N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 64.1902
Donderdag 23 Januari,
16e jaargang.
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
ieljrarg.
Ocster-Öcfjelte
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Engeland en Transvaal.
UKOOTIIËID EK VAL.
PRUS DER ADVERTENTIËN
I! TELEGRAAF.
Jan.
en van Antwerpen
Maandag) s'morg. 7,u
'OORBOOTDIENST
d e, Huls tV lake
500TDIENST.
l naar Ylake vtn. 6,
Lsoorden onmiddellijk na
correspondeerende trein
:5, 5,20.
3NDIENST.
r "Walsoorden vm. 7,80
>5.
onmiddellijk na aankomst
vm. 9,en 11,30 n.m.
e n s t „SCHELDE"
Jan.
Van Rotterdam.
's midd.
Dins. 21
Woen 22
Dond. 23
Vrijd. 24
Zater. 25
Zond. 26
Maan. 27
Dins. 28
Woen.29
Dond. 30
1 Vrijd. 31
9,30
10,—
10,-
10,-
10,-
10,-
10,-
10-
10,—
10-
10,—
[BOOTDIENST
„BURG en ZIERIKZEE.
Jan.
Van Zierikzee.
lidd.
5 Dinsd.
Woen.
Dond.
Vrijd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dinsd.
Woen.
Dond.
Vrijd.
'smorg. 'smidd
21 7.50 1,30
7,50
6,30
7,50
7,50
7.50
7,50
7,50
7,50
6,30
7,50
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1,30
2,-
1,30
1,30
1,30
1,30
1,30
2-
1,30
shaven- Steenbergen.
15 7,35 10,23 2,7 3,53 7,45
56 8,1611,4 2,48 4,34 8,16
110,1611,9 2,53 4,398,20
10,53 11,52 3,36 5,229.13
10,56 11,56 3,40 5,269,17
Per boot.
6,— 10,—4,35(*)
7,— 12,6 5,36(*)
.aren] 8,46 1,51 7,21(*)
10,45 3,40 9,5(*)
7,35 1,50
7,3 9,15 12,1 3,50 5,35 9,25
10 9,20 12,6 3,55 5,409,30
5,559,5012,454,256,10
or
7,20 12,13 5,50
7,43 12,34 2,356,13
8,2 12,48 2,54 6,32
8,13 12,55 3,5 6,43
8,30 1,10 3,22 7,—
'ram.-
oosendaal 9,25 1,20 7,30
n-op-Zoom 9,30 2,10 7,18
Cram:
oosendaal 9,10 4,7,10
jrgen op Z 9,20 4,9 6,40
9,30 1,40 4.10 7,20
9,58 2,8 4,32 7,42
10,18 2,28 4,50 8,—
10,40 5,10 8,20
Per boot.
10,— 12,50 4,35 6,15
L0 7,20 10,50 5,15 8,25 9,35
,45 7,30 10,55 5,20 9,40
10,45 3,40 9,10
7,35 1,50 6,10(*)
9,19 3,38 8,5
11,4 5,25 9,45(*)
*12,45 6,10
ïaven)
55 11,13 1,35 5,30 8,34 9,50
28 11,16 1,38 5,33 8,37 9,5c
11,59 2,21 6,16 9,20 10,36
26 12,4 2,26 6,21 9,25 10,52
9.8 12,46 3,8 7,3 10,7 11,23
itober, Maart en April.
esche Spoortjjd.
1,55») nm. 3,30 i)
L2,20«) nm. 3,55
.0,25 nm. 1,55/7
0,45 2,15
Ll,55 3,30i)
12,15
3,10.
3,50.
3,50
3,30 naar Breskens Bors-
6,10 van Vlissingen naar
gemaakt.
55 n. m. van Neuzen naar
ELKBN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
Uit het blauwboek omtrent de concen
tratiekampen blijkt nog nader, dat bet
sterftegetal in December oüder de kinderen,
per 1000 en per jaar 372 bedroeg. In Augus
tus bedroeg dit 354, in September 433, in
October 572, in November 469.
