Engeland en Transvaal.
B e k e n d m a k i ng.
Kerknieuws.
Rechtszaken.
TWEEDE KAMER.
Gemengde Berichten.
Het rechte weet men niet. Doch ofschoon
er bij de Boeren eenige kentering schijnt
te komen, moet toch op de voorstelling
als zou de oorlog nu weldra uit zijn, nog
wel iets af te dingen wezen.
De berichten blijven zoo tegenstrijdig.
Zoo wordt nu weer geseind dat weer
100 Boeren door de colonnes zijn gevangen
genomen. Maar ook dat last gegeven is
tot de onverwijlde lichting van nog 2000
Yeomen die in Jan. en Febr. naar Zuid-
Afrika zullen gezonden worden. Ook zijn
weor zes militiebataljons onder de wapenen
geroepen.
Zoo meldt men uit Johannesburg dat
er merkbare verbetering kwam in den toe
stand dat de winkels open zijn en vol goe
deren, dat in de straten zicb welgekleede
vrouwen en kinderen verdringen en de za
ken bij toeneming levendig worden. Maar
ook dat twee mannen, Jahn en Koch ge-
heeten, hebben terechtgestaan wegens sa
menzwering.
Zij werden niet schuldig bevonden aan
verraad, maar wel aan verraderlijke mede-
deelingen aan den vijand, door aan een der
Boeren op commando eene dépêche te ver
schaffen toen deze Johannesburg was bin
nengeslopen. Op deze wijze hebben zij den
neutraliteits-oed gebroken.
Het vonnis is aan Kitchener opgezonden
ter bevestiging.
En dan men spreekt zelfs nog van
tweehonderd gearresteerde verdachten en
van een aan de Britsche officieren gege
ven waarschuwing niet te gaan wandelen
waar boomen zijn.
Kritzinger blijkt in de Kaap-Kolonie
tusschen Hauover en Taaibosch tusschen
het vuur der blokhuizen geraakt te zijn,
zonder bepaald te vechten. Van de 159
man, die bij zich had, werden hij en nog
vijf anderen eerst gewond en daarna ge
vangen genomen.
De overigen schijnen groote haast ge
had te hebben om te ontkomen. Trou
wens het waren meest „rebellen" en die
hebben bij gevangenneming licht den
dood te wachten.
Kritzinger was nog geen dertig jaar
oud.
Overigens blijft de noodkreet klinken
uit Zuid-Afrika: zend toch meer volk!
Eu de Britsche Regeering gunt vrij wat
gereeder en vlugger gehoor er aan dan
aan de klachten van Miss Hobhouse over
de concentratie-kampen.
Om het stelsel der blokhuizen uit te
breiden en meer doeltreffend te maken,
zullen in de helft der volgende maand
weêr duizend man van de guards naar
het front worden gezonden.
De Portugeezen raken met al hun lievig
heid voor de Engelschen toch óók nog in
de knel. Vijf hunner manschappen, waar
onder een officier en een sergeant, zijn
gedood bij een poging om over de grens
gedrongen vechtende Boeren en Engelschen
te ontwapenen.
Hoewei erkend wordt, dat de Engelschen
de sommatie van den Portugeeschen com
mandant in den wind sloegen, wordt in
het midden gelaten oi de Britsche dan wel
de Boerenkogels hier schuld hadden.
jDe verraderkorpsen in Transvaal.
Zijn er zooveel verraders?
Hoe worden zij dat?
Verdienen zij dien naam?
De heer Cornelissen, tot voor eenige we
ken, zes maanden in de concentratiekampen
geweest, beantwoordt die vragen in Eet
Handelsblad.
Zooals bekend is, zegt hij, hebben in den
loop van den oorlog, toen Engeland zich
meester maakte van Transvaal en Vrijstaat,
verscheidene Boeren, die öf den strijd moede
waren, öf hnn vrouwen en kinderen niet
zonder hulp wilden laten in de handen van
een vijand, omtrent wien zooveel ongunstigs
verteld werd, hun wapens neergelegd, ver
trouwende op verschillende proclamaties,
waarbij hun beloofd werd, dat zij onge
hinderd op hunne plaatsen zouden mogen
blijven; evenwel werden naderhand allen,
onverschillig of hun eenige belofte van dien
aard gedaan was of niet, vervoerd naar
een der zoogenaamde concentratiekampen
(in Transvaal meer bekend als refugeecamps
of burgerkampen).
