NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 56.1902
Donderdag 9 Januari.
16e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Talma's redevoering,
fHeiTi lleto ii.
(UÏÏOOIHKIW M VAL
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In onze provincie vindt men veel anti-
millitaristen.
Ook in de Christelijke kringen is het
laag neerzien op alles, wat met de ver
dediging van ons land in verband staat,
niet vreemd.
Hoe dikwerf hoort men niet de verzuch
ting
„Ach het baat niet, wij kunnen ons niet
verdedigen en onze provincie ligt immers
geheel voor den vijand open."
Van socialistische zijde wordt dat vuurtje
dikwerf aangeblazen.
Uitnemend vinden wij het daarom, dat
juist door een antirevolutionair Kamerlid,
zelf oud-Zeeuw, ds. Talma, tegen het anti-
millitaristisch streven der socialisten in
verzet is gekomen, op een wijze die onze
sympathie heeft.
't Komt ons wenschelijk voor, dat wij de
rede in haar geheel in onze kolommen
overnemen.
Zij luidt:
De heer Talma: lk had het voornemen
niet bij deze algemeene beschouwingen het
woord te voeren, omdat ik moet bekennen
ten opzichte van militaire vraagstukken
totaal onbevoegd te zijn, maar de rede door
den heer Melchers, gehouden, heeft er
mij toe gebracht, het stilzwijgen te ver
breken, ook meen ik, dat er in die rede
een groote verwarring van denkbeelden
heerscht.
De spreker heeft twee onderwerpen be
handeld.
In de eerste plaats heeft hij de- Chris
tenen ter verantwoording geroepen en
meende, dat zij, indien zij trouw wilden
blijven aan hun beginselen, niet konden
geven steun aan een Regeering, die, zoo
als deze, nieuwe uitgaven gaat vragen voor
onze landsverdediging.
In de tweede plaats heeft hij gesproken
over het verband, dat zijns inziens gelegen
is tusschen millitairisme en kapitalisme.
Ik zal de volgorde eenigszins omkeeren
en eerst het tweede bespreken.
Hij heeft gezegd, dat de sociaal-demo
craten een ontdekking hebben gedaan.
Wij hebben ontdekt waar de oorlogen
vandaan komen, zeide hij. De oorlog dan
kwam uit de concurrentie.
Hij bedoelt waarschijnlijk niet de con
currentie in het algemeen, maar die tus
schen de verschillende volken.
Ik vraag hierbij al dadelijkhoe stellen
de heeren sociaal-democraten zich dit voor?
Zullen ze met de volledige toepassing van
hun stelsel indien daarop al kans is
(Schetsen uit het leven van Napoleon I.)
Aartshertog Karei was namelijk inmiddels
in de nabijheid der stad aangekomen en
legerde zich met nog 80 duizend getrouwen
in° het Marchfeld op den linker Donauoever.
Napoleon die toen in Weenen nog 90.000
man vereenigd had en ongeduldig de laatste
beslissing zocht, besloot zoo spoedig mogelijk
den stroom over te trekken en den oorlog
met een grooten veldslag te eindigen. Hij
koos daartoe de plaats, waar de Donau
het groote eiland Lebau omspoelt. Hier
sloeg hij de bruggen op, ondanks het ge
vaar dat de door de voorjaarsregens ge
zwollen rivier meesleepend was als een
bergstroom. Tegen den avond waren de
eerste Franschen aan de overzijde en be
zetten de dorpen Asperen en Elziingen. De
aartshertog liet hen met opzet begaan,
teneinde den volgenden dag zijn slag te
kunnen slaan, als het Fransche leger door
den stroom in twee helften zou gescheiden
zijn. Met het schemeren van den volgen
den morgen begon de bloedige strijd, waarin
krijgseer en vaderlandsliefde kampten om
don voorrang. Van Sybel schrijft er van:
»De inspanning en het verlies waren
vreeselijk. Tegon den middag trok Napo-
wachten totdat alle volken der aarde zijn
ingegaan tot de kennis van de zuivere pro
ductievormen, zooals zij die verkondigen,
of zal het langzamerhand gaan Natuurlijk
gaat het langzamerhand, want Marx heeft
reeds verkondigd, dat die dingen niet gaan
krachtens den wil van een mensch an
ders kon er wellicht eens een dictator op
staan die de zaken in orde kon brengen
maar krachtens een natuurlijken ontwikke
lingsgang.