In November waren er 57,945 kinderen
in de kampen, in December 56,424. Voor
de eerste maal is dezen keer een vermin
dering in bet aantal opgesloten kinderen
merkbaar.
In zeven maanden stierven 12,265 kin
deren.
De Boeren voeren thans een guerilla-
oorlog.
L. Penning bekend om zijn «Oorlog
in Zuid-Afrika" waarvan thans bij Daamon
te Rotterdam reeds de 55e aflevering ver
scheen schrijft omtrent de guerilla en som
mige harer aanvoerders in een Ameri-
kaanscb blad bet volgende
Danie Theron, aan wien ik nooit dan
met eerbied en weemoed kan denken, was
de oprichter van een der uitstekende Ver
kennerscorpsen die tegen Engeland hebben
gestreden, en onder zijn leiding ontwik
kelden zich de latere guerilla-aanvoerders,
die aan de Engelscben tot op dit oogen-
blik de grootste last en moeite veroor
zaken.
Een der luitenants van Danie Theron
was Manie Maritz de veelgenoemde
Maritz, die zich na den dood van Dame
Theron een eigen corps vormde, en zich
in de Westelijke Kaapkolonie vastzette,
waar hij nog is. Hij is een jonge man van
ongeveer 28jaar: middelmatig van grootte,
stevig gebouwd, gespierd als een leeuw
en donker van opslag. Hij is een gewezen
politiedienaar van Johannesburg, en draagt
altijd een kbaki nniform. Hij weet, dat
die khaki uniform hem bet leven zal kos
ten, als de Engelscben hem te pakken
krijgen, maar bij waagt bet er op. Zijn
vermetelheid doet zijn vrienden dan ook
wel eens don angst om bet hart slaan, en
de vrees is een begrip, dat in zijn woor
denboek niet vermeld staat.
Ook Pretorius is een gewezen luitenant
van Danie Theron, en voelde den onweer-
staanbaren drang in zich opkomen, om
eveneens een vrijcorps op te richten. Hij
doet in moed, beleid en dapperheid voor
Maritz niet onder, en heeft haast onmoge
lijke stukken bestaan. Hij kreeg het een
48
FEUILLETON.
as.
Schetsen uit het leven van Napoleon I.)
XXXVIII.
MARIA LOUISSE.
Zondag 21 Januari 1810, na afloop der
mis, kwamen eenige beeren, waaronder ook
prins Eugenius, Josephine's zoon, daartoe
uitgenoodigd, in de Tuileriën met den keizer
samen om te spreken over de keuze van
een gemalin. Drie vorstinnen worden ge
noemd lo. Prinses Anna van Rusland
2o. Maria Louise van Oostenrijk: 3o. de
dochter van den koning van Saksen.
De Saksische viel al spoedig van de lijst
af. Een huwelijk met baar, hoezeer ook
door Saksens koning begeerd, zou nietluister-
rïï'k genoeg zijn. Prinses Anna was volgens
bet oordeel barer moeder te jong voor dit
huwelijk, niettegenstaande de jeugdige Rus
sische keizer, baar broeder, het gaarne zou
hebben gezien. Bleef dus over de 18 jarige
Maria Louise van Oostenrijk.
De graaf de Narbonne werd naar Weenen
gezonden om aan Keizer Prans om de
band zijner dochter te vragen voor den
machtigste van Europa's vorsten. Hij vond
een goed onthaal. Wel bad Napoleon, de
parvenu, den Oostenrijkschen keizer meer
malen gegriefd en beleedigd, vernederd en
benadeeld; doch tot het verkrijgen van
een duurzamen vrede was de huwelijks-
aanvraag hem niet onwelkom. Hij liet 't
keer in zijn hoofd, om zijn vrouw te be
zoeken, die te Dewetsdo'rp woonde, kleedde
zich in een khakipak, en bezocht baar,
ofschoon er een EDgelsch garnizoen in bet
dorp lag. Hij bleef drie dagen bij zijn
vrouw, zag voor de ruiten den Engelscben
officier voorbij wandelen, en dronk dood
bedaard zijn koffie uit. Na drie dagen
vertrok hij, keerde met zijn vrijcorps terug,
en nam het Engelscbe garnizoen gevangen.