Daar moesten zij dus thans wonen in
tenten met hunne familie; wat zij daar
kregen als voedsel meel (vaak onbruik
baar), vleesch (bijna altijd onbruikbaar) en
wat suiker en koffie die ook maar al te
vaak wat te wenschen overlieten was
geheel en al onvoldoende, zoodat zij hunne
moeders en zusters, hnnne vrouwen en
kinderen, die aan dergelijke ontberingen
niet gewend waren, langzamerhand van
ellende zagen wegteren. Zij moesten dus
wat zien tc verdienen om wat vleesch, vet,
kaarsen, zeep, enz. enz. te kunnen bij-
koopen. In het kamp was het bijna on
mogelijk iets te verdienen en daarbij was
in dat 'eene winkeltje in het kamp alles
zoo peperduur.
Het weinigje geld dat zij gehad hadden
was al spoedig verbruikt en wat dan Dan
kwam het liefdadige, Christelijke Engeland
en gaf uitkomst. Ze behoefden maar in
Engelschen dienst te treden; natuurlijk
behoefden ze niet tegen hun eigen landge-
nooten te vechten, neen, dat zonden de
Engelschen zelf niet willen, neen ze zouden
slechts dienst doen als «catlle-rangers" d.
w. z. zij moesten het vee van de nog rond
trekkende commando's wegnemen en bij de
Engelschen brengen, doch vechten behoef
den ze niet. Als 't daarop aankwam mochten
ze pad geven. Ze kregen wel een geweer
'doch dat was alleen voor 't alleruiterste
geval en ook om zich te verdedigen tegen
een mogelijk kwaadwilligen kaffer. Ofwel,
ze zouden bij bruggen gezet worden om
die te bewaken of andere min gevaarlijke
posten, als politie of zoo iets. En dan
werd hun natuurlijk verzekerd dat alle kans
voor de Boeren toch verloren was, dat zij
dus maar zelf mee moesten helpen om een
einde te maken aan den oorlog, opdat allen
spoedig weer naar hunne plaatsen zouden
terugkeeren en op die wijze werd menig
een, waaronder Boeren die vroeger zoo
dapper hun land verdedigd hadden als 't maar
van een man mag verwacht worden, over
gehaald om dienst te nemen onder Engelsche
vlag. Dus niet, omdat alle Boeren zonder
eenige tnoreele overtuiging zijd, niet omdat
zij allen een einde aan den oorlog wenschen,
zelfs ten koste van hun onafhankelijkheid,
neen omdat Engeland hun stelde voor dit
feit: óf hun vrouwen en kinderen, hun
moeders en zusters van ellende te zien
omkomen, óf het geweer weer op te vatten
doch in Engelschen dienst. Zóó kon men
deze verraderskorpsen oprichten.
Dus hoe treurig het feit ook op zich
zelf moge zijn, dat daar Boeren tegen hun
eigen natie strijden, moeten wij niet ver
geten dat Engeland hen daartoe dwong,
onder het voorhouden van allerlei bedrie-
gelijke beloften en voorstellingen.
In enkele gevallen mag wellicht het
bovenstaande niet van toepassing wezen,
doch slechts in zeer enkele. Onder deze
neemt Jan Celliers, vroeger vechtend on
der de Boeren als generaal, een voorname
plaats in. Hij is een man van ontwijfel-
baren persoonlijken moed, van groote
doortastendheid en heeft in menig gevecht
den Engelschen een gedacht pak gegeven.
Hij is daarbij een man van zeer groote
hartstochten, en mag daarin zeker als een
uitzondering genoemd worden onder de
Boeren, die gewoonlijk uitmunten door
hun groote bedaardheid en kalmte. Bij
het begin van den oorlog had zeker nie
mand durven beweren dat Jan Celliers
ooit onder Engelsche vlag zou gaan die
nen, want als iemand de Engelschen haatte
dan deed hij het en het was bekend
dat de haat van Jan Celliers niet eindigde
dan met den dood van zijn tegenpartij,
In zijn jongere jaren reeds had hij ge
vangen gezeten wegens moord; met zijn
zakmes had hjj zijn slachtoffer afgemaakt.
