NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 73.1902. Vrijdag 7 Februari. 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN De Indruk. FEUILLETON. GROOTHEID EU VAL. LANDBOUW. Oude en versche Stalmest. Kerknieuws. Schoolnieuws. Gemengde Berichten. BLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van I5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Be Nederlandsche nota wordt over de ge- heele beschaafde wereld druk besproken, en ondubbelzinnig toegejuicht; natuurlijk in Engeland niet, wijl dit niet meer be hoort tot de beschaafde wereld. Ook de Nederlandsche pers prijst de daad en onthoudt daarbij haar hulde niet aan dr. Kuyper die van achteren blijkt op zijn reis meer gedaan te hebben dan zooals een Fransch blad voorgaf te weten een kinderjuffrouw voor zijne kinderen, waarvan de jongste stellig de 20 reeds is gepasseerd! te zoeken! Het zou de moeite loonen een bloemtuil te vlechten uit al den lof door de pers van allerlei richting hem, of liever de Nederlandsche regeering toegezwaaid. In elk geval heeft onze regeering door deze poging zich recht verworeen op de erkentelijkheid der geheele Christelijke wereld. (Tijd, r. k.). De opzet is nobel, de betoogtrant lo gisch, de ontwikkeling der motieven voor zichtig, en toch mot zekere schreden op het doel afgaandede toon is waardig bescheiden zonder zich te verlagen hof felijk maar toch zooals voegt aan een Nederlandsche regeering. (Residentieboder.k.). De poging van onze regeering (is) lof felijk in elk geval (A7. R. Crt. lib.j. Op voorzichtige wijze heeft onze Regee ring haar goede diensten aan de Engelsche aangeboden, ten behoeve van den vrede. Onze dank aan de Regeering dat zij al thans, ook nu weer, gedaan heeft wat haar mogelijk was. Nederlander vrij-ant.). Groote bedachtzaamheid van vorm en voorzichtigheid van inkleeding, bij groote waardigheid van toon. Het moge geen toon van De Ruyter of Tromp wezen, suikerzoet of louter vriendelijkheid is de toon ook lang niet. Nieuws van den Dag). Een lofwaardige en wakkere poging van onze regeering. Aan dr. Kuyper komt de dankbare hulde toe van alle Nederlanders, en alle Boerenvrienden in het Buitenland. Zonder eenig voorbehoud en met ons ganscho hart brengen wij daarvoor en voor zijn hoogst beleidvol optreden daarbij aan dr. Kuyper ons eei saluut. Arnhemsche Crt. viijz. dem.). Intusschen is door dezen stap voldoening gegeven aan nagenoeg aller wensch, en kan Nederland met dankbaarheid terug zien op deze poging. (Nieuwe Arnhemsche Crt. lib.). In elk geval heeft de regeering, die in 53 Schetsen uit het leven van Napoleon I Aan de Hollanders schreef hij »Geplaatst als gij zijt tusschen de door ue Engelschen gesloten zee en het door de I ranschen gesloten vasteland, zult gij weldra blootgesteld zijn om van ellende te sterven, en in elk geval tot machteloosheid veroor deeld zijn onder 't gewicht eener verbazend groote schuld: wordt gij daarentegen met het grootste keizerrijk der wereld vereenigd, dan zult gij ten minste het vasteland ge durende den oorlog, en gedurende den vrede de zee en het land voor u open vinden, zoodat uw handel grooter uitbreiding zal erlangen dan op het tijdstip van uw schit terendsten voorspoed het geval is geweest. Gevoegd bij die_ van Frankrijk zal uw thans vernietigde marine de roemrijke dagen be- rugzien, toon gij, aangevoerd door Tromp en de Ruijter, aan Groot Brittannië de heer schappij der zeeën betwisttet. Dat het heel anders uitkwam, is bekend. Ons bestek laat niet toe stil te staan bij de verschillende