En wanneer wij nu zien, hoe de ver
schillende volken der aarde in zeer ver
schillende vormen van voortbrenging ver-
keeren, dan is er natuurlijk geen oogenblik
sprake van, dat het over honderd jaren
anders zou zijn.
Dus indien de heeren sociaal-democraten
hun zin kregen en hier werkelijk een so
cialistische productievorm verkregen werd,
dan zouden naast die socialistische gemeen
schap blijven bestaan allerlei andere vol
keren, welke nog altijd in kapitalistischen
of in vóór-kapitalistischen productievorm
zouden leven.
Nu heeft de heer Melchers met geen
enkel woord getracht aan te duiden dat
die volken dan een volledige gemeenschap
van belangen zouden hebben.
Integendeel, al die kapitalistische maat
schappijen om dien socialistischen staat,
zouden een voortdurende bedreiging voor
dezen zijn en daarom zou die socialistische
staat zich tot de tanden moeten wapenen,
ten einde de kapitalisten, die volgens de
heeren sociaal-democraten op niet zeer hoog
zedelijk peil staan, te weerhouden van in
grijpen in den dan verkregen heerlijken
paradijstoestand.
Onder de rede van den heer Melchers
werd ik telkens herinnerd aan socialistische
lectuur op dit punt. Toen die geachte
afgevaardigde bij voorbeeld sprak over de
ontzettende lasten, die de tegenwoordige
legervorming oplegt aan de volken, her
innerde ik mij bij iemand, wiens politieke
vorming zeker door niemand onzer zal ont
kend worden het volgende gelezen te
hebben
»Maar vooreerst, hoe zwaar de militaire
last moge zijn, Europa is er niet door ver
pletterd, Europa heeft onder zijn kuras
jaren gehad van wonderbaren voorspoed,
D.e moderne staten zijn door de toeneming
van hun bevolking, door de opeenstapeling
der kapitalen, door de itensiteit van den
arbeid, reuzen van kracht. Lang nog zullen
zij, wel niet zonder inspanning, maar wel
zonder gevaar, enorme budgetten voor lands
verdediging kunnen dragen."
Deze woorden zijn van den heer Jaurès,
leon in het centrum een machtige aanval
lende kolonne met 100 stukken geschut
bijeen, won veld, en hoopte do Oostenrijk-
sche linie doorgebroken te hebben. Daar
wierp aartshertog Karei zich persoonlijk,
met een regiment tegen den kogelregen
instormend, in de opening, en herstelde
het evenwicht. Van dit oogenblik af was
de overwinning beslist. De Franschen we
ken op alle punten. Het geweld van den
steeds wassenden stroom, vereenigd met de
branders der Oostenrijkers vernielden de
burg en vele Franschen, die al vluchtende
den anderen oever nog niet hadden kunnen
bereiken, moesten verdrinken, of vielen
onder de slagen der verbitterde Oostenrij
kers. De Keizer zelf ging over den stroom
terug en droeg do rest der krijgsverrich
tingen op aan Massena. Daarna verviel hij
in een doffen slaap, die twintig uren aan
hield, en waarbij zijn generaals reeds be
raadslaagden hoe te doen als hij eens niet
meer ontwaakte."
Merkwaardig was de doodsverachting door
de Oostenrijkers aan den dag gelegd.
Een officier riep een troep grenadiers,
die allen vooruit stormden, toe, waar hun
bataljon was. »Wij zijn het bataljon", was
het antwoord, de anderen lagen dood, met
het aangezicht tegen den vijand.
Aan een Oostonrijksch ruiter nam een
kanonskogel den arm wogoon ander vroeg
een der hoofdleiders van de sociaal-demo-
cralische partij in Frankrijk.