Wat hem ertoe dreef zich aan te sluiten
bij de Engelschen, en op te treden als
commandant van de Nationale verkenners
Niets anders dan zijn groote haat tegen
generaal Beijers, den generaal, die in de
laatste helft van den oorlog als bevelheb
ber optrad van de distrieten Zoutpans-
berg en Waterberg.
Generaal Beijers commandeerde n.l. in
het einde van het vorige jaar de beide
zoons van Jan Celliers om mee te gaan
vechten, doch dozen, dio in tegenstelling
met hun vader maar weinig persoonlijken
moed bezaten, hadden daar maar weinig
lust in, met dit gevolg, dat generaal Beijers
hen beiden in de gevangenis liet zetten,
waarin zij een tijdlang vertoefden.
Dit wekte echter de haat en wraakzucht
van generaal Celliers in zulk een mate op,
dat thans al zijn denken slechts hierop
gespannen was «Beijers te vangen" ên óf
te dooden óf in handen van do Engelschen
te leveren.
Daartoe heeft hij zijn diensten aan de
Engelschen aangeboden en zeker zal hij
niet rusten, voor of hij óf generaal Beijers
het onderspit heeft gedolven.
Voor eenige dagen lazen wij het bericht,
dat Ben Viljoen Jan Celliers en zijn heele
bende neergeschoten had. Met het oog
op de groote ervaring en bekwaamheid,
ook persoonlijke dapperheid van Jan Cel
liers als aanvoerder, hoop ik van harte
voor de Boeren, dat dit bericht waar moge
zijn. Gelukkig behoort Jan Celliers tot
de uitzonderingenen zijn er maar zeer
enkelen, die met liefde het wapen opgevat
hebben tegen hun landgonooten, en ik voor
mij twijfel er dan ook niet aan, of de En
gelschen zullen zelf er eenmaal berouw van
hebben hun tegenpartij het wapen weer in
de hand gegeven te hebben.
Goes. De Burgemeester van Goes brengt
ter kennis van belanghebbenden dat op den
iste Kerstdag en Nieuwjaarsdag geen ver
gunningen zullen worden gegeven aan Café
houders enz. om na het gewone sluitingsuur
hunne inrichtingen open te houden;
dat op den 2den Kerstdag en 2 Januari 1902
zonder nadere aanvrage vergunning wordt ge
geven om in de inrichtingen bovenbedoeld
muziek te geven tot des avonds 11 uren en
op den oudejaarsavond om tot 11 uren muziek
te geven, terwijl de localiteiten tot 12'/2 uren
open mogen blijven.
Alles na afloop der godsdienstoefeningen en
onder bepaling dat door de politie de ver
gunningen kunnen worden ingetrokken zoodra
in de localiteiten ongeregeldheden voorvallen.
Diakenen der Hervormde Gemeente zullen
op den 2den Kerstdag zijnde Donderdag den
26 dezer na het eindigen der voormiddag-
Godsdienstoefening een buitengewone of zoo
genaamde Kerst-Collecte houden aan de huizen
der ingezetenen ten behoeve van hunne be
deelden, welke inzameling ten zeerste wordt
aanbevolen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Oostwold, J. L. Dippel te
De Biltte Niehove, M. Wiersum, cand.
te Pieterburen.
Bedankt voor Nieuw Beerta door A.
II. v. d. Hoeve te Vledder voor Ter-
heijde door J. J. H. Klomp, cand. te 's- Gra-
venhage.
Scherpen isse. Gekozen tot diaken de
heer G. Bolier Cz. in plaats van den heer
P. Noordijke Mz.
Driewegen. Benoemd tot notabel, va
cature C. Vaar, de heer A. Noels.
Geref. Kerken.
Beroepen te Ovorschie, W. W. Moynen
te Winsum.
Remonstrantsche Br.
Aangenomen naar Meppol door K. F.
Sparnaaij te Dokkum.
Arrondissements- Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens:
eenvoudige beleediging en smaadschriftP.
