No. 87.1902. NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Dinsdag 4 Maart 16e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN FEUILLETON. GROOTHEID li» VAL. Engeland en Transvaal. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De antirevolutionaire rieli- ting -wil dat de g,-e-westelïjlie en gfenxeentelijlce autonomie, voorzoover deze niet strijdt met de eisclion dei- staatseen- heid en de x-eclxten van de enlrele personen niet onbe- soliermd laat, dooi- decentrali satie worde hersteld. Art. 10 van ons Anti-Revolutionair Program. 3 Maart 1902. Wij vestigen de aandacht op het 23ste jaarverslag van de Unie „Een school met den Bijbel" voor 1901. Een lijvig boek deel van bij de 200 bladzijden, waarin zeer veel voorkomt dat niet alleen den chr. onderwijzers maar ook den leden van chr. schoolbesturen interesseeren moet. Ook het verslag der op de laatste jaar vergadering gehouden besprekingen komt ons zeer belangrijk voor; onder anderen die naar aanleiding van de leerplichtwet. Voorts statistieken, statuten, modellen en reglementen, tal van practische aanwijzin gen. Ook een lijst van Uniesprekers die in 't laatste jaar weer waren opgetreden. Onder hen begroeten wij met ingenomen heid de Hervormde predikanten dr. Visscher, dr. de Lind v. Wijngaarden, v. Griethuij- sen, Schokking, v. Paassen en Kalkman. De arbeid van de Unie en van haar eeni- gen secretaris den heer R. Derksen ver dient groote waardeering. Wie zich dit boek aanschaft, voor slechts 25 cent, en 't bij de hand houdt, zal er genoegen van beleven. Melden wij nog dat de 24ste jaarver gadering zal gehouden worden 1 April a. te Utrecht. Onder de te behandelen pun ten noemen wijlo. dat van het locaal comité te Rotterdam'. De jaarvergadering machtige het Bestuur der Unie bij de Regeering pogingen aan te wenden dat de wet op de besmettelijke ziekten zoodanig wordo gewijzigd dat ook de niet-gevacci- neerde kinderen tot de school kunnen worden toegelaten. 2e. van het locaal comité te MiddelburgDe Unie stelle alle pogingen in het werk om te geraken tot afschaffing van den vaccinedwang. 3o. van het lokaal comité te Rruinisse: Do Unie besluite dat onverwijld een adresbeweging over het geheele land door haar worde bewerkt, teneinde de wijzigingen in de Leerplichtwet zoo spoedig mogelijk te ver krijgen. Aangenomen wordt hierbij dat de „wijzigingen" zullen bestaan in het opheffen der bezwaren, door de verschil lende Anti-Revolutionaire leden der Tweede Kamer bij de jongste begrootingsdebatten tegen de leerplichtwet aangevoerd. Van 59 (Schetsen uit het leven van Napoleon I.) In vele plaatsen van Duitschland werkten vrees en vleierij samen om den Keizer aller hartelijkst te ontvangen. Men achtte dit het beste middel om bevrijd te blijven van de geweldenarijen der groote armée. Aller aardigst waren de ontmoetingen die de Keizer op die plaatsen vaak met de een voudige landbouwers had. Eén voorbeeld uit vele wenschen wij mede te deelen. Toen Napoleon op zekeren dag door een klein Duitsch dorp kwam, zeide de burge meester, dat de gemeente hem geene schit terende ontvangst had kunnen bereiden, vermits de inwoners door don oorlog groote armoede leden. Deze woorden maakten op den keizer een diepen indruk. Hij liet zich eenige rolletjes gouden Napoleons aanreiken, overhandigde deze den burgemeester en zeide: «Niet waar, deze kleine Napoleons hebben de Duitschers gaarne?'' »0, zeker, Sire," was het antwoord van den burger vader, »veel liever dan den grooten." De Keizer was met dit vrijmoedige antwoord zoo ingenomen, dat bij van toen af dubbel de commissio tot schoolwetswijziging: a. Behoort de overheid toezicht te houden op het Volksonderwijs? b. Behoort de be voegdheid om in de volksscholen onderwijs te geven, af te hangen van de toelating der Overheid? c. Zoo ja, moet de toela ting afhankelijk worden gemaakt van den uitslag van een examen? d. Moet de toelating gelden voor alle scholen zonder onderscheid? e, Moet de overheid onder toezicht van een Regeerings-commissaris het afnemen der examens opdragen aan niet of althans niet geheel door haar samengestelde commissiën, bijv. aan de onderwijzers eener Kweekschool, of aan commissies gekozen uit de onderwijzers van Normaallessen? f. Moet de overheid het minimum van de vakken voor het examen vaststellen? Het aantal scholen met den Bijbel be draagt 663 