NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 72.1902.
Donderdag 6 Februari
16e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Schooiigewasscheii
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 (pent, iedere regel
meer 10 cent.
De redactie van Het Volk heeft zich
gehaast den indruk weg te nemen van de
strijdlustige, voor ons Christenvolk grie
vende woorden van hare geestverwanten,
waarop wij de vorige week met aanhalin
gen uit het verslag van Het Volk zelf, de
aandacht vestigden.
Zij zegt:
Wat onze vijanden „koketteeren met de
godsdienstige arbeiders noemen" is niet an
ders dan het direkt uitvloeisel van ons stand
punt in den klassenstrijd, dat ons in den ar
beider niet den aanhanger van een of ander
geloof, doch den door het kapitaal uitgebui-
ten proletariër doet zien. In een vergadering
van vrij denkers moge die frase terecht
pakkenzij is in den mond van een sociaal
democraat niet alleen om taktische, maar
vooral om principiëele redenen totaal mis
plaatst.
Wij nemen gaarne aan dat de redactie
inderdaad den Chr. arbeider in zijn ge
loof wil vrij laten. Toch geeft zij hare
vrienden geen ongelijk. Immers in een
vergadering met vrijdenkers mogen zij 't
wel zeggenniet in een vergadering met
„klassegenooten."
De partijgenooten zijn alleen maar on
voorzichtig geweest, doch gelijk hebben
zij, wil zij zeggen.
Trouwens mr. Troelstra heeft het in
zijn jongste debat met ds. Talma ruiterlijk
uitgesproken:
„Volmondig erken ik dat het Socia
lisme niet vereenigbaar is met het
Godsbegrip der Calvinisten."
Wat is dat anders dap hetgeen hij zijn
partijgenoot Vliegen verwijt
Onze slotsom blijft dat Vliegen gelijk
had met te zeggen dat een kat een kat is.
En wij voegen er bij: een kat blijft een
kat, ook al trekt zij bij gelegenheden haar
nagels in.
In de herhaalde verzekering van Het
Volk dat „godsdienst is een private zaak"
stellen wij dan ook geen vertrouwen, na
de opgedane ervaring.
De aanhaling van Vliegenwij willen
overal dwang wordt door Het Volk aldus
verzacht
Het zijn immers onze vijanden, de liberalen
en anarchisten, die zóó spreken, als zij een
karikatuur van ons streven willen maken.
Wij willen juist de vrijheid en schromen
niet, de ekonomisch sterken te dwingen,
om haar aan de ekonomisch zwakken te ver
schaffen. Hieruit volgt natuurlijk niet, dat
wij op „dwang" verliefd zijn; óók niet, dat
wij één deel der arbeiders zouden moeten
dwingen, in ons de vijanden van hun gewe
ten te zien, door hun het recht te ontnemen,
hunne kinderen naar een school te zenden,
zooals zij die wenschen! Door deze beide
soorten van dwang op één lijn te stellen en
onze partij voor te stellen als een specialiteit
in „dwingen", geeft men maar al te veel aan
leiding tot uitroepingen als die, waarmede de
„N. Prov. Gron." deze zinsnede begroet:
„Zoo spreekt een partijgenoot van dezelfde
partij, die in de verkiezingsdagen vrijheid
predikt."
Dus dan toch wel degelijke dwang.
Troelstr en Vliegen zijn het hierin eens
(Zij) „schromen niet de economisch sterken
te dwingen om de vrijheid aan de econo
misch zwakken te verschaffen."
Ook zijn zij 't eens dat het clericalisme
het volk dom houdt, al voegt Het Volk
er handig bij dat hier niet de antirevolu
tionairen bedoeld zijn.
Wij durven gerust volhouden dat Het
Volk hare geestverwanten niet heeft schoon-
gewasschen, dat godsdienst en socialisme
wel degelijk onvereenigbaar zijn; dat de
opperheerschappij van 't socialisme dwang
voor vrijheid brengen zou.