En hetgeen hij zegt behoeft ons niet te
verwonderen, want wanneer het plan der
heeren sociaal-democraten doorging, dan
zouden wij misschien ik kom hierop straks
terug een ander soort leger krijgen dan
nu bestaat, maar dit toekomstige leger zal
dan toch ook betaald, moeten worden. En
nu is het erg aardig, wanneer wij de ver
schillende programma's der sociaal-demo
cratische arbeiderspartij inzien, dan blijkt
dat de heeren zelf op dit punt niet geheel
gerust zijn.
Zoo is op het congres te Amsterdam in
1898 besloten, dat de sociaal-democraten
als tegenstanders bijzonder van het staande
leg9r (dat wij hier volgens hen schijnen
te hebben) zullen aandringen op invoering
van algemeenen weetplieht, die de per
soonlijke en geldelijke lasten zal vermin
deren. Maar nu, drie jaren later, wij
hebben van den heer Van Kol gehoord
dat zijn partij nog jong is en pas begon
nen is na te denken over meer belangrijke
vraagpunten, waaronder waarschijnlijk
ook dit heeft behoord nadat zij dien
tijd deze zaak ontworpen heeft, is zij be
gonnen minder positief te worden en
spreekt niet van afschaffing van het mili
tairisme, maar bestrijding van het militai
risme. Zij zeggen niet invoering van volks
weerbaarheid, maar bevordering van
volksweerbaarheid, onder voorwaarde van
bolangrijke verlichting van persoonlijke en
fmantiüele lasten. Dus hier wijzen zij op
die verlichting niet als het noodzakelijke
gevolg, maar als de voorwaarde, waarop
het alleen mag geschieden.
Wanneer ik dat zoo lees en ik hoor
dan de rede van den heer Melchers, dan
zeg ik bij mijzelf: is het nu eigenlijk wel
waar, dat wij in ons land kunnen spreken
van militairisme? Nu zou ik daarbij vol
strekt niet durven afgaan op uiijn eigen
oordeel, omdat ik nog nooit in staat ben
geweest er achter te komen, wat eigenlijk
militainsmo is. Ik begrijp wel wat het
militairisme is, zooals wij het zien in een
naburig land, waar het leger een eigen
aardige plaats in de samenleving voor zich
opeischt, een eigenaardige plaats, die ons
zelfs toescheen op de zuiverheid der recht
spraak eenigen invloed uit te oefenen.
Wie daar spreekt van militairisme verstaan
wij, maar hoe staat het hier? Wij heb
ben een leger en de sociaal-democraten
zeggen, dat zij er tegen zijn, omdat het
een staand leger is. Is het een staand
leger? Ik verhaal: ik zou daarover van
mijzelf niet durven oordeelen, maar ik
hem: »Hoe gaat het kameraad?" »Het
gaat goed", antwoordde hij, »de Franschen
vluchten naar den Donau."
Tegenover dozen gloed van vaderlands
lievende geestdrift moest aan de andere
zijde de krijgseer bewaard worden. De
Franschen, niet in staat om het vijandelijk
vuur te beantwoorden, werd en bij gelederen
door de Oostenrijksche kogels neergeworpen.
Zij konden niet voorwaarts, en mochten
toch niet terug. De duisternis onttrok hen
aan hunne vervolgers. IJselijk was hun
verlies: 12000 dooden en 29000 gekwetsten.
De Oostenrijkers haddon een volkomen zege
bevochtendoch ook zij hadden groote
verliezen geleden. Vierentwintigduizend
hunner dooden dekten het slagveld. De
overwinning bij Asperen had voor een
oogenblik de heerlijkste gevolgen. Tyrol
stond weer opde hertog van Brunswijk
bezette Saksen; gisting ontstond in Wurtem-
berg; een nieuwe beweging in Hessen. O,
zoo Pruisen zich nu bij Oostenrijk had
durven voegen, reeds thans in 1809, zou
Napoleon verpletterd zijn geworden.
Doch de vreugde bleek slechts van korten
dunr te zijn. Den 5 Juli daaraanvolgende toen
beide partijen zich van de geleden verliezen
hadden hersteld, bracht Napoleon aan aarts
hertog Karei een beslissende nederlaag toe,
die Oostenrijk bij vernieuwing op verlies
van grondgebied te staan kwam.
heb nagegaan, wat do sociaal-democraten
over het staand leger leeren.