M. W., 2G j., boekhandelaar, Gorinchem
tot f 25 b. s. 14 d. h.;
diefstal: J. J. L. 61 j., zonder beroep
Vlissingen tot 3 m., P. B., 53 j. bierhuis
houder Terneuzen tot 6 w., J. H. H., 44 j.
wed. K. L. G., werkvrouw Vlissingen en
J. A. B. 15 j., koewachter Breskens beiden
tot 1 m. en C. S., 30 j. werkman, Middel
burg tot 14 d. gev. straf;
mishandeling: E. v. L. 26 j., arbeider,
Westdorpe tot 4 m., J. de S. 31 j. poelier
Slaakje (Assenede), tot 6 w., J. K. 29 j.
en A. K. 25 j. arbeiders, 's Heer Hen-
drikskindereu s Hoer Arendskerke). ieder
tot 1 m R. V. 39 j., arbeider Aardenburg
tot 3 w, en G. d. W., 25 j., arbeider,
'sHeer Arendskerke, tot 14 d. gov. straf:
mishandeling van een ambtenaar en iceder-
spannigheidG. Th. N. B., 27 j., koopman,
Aardenburg, tot 2 m. gev. straf;
omkooping vaneen ambtenaar: I. J. L.,
22 j., bakkersknecht, Biervliet, tot f25 b.
S. 14 d. h.,
wederspanmgheid: C. J. B., 24 j., wissel
wachter, Krabbendijke, tot 3 m., W. D.,
24 j., werkman, Oostkapelle, tot 2 m., en
W. P. J. B., 25 j., leurder, Middelburg,
tot 6 w. gev. straf, en
dierenmishandeling; M. K., 28 j., koopman,
Serooskerke, tot f10 b. s. 10 d. h.
vrijgesproken: M. K., 25 j., arbeider,
's Heer Hendrikskinderen ('s Heer Arends
kerke)' beklaagd van mishandeling.
Ter griffie van bovengenoemde recht
bank is door den Officier van Justitie hooger
beroep aangeteekend tegen het vonnis dier
rechtbank van den 10 December jl. waar
bij J. A. de S., rijksveldwachter jachtopzie
ner te Retranchement, ter zake van mis
handeling werd vrijgesproken.
Vanwege hot Openbaar Ministerie was
drie maanden gevangenisstraf gevorderd.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
deed uitspraak in de zaak van Th. R., te
Biervliet, door de rechtbank te Middelburg
25 October tot een jaar gevangenisstraf
veroordeeld wegens poging tot doodslag.
Hij werd vrijgesproken.
Voor beklaagde trad ook bij het hof,
evenals voor de rechtbank, als verdediger
op de heer mr. A. A. de Veer Gz., advo
caat te Middelburg.
Leerplicht.
Voor den kantonrechter te Rotterdam in
het derde kanton is gisteren behandeld een
overtreding der Leerplichtwet, waarvan
het O. M. zelf de strafbaarheid in twijfel
trok.
In de maand September werd een leer
ling door het hoofd der school huiswaarts
gezonden, met de opdracht een vijftal reken
sommen, in de klasse onder den gewonen
schooltijd opgegeven, doch door dezen leer
ling geen van alle opgelost, thuis uit te
werken. Deze taak werd naar het oordeel
van den klasse-onderwijzer on het hoofd
der school niet naar behooren vervuld,
zoodat de knaap opnieuw werd heenge
zonden, met de boodschap dat hij slechts
op de school zou worden toegelaten indien
hij de rekenvoorstellen, uitgewerkt, mede
bracht. Later herhaalde zich dit feit onder
vrij gelijke omstandigheden. De vader van
den leerling trad in eene beoordeeling van
den door het schoolhoofd genomen maat
regel ofschoon hem door den wethouder
van onderwijs werd voorgehouden, dat hij
tegen het belang van zijn kind en dat der
orde op school handelde, belette hij den
jongen, de sommen mede te brengen. Wel
beproefde hij een enkele maal, den jongen
half en half met geweld in de school te
doen plaats nemen. Maar dit mislukte na
tuurlijk. De knaap heeft intusschen van
September af de school verzuimd, waaruit
de gerechtelijke vervolging voortsproot.