gebeurtenissen van 1810 tot 13, die ons land al meer in ellende dom pelden. "Wij deden dit reeds bij een andere gelegenheid in het feuilleton «Nederland in 1813". Wjj stippen dan ook slechts aan. Amsterdam werd tot de 3e stad des rijks deze met tact en beleid heeft gehandeld, eer van haar poging. Naast de daad mot de Gelderland van onze Koningin is ook deze handeling der regeering even zeer te waardeeren. Zij heeft daardoor het zaad gestrooid dat, zij het ook langzaam, ontkiemen kan ten goede. MiddelbCrt. vrijz. dem.). De internationale hulde aan wat onze regeering deed, die zeker na het bekend worden van de stukken in niet mindere mate zal worden gebracht, verhoogt ook ons eigen nationaal besef. (Stanadard antir.) Onze regeering verdient oprechte hulde en warmen dank voor haar edelmoedig en tactvol optreden. Centrum r. k.) De Nederlandsche regeering heeft een daad gedaan die wederom de aandacht van gansch Europa heeft gespannen en saam getrokken op dit landDit woord van erkenning is plicht jegens de regeering; een woord van dank jegens den man die haar bezielde (Nieuwe Crt.'lib.). Het tuiltje is nog lang niet af. Maar wij zullen maar ophouden. Alleen nog deze twee pas op prik u niet! Te Zaterdag Troelstra en Boissevain, de tegenvoeters, de vijanden, hoe vonden zij elkaar zoo Of het tot eenig nut strekken kon. (Handelsblad lib.). Waarom niet rechtstreeks bemiddeling aangeboden? Ook onze Christelijke re geering heeft te veel belang bij de vriend schap van Engeland Volk soc. dem.). Er is een groot verschil tusschen stal mest, die lang in den stal in den hoop of de mestvaalt heeft gelegen, en zoogenaam- den verschen stalmest, d. i. mest, die pas gemaakt is. Er hebben n. 1. in den mest zeer ingewikkelde veranderingen plaats, die niet zonder invloed zijn op de waarde van den stalmest, en waarmede rekening moet gehouden worden bij het gebruik. Evenals in den bodem, hebben er ook in den stalmest zoodanige werkingen plaats, dat de stalmeststikstof langzamerhand in salpeterstof wordt omgezet; en wanneer de mest nog langer blijft liggen, wordt het salpeterzuur door den invloed der salpeterbacteriën in vrije stikstof omgezet en ondergaat hij zoodoende zeer belangrijke verliezen. Het is echter in den halfver- rotten toestand, wanneer de stikstof in den verklaard. Parijs was de Ie, Rome de 2e. Een hooggeplaatst persoon zou er gevestigd worden, in schijn om het gemis van het koninklijk hof te vergoeden, in werkelijk heid om het volk te beter in toom te houden. Holland kreeg zes leden in den Senaat, zes in den raad van state; vijf en twintig in het wetgevend lichaam en twee raads- heeren in het hof van cassatie. De hollandsche koninklijke garde werd bij de fransche keizerlijke garde ingelijfd. Lebrun, hertog van Plaisance, een zacht moedig, rondborstig man werd, in weerwil van zijn verzet, naar Amsterdam gezonden om daar de herinneringen aan het oude hofleven levendig te houden. Hij ontving den titel van gouverneur generaal. Bij zijne komst werd de jonge prins, do zoon van koning Lodewijk opgelicht en naar Parijs gezonden, waar zijne moeder Hortensia hem verder moest opvoeden. Napoleon paaide hem met den titel van groothertog van Berg. Over de verschillende andere veranderin gen van namen en titels en toestanden in ons vaderland, evenals over de onmensche- lijke wreedheden door de prefecten van Den Haag (de Stassart; en van Amsterdam (de Celles) gepleegd, wensehen wij verder het stilzwijgen te bewaren. Wij deelen nog slechts het volgende mede: Zekere Frans