Nog in 't no. van heden levert mevrouw
Roland Holst in aansluiting aan de open
bare onderwijzers er een staaltje van met
haarBe Staatsschool voor allen.Gem
subsidies meer aan de secte-school
In een artikel „Slangenlist" verant
woordt zich de heer Vliegen in Het Volk
van 31 Jan. flij beschuldigt de antirev.
pers van valsch citeeren. Nu, tegenover
ons zou hij deze beschuldiging moeilijk
kunnen waar maken, wijl wij uit zijn
eigen blad hebbeD geciteerd.
Aan zijn dwanguitlating zegt hij
evenwel terecht had hij doen vooraf
gaan den volzin: „De enkele sociaal de
mocraten die zich hebben uitgesproken
voor de vrije school, hebben zich laten
meesleepen door hun gevoel voor vrijheid.
Maar vrijheid voor de fyeersehende betee-
kent dwang voor de overheerschte klasse."
Gaarne nemen wij hiervan nota.
Maar wat bewijst de schrijver er mee?
Dat hij 't met mr. Troelstra eens is.
Bovendien eene partij moet er naar
streven 't gansche volk te dienen. De
natie bestaat uit vijf vijfden, zei mr.
Modderman reeds een kwart eeuw geleden.
Maar dan moet die partij niet gelijk
de socialistische op den grondslag van
den klassenstrijd staan. In dat stelsel is
dwang onvermijdelijk, en daartegen gaat
juist het protest van alle antirevolutio
nairen.
Zij heeft het de liberale partij gedurig
toegeroepen, en zal dit ook de uit haar
uitgekomen sociaal democratische partij
blijven doen.
Overigens schijnen Vliegen en Troelstra
op dit punt te verschillen dat eerstge
noemde wel degelijk ons bij de cleriealen
indeelt, en nog wel met de insinuatie er
bijClericalisme is het gebruiken van
godsdienstig, geestelijk, kerkelijk gezag
ten bate van wereldlijke, politieke doel
einden en dat gezag wordt evengoed ge
dreven door de antirevolutionairen en
Christelijk historischen als door katho
lieken." (Dus door alle antirevolutionai
ren en niet door alle katholieken Laten
deze twee sociaal democraten dit samen
maar uitvechten.)
5 Februari 1902.
De Stappen, door de Nederlandsche
Regeering gedaan, inzake den
oorlog in Zuid-Afrika.
De mededeeling, door de Nederlandsche
Regeering aan de Engelsche regeering ge
zonden, luidde aldus
1. Naar het inzicht van de Regeering
van Hare Majesteit de Koningin ligt in de
exceptioneele omstandigheden, waarin een
der oorlogvoerende partijen in Zuid-Afrika
zich bevindt, en die haar beletten zich
rechtstreeks met de andere in verbinding
te stellen, een' der redenen die rusteloos
en zonder einde in die streken een oorlog
doen voortwoeden, die de bron is van zoo
groote ellende.
2. Inderdaad is het een geheel excep
tioneele omstandigheid, dat een der beide
oorlogvoerende partijen geheel ingesloten
en van de buitenwereld afgesloten is en
dat de vertegenwoordigers der Boeren in
Europa zich verstoken zien van alle mid
delen van gemeenschap met de veldheeren,
die aan het hoofd van hun troepen staan.
Hieruit toch wordt de ongelegenheid ge
boren, dat de autoriteiten, die van de zijde
der Boeren zouden moeten onderhandelen,
in twee groepen verd.eeld zijn die elk mid
del missen om met elkaar overleg te plegen.
Het is duidelijk dat de gedelegeerden der
Boeren in Europa onmachtig tot handelen
zijn, omdat ze den stand van zaken in
Zuid-Afrika niet kennen, en dat de Boeren
te velde zich moeten onthouden van het
doen van stappen, omdat zij niet op de
hoogte zijn van den stand van zaken in
Europa.
3. Bovendien zijn de gedelegeerden in
Europa gebonden door hun geloofsbrieven,
opgesteld in Maart 1900, en die hen zoo
nauw aan de onafhankelijkheid der repu
blieken binden, dat het hun zelfs niet ge
oorloofd zou zijn, hei herstel van den status
quo ante bellum te aanvaarden, indien niet
tegelijkertijd de wijze, waarop later op-
De toestand gelijk die was vóór het
uitbreken van den oorlog.
komende geschillen konden beslecht worden,
werd vastgesteld.