De ambtenaar van het O. M. heeft vrij
spraak voor den vader gerequireerd, omdat,
naar zijn inzicht, de wet wèl aan den vader
het ter school zenden oplegt, doch niet de
zorg voor het volvoeren, thuis, eener door
den onderwijzer opgelegde taak. Daar nu
de toelating tot de klasse in het onder
havig geval afhankelijk was gesteld van
het maken der sommen, en de vader niet
wettelijk aansprakelijk was voor het vol
doen aan deze voorwaarde, kon hij ook
niet verantwoordelijk worden gohoudon
wegens het schoolverzuim.
In artikel 12 der Leerplichtwet wordt
sub tertio als geldige reden van tijdelijk
schoolverzuim onder meer genoemd «tijde
lijke wegzending van de school als tucht
maatregel". Het huiswaartszenden met de
opdracht, het in de klasse niet gemaakte
werk thuis in te halen, was in dit geval
een tuchtmaatregelen ook de bepaling,
dat do jongen slechts wederom in de klasse
zou worden opgeiiomon, indien hij de thuis
gemaakte sommen medebracht, was ook als
een tuchtmaatregel te beschouwen. Het
abnormale van het geval stak hierin, dat
door den onwil van den vader aan den
tuchtmaatregel geen gevolg werd gegeven
en dat daaruit een noodeloos en door het
schoolhoofd niet gewild schoolverzuim ont
stond, waarvoor nu de vader naar het in
zicht van het O. M. niet verantwoordelijk
was te achten in den zin der wet.
Het was eergisteren en gisteren de dag
van «Lijntje en Trijntje".
Dat wil zeggen, Waterstaat was aan de
orde, en dan hebben zoo ongeveer alle
Kamerleden het woord om de belangen
van lijn en trein en tram en brug en water
in hun district, den minister voor te dra
gen die op zijn beurt alle sprekers heel
welwillend heeft beantwoord. Daarom be
hoeft heden ons verslag niet groot te wezen
en kunnen wij 't hierbij laten.
Goes. Donderdagavond trad voor de Af-
deoling Goes van den Chr. Nat. Werk
mansbond der Ned. Herv. Kerk in het
lokaal der Chr. Jong. Vereen, alhier op
Ds. A. de Visser van Wolfertsdijk met een
lezing over«Eenige karakterbeelden uit
Jozus' lijdensgeschiedenis."
Na eerst kortelijk uiteen te hebben gezet
wat karakter is werden door hem een vier
tal personen geteekond op een wijze ver
verheven bovon den lof van verslaggever
dezes, en wel Judas als het beeld dei-
hebzucht en eerzucht, Kajafas als dat van
het valsch conservatisme (behoud), Hero
des als dat der lichtzinnigheid en Pilatus
als dat der beginselloosheid.
't Was onmogelijk voor een gewoon mensch
alles te verwerken in donzelfden tijd waarin
dit werd gesproken, eeu enkele gteep uit
ieder der genoemde schetsen zal meer dan
voldoende zijn te laten zien dat het waar
lijk iets schoons, en niet minder ernstig
was, wat hier werd gegeven.
Judas zit in zijn kamer en de hebzucht
en de eerzucht die meester over hem zijn
geworden komen met hem spreken, docb
Jezus wien hij is gaan volgen om zijn doel
te bereiken is daar ook, en Judas vraagt,
dringt, dwingt Jezus voor hem te voldoen
aan zjjn schuldeischers. Jezus is dit echter
onmogelijk en Judas slaat bankroet, failliet.
Kajafas zal behoudentegenhouden alle
ware ontwikkeling, behouden den vorm
van den Godsdienst, de wet van Mozes die
hij in een bundeltje bij zich kan dragen,
met prijsgeving echter van den geest die
de vormen schept en vernieuwtbehouden
alles behalve Jezus die behoudt, behouden
zooveel en zoolang dat hij zichzelf verliest
om naar het woord vaD Jezus te ervaren
dat wie zijn leven zal willen behouden het
zelve zal verliezen.
Herodes heeft een zwak karakter, 't is
een koning zonder majesteit, had hij zich
daarmede nu maar tot den Heer gewend
er ware veel goeds van hem te maken ge
weest maar hij werpt zich in de armen
van den wellust en nu wordt zijn licht
zinnigheid zoo ten top gedreven dat als
hij straks Jezus tegenover zich heeft aan
wien hij zijn spotlust wil botvieren, deze
geen woord voor hem over heeft, niet
omdat God heeft opgehouden genadig te
zijn, maar omdat in dat door en door ver
zinnelijkte hart geen droppel geestelijks
meer is overgebleven.