Stargart, ook wel Frans met de kruk genoemd, was een schamel enge brekkig koopman te Amsterdam. Eens stond hij op de markt een visch te kerven, en zeide vorm vaf, salpeter aanwezig is, dat de stalmest het snelst en hevigst werkt. Wanneer de mest nog versch is, blijkt uit het bovenstaande, dat de stikstof nog niet aanstonds tot plantenvoedsel geschikt is. Het is daarop, dat ik ditmaal de volle aandacht eens wensch te vestigen. Zeer vaak gebeurt het, dat het land voor den winter niet in gereedheid gebracht kan worden, of dat, bij gebrek aan stalmest, deze eerst nog gemaakt moest worden. In al deze en dergelijke gevallen, wordt be trekkelijk kort voor den tijd van zaaien of poten de stalmest, kort nadat hij gemaakt is, dus als versche stalmest in den bodem gebracht. Het is duidelijk, dat hij dan als plantenvoedsel nog niet den dienst zal kunnen verrichten, dien men ervan verwacht. Wel zal de stikstof van den mest wanneer het jaargetijde vordert en de temperatuur van den bodem stijgt de planten ten goede komen, doch niet aanstonds. Het is in zulk een geval zaak, de planten in haar opkomst en eersten groei te helpen door stikstofbemesting, die aanstonds dienst doet, waarvoor natuurlijk chilisalpeter in de eerste plaats in aanmerking komt. Dus ook in gevallen, waarin men niet het plan had een chilibesmesting te geven, omdat de stalmest voldoende zou zijn, of om eenige andere reden, is toch wanneer bo vengenoemde omstandigheden zich voordoen een kleine hoeveelheid chilisalpeter, ge strooid, over den bezaaiden of bepoten akker hoogst noodzakelijk om de planten aan het groeien te krijgen en ze gedurende de eerste groeiperiode te steunen. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Papendrecht door J. Haring te Bleskensgraaf. Geref. Kerken. Beroepen te De Lier H. Buitenhuis te Vreeswijk. Te 's GraveDhage had men gisteren een goed geslaagden «Provinciale Vrije-Univer- siteitsdag". Dr. A. Kuyper Jr. uit Makkum, dr. Bouwman, psychiater te Loosduinen (Bloe- mendaal) en mr. S. de Vries Czn., dis trictsschoolopziener te Amsterdam traden op. Er volgde een aangename discussie on de sprekers werden luide toegejuicht. De heer Jongejan „van Oud-Beijerland daarbij tot de omstanders: «Ik wou dat ik Nappie zoo onder handen had." De man zei overluid wat in de harten van duizenden leefde. Een stille verklikker bracht oen en ander aan, de politie kwam en sleepte den onge- lukkigen gebrekkige naar buiten de stad, waar hij als een hond werd doodgeschoten. Was het wonder dat velen den overwel diger haatten, en het gebed vermenigvul digde: «Heere, wend onze gevangenis, gelijk waterstroomen uit het Zuiden." XLIII. EEN KEIZERLIJK BEZOEK. In September 1811 werd Nederland door den Keizer en de Keizerin bezocht, 't Was op denzelfden tijd dat Janssens, Daendels' opvolger, Indië's laatste bolwerk, Batavia, aan de Engelschen overgaf. Napoleon stelde zich in 't oog loopend zachtmoedig aan. Dat de Nederlanders hem overal luidbundig toejuichten, was bewijs genoeg dat de «oawbegrippen en wanbe- ginselen der revolutie diep wortel geschoten haddenen het gif der valsche vrijheid en van het ongeloof tal van de beste karakters bedorven, het nationaliteitsgevoel gedood had. Dezelfden die eens den Prins van Oranje hadden toegejuicht, dansten later op den Dam onder den Vrijheidsboom de Carma gnole; legden zich neder bij de verheffing van Schimmelpenninck, haalden daarna met kwam op tegen de geleerde termen en vreemde woorden in de referaten, zoodat velen er de helft niet van hadden begrepen. Aan