4. Deze omstandigheden doen de vraag
rijzen of niet een aanbod van goede diensten
van de zijde eener onzijdige mogendheid
met vrucht zou kunnen gedaan worden ten
einde onderhandelingen mogelijk te maken,
die anders niet zouden kunnen worden
aangeknoopt.
5. Uit dien hoofde ware het van belang
te achten, indien zekerheid kan worden
verkregen omtrent de vraag of de Britsche
regeering genegen zou zijn, gebruik te
maken van de goede diensten van een on
zijdige mogendheid bijaldien deze goede
diensten zich bepaalden tot het met elkander
in aanraking brengen van de onderhande
laars van beide partijen.
6. Allicht ware de Regeering van Hare
Majesteit de Koningin te beschouwen als
voor deze taak aangewezen naardien de
gedelegeerden der Boeren zich in Neder
land bevinden en alleen bij deze Regeering
geaccrediteerd zijn.
7. Bijaldien de Britsche regeering in
dit gevoelen mocht deelen, zou er aanleiding
voor de Regeering van Hare Majesteit be
staan om aan de gedelegeerden der Boeren
de vraag voor te leggen of zij bereid zouden
zijn, zich naar Zuid- ifrika te begeven, om
met de leiders der Boeren aldaar overleg
te plegen, ten einde na een verblijf aldaar,
waaryan de duur zou zijn vast te stellen
(b.v. van 14 dagen) naar Europa terug te
keeren, voorzien van volmachten, die in
alle gebeurlijkheden voorzagen en die hun
bevoegdheid gaven tot het sluiten van een
vredesverdrag, dat zoowel de Boeren in
Europa als de Boeren in Afrika op omlos-
makelijke wijze bond.
8o. Volgde op die vraag een bevestigend
antwoord, dan zou het noodig zijn dat de
regeering van Zijne Britsche Majesteit aan
de Nederlandsche Regeering drie brieven
van vrijgeleide toevertrouwde die de Boeren-
gedelegeerden in staat stelden zich vrije
lijk naar Afrika te begeven, er den vooraf
bepaalden tijd vrijelijk te verkeeren en
vrijelijk naar Europa terug te komen.
Bovendien zou het dan noodzakelijk zijn
dat het Britsche Gouvernement hun het
vrije gebruik van een telegraflschen code
toeliet, ten einde de plaats te doen aan
wijzen, waar gemelde gedelegeerden de
Boerenleiders zouden kunnen ontmoeten.
9o. Na hun terugkomst zon de Regeering
van Hare Majesteit de Koningin hen in
aanraking knnnen brengen met de gevol
machtigden door de Regeering van Zijne
Britsche Majesteit voor dit doel aange
wezen, en zou zij aan deze heeren volgaarne
die noodige localiteit voor hunne beraad
slagingen ter beschikking stellen.
10. De Regeering van Hare Majesteit
de Koningin zou daarmede haar taak als
geëindigd beschouwen.
11. Het behoeft geen betoog, dat
desniettegenstaande de mogelijkheid blijft
bestaan, dat de aldus aangeknoopte onder
handelingen niet tot het doel zouden leiden,
maar de mogelijkheid van het tegendeel is
evenmin uitgesloten, en bij dien stand
van zaken schijnt het gewenscht het aan-
knoopen van onderhandelingen te bevorde
ren, in de hoop dat deze het gewenschte
gevolg hebben mogen.
En met het oog op de moeielijkheid die
er althoos qoor een oorlogvoerende phrtij
in ligt om hiertoe den eersten stap te doen,
zou het zaak kunnen zijn dat een derde
zich hiertoe leende en dienst deed als
tusschensohakel.
