Engeland en Transvaal. B e k e n d m a k i ng. Kerknieuws. Rechtszaken. TWEEDE KAMER. Gemengde Berichten. Het rechte weet men niet. Doch ofschoon er bij de Boeren eenige kentering schijnt te komen, moet toch op de voorstelling als zou de oorlog nu weldra uit zijn, nog wel iets af te dingen wezen. De berichten blijven zoo tegenstrijdig. Zoo wordt nu weer geseind dat weer 100 Boeren door de colonnes zijn gevangen genomen. Maar ook dat last gegeven is tot de onverwijlde lichting van nog 2000 Yeomen die in Jan. en Febr. naar Zuid- Afrika zullen gezonden worden. Ook zijn weor zes militiebataljons onder de wapenen geroepen. Zoo meldt men uit Johannesburg dat er merkbare verbetering kwam in den toe stand dat de winkels open zijn en vol goe deren, dat in de straten zicb welgekleede vrouwen en kinderen verdringen en de za ken bij toeneming levendig worden. Maar ook dat twee mannen, Jahn en Koch ge- heeten, hebben terechtgestaan wegens sa menzwering. Zij werden niet schuldig bevonden aan verraad, maar wel aan verraderlijke mede- deelingen aan den vijand, door aan een der Boeren op commando eene dépêche te ver schaffen toen deze Johannesburg was bin nengeslopen. Op deze wijze hebben zij den neutraliteits-oed gebroken. Het vonnis is aan Kitchener opgezonden ter bevestiging. En dan men spreekt zelfs nog van tweehonderd gearresteerde verdachten en van een aan de Britsche officieren gege ven waarschuwing niet te gaan wandelen waar boomen zijn. Kritzinger blijkt in de Kaap-Kolonie tusschen Hauover en Taaibosch tusschen het vuur der blokhuizen geraakt te zijn, zonder bepaald te vechten. Van de 159 man, die bij zich had, werden hij en nog vijf anderen eerst gewond en daarna ge vangen genomen. De overigen schijnen groote haast ge had te hebben om te ontkomen. Trou wens het waren meest „rebellen" en die hebben bij gevangenneming licht den dood te wachten. Kritzinger was nog geen dertig jaar oud. Overigens blijft de noodkreet klinken uit Zuid-Afrika: zend toch meer volk! Eu de Britsche Regeering gunt vrij wat gereeder en vlugger gehoor er aan dan aan de klachten van Miss Hobhouse over de concentratie-kampen. Om het stelsel der blokhuizen uit te breiden en meer doeltreffend te maken, zullen in de helft der volgende maand weêr duizend man van de guards naar het front worden gezonden. De Portugeezen raken met al hun lievig heid voor de Engelschen toch óók nog in de knel. Vijf hunner manschappen, waar onder een officier en een sergeant, zijn gedood bij een poging om over de grens gedrongen vechtende Boeren en Engelschen te ontwapenen. Hoewei erkend wordt, dat de Engelschen de sommatie van den Portugeeschen com mandant in den wind sloegen, wordt in het midden gelaten oi de Britsche dan wel de Boerenkogels hier schuld hadden. jDe verraderkorpsen in Transvaal. Zijn er zooveel verraders? Hoe worden zij dat? Verdienen zij dien naam? De heer Cornelissen, tot voor eenige we ken, zes maanden in de concentratiekampen geweest, beantwoordt die vragen in Eet Handelsblad. Zooals bekend is, zegt hij, hebben in den loop van den oorlog, toen Engeland zich meester maakte van Transvaal en Vrijstaat, verscheidene Boeren, die öf den strijd moede waren, öf hnn vrouwen en kinderen niet zonder hulp wilden laten in de handen van een vijand, omtrent wien zooveel ongunstigs verteld werd, hun wapens neergelegd, ver trouwende op verschillende proclamaties, waarbij hun beloofd werd, dat zij onge hinderd op hunne plaatsen zouden mogen blijven; evenwel werden naderhand