met 107731 leerlingen. In Zeeland 34 met 4146 leerlingen. In de vergadering van den Schoolraad 2 April aldaar te houden komt D. V. o. a. ter sprake de vraag van het schoolbe stuur te Krabbendijke: Zou het niet wen- schelijk zijn dat bij uitbreiding van het bijzonder Onderwijs (hetgeen naar wij ho pen bij meerdero rechtsgelijkheid tusschen de Openbare en Bijzondere school zal plaats hebben) het daarheen te sturen dat iedere kerkelijke gemeente haro school hebbe? En van den Schoolraad: Wat kan er gedaan worden om de school besturen te bewegen tegen 1 Januari 1903 voor hunne onderwijzers een salarisrege ling vast te stellen, bijv. die welke hun is toegezonden in de circulaire van 2 Dec. 1901? In de zitting van 28 December a. p. der Eerste Kamer sprak een der leden«Ten slotte houd ik het oog gericht op de ge zondheid van den Minister die, naar wij hopen van daag over een maand beter zal zijn dan heden." «Van daag over een maand", dat is 28 Januari, kwam de Eerste Kamer voor 't eerst opnieuw bijeen en trad ditzelfde lid in debat met de ministers die tegenwoordig waren, doch met uitzondering van éénen. En nog een maand later 28 Februari komt de droeve tijding tot ons dat het èn met dit Eerste Kamerlid én met dezen Minister niet goed gaat. Bedoelde minister is die van koloniën van wien juist dien dag gemeld werd dat zijn toestand achteruitgaande is en zorg baart. En bedoeld Kamerlid die zoo sprak is de lieer Fransen v. d. Putte tan wien, eveneens op dien dag vermeld werd dat zijn ongesteldheid in doodelijke longont steking was overgegaan. zorg droeg dat zijn krijgsvolk geen geweld pleegde op de bevolking. En waarlijk, deze waakzaamheid was wel noodig. Immers ook op andere plaatsen kwamen de bewoners hem nederig mededeelen dat zij zooveel te lijden hadden van afpersing en plundering door de Fransche soldaten een gruwel dien zij zich niet verklaren konden van bondge- nooten. Napoleon was zeer vertoornd toen hij deze klacht hoorde en bestrafte zijne maarschalken Ney, prins Eugenius en den erfprins van Wurtemberg, aanvoerders der Beijersche en Wurtembergsche troepen, die de bewoners van hunne have hadden beroofd. Die echter in de eerste plaats straf ver diend had, werd overgeslagen. Het was Napoleon zelf! Hij toch had moeten zorgen dat zijne troepen voldoenden levensvoorraad met zich voerden. Doch door onbekendheid met den toestand dier drassige wegen, had hij verzuimd maatregelen te nemen. Hij had gemeend dat eenige lichte karren en groote pakwagens duizenden ponden zouden vervoeren, doch de wielen zakten in den zandigen boden en zoo worden in plaats van duizenden slechts honderden ponden op de plaats der bestemming gebracht. Bij sommige escadrons was de nood zoo hoog gestegen dat de bevolking, uitgeput als zij Er ligt iets tragisch in de vereeniging van deze twee namen. Fransen v. d. Putte, de liberale oud minister van koloniën, sprak op den be- wusten 28 Dec. in zoo welwillende bewoor dingen den nieuwen minister van kolo niën aan. Beiden mannen van groote werkkracht en goeden wil, hij de oude aan 't eind der baan, en de ander nog aan het begin. En thans, beiden met machteloosheid geslagen, ernstig krank, ter dood toe. Moge in 't belang des lands beider lot gekeerd, beider leven verlengd worden en met name de minister Van Ascli v. Wijck in zijn nieuwe betrekking met nieuwe kracht worden werkzaam gesteld. Bij den Heere zijn alle dingen mogelijk Ook van de pers geldt«Wij struikelen dagelijks in vele". Ongelukkig evenwel het blad dat niet meer struikelen kan, dewijl het voortdu rend tegen den grond ligt. Een der bladen heeft dit indertijd om trent Eet Volkhet hoofdorgaan der soci aal democraten beweerd. En wij zijn ge neigd met dit oordeel in te stemmen, nu daar in één hoofdartikel, nog geen 2 ko lommen groot, door de redaktie (dhr. Troel stra) zelf geschreven en getiteld: Klein burgerlijk gescharrel" de antirevolutionai ren gezegd worden, te zijn dom of oneer lijk te geven onware verslagen te debi- teeren onwaarhedende goö-gemeente leu gens op te disschente zijn antirevolutio naire leugenaarswillens en wetens leugen en bedrog te plegento werken met valsch getuigeniste vertrappen de sociale kern van het christendomte zijn lage knechten van het kapitaiismegeniepiger en leugenachtiger dan de liboralente verdienen de innigste verachting der socia listen te