Belangwekkend is de geleidelijke vor
ming van zoo'n Verkennerscorps. Do wak
kere Malan, die nog in Kaapland zit, trok
de Oranjerivier over, om Engeland in eene
zijner grootste kolonies aan te tasten, met
een oorspronkelijke krijgsmacht van
veertien man, Pretorius bad er minder,
toen hij van wal stak.
Hoe vermeerdert zich dan zoo'n guerilla-
troep
Op de volgende manier zij trachten een
kleiner troep Engelscben te verrassen en
gevangen te nemen, want zij hebben ge
woonlijk niets dan hun eigen wapens, een
taai paardje onder bet zadel en een be
hoorlijke portie ondernemingsgeest. De
wapens en paarden der krijgsgevangen
Engelscben stellen ben dan in staat, om
Afrikaansche recruten te wapenen, en de
troep, die door de geworven recruten weer
sterker is geworden, kan al weer iets meer
ondernemen.
Uit een nietig getal van misschien 10
manschappen heelt Pretorius op die manier
een vrijcorps gevormd van 400 man, goed
bereden, en bewapend met de beste ge
weren nit Chamberlains wapenfabriek.
Maar dit getal van 400 man is veel te
groot voor een guerilia-aanvoerder, daar
zijn volk van de band in den tand moet
leven, en er onderweg voor zoo'n grooten
troep te veel proviand en fourage noodig
is. Pretorius heeft dan ook in der tijd
zijn corps gesplitst, en 200 manschappen
over gedaan aan Christiaan de Wet.
f Scheepers,
De terechtstelling van den 23 jarigen
Gideon Jacobus Scheepers is een gruwe
lijke moord geweest, evenals die op Lotter,
of eigenlijk nog erger. Want Lotter was
Yrijstaatsch burger gemaakt tijdens den
oorlog; doch Scheepers was 't al vóór den
oorlog. Hij was werkzaam geweest aan
het heliografisch departement te Bloem
fontein.
Wijl hij aan typhus leed viel hij den
aan de jonge dochter zelve over.
En Maria Louise zij was ijdel en
luchthartig, dwaas en eerzuchtig genoeg
zich gevleid te achten door bet aanzoek
van Europa's machtigsten keizer. Wie kaar
aan hare nicht herinnerden, ook een Oos
tenrijksche die den Franscben troon beklom,
en zeventien jaren geleden onder eene
guillotine stierf, dien werd het zwijgen
opgelegd. Zij wilde en zon keizerin van
Frankrijk worden. Het aanzoek geschiedde
in denzelfden hofburg, waarin de aanstaande
bruid acht maanden vroeger voor het Fran-
sche kanon de vlucht bad moeten nemen.
Reeds op den 11 Maart werd de voor-
loopige huwelijksplechtigheid (een hu welp k
met de handschoen) voltrokken. Twee
dagen daarna verliet de jeugdige keizerin
met gevolg hare vaderstad om haren man
op te zoeken. Den len April had de eigen
lijke plechtigheid plaats en deden de vorsten
hun blijden intocht in Parijs. Daarna werd
een rondreis volbacht door Frankrijk en
België. Aan de feesten kwam geen einde.
In Parijs teruggekeerd, den len Juni, begon
de pret nog eens van voren af aan. Een
dier feesten liep echter ongelukkig af.
De Oostenrijksche gezant, vorst Schwart-
zenberg, gaf een luisterrijk bal aan de
jonggehuwden. Da opzettelijk daartoe ge
timmerde balzaal was prachtig gedecoreerd.
Onverwacht vatte een gordijn vuur en in
een oogwenk stond de geheele zaal in lichte
laaie. Napoleon snelt naar zijn vrouw;
draagt haar in zijn rijtuig en brengt haar
naar de Tuileriën. Terstond keerde hij naar
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
vijand in handen, nadat hij dezen op al
lerlei wijzen was ontkomen.
In het eerste tijdperk van den oorlog
was hij niet genoemd, maar hij maakte
naam toen hij als luitenant van Kritzin-
ger deel nam aan den tweeden inval in
do Kaapkolonie. Hij voerde een van de
afdeelingen aan die het meeste succes
hadden, drong door tot aan de zee bij
Mosselbaai en gaf de Engelsohen veel last.