allen, onverschillig of hun eenige belofte van dien aard gedaan was of niet, vervoerd naar een der zoogenaamde concentratiekampen (in Transvaal meer bekend als refugeecamps of burgerkampen). Daar moesten zij dus thans wonen in tenten met hunne familie; wat zij daar kregen als voedsel meel (vaak onbruik baar), vleesch (bijna altijd onbruikbaar) en wat suiker en koffie die ook maar al te vaak wat te wenschen overlieten was geheel en al onvoldoende, zoodat zij hunne moeders en zusters, hnnne vrouwen en kinderen, die aan dergelijke ontberingen niet gewend waren, langzamerhand van ellende zagen wegteren. Zij moesten dus wat zien tc verdienen om wat vleesch, vet, kaarsen, zeep, enz. enz. te kunnen bij- koopen. In het kamp was het bijna on mogelijk iets te verdienen en daarbij was in dat 'eene winkeltje in het kamp alles zoo peperduur. Het weinigje geld dat zij gehad hadden was al spoedig verbruikt en wat dan Dan kwam het liefdadige, Christelijke Engeland en gaf uitkomst. Ze behoefden maar in Engelschen dienst te treden; natuurlijk behoefden ze niet tegen hun eigen landge- nooten te vechten, neen, dat zonden de Engelschen zelf niet willen, neen ze zouden slechts dienst doen als «catlle-rangers" d. w. z. zij moesten het vee van de nog rond trekkende commando's wegnemen en bij de Engelschen brengen, doch vechten behoef den ze niet. Als 't daarop aankwam mochten ze pad geven. Ze kregen wel een geweer 'doch dat was alleen voor 't alleruiterste geval en ook om zich te verdedigen tegen een mogelijk kwaadwilligen kaffer. Ofwel, ze zouden bij bruggen gezet worden om die te bewaken of andere min gevaarlijke posten, als politie of zoo iets. En dan werd hun natuurlijk verzekerd dat alle kans voor de Boeren toch verloren was, dat zij dus maar zelf mee moesten helpen om een einde te maken aan den oorlog, opdat allen spoedig weer naar hunne plaatsen zouden terugkeeren en op die wijze werd menig een, waaronder Boeren die vroeger zoo dapper hun land verdedigd hadden als 't maar van een man mag verwacht worden, over gehaald om dienst te nemen onder Engelsche vlag. Dus niet, omdat alle Boeren zonder eenige tnoreele overtuiging zijd, niet omdat zij allen een einde aan den oorlog wenschen, zelfs ten koste van hun onafhankelijkheid, neen omdat Engeland hun stelde voor dit feit: óf hun vrouwen en kinderen, hun moeders en zusters van ellende te zien omkomen, óf het geweer weer op te vatten doch in Engelschen dienst. Zóó kon men deze verraderskorpsen oprichten. Dus hoe treurig het feit ook op zich zelf moge zijn, dat daar Boeren tegen hun eigen natie strijden, moeten wij niet ver geten dat Engeland hen daartoe dwong, onder het voorhouden van allerlei bedrie- gelijke beloften en voorstellingen. In enkele gevallen mag wellicht het bovenstaande niet van toepassing wezen, doch slechts in zeer enkele. Onder deze neemt Jan Celliers, vroeger vechtend on der de Boeren als generaal, een voorname plaats in. Hij is een man van ontwijfel- baren persoonlijken moed, van groote doortastendheid en heeft in menig gevecht den Engelschen een gedacht pak gegeven. Hij is daarbij een man van zeer groote hartstochten, en mag daarin zeker als een uitzondering genoemd worden onder de Boeren, die gewoonlijk uitmunten door hun groote bedaardheid en kalmte. Bij het begin van den oorlog had zeker nie mand durven beweren dat Jan Celliers ooit onder Engelsche vlag zou gaan die nen, want als iemand de Engelschen haatte dan deed hij het en het was bekend dat de haat van