Pilatus is de beginsellooze op het punt
van Godsdienst, iemand die in eiken Gods
dienst wat goeds ziet, een man die aan
het hoofd zou kunnen staan van een Con
gres der wereldgodsdiensten waar dan de
Christelijke godsdienst eenvoudig naast allo
andere wordt geplaatst.
Het belang staat daar ver boveD, en
daarom als het tegen zijn belang is om
vrij te spreken dan zal hij zevenmaal zeg
gen dat Jezus onschuldig is en Hem toch
driemaal naar buiten brengen om een be
roep te doen hoe dwaas 1 op het
recht en op het medelijden van den haat,
en ten slotte als rechter het recht in han
den te geven van een blinde menigte die
echter zijn belang kan schaden.
Laat mij nu nog zeggen dat werden op
genoemd de punten van verschil en over
eenkomst der beide laatstgenoemde karak
ters en alles werd teruggebracht op onzen
tijd, onze personen, en onze vereeniging
en het dan tegen mijn wil hierbij mogen
laten.
Aan het eind der vergadering die ge
opend werd door den Voorzitter dhr. B.
Verboom, werd op diens verzoek door ds.
C. R. van Lelyveld een woord van dank
gebracht aan den spreker, voor den schat
dien hij ons deed toekomen in rijksdaalders
en die door ons kon worden omgewisseld
in kwartjes en dubbeltjes. Dr. De Visser
sloot met dankzegging.
Van mannen was er een tamelijk goede
opkomst, ook vrouwen waren er meer dan
gewoonlijk het geval is, doch waarom waren
er niet nog meer? En is die slechte op
komst der vrouwen soms oorzaak dat er
ook niet meer mannen waren en soms ook
oorzaak dat vele leden de gewone ver
gaderingen nooit of bijna nooit bezoeken?
Achter Herodes stond een Herodias zei
dr. De Visser en man en vrouw zijn één,
zegt men hier.
Middelburg. In de gisteravond op de
bovenzaal der Sociëteit «De Vergenoeging"
onder praesidium van den heer mr. F. N.
van der Bilt gehouden vergadering van de
afdeeling Middelburg van «Volksweesbaar
heid" werd 0. a. hot voorloopig Comité
bestaande uit de heeien: mr. F. N. van
der Bilt, T. Hoolsema, E. Alberts en mr.
P. Dieleman, vervangen door een nieuw
comité, dat werd samengesteld uit de heeren:
Kapitein Geill, Luit. Boogaert, W. L. B.
J. Dekker en B. ten Have. Aan dit
comité is het ontwerpen van Statuten en
reglement opgedragen om dit op een volgen
de vergadering in behandeling te brengen.
Goes. In de Raadsvergadering van a. s.
Dinsdag zijn 0. m. aan de orde Ingeko
men stukken. Verzoek firma Wed. J. C.
Massee Zn. Idem Ijsvermaak. Voorstel
B. en W. omtrent het bouwen van eon
tonnenloods en nanschaffen tonnenwagens.
Benoeming onderwijzer. Voordracht lid
college zetters. Wijziging verordening hef
fing schoolgeld school A en E. Idem bo-
grooting 1901. Tweede suppl. kohier H.
O. 1901. Idem kohier schoolgeld school A.
Benoeming leden commission en collegos.
Goes. De alph. voordracht voor onder
wijzers aan school B. bestaat uit E. J.
Francois te Kruiuingen, C. de Koeijer te
Ierseke, P. G. Ch. Koussemaker te Goes,
J. de Smidt te Kruiningen en A. P. L.
Snijder te Wissenkerke.
Heinkenszand. Aan de openb. school
alhier is benoemd tot onderwijzer dhr. C.
de Koeijer, te Ierseke met 4 van de G
stemmen.
De landbouwer Reynierse onder Mid
delburg is bezig zijn weilanden onder wa
ter te zetten, waarvoor hij een locomobiel
van 10 P. K. gebruikt. De verschillende
slooten zijn afgedamd en als nu de vorst
eenige dagen aanhoudt, bestaat er kans, dat
de liefhebbers van de ijssport daarvan op
die alleszins betrouwbare „plas" kunnen
genieten.