Ten slotte werd hij echter door kolonel
Haig teruggedreven en moest zich schuil
houden in het district Graaft Reinet, waar
hij on zijn metgezellen verscheidene maan
den lang vrijelijk rondzwierven onder een
bevolking die met hen sympathiseerde. In
Juli had generaal French reden om te
hopen dat hij den geduchten jongen guer
rillero in de val had. Hij ontdekte waar
hij zich ophield en zond tegelijkertijd vier
kolonnes op hem af. Het plan werd stipt
uitgevoerd, maar Scheepers verborg zich
in een kloof langs de steile helling van
een hoogte en ontkwam. Nadat Kritzin-
ger opgejaagd, Lotter gevangen genomen
en Lategan noordwaarts gedreven was,
wist Scheepers met 300 man, ruim voor
zien van voorraad en paarden, de trage ko
lonnes die hem na^ateli, te verschalken.
Tegen het midden van September, keerde
kolonel Crahbe een van zijn afdeelingen,
onder van der Merwe, vastdeze laatste,
Scheepers' jongste luitenant, een jongen
van achttien jaren, sneuvelde toen. Eenige
dagen later kwam Crahbe in aanraking
met de hoofdmacht, maar Scheepers wist
zich weer uit de klem te redden en eerst
toen hij ergens ziek was achtergelaten,
viel hij zijn vervolgers in handen.
Zijn rechtszaak moest wegens zijn uit-
gepntten toestand worden verdaagd. Den
27. December werd zij te Graaff Reinet
hervat. Vier uren achtereen gaf bij ge
tuigenis in het Hollandsch.
Van de zeven beschuldigingen van moord
wees hij de verantwoordelijkheid van zes
van zich, die naar zijn zeggen ten deele
door van der Merwe's volk waren bedre
ven, terwijl andere naturellen, die aan het
verkennen waren, in een gevecht door het
volk van Fouché gedood waren. Hij er
kende een spion uit de naturellen bij
Worcester te hebben doen doodschieten,
maar eerst nadat deze was schuldig ver
klaard door een krijgsraad. Hij had trei
nen vernield die gebezigd werden om
voorraad aan de troepen toe te voeren, en
had er op doen vuren. Zijn gevangenen
de plaats des onheils terug. Verscheidene
personen werden bij die ramp gedood of
gekwetst.
«Een slecht voorteeken", zou het bijgeloof
zeggen. En toch was dit feest in zijne
somberen afloop een treffend beeld, ja profetie
van Napoleons tweede huwelijk. Want dat
huwelijk was zeer ongelukkig. Napoleon had
er trouwens op dien dag reeds een voor
gevoel van. Zijne vrouw was immers te
jong en te ijdel om hem den stoeren man
die haar vader kon zijn, lief te hebben.
Besefte bij misschien, dat zij later in dagen
van tegenspoed, hem trouweloos zou kunDen
verlaten? Had hij er een voorgevoel van
dat zij nog tijdens zijn leven met den
graaf van Neipperg huwen zou?
In ieder goval was 't een ongelukkig
huwelijk, waarin de trouwelooze keizer
daadwerkelijk verstaan mocht dat zoowat
de mensch zaait, hij zulks ook zal maaien.
Het was nog een onverdiende vefgoeding
in zijn leed dat zijne diep geschokte Jose
phine met hem leed en voor hem bad; hem
troostte in hare woning en hem telkens
weer moed wist in te spreken, 't Was
immers »om Frankrijks wil"?
De Keizer legde vaak bezoeken af bij
zijne onvergetelijke eerste gade.
Eenmaal brachten die geheime bezoeken
aan Josephine den keizer in gevaar al zijn
vertrouwen bij de Oostenrijksche te ver
liezen. Zij vernam dat hij bij zijn eerste
gemalin geweest was, en beklaagde zich
bij zijne thuiskomst luide over deze «belee-
had hij steeds op menschlievende wijze
behandeldzij moesten te voet gaan, maar
kregen paarden als de weg door een las
tig land liep, en hun voedsel was hetzelfde
als dat van zijn manschappen. Hij ont
kende dat hij zijn gevangenen aan het
vuur der Britten had blootgesteldintegen
deel hij had hun bescherming verleend.