Jan Celliers niet eindigde dan met den dood van zijn tegenpartij, In zijn jongere jaren reeds had hij ge vangen gezeten wegens moord; met zijn zakmes had hjj zijn slachtoffer afgemaakt. Wat hem ertoe dreef zich aan te sluiten bij de Engelschen, en op te treden als commandant van de Nationale verkenners Niets anders dan zijn groote haat tegen generaal Beijers, den generaal, die in de laatste helft van den oorlog als bevelheb ber optrad van de distrieten Zoutpans- berg en Waterberg. Generaal Beijers commandeerde n.l. in het einde van het vorige jaar de beide zoons van Jan Celliers om mee te gaan vechten, doch dozen, dio in tegenstelling met hun vader maar weinig persoonlijken moed bezaten, hadden daar maar weinig lust in, met dit gevolg, dat generaal Beijers hen beiden in de gevangenis liet zetten, waarin zij een tijdlang vertoefden. Dit wekte echter de haat en wraakzucht van generaal Celliers in zulk een mate op, dat thans al zijn denken slechts hierop gespannen was «Beijers te vangen" ên óf te dooden óf in handen van do Engelschen te leveren. Daartoe heeft hij zijn diensten aan de Engelschen aangeboden en zeker zal hij niet rusten, voor of hij óf generaal Beijers het onderspit heeft gedolven. Voor eenige dagen lazen wij het bericht, dat Ben Viljoen Jan Celliers en zijn heele bende neergeschoten had. Met het oog op de groote ervaring en bekwaamheid, ook persoonlijke dapperheid van Jan Cel liers als aanvoerder, hoop ik van harte voor de Boeren, dat dit bericht waar moge zijn. Gelukkig behoort Jan Celliers tot de uitzonderingenen zijn er maar zeer enkelen, die met liefde het wapen opgevat hebben tegen hun landgonooten, en ik voor mij twijfel er dan ook niet aan, of de En gelschen zullen zelf er eenmaal berouw van hebben hun tegenpartij het wapen weer in de hand gegeven te hebben. Goes. De Burgemeester van Goes brengt ter kennis van belanghebbenden dat op den iste Kerstdag en Nieuwjaarsdag geen ver gunningen zullen worden gegeven aan Café houders enz. om na het gewone sluitingsuur hunne inrichtingen open te houden; dat op den 2den Kerstdag en 2 Januari 1902 zonder nadere aanvrage vergunning wordt ge geven om in de inrichtingen bovenbedoeld muziek te geven tot des avonds 11 uren en op den oudejaarsavond om tot 11 uren muziek te geven, terwijl de localiteiten tot 12'/2 uren open mogen blijven. Alles na afloop der godsdienstoefeningen en onder bepaling dat door de politie de ver gunningen kunnen worden ingetrokken zoodra in de localiteiten ongeregeldheden voorvallen. Diakenen der Hervormde Gemeente zullen op den 2den Kerstdag zijnde Donderdag den 26 dezer na het eindigen der voormiddag- Godsdienstoefening een buitengewone of zoo genaamde Kerst-Collecte houden aan de huizen der ingezetenen ten behoeve van hunne be deelden, welke inzameling ten zeerste wordt aanbevolen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Oostwold, J. L. Dippel te De Biltte Niehove, M. Wiersum, cand. te Pieterburen. Bedankt voor Nieuw Beerta door A. II. v. d. Hoeve te Vledder voor Ter- heijde door J. J. H. Klomp, cand. te 's- Gra- venhage. Scherpen isse. Gekozen tot diaken de heer G. Bolier Cz. in plaats van den heer P. Noordijke Mz. Driewegen. Benoemd tot notabel, va cature C. Vaar, de heer A. Noels. Geref. Kerken. Beroepen te Ovorschie, W. W. Moynen te Winsum. Remonstrantsche Br. Aangenomen naar Meppol door K. F. Sparnaaij te Dokkum. Arrondissements- Rechtbank te Middelburg. Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens: eenvoudige beleediging en smaadschriftP. M. W., 2G j., boekhandelaar, Gorinchem tot f 25 b. s. 14 d. h.; diefstal: J. J. L. 61 j., zonder beroep Vlissingen tot 3 m., P. B., 53 j. bierhuis houder Terneuzen tot 6 w., J. H. H., 44 j. wed. K. L. G., werkvrouw Vlissingen en J. A. B. 15 j., koewachter Breskens beiden tot 1 m. en C. S., 30 j. werkman, Middel burg tot 14 d. gev. straf; mishandeling: E. v. L. 26 j., arbeider, Westdorpe tot 4 m., J. de S. 31 j. poelier Slaakje (Assenede), tot 6 w., J. K. 29 j. en A. K. 25 j. arbeiders, 's Heer Hen- drikskindereu s Hoer Arendskerke). ieder tot 1 m R. V. 39 j., arbeider Aardenburg tot 3 w, en G. d. W., 25 j., arbeider, 'sHeer Arendskerke, tot 14 d. gov. straf: mishandeling van een ambtenaar en iceder- spannigheidG. Th. N. B., 27 j., koopman, Aardenburg, tot 2 m. gev. straf; omkooping vaneen ambtenaar: I. J. L., 22 j., bakkersknecht, Biervliet, tot f25 b. S. 14 d. h., wederspanmgheid: C. J. B., 24 j., wissel wachter, Krabbendijke, tot 3 m., W. D., 24 j., werkman, Oostkapelle, tot 2 m., en W. P. J. B., 25 j., leurder, Middelburg, tot 6 w. gev. straf, en dierenmishandeling; M. K., 28 j., koopman, Serooskerke, tot f10 b. s. 10 d. h. vrijgesproken: M. K., 25 j., arbeider, 's Heer Hendrikskinderen ('s Heer Arends kerke)' beklaagd van mishandeling. Ter griffie van bovengenoemde recht bank is door den Officier van Justitie hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis dier rechtbank van den 10 December jl. waar bij J. A. de S., rijksveldwachter jachtopzie ner te Retranchement, ter zake van mis handeling werd vrijgesproken. Vanwege hot Openbaar Ministerie was drie maanden gevangenisstraf gevorderd. Het gerechtshof te 's Gravenhage deed uitspraak in de zaak van Th. R., te Biervliet, door de rechtbank te Middelburg 25 October tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot doodslag. Hij werd vrijgesproken. Voor beklaagde trad ook bij het hof, evenals voor de rechtbank, als verdediger op de heer mr. A. A. de Veer Gz., advo caat te Middelburg. Leerplicht. Voor den kantonrechter te Rotterdam in het derde kanton is gisteren behandeld een overtreding der Leerplichtwet, waarvan het O. M. zelf de strafbaarheid in twijfel trok. In de maand September werd een leer ling door het hoofd der school huiswaarts gezonden, met de opdracht een vijftal reken sommen, in de klasse onder den gewonen schooltijd opgegeven, doch door dezen leer ling geen van alle opgelost, thuis uit te werken. Deze taak werd naar het oordeel van den klasse-onderwijzer on het hoofd der school niet naar behooren vervuld, zoodat de knaap opnieuw werd heenge zonden, met de boodschap dat hij slechts op de school zou worden toegelaten indien hij de rekenvoorstellen, uitgewerkt, mede bracht. Later herhaalde zich dit feit onder vrij gelijke omstandigheden. De vader van den leerling trad in eene beoordeeling van den door het schoolhoofd genomen maat regel ofschoon hem door den wethouder van onderwijs werd voorgehouden, dat hij tegen het belang van zijn kind en dat der orde op school handelde, belette hij den jongen, de sommen mede te brengen. Wel beproefde hij een enkele maal, den jongen half en half met geweld in de school te doen plaats nemen. Maar dit mislukte na tuurlijk. De knaap heeft intusschen van September af de school verzuimd, waaruit de gerechtelijke vervolging voortsproot. De ambtenaar van het O. M. heeft vrij spraak voor den vader gerequireerd, omdat, naar zijn inzicht, de wet wèl aan den vader het ter school