Wij hebben in 1899 in Duitschland
onder de sociaal-democraten een eigenaar-
digen strijd gehad tusschen Schippel, die
den twee-jarigen diensttijd in Duitschland
als noodzakelijk verdedigde, en Kautsky,
zooals wij weten een oithodox man in do
sociaal-democratische leer, die vertelde,
dat Schippel een verschrikkelijke ketter
was. Kautsky vertelde, met een beroep
op Engels, dat men, wanneer men den
driejarigen diensttijd had, van militairisme
kon spreken. De heer Engels zegt woor
delijk
„In het derde dienstjaar, wanneer de
soldaat bijna niets militairs meer te leeren
heeft, nadert onze algemeene weerplich-
tige reeds eemgermate het type van den,
voor langen tijd in dienst genomen sol
daat van het Fransch-Oostenrijksche sy
steem." Neuwe Zeit 1898/'99 B. 1, bladz.
613.)
Hij bedoelde natuurlijk dit systeem van
vroeger.
En wat zegt de heer Kautsky van een
leger zooals wij dat hebben Het volgende
»lJiterlijk schijnt bij eenjarigen diensttijd
het leger nog oen staand leger te zijn
er zijn dan altijd soldaten maar naar
zijn wezen heeft het opgehouden oen staand
leger te zijn, is het begonnen een militie-
leger te zijn-"
(Kautsky. Die Nieuwe Zeit, 1898'99.
lste B. bladz. 788).
Zoo is het dus bij eenjarigen diensttijd
hoe het bij een diensttijd van acht
maanden is, durf ik niet zeggen uiter
lijk schijnt het nog zoo. Ik denk, dat do
heer Melchers zich door dien schijn heeft
laten misleiden, toen hij van een staand
leger sprak en heeft hij niet bedacht
hier te staan voor een militieleger.
Dit is dus een leger, zooals de sociaal
democraten in Duitschland, waar zij over
die dingen reeds jaren hebben kunnen na
denken, gewenscht achten in verband met
de verdediging van hun land. Wanneer wij
dat nagaan, is dan toch eigenlijk de op
positie, welke hier van sociaal-democratische
zijde wordt gevoerd tegen ons militaire
stelsel, niet een oppositie waarbij zij uit
gaan van uitlandsche formnles, in hoever
zij van toepassing zijn op onze toestanden.
Ik heb zooeven een woord van Jaurès
aangehaald, waar hij spreekt van de kracht,
welke Europa heeft om de militaire lasten
te dragen. Ik zou andere woorden kunnen
aanhalen van hem, verscheidene, waarin
hij zeer positief verklaart, dat op het volk
niet in een tijd, wanneer er allerlei
Eenige maanden te voren, terwijl Napo
leon te Weenen vertoefde, had hij den Ker-
kelijken Staat bij Frankrijk ingelijfd. Om
de aanleiding daarvan te weten, dienen wij
eenige maanden terug te gaan. Paus Pius
VII was, zooals den lezer bekend is, naar
Parijs gekomen ter kroning van Napoleon
als keizer. Naar Rome teruggekeerd, kon
Napoleon hem ook daar niet met rust laten.
Hij kon geen macht boven zich dulden; en
nog minder dat duizenden zijner katholieke
onderdanen m den grond der zaak meer
gehoorzaamheid en vereering voor den
Paus over hadden dan voor hem. Hij wilde
deze pauselijke macht vernietigen, door den
Paus te noodzaken naar Parijs te komen
en zijn macht aan de zijne te ontloenen.
Te kwader ure wietp hij de vonk in het
kruit, door op eigen gezag bisschoppen te
gaan benoemen. Deze benoemingen werden
door den Paus vernietigd. De uitnoodiging
om een aanvallend en verdedigend verbond
met Napoleon aan te gaan, en zijne havens
voor de Engelschen te sluiten, wees hij van
de hand, uithoofde van zijn betrekking als
geestelijk hoofd; doch hij wilde wel tot
het continentaal stelsel toetreden. Deze
weigering greep Napoleon alseen voor
wendsel aan om Rome door 6000 Franschen
te doen bezetten. De Pauselijke troepen
worden bij do Fransche ingelijfd, en de
goestelijkon die do gehoorzaamheid aan don
hervormingen zijn tot stand gekomen, want,
de klassenstrijd is volgens socialisten immers
in Frankrijk even goed gaande als in Hol
land rust de plicht om met inspanning
van al zijn krachten zich ter verdediging
toe te rusten en niet alleen zoo, dat er
wat algemeene oefeningen worden ingesteld,
waardoor de soldaten zich langzamerhand
leeren verweren, maar zelfs zeer positief,
door groote materiëele offers, en wat bij
sprak trof mij, omdat, wanneer wij hier
durven spreken van geweren en vestingen,
het is alsof wij ontzettend anti democra
tische mannen waren.