Bij twee gelegenheden had hij kleurlingen
doen afranselen omdat zij bericht gaven
van de aanwezigheid der republikeinen op
plaatsen; en dit had hij gedaan op ver
zoek der Boeren, die door die verklikkers
in moeilijkheid geraakten. De Wet's be
velen waren om zulke verklikkers streng
te behandelen. Eenmaal had hij een na
turel die aan het verkennen was met de
geeseling laten gaan, toen hij hem had
moeten doodschieten als hij zijn orders
was nagekomen.
Sedert zijn komst in de kolonie had hij
De Wet's proclamatie over „represailles"
in de plaatselijke Advertiser gelezen, en
er naar gehandeld, evenals Fouché, van
der Merwe en andere commandanten. Hij
had stipte bevelen om alle Britsche onder
danen in de kolonie te straffen die de
troepen tegen de republikeinen onder
steunden en om-eigendommen der regee
ring te vernielen, en vandaar het verbran
den van landskantoren, het vernielen van
spoorwegen enz. Aan van der Merwe en
Fouché had hij nooit orders gegeven om
dit of dat te doen, want daar zij denzelf
den rang hadden als hij, konden noch
wilden zij bevelen van hem aannemen. De
gevangenen hadden nooit bij hem geklaagd
dat zij geen kost hadden of slecht behan
deld werden.
Dit laatste wordt ook bevestigd door
zekeren Gilbers, een Engelsch officier die
met een „gemengde" patrouille bij Aber
deen in Scheepers' handen was gevallen,
en den jongen Boeren-aanvoerder volgen
derwijs beschreef:
„Scheepers zelf was een man die zich
zeer onderscheidde van de rest. Hij ge
droeg zich volkomen als een heer in de
gesprekken die hij met ons voerdeen
inderdaad gebruikten vele van zijne man
schappen, toen zij ons vroegen om stuk
ken van onze uitrusting, het woord „alsje
blieft" bij hun verzoek, wat eenigszins
komisch klonk in onze omstandigheden.
Scheepers was gekleed in een net marine
blauw pak, met puttels (beenzwachtels) en
droeg twee bandelieren kruiselings om zijn
lichaam, evenals al zijn manschappen. Hij
diging" haar aangedaan.
Napoleon was sinds dien tijd genoodzaakt
zijnen bedienden te verbieden ooit weder
over Josephine te spreken, teneinde de
achterdocht zijner jonge gemalin niet op
te wekken. En toch kon hij niet nalaten
haar te bezoeken. Eens toen zij ziek was
reed hij geheel alleen, slechts van een koet
sier vergezeld, van Trianon naar Mal-
maison om haar te bezoeken. Aan den
achterkant van den tuin stapte hij uit,
ging den tuin door en kwam zoo in het
slot. Toen hij op het punt stond Jose
phine's kamer binnen te treden, kwam hem
de componist Spontani tegen, die reeds
vóór Josephine^ huwelijk zeer bevriend met
haar was. Hij was ook heden bij haar
geweest om aan de dames en heeren van
haar hof de kooren van een muziekstuk
(«De Vestaalsche Maagd") te helpen instu-
deeren.
Het ergerde Napoleon iemand op zijn
weg te ontmoetenen dan nog al dien
man, die reeds voor jaren in zijn eigen
huis hem het leven zoo verbitterd had, door
zijne jalouzie op te wekken.
«Wat doet gij hier, mijnheer?" beet
Napoleon den componist toe.
«En ik zou zeggen", was het barsche
antwoord van den ander, «wat doet gij
hier?" En met opgeheven hoofd ging de
componist hem voorbij. Napoleon begaf
zich naar zijne verstootene.