zenden oplegt, doch niet de zorg voor het volvoeren, thuis, eener door den onderwijzer opgelegde taak. Daar nu de toelating tot de klasse in het onder havig geval afhankelijk was gesteld van het maken der sommen, en de vader niet wettelijk aansprakelijk was voor het vol doen aan deze voorwaarde, kon hij ook niet verantwoordelijk worden gohoudon wegens het schoolverzuim. In artikel 12 der Leerplichtwet wordt sub tertio als geldige reden van tijdelijk schoolverzuim onder meer genoemd «tijde lijke wegzending van de school als tucht maatregel". Het huiswaartszenden met de opdracht, het in de klasse niet gemaakte werk thuis in te halen, was in dit geval een tuchtmaatregelen ook de bepaling, dat do jongen slechts wederom in de klasse zou worden opgeiiomon, indien hij de thuis gemaakte sommen medebracht, was ook als een tuchtmaatregel te beschouwen. Het abnormale van het geval stak hierin, dat door den onwil van den vader aan den tuchtmaatregel geen gevolg werd gegeven en dat daaruit een noodeloos en door het schoolhoofd niet gewild schoolverzuim ont stond, waarvoor nu de vader naar het in zicht van het O. M. niet verantwoordelijk was te achten in den zin der wet. Het was eergisteren en gisteren de dag van «Lijntje en Trijntje". Dat wil zeggen, Waterstaat was aan de orde, en dan hebben zoo ongeveer alle Kamerleden het woord om de belangen van lijn en trein en tram en brug en water in hun district, den minister voor te dra gen die op zijn beurt alle sprekers heel welwillend heeft beantwoord. Daarom be hoeft heden ons verslag niet groot te wezen en kunnen wij 't hierbij laten. Goes. Donderdagavond trad voor de Af- deoling Goes van den Chr. Nat. Werk mansbond der Ned. Herv. Kerk in het lokaal der Chr. Jong. Vereen, alhier op Ds. A. de Visser van Wolfertsdijk met een lezing over«Eenige karakterbeelden uit Jozus' lijdensgeschiedenis." Na eerst kortelijk uiteen te hebben gezet wat karakter is werden door hem een vier tal personen geteekond op een wijze ver verheven bovon den lof van verslaggever dezes, en wel Judas als het beeld dei- hebzucht en eerzucht, Kajafas als dat van het valsch conservatisme (behoud), Hero des als dat der lichtzinnigheid en Pilatus als dat der beginselloosheid. 't Was onmogelijk voor een gewoon mensch alles te verwerken in donzelfden tijd waarin dit werd gesproken, eeu enkele gteep uit ieder der genoemde schetsen zal meer dan voldoende zijn te laten zien dat het waar lijk iets schoons, en niet minder ernstig was, wat hier werd gegeven. Judas zit in zijn kamer en de hebzucht en de eerzucht die meester over hem zijn geworden komen met hem spreken, docb Jezus wien hij is gaan volgen om zijn doel te bereiken is daar ook, en Judas vraagt, dringt, dwingt Jezus voor hem te voldoen aan zjjn schuldeischers. Jezus is dit echter onmogelijk en Judas slaat bankroet, failliet. Kajafas zal behoudentegenhouden alle ware ontwikkeling, behouden den vorm van den Godsdienst, de wet van Mozes die hij in een bundeltje bij zich kan dragen, met prijsgeving echter van den geest die de vormen schept en vernieuwtbehouden alles behalve Jezus die behoudt, behouden zooveel en zoolang dat hij zichzelf verliest om naar het woord vaD Jezus te ervaren dat wie zijn leven zal willen behouden het zelve zal verliezen. Herodes heeft een zwak karakter, 't is een koning zonder majesteit, had hij zich daarmede nu maar tot den Heer gewend er ware veel goeds van hem te maken ge weest maar hij werpt zich in de armen van den wellust en nu