Het antwoord der Engelsche regeering
is: lo. een besliste afwijzing van eenige
bemiddeling; zij is er zelfs niet van ge
diend dat eenige mogendheid zou willen
trachten de twee partijen tot elkander te
brengen2o. een besliste weigering van
vrijgeleide voor Kruger, Leyds, Fischer,
Wessels, Wolmarans of wien ook hier in
Nederland, die met De la Rey, De Wet,
Botha, Burger, Steyn of wien ook zou
willen gaan spreken, en daarna met
definitieve plannen naar Europa zou willen
terugkeeren. De Engelsche regeering maakt
zonde van de menschenlevens die tijdens
deze driemaandelijksehe reis nog zouden
verloren gaan, terwijl zij bovendien als
het meest in staat en alleen bevoegd tot on
derhandelen (president) Steyn «namens de
Boeren van Oranjerivier-kolonie" en Burger
«namens de Boeren van Transvaal" aanwijst;
3o. een zijdelingsche wenk aan de Boeren
hoo te handelen, dat oen verzoek om vrijge
leide voor een der straks genoemde in
Nederland vertoevende gedelegeerden zou
kunnen overwogen worden doch daar zij
volgens de Nederlandsche regeering, geen
instruction van latere dagteekening dan van
Maart 1900 hebben, „ware het blijkbaar het
snolste en meest afdoende middel om tot
eene schikking te geraken, dat de aan
voerders der Boeren in Zuid-Afrika zich
in rechtstreeksche verbinding stelden met
den opperbevelhebber van Zijner Majesteits
troepen, die reeds last heeft bekomen om
elk voorstel, dat hij mocht ontvangen, on
middellijk ter overweging aan Zijner Ma
jesteits Regeering op te zenden" en 4o
het besluit dat, «indien de Boerenleiders
in onderhandelingen mochten wenschen te
treden met het doel om den oorlog te doen
eindigen, de onderhandelingen niet in
Europa, maar in Zuid-Afrika moeten plaats
hebben".
Wie Engeland en zijn Chamberlains
kent, zal ons toegeven dat dit al veel ge
wonnen is.
Bemiddeling, dat verbiedt zijn trots.
Maar de pijn heeft hem tot luisteren en
praten in staat gemaakt.
Hij trekt openlijk zijn bewering in dat
de Zuid-Afrikaansche republieken ingelijfd
zijn en er niemand daar is die met hom
mag onderhandelen.
Zijn trots is dus gebroken. Hij is weer
genaakbaar. Dat oogenblik van goeden
luim neme men nu waar.
Natuurlijk buiten bezwaar van 's lands
onafhankelijkheid.
En dan desnoods zoo onverhoopt dit
vrijgeleide bezwaar blijft, na telegra
fische samensprekingen tusschen de Boeren
in Nederland en Zuid-Afrika.
Nu zelfs een oude zondaar als Engeland
zich, zij het ook maar een weinig, tot
deugd zet, moet men beginnen, ook op
draadgebied, hem volkomen te vertrouwen.
Uit een vraaggesprek na 't bekend wor
den van het antwoord der Engelsche re
geering door een Haagschen bladschrijver
en een der leden van de Zuid-Afrikaan
sche deputatie gevoerd blijkt dat dit lid
zeer, zéér dankbaar zich betoonde jegens
onze regeering voor haar optreden bij de
Engelsche regeering, de wijze waarop zij
dit deed, -en de groote sympathie voor
't lijden in Zuid-Afrika die er uit spreekt.
Natuurlijk kon dit lid niets zeggen van
een mogelijk vast te stellen nieuwe ge
dragslijn, doch hij achtte het Engelsche
antwoord volstrekt niet vijandig, integen
deel zeer welwillend, daar het er op wijst
dat de Engelsche regeering van haar zijde
niet onbillijk is en ruimte laat voor een
aanknoopingspunt, indien ten minste de
Engelsche regeering, gesteld dat de depu
tatie in het antwoord op de nota een wenk
zag dien zij kan opvolgen, niet later voor
waarden zou stellen die onoverkomelijk
zouden blijken bij mogelijke pogingen die
van de zijde der Boeren-deputatie zouden
worden aangewend.
Een Fransch dagbladschrijver doet van
een vraaggesprek met dr. Kuyper, vóór 't
weigerend antwoord der Engelsche re
geering op de nota der Nederlandsche be
kend was, gevoerd, het navolgende verslag.
De minister geloofde aan een groote ze
delijke uitwerking. »De opgewondenheid
die in de geheele wereld veroorzaakt is
door de tusschenkomst van onze regeering
vervolgde hij de hartstochtelijke be
langstelling waarmee men er de verschil
lende fazen van heeft gevolgd, leveren er
het bewijs vanIk heb tallooze uit
knipsels en commentaren van dagbladen
gelezen en heb nergens een wanklank ge
vonden. Dat alleen de aankondiging van
een mogelijk herstel van den vrede zulk
een blijdschap gewekt heeft, is een feit
van beteekenis. De geheele wereld ver
langt vurig naar het einde van deze ver
schrikkelijke worsteling. Dit is thans op
afdoende en onbetwistbare wijze aan den
dag gekomen".