Hij vertelt dat op een zekeren dag
het is een rode van den 12den Februari
1887 in de Kamer de zeer ernstige
quaestio aan de ordo was om buitengewone
kredieten te geven voor do vervorming van
de geweren en tot betere weerbaarstolling
van de vestingwerken. En wat vertelde hij
met een zekeren pathos, met een geestdrift?
Dat de Kamer had begrepen dat men in
ernstige omstandigheden verkeerde, dat
unaniem de handen zich ophieven in een
patriottisch stilzwijgen m. a. w. dat al de
fracties in de Fransche Kamer stemden
voor de geweren in een patriottisch stil
zwijgen. Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter,
dat dat patriottisch stilzwijgen Ook hier
nog eens zal komen.
Maar wanneer wij nu zien dat do oppo
sitie van de sociaal-democraten hier op het
oogenblik niet geheel en al in overeen
stemming is met hetgeen geleerd wordt
door hen die onder de sociaal-democraten
toch gelden als autoriteiten
De heer Helsdingen We hebben geen
autoriteiten.
De heer Talma: Ja, dan wordt do dis
cussie niet gemakkelijker. Omdat de heeren
hier zich alleen uitspraken in verschillende
programma's, in artikelen die elkander te
genspreken, wordt, wanneer wij ons niet
mogen beroepen op hetgeen gezegd is door
mannen die de zaken bestudeerd hebben,
discussie eenigzins moeilijk. Ik zal mij dan
ook bepalen tot de rede van dén heer Mel
chers, die vertelde dat militairisme voort
komt uit het kapitalisme. Daaruit zou dan
logisch volgen, dat zoolang het kapitalisme
er is, het militairisme de eenige vorm is
waaronder de landsverdediging kan worden
georganiseerd. En als de heer Melchers als
parlementair socialist zegtwij sociaal-de
mocraten willen gaarne een toestand die in
volkomen tegenstelling is met den bestaan-
den en in zoover zijn wij revolutionnair,
maar in zoover zijn wij parlementair dat
wij willen aanvaarden de Dostaande toestan-
Keizer weigerden werden mishandeld. Daarna
lijfde Napoleon een deel van den Kerke-
lijken staat bij Frankrijk in, ondanks het
verzet van den paus. Den 17 Mei 1809
werd zijn geheelo grondgebied bij Frankrijk
ingelijfd, en den paus werd een jaargeld
toegekend, hetwelk hij echter weigerde aan te
nemen. Hij deed Napoleon in den ban en
trok zich terug in 't binnenste van zijn
paleis, waarvan hij de hoofdtoegangen liet
dichtmetselen. In den nacht van 5 Juli
trokken eenige gerechtsdienaars en soldaten
naar het Quirinaal; zij openden de hoofd
poort; waarop de soldaten het Vaticaan bin
nentrokken Daar zat de Paus in ambtsgewaad
met een crucifix en een gebedenboek in de
handen. Tusschen twee rijen soldaten werd
hij naar beneden gobracht, en naar Savona
gevoerd. Alle voorslagen om naar Parijs
te komen sloeg hij af. Dit verbitterde den
Keizer nog meer. Hij gaf bevel dat den
Paus al zijne rijtuigen en paarden zouden
ontnomen worden. Ook werden zijne be
dienden weggezondenen hem elke vorm
van gemeenschap met zijn Fransche onder
danen beslist verboden. Deze dwaze daad
bezorgde Napoleon een deel van Italië, doch
ontnam hem de sympathie der Katholieke
geostolijkkeid.
(Wordt vervolgdJ