Den 20 Maart 1811 werd Napoleon een
zoon geboren; een Napoleon II, die den
was een jong uitziend man hij had een
lichten knevel, maar een goed geschoren
kin en droeg een donker grijzen sombrero,
met een verguld koordje. Het eene oogen-
blik droeg hij een geweer, het andere een
groote sjambok. Bijna al de Boeren spra
ken Engelsch en waren Kaapsche rebellen,
ofschoon zij zeiden Transvalers te zijn. In
de bandelieren van enkele waren kogels
van weeke punten, en zij schenen zich
eenigszins te schamen, toen wij deze aan
wezen."
Nu, die kogels met weeke punten had
den de Boeren natuurlijk vau de Engel-
schen zeiven. Maar 't feit blijft ongerept
dat een Vrijstater is doodgeschoten omdat
hij in de Kaap, naar oorlogsgebruik spoor
wegen, enz. vernield heeft, de eenige be
schuldiging die door den gevangene aan
vaard, doch tevens verklaard en daardoor
eveneens ontzenuwd werd.
De Nederlander bevat afschriften van
brieven, betrekking hebbende op de terecht
stelling van William Hofmeijer Louw, op
last der Engelscbe overheid in de Kaap
kolonie. Louw's zuster, mevrouw Reinecke
schreef den 24en November aan haar
ouders, ds. en mevr. Louw van tie i'aarl
Gij zult verlangend zijn, iets te ver
nemen van de laatste levensuren op aarde
van nw lieven jongen. Gisterenochtend
ging ik hem om ongeveer half elf zien en
bleef een half uur bij hem in zijn cel.
Andries en Mina waren bij me en hij had
Mina al dien tijd op zijn knie, Andries
vlak naast hem en hij scheen zoo verheugd
ons allen te zien. Het was een zeer ge
lukkig half uur. Hij was zoo vroolijk en
opgewekt en sprak over Gods groote goed
heid, die hem zooveel goeds geschonken
had: «Dat gij hier zijt, deze bloemen,
dierbare brieven, de Bijbel en boven alles
Zijne tegenwoordigheid", zeide hij. En
hij ging voort en vertelde van den grooten
vrede en de liefde, die hij in zijn hart
gevoelde, een vrede, die niets verstoren
kon; en toen hij zweeg, zeide ik: »Ja,
want als Hij stilt, wie kan dan beroeren",
terwijl ik naar den tekst aan den muur
wees. Toen men ons kwam zeggen: »Het
is tijd", sprong hij zoo vroolijk op, maar
zeide toen ontroerd: Wel zuster, dan moet
ik jon groet." Dat woord en de inwendige
strijd, dien hij klaarblijkelijk voerde, deden
mij pijn en ik zeide: «Neen, niet »groet",
alleen «tot weerziens", want Maandag of
titel van «koning van Rome" zon voeren.
Rome was de tweede hoofdstad des rijks;
en daar in aansluiting aan de gewoonten
der oude germaansche keizers de troonop
volger roomsch koning heeten moest, ont
ving de jonggeborene dezen titel.
Napoleon gevoelde zich in dien stond op
het toppunt zijner heerlijkheid. Hij meende
dat de Voorzienigheid hem thans eens een
bijzonder blijk zijner goedkeuring over zijne
staatkunde gegeven had. Reeds waande
hij zijn naam, zijn roem, zijn troon voor
immer gevestigd, zijn ideaal bereikt. Hij
riep zijn stiefzoon en vriend Eugenius en
zond hem met de mondelinge boodschap
naar diens moeder, naar Josephine, die zich
hartelijk verblijdde over deze gebeurtenis,
als ware zij haar zelf overkomen. Nog
dienzelfden avond schreef hij haar en
eindigde de mededeeling met de woorden
«Dit kind zal, in vereeniging met onzen
Eugène, het geluk van Frankrijk en het
mijne uitmaken." Over deze woorden was
Josephine opgetogen. »Is het mogelijk", zoo
sprak zij tot de omstanders, «beminnelijker
te zijn en een kieschere manier te bedenken
om te verzoeten wat dit oogenblik bitters
voor mij zou kunnen hebben, indien ik den
keizer niet zoo hartelijk beminde? Deze
vereeniging van mijn zoon met den zijnen
is geheel den keizer waardig."
(Wordt vervolgdj
"(o)—