Kunnen, vroeg de journalist verder, de
voorstanders van den vrede nog hoop blij
ven koesteren
«Men moet steeds hoop houden, was het
antwoord. De vrede zal tot stand komen,
omdat allen hem wenschen zelfs in En
geland. Ik ben naar Engeland geweest.
Ik heb, alvorens te handelen, een persoon
lijken indruk willen krijgen. Ik heb willen
weten, uit welken hoek de wind woei.
Welnu, de wind is den vrede gunstig. De
Koning zelf verlangt er vurig naar. Hij
wil hem vóór zijn kroning. Geve God
dit
Dr. Kuyper scheen het ook te betreuren
dat de sympathieën voor de Boeren zoo
dikwijls zulk een duidelijk aanvallend ka
rakter jegens Engeland hadden aangeno
men. Engeland zou zoodoende den indruk
krijgen dat het nog andere vijanden te be
strijden had dan hen tegen wie het met
de wapenen in de hand vecht. Vandaar
haar buitengewone gevoeligheid in alles
wat de Zuid-Afrikaansche kwestie raakt.
Het initiatief van Nederland zou niet
vergeefsch geweest zijn want aan de ont
zaglijke opbeuring die de geheele wereld
had bij de stap van onze regeering, heeft
Engeland moeten zien dat haar beste vrien
den het herstel van den vrede verlangden.
«De zaadkorrel is gezaaid, zij zal kiemen,"
meende dr. Kuyper. JY. 11. C.
Wij vertrouwen dat onze vrienden op
alle plaatsen zullen zorgen dat hunne geest
verwanten die er voor in aanmerking kunnen
komen aangespoord worden om zich vóór
15 Febr. te gaan aangeven als loonkiezer,
huurkiezer, examenkiezer, boekjekiezer,
pensioenkiezer.
Loonkiezer heeft eenvoudig te gaan zeg
gen dat hij 't door de wet gevorderde loon
verdient. Hij behoeft niet te zeggen hoe
veel. Maar het minimum-inkomen moet
per jaar bedragen te
Vlissingen f 450. Middelburg f 400. 't
Zand en Souburg f 350. Goes, Ierseke, Brig-
damme, Neuzen (kom) en Zierikzee f 325.
Overige gemeenten op de eilanden, als
mede Axel (kom) en Hulst f300. Overige
gemeenten op Zeeuwsch Vlaanderen en
Axel en Neuzen buitengemeente f275.
Huurkiezer moet een woning hebben of
huren met een huurprijs per week van
Vlissingen f 1.75. Middelburg fl.50. Zand
en Souburg fl.25. Overige gemeenten op
de eilanden, benevens Axel (kom) en Hulst
f 1. Overige deelen van Zeeuwsch Vlaan
deren f 0.75.
Vrije woning of inwoning wordt bere
kend te Vlissingen f87.50. Middelburg f 75.
Zand en Souburg f 62.50. Goes, Ierseke,
Brigdamme, Neuzen (kom) en Zierikzee
f50. Overige gemeenten op de eilanden met
Axel (kom) en Hulst f37.50. Overig deel
van Zeeuwsch Vlaanderen.f25 terwijl vrije
kost en inwoning aldaar berekend wordt
Vlissingen f300. Middelburg f275. Zand
en Souburg f250. Goes, Ierseke, Brig
damme, Neuzen (kom) en Zierikzee f225;
overige gemeenten op de eilanden met Axel
(kom) en Hulst f200. Overig Zeeuwsch
Vlaanderen f175 'sjaars.
Men denke er aan, tot 15 Febr. hebt gij
den tijd om u aan te geven. Na 15 Febr.
is uw beurt voorbij.
Aangeven kan elk zich die voor of op
15 Mei 25 jaar hoopt te worden.
Belastingkiezers behoeven zich niet aan
te geven.
Is de lock-out de uitsluiting op de