wordt zijn licht zinnigheid zoo ten top gedreven dat als hij straks Jezus tegenover zich heeft aan wien hij zijn spotlust wil botvieren, deze geen woord voor hem over heeft, niet omdat God heeft opgehouden genadig te zijn, maar omdat in dat door en door ver zinnelijkte hart geen droppel geestelijks meer is overgebleven. Pilatus is de beginsellooze op het punt van Godsdienst, iemand die in eiken Gods dienst wat goeds ziet, een man die aan het hoofd zou kunnen staan van een Con gres der wereldgodsdiensten waar dan de Christelijke godsdienst eenvoudig naast allo andere wordt geplaatst. Het belang staat daar ver boveD, en daarom als het tegen zijn belang is om vrij te spreken dan zal hij zevenmaal zeg gen dat Jezus onschuldig is en Hem toch driemaal naar buiten brengen om een be roep te doen hoe dwaas 1 op het recht en op het medelijden van den haat, en ten slotte als rechter het recht in han den te geven van een blinde menigte die echter zijn belang kan schaden. Laat mij nu nog zeggen dat werden op genoemd de punten van verschil en over eenkomst der beide laatstgenoemde karak ters en alles werd teruggebracht op onzen tijd, onze personen, en onze vereeniging en het dan tegen mijn wil hierbij mogen laten. Aan het eind der vergadering die ge opend werd door den Voorzitter dhr. B. Verboom, werd op diens verzoek door ds. C. R. van Lelyveld een woord van dank gebracht aan den spreker, voor den schat dien hij ons deed toekomen in rijksdaalders en die door ons kon worden omgewisseld in kwartjes en dubbeltjes. Dr. De Visser sloot met dankzegging. Van mannen was er een tamelijk goede opkomst, ook vrouwen waren er meer dan gewoonlijk het geval is, doch waarom waren er niet nog meer? En is die slechte op komst der vrouwen soms oorzaak dat er ook niet meer mannen waren en soms ook oorzaak dat vele leden de gewone ver gaderingen nooit of bijna nooit bezoeken? Achter Herodes stond een Herodias zei dr. De Visser en man en vrouw zijn één, zegt men hier. Middelburg. In de gisteravond op de bovenzaal der Sociëteit «De Vergenoeging" onder praesidium van den heer mr. F. N. van der Bilt gehouden vergadering van de afdeeling Middelburg van «Volksweesbaar heid" werd 0. a. hot voorloopig Comité bestaande uit de heeien: mr. F. N. van der Bilt, T. Hoolsema, E. Alberts en mr. P. Dieleman, vervangen door een nieuw comité, dat werd samengesteld uit de heeren: Kapitein Geill, Luit. Boogaert, W. L. B. J. Dekker en B. ten Have. Aan dit comité is het ontwerpen van Statuten en reglement opgedragen om dit op een volgen de vergadering in behandeling te brengen. Goes. In de Raadsvergadering van a. s. Dinsdag zijn 0. m. aan de orde Ingeko men stukken. Verzoek firma Wed. J. C. Massee Zn. Idem Ijsvermaak. Voorstel B. en W. omtrent het bouwen van eon tonnenloods en nanschaffen tonnenwagens. Benoeming onderwijzer. Voordracht lid college zetters. Wijziging verordening hef fing schoolgeld school A en E. Idem bo- grooting 1901. Tweede suppl. kohier H. O. 1901. Idem kohier schoolgeld school A. Benoeming leden commission en collegos. Goes. De alph. voordracht voor onder wijzers aan school B. bestaat uit E. J. Francois te Kruiuingen, C. de Koeijer te Ierseke, P. G. Ch. Koussemaker te Goes, J. de Smidt te Kruiningen en A. P. L. Snijder te Wissenkerke. Heinkenszand. Aan de openb. school alhier is benoemd tot onderwijzer dhr. C. de Koeijer, te Ierseke met 4 van de G stemmen. De landbouwer Reynierse onder Mid delburg is bezig zijn weilanden onder wa ter te zetten, waarvoor