het slot der vergadering trad, onder donderende toejuichingen en luide geroep van «leve dr. Kuyper!", door het geestdriftig publiek aangeheven, minister Kuyper binnen, door den voorzitter begroet, die.zijn leedwe zen te kennen gaf, dat de vergadering reeds haar einde was genaderd en de hoop uit sprak, dat de minister thans wellicht nog een enkel woord zou willen spreken. Dr. Kuyper, aan dezen wensch gehoor gevend, achtte het een voorrecht in deze vergadering te hebben kunnen tornen, al was het ook laat, omdat zijne bezigheden hem niet vergund hadden eerder te komen in dezen kring en spr ak zijn erkentelijkheid erover uit, te zijn ontvangen met zoo warme blijken van sympathie. Was lip, tot hoo- ger betrekking geroepen, thans genoopt af gescheiden te leven van dat deel des volks waarmede hij vroeger om zoo te zeggen opstond en zich ter ruste begaf, het deed hem goed dat wederom gebleken was hoe onzichtbaar, maar onverbreekbaar dezelfde band van gehechtheid tusschen hem en dat volksdeel was blij ven bestaan en voortwerken. 's Ministers beste steun bij de vervulling zijner taak bleef dan ook de gedachte aan de trouw waarmede het Christenvolk in den lande zich verknocht en verbonden gevoelde aan de hem en dat volk dierbare en hei lige beginselen. Was beider taak thans verschillend ge worden, de minister achtte het plicht niet te verslappen in den strijd en achtte het taak van het volk om eveneens voort te gaan op het ingeslagen pad. Daarom was het hem verkwikkelijk hier eene zoo groote schare te zien samengebracht. Zijn taak was echter niet meer te spreken op een vergadering sis deze, doch bescheiden op het terrein van den staat te doen wat noodig is ter bereiking van bot doel. Hij was alleen hier gekomen om blijk te geven van zijn hartelijke en onverbreekbare belang stelling in wat allen hier had bijeengebracht. Na deze luide toegejuichte toespraak werd de openbare samonkomst gesloten. Goes. De heer ds. Ruysch van Dugteren, van Ritthem, treedt Donderdag 13 Feb. a. s. alhier op voor den Chr. Werkmansbond. Goes. Er is nogal valsch geld in om loop. Wij waarschuwen het publiek, hierop goed toe te zien. In een paar dagen werden geestdrift hun koning in, en verheugden zich thans in hun keizer. Dit is inderdaad bedroevend, ook al mag voor velen tot ver ontschuldiging dienen dat vrees voor dood of gevangenis hen tot deze karakterloosheid had gebracht. Napoleon had zijn tocht gemaakt over Boulogne, Ostende, Breskens, Vlissingen, Middelburg, Veere, Terneuzen, Bath, Ant werpen en van daar naar Willemstad, Hellevoetsluis, Dordrecht en Gorkum. De keizerin reisde van St. Cloud (Parijs) over Brussel, Antwerpen en Breda naar Gorkum. Vandaar reisden de echtelieden samen naar Utrecht. Dirk van Hogendorp, broeder van Gijsbert Karei, vergezelde den Keizer op zijn rit door deze stad. De Keizer luisterde met belangstelling naar de verschillende mededeelingen, die de heer van Hogendorp omtrent Dtrecht en hare omstreken deed. Terwijl Napoleon te Utrecht was maakte de maire (burgemeester) van Amsterdam de schittorondste toebereidselen tot zijn ont vangst. In zeer opgeschroefde manifesten trachtte hij (v. Brienen van de Grootelindt) de burgerij op te wekken om (door kunst matige of natuurlijke toejuichingen) den keizer blijk te geven van hare blijdschap over de eer zijner komst. Het lust ons niet al deze opgeschroefde uitnoodigingen en walgelijke maatregelen van den maire en de door hem of anderen ingeblazen pers uit die dagen te volgen. Het woord was dat de keizer veertien dagen