missen zedelijken ernstte ver richten vuil werkte zijn giftig en venijnig, deze vrome leugenaars. Had de Nederlander niet het volste recht, om te spreken van een blad, dat niet meer struikelen kan, omdat het voortdurend tegen den grond ligt Maar het is niet Troelstra alleen, het zijn ook de mindere goden, die zich aan den parlementairen uitdrukkingsvorm gaan spenen. Neem bijvoorbeeld Polak. Dezen zomer was de man candidaat voor de tweede kamer en nam men van s. d. zijde het den antirevolutionairen zeer kwa lijk dat zij om hem te weren, den liberaal Den Hertog, liberaal, bekwaam schoolman, voorstander van rechtsgelijkheid, thans, helaas, ernstig Kranksteunden. Maar wie is Polak? was, niets meer had om te geven, de ruiterij er toe moest overgaan, om het on rijpe koren af te snijden en de huizen van hun rieten daken te berooven, om er hunne paarden mee te voederen. Gelukkig bereikte men na oen vermoeien- den marsch Koniugsbergen, waar een rijke voorraad aanwezig was. De soldaten kregen voor tien dagen levensmiddelen. oor tien dagen, in welken tijd Napoleon meende een veldslag te zullen geleverd hebben, die zijn tegenstander zou verzwakken. Het was immers ook in 1805 bij Ulm, in 1806 bij Jena, in 1809 bij Regensburg desgelijks ge gaan Nog eenmaal veinsde hij te beproeven de zaak met Keizer Alexander in der minne te schikken. Daartoe noodigde hij hem uit tot eene samenkomst te Dantzig. (Een eerste uitnoodiging tot een samenkomst te Dresden was door Alexander afgewezen). De vol gende echter scheen hij te zullen aannemen: doch hij rekte slechts de onderhandelingen om tijd te winnen, en zijne strijdkrachten te verbeteren. Den 22 Juni verklaarde Napoleon aan zjjn leger dat de oorlog uitgebroken was en dat hij de Russische grenzen zou overschrijden. Twee dagen later bereikte men den Nie- men, de grensrivier tusschen Pruisen en In Eet Volk schrijft hij een en ander tegen zijn collega van Eet Volksdagblad dien hij beschuldigt van «smeerlapperij" en «vuiligheden", betitelt met den naam kerel, fvent, bourgeois, enghartige nieuw tjesjager, beroerling, parasitisch uitwas dien men »op zijn botte tronie" had moe ten slaan noemt hem een «object waaraan men zijn handen niet wil vuilmaken" en verklaart ten slotte «niet te zullen rusten voor hij hem buiten de arbeidersbeweging gescholden heeft". Schoone recommandatie ter nadere ken nismaking Wij behoeven er nog geen berouw van te hebben bij de verkiezingen in 1901 mr. Smidt en Den Hertog boven mr. Troelstra en Polak te hebben verkozen. Een zuurzoet woord van lof wijdt een liberaal blad aan de drie ministers die de Memorie van Antwoord betreffende de wij ziging van eenige artikelen van 't Straf wetboek die betrekking hebben op de voogdij, hebben geteekend. Dit gelukkige drietal is minister Loeff, geflankeerd door minister Harte en mi nister Kuyper. De volzin, over welke de liberalist, en terecht, in de handen klapt, luidt aldus: «De ouderlijke machtword(t) dan ook niet gegeven ten genoegen van de ouders maar in het belang van het kind, waaruit volgt dat bij de ontneming daar van ook het welzijn van het kind richt snoer moet zijn. De Nederl., uitroependeQuandoque bonus dormitat Homerus (Ook de goede Homerus doet wel eens een dutje een paard met vijf pooten struikelt ook wel eens) uit 't «vermoeden dat deze volzin afkomstig is uit een van de bureaux en onder de vele ministrieele beslommeringen aan de aandacht van de onderteekenaars der Memorie is ontsnapten neemt der halve niet aan «dat op dit punt het Ka binet het antirevolutionair standpunt heeft verlaten". Dit zal wel de secuurste weg zijn tegen over den minister van binnenlandsche zaken die juist het op losse schroeven zetten van 't ouderlijk gezag als een der oorzaken heeft aangewezen, waardoor het vorige Kabinet aan lagerwal is geraakten trou wens op dit punt van jaren her steeds is geweest de principiëele antirevolutionair. Kitchener seint: Verscheiden colonnes hebben Lindley op 21 Febr. verlaten en marcheerden de beide Rusland. Het was een indrukwekkende aanblik, dat groote leger te aanschouwen FranscheD en Polen, Hollanders en Zwitsers, Oostenrijkers en Pruisen, Spanjaarden en Italianen, versterkt door troepen van het Rijnverbond, een leger in reusachtigheid het Perzische gelijk, doch aan welks hoofd een grooter dan Xerxes voorttrok. Het was een leger, zesmaalhonderdduizend