De politie te Middelburg heeft de
ingezetenen gewaarschuwd toe te zien bij
de ontvangst van guldens, kwartjes en dub
beltjes. Zij heeft proces-verbaal opgemaakt
tegen iemand, die wegens dronkenschap in
arrest was gesteld, en bij wien, bij fouillee
ring, stukken metaal werden gevonden, die
in vorm op deze muntspeciën geleken, en
waarvan hij de vervaardiger bleek te zijn.
Men meldt uit Zeeland aan de N.
R. C.:
De reuzenarmen der Schelde met de
talrijke zijstroomen, strekken tot verblijf
plaats van duizenden zeevogels, die om
dezen tijd van het jaar hun voedsel binnen
waarts zoeken en niet zelden bij honderden
zich achter den ploeg van den landman
bevinden, om in de gemaakte voor de talrijk
bovengeploegde insecten te verorberen; de
landman ziet dit gaarne. Vooral tegen en
bij stormachtig weder komen zij op het
land en de boer zegt dan ook wanneer de
meeuwen naar „binnen" komen, dat storm
op handen is. Het zijn voornamelijk zee
meeuwen (Larus), die zich vertoonen, maar
niet zelden in groote verscheidenheid, want
de niet met ornithologie bekende, zegt er
zijn meeuwen bij met zwarte koppen, grijze,
blauwe, bruingevlekte, groote en kleine.
De voornaamste zijn de zilvermeeuwen
(Larus argententatus), de krijtstern, mantel
meeuw (Larus marinus), enz. Groote be
drijvigheid heeischt gemeenlijk onder deze
vogels en het is een trekken heen en weer,
gepaard met aanhoudend gekrijsch, dat soms
hooren en zien vergaat en niet zelden
heerscht onderling twist en tweedracht;
daarbij valt dan op te merken hoe deze
vogels tot de uitstekende vliegers gerekend
moeten worden en vooral hoe scherp het
gezichtsorgaan is ontwikkeld. Nog tal van
andere vogels houden zich aan het strand
opaalschovers (ook wel domino's genoemd),
zeeksters, wulpen enz. worden opgemerkt,
maar broedplaatsen vinden ze haast niet
meer. Wanneer het warme jaargetijde
nadert vertrekken zij naar noordelijker
streken. Vroeger jaien bleven zij hier, en
vonden voornamelijk in de talrijke „inlagen"
aan de zuidkust van Schouwen, met name
in de Flauwers- en Heertjes-inlaag en den
Schelp'noek, geschikte broedplaatsen en in
den broetijd was het aldaar een onophoudelijk
geschreeuw, gekwaak, gefladder en ge-
dompel, dat hooren en zien verging. Geen
wonder dat in dien tijd de Zierikzeescho
markt ruim van eieren was voorzien, maar
het getal broedende vogels is gedurende
de zomermaanden, door toenemende be
bouwing der vroegere moerasgronden, zoo
goed als nihil geworden en er worden geen
eierrapers meer aangetroffen.
Intusschen brengen de zeevogels eenige
levendigheid aan in de anders vrij een
tonige water- en slijkvlakten, die zich van
de kale zeedijken aan het oog vertoonen
en worden de aangrenzende velden, niet
zelden aardig geschakeerd door het zilver
wit of zilvergrijs der meeuwen; jacht wordt
zelden op deze vogels gemaakt, die voor
consumtie trouwens niet geschikt zijn.
Te Dinther stapte een vrouw van
de tram eer deze stilstond. Zij viel en
werd bewusteloos met gebroken schedel
opgenomen. Te Kampen viel een man
bij het schoorsteenvegen van een dak op
een binnenplaats en kwam met het hoofd
op den rand van een ijzeren pot terecht.
Hij stierf. Te Weert viel een 18-jarige
metselaar van een stelling en bleef op de
plaats dood. Te Dinteloord is een man,
die zich, vermoedelijk in beschonken toe
stand, aan den weg had gelegd, ten gevolge
der koude gestorven.
Als opvolger van dr. J. Wieringa,
thans geneesheer-directeur van het krank
zinnigengesticht „Dennenoord" is tot ge
neesheer op Veldwijk benoemd dr. K.
Borkens.