be wijst het, wat Spr. met voorbeelden toe licht. De arbeid is de oeconomische onder grond der maatschappijzonder deze kan zij niet bestaan. Wie verwondert zich dan dat de arbeiders een betere maatschappij verlangen, waarin de vruchten van hun arbeid komen aan hen zelf? Ds. R. heeft de volksnooden toegeschre ven aan de zonde. Maar de tijd is voorbij dat men de arbeidersklasse met dergelijke praatjes en stukken preek zoet houdt. Het is toch een beetje al te dwaas, van een maatschappij waarin 't verschil van levens omstandigheid zoo groot is, te zeggen dat komt nu van de zonde. Indien dit zoo is, dan vraag ik, waarom moet dan één enkele klasse boeten voor dien zondeval De a. r. hebben 't altijd erkend de nooden des volks te lenigen, de misstanden weg te nemen, maar kan dat dan als dit een gevolg ss van een hoogere macht Dan is de con- sekwentie ga bij de pakken neerzitten want als die God dat zoo wil, dan houdt alle verzet op. Ds. R. zegt de soc. zijn tegen den godsdienst. Spr. zegt wij zijn er niet tegen zoolang de godsdienst bet socialisme niet in den weg staat. Zoodra hij dit gaat doen, zullen wij ook dien gods dienst aanvallen. Wie zegt dat er geen klassenstrijd is, is ziende blind en hoorende doof. Men ziet dat de arbeiders ook in de a. r. en R. C. partijen meer macht zoeken te erlangen, en dat is ook weer voor de geheele maatschappij. Dat is des arbeiders plicht tegenover zijn huisgezin. Help hem daaraan dat bij wat meer kan verdienen, dan zal hij ook wat aan de hoogere dingen kunnen doen, en met meer vertrouwen bidden tot God. Ook Enschedé en Amster dam bewijzen dat er is een klassenstrijd het is een dwaasheid dien te loochenen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1