man sterk. In drie afdeelingen zou het Rusland binnen trekken. En Rusland Veilig mag gezegd worden dat des Heeren hand met hem was. Zjjns was de geest drift die zoo velen bezielde, toen zij den overweldiger zagen naderen. Keizer Alexander riep een vergadering van den adel en de aanzienlijken des lands bijeen waarin hij met bewogen stem om geldelijke hulp vroeg ten dienste van vader land en vrijheid. En men liet zich niet onbetuigd. Moseou alleen gaf volvaardig f 160,000. De boeren gaven hunne zonen; de kooplieden hun geld. «Ik geef vijftig duizend roebels," liet er een hooren. En ik geef twee derde van mijne bezit tingen," riep een tweede. Zoo kwamen twee miljoen roebels bij elkaar. De vaderlandsliefde deed wonderen. oevers van de Wilgerivier af, bezetten op den morgen van 23 Febr. Klipdrift en ver hinderden een afdeeling Boeren daar de rivier over te steken. De Wet, Steijn en Wessels staken met een groote afdeeling Boeren de Wilgerivier over van het Wes ten naar het Oosten op 24 Februari, maar toen zij zich tegenover Rimingtons macht bevonden, staken zij bijna onmiddellijk de rivier weer over te Scheurpontdrift, voor dat de linie tot stand gebracht was. In een noci wordt er bijgevoegd, dat de heele drijfjacht en omsingeling van de Boeren aan de Oostkust van de Wilge rivier plaats had. Het schijnt, dat De Wet, Steyn, Wessels en hun macht slechts kor ten tijd binnen het terrein waren, waar de operatie werd uitgevoerd. Dat scheelde dus niet veel of De Wet en Steyn waren weer gepakt. Doch ge lukkig, weer mis Lord Kitchener meldt nog in een telegram uit Volksrust, dat de Boerenverliezen heb ben bedragen 80 dooden, 10 gewonden en 759 gevangenen. Behalve dit groote aantal wordt nog gemeld, dat over de honderd dooden en gewonden werden meegenomen, toen de Boeren door de linie braken, in den nacht van 24 Februari, waarbij 100 doode paarden werden achtergelaten. Behalve de verliezen der Nieuw-Zeelan- ders bij die gelegenheid waren de verliezen der Engelsehen zeer gering I officier werd gewond en 4 man gedood. Het valt niet te ontkennen dat de Ma- jubadag den Boeren een groot verlies bracht, evenals de Majubadag in 1900 die voor Cronjé en zijn dapperen bij Paarde- berg zoo noodlottig was. Maar de aanval op de Nieuw Zeelanders was dan toch ook voor de Engelschen niet gelukig, daar er immers 7 officieren buiten gevecht werden gesteld. Ook had den de Boeren aanvankelijk succes. Zij hebben zich echter niet van den vijand kunnen losmaken. Van de 800 ongeveer zijn er dan toch nog 100 doorgebroken. Onder de 600 gevangenen zijn 400 Boeren door verraad of verrassing een heel laager! hun in handen gespeeld. Gelukkig dat de gevangenen steeds weer van uit Kaapkolonie worden vervangen door degelijke jongens, terwijl de open plaatsen in 'tEngelsche leger slechts door schuim kunnen worden aangevuld. Bovendien waren de verliezen der En gelschen in deze Majuba-week nog grooter. Hunne verliezen bij Klerksdorp zijn nog steeds stijgende. Het eerste bericht maakte slechts melding van 18 gewonden; thans wordt verklaard, dat de verliezen 119 man bedroegen en niet minder dan 16 officie ren en 451 soldaten zijn gevangen geno men, onder wie de kolonel; met de ge- Weldra stonden dan ook driemaal honderd duizend gewapende Rassen onder Barclay de Tolly tegen de Franschen over; insgelijks in drie afdeelingen gesplitst, echter met het voornemen den slag te ontwijken en bij de nadering der Franschen langzaam terug te trekken. En waarlijk; toen Napoleon gereed stond den overtocht over de Niemen te doen, bleken de Russen vertrokken te zijn. Men zag niets of niemand dan hier of daar een ellendigen kozak, die op hunne nadering verschrikt wegvluchtte. Een generaal werd uitgezonden om het terrein te verkennen, Napoleon, in het ge waad van een Poolschen lancier, ging zeiven zich in dien nacht van den toestand der rivier vergewissen en toen hij goed op de hoogte was gaf hij bevel de bruggen op te slaan. Daar trad het leger voorwaarts. Napoleon zelf, gewapend met een kijker, plaatste zich op een hoogte om van daaruit zijn kostelijke cohorten te zien aanrukken. Toen hij twee uren lang van dit schouwspel genoten had, steeg hij te paard, stak een der bruggen over en reed in galop linksom naar Kown, gevolgd door eenige honderden ruiters. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1