te Amsterdam 2 valsche guldens bij den commissaris van politie alhier gedeponeerd. Goes. Gisteren werd ten stadhuize al hier aan belanghebbenden gelegenheid gegeven tot het indienen van bezwaren tegen de uitbreiding, welke het gemeente bestuur van Goes wenscht te geven aan de mestvaal-inrichting, in verband met de uitloozing van het met eenige carboldeelen bezwangerd spoelwater der tonnetjes. Naar wij vernemen werden bezwaren ingediend door de h.h.J. Oele, namens eenige eigenaren van landerijen in den Goeschen polder, W. Kakebeeke, namens het Polderbestuur van den Goeschen Polder en B. M. den Boer, namens het Burgerlijk Armbestuur van Goes. Zij hadden bezwaar tegen den afvoer van carbolwater naar de slooten van den Polder, omdat zij vreesden, dat daardoor op den langen duur alle drinkputten zouden worden bedorven en zij daardoor verhinderd zouden zijn het land, dat in de nabijheid lag, tot kunst- weide te maken. Daar kunstweiden dik wijls worden verplaatst, zouden deze soms ver af, maar soms ook dicht bij de mest vaalt kunnen liggen. Ook was men bang, dat de sterfte onder de visch in de slooten nog grooter zou worden, indien daarin carbolwater werd afgevoerd. Eindelijk dacht men ook, dat de bodem der slooten zou kunnen worden doortrokken van carbol en als slik uit die slooten over het weiland werd uitgestrooid, dat dan ook die grond de carbol zou opnemen. Men verzocht daarom het afgevoerde water eerst te zuiveren of in het geheel geen water naar de Polderslooten af te voeren. (G. CrtJ Goes. Het comité voor een gemeente diacones is aanvankelijk uitnemend ge slaagd in zijn pogingen. Reeds nu kan het beschikken over een f 600, te Goes en te Kloetinge samengebracht. De Diacones zuster Sophie Scheeling, is heden uit het Haarlemsch Moederhuis hier aangekomen. Met ingang van 16 Februari a. s. is benoemd tot brieven- en telegrambesteller te Wemeldinge Ph. Meulenberg, thans post bode te Kortgene. De vacature-Meulenberg wordt niet meer vervuld wegens het op heffen van den bodeloop en het vervangen daarvan door een postrit. (G. Crt.) Aan Marten Hoogerhuis is gratie verleend van het nog niet ondergane gedeelte van zijn straf waartoe hij 17 Juni 1896 werd veroordeeld wegens de inbraak te Britsum. (Nieuwe Courant. zou blijven. Daarom zond hij den groot hofmaarschalk Ducros vooruit om de ver blijven in gereedheid te brengen. Het oude stadhuis op den Dam, laatstelijk tót paleis voor koning Lodewijk ingericht geweest, zou insgelijks, in weerwil van zijn zeven kleine deuren, en het gemis van een hoofd deur den keizer tot tijdelijk veiblijf ver strekken. Maar er waren geen stallen aan dit oude paleis verbonden. De stallen van koning Lodewijk stonden zoo ve.r van 't paleis dat Ducros het onraadzaam vond ze voor den Keizer in gebruik te nemen. Als de keizer rijden wilde, moest hij niet zoo lang behoeven te wachten, 't Was dus noodig loodsen op te slaan op de bloemenmarkt. Maar hoe die te ontruimen Met geweld, dat ging niet; want de Keizer had gezegd dat men de bevolking zoo min mogelijk overlast zou aandoenen daar stonden nog tal van bloemenhandelaars met hunne waar, Doch Ducros wist raad. Hij kocht al de bloemen op, die op de markt uitgestald waren en gaf ze weg aan de toeschouwers, op voorwaarde dat zij er dadelijk mee naar huis gingen. En zoo deden zij. In een oogenblik was de markt ontruimd, en eenige honderden werklieden begonnen loodsen op te slaan die dienen moesten voor 's keizers stallen. Wordt vervolgdJ

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1