hij een locomobiel van 10 P. K. gebruikt. De verschillende slooten zijn afgedamd en als nu de vorst eenige dagen aanhoudt, bestaat er kans, dat de liefhebbers van de ijssport daarvan op die alleszins betrouwbare „plas" kunnen genieten. De politie te Middelburg heeft de ingezetenen gewaarschuwd toe te zien bij de ontvangst van guldens, kwartjes en dub beltjes. Zij heeft proces-verbaal opgemaakt tegen iemand, die wegens dronkenschap in arrest was gesteld, en bij wien, bij fouillee ring, stukken metaal werden gevonden, die in vorm op deze muntspeciën geleken, en waarvan hij de vervaardiger bleek te zijn. Men meldt uit Zeeland aan de N. R. C.: De reuzenarmen der Schelde met de talrijke zijstroomen, strekken tot verblijf plaats van duizenden zeevogels, die om dezen tijd van het jaar hun voedsel binnen waarts zoeken en niet zelden bij honderden zich achter den ploeg van den landman bevinden, om in de gemaakte voor de talrijk bovengeploegde insecten te verorberen; de landman ziet dit gaarne. Vooral tegen en bij stormachtig weder komen zij op het land en de boer zegt dan ook wanneer de meeuwen naar „binnen" komen, dat storm op handen is. Het zijn voornamelijk zee meeuwen (Larus), die zich vertoonen, maar niet zelden in groote verscheidenheid, want de niet met ornithologie bekende, zegt er zijn meeuwen bij met zwarte koppen, grijze, blauwe, bruingevlekte, groote en kleine. De voornaamste zijn de zilvermeeuwen (Larus argententatus), de krijtstern, mantel meeuw (Larus marinus), enz. Groote be drijvigheid heeischt gemeenlijk onder deze vogels en het is een trekken heen en weer, gepaard met aanhoudend gekrijsch, dat soms hooren en zien vergaat en niet zelden heerscht onderling twist en tweedracht; daarbij valt dan op te merken hoe deze vogels tot de uitstekende vliegers gerekend moeten worden en vooral hoe scherp het gezichtsorgaan is ontwikkeld. Nog tal van andere vogels houden zich aan het strand opaalschovers (ook wel domino's genoemd), zeeksters, wulpen enz. worden opgemerkt, maar broedplaatsen vinden ze haast niet meer. Wanneer het warme jaargetijde nadert vertrekken zij naar noordelijker streken. Vroeger jaien bleven zij hier, en vonden voornamelijk in de talrijke „inlagen" aan de zuidkust van Schouwen, met name in de Flauwers- en Heertjes-inlaag en den Schelp'noek, geschikte broedplaatsen en in den broetijd was het aldaar een onophoudelijk geschreeuw, gekwaak, gefladder en ge- dompel, dat hooren en zien verging. Geen wonder dat in dien tijd de Zierikzeescho markt ruim van eieren was voorzien, maar het getal broedende vogels is gedurende de zomermaanden, door toenemende be bouwing der vroegere moerasgronden, zoo goed als nihil geworden en er worden geen eierrapers meer aangetroffen. Intusschen brengen de zeevogels eenige levendigheid aan in de anders vrij een tonige water- en slijkvlakten, die zich van de kale zeedijken aan het oog vertoonen en worden de aangrenzende velden, niet zelden aardig geschakeerd door het zilver wit of zilvergrijs der meeuwen; jacht wordt zelden op deze vogels gemaakt, die voor consumtie trouwens niet geschikt zijn. Te Dinther stapte een vrouw van de tram eer deze stilstond. Zij viel en werd bewusteloos met gebroken schedel opgenomen. Te Kampen viel een man bij het schoorsteenvegen van een dak op een binnenplaats en kwam met het hoofd op den rand van een ijzeren pot terecht. Hij stierf. Te Weert viel een 18-jarige metselaar van een stelling en bleef op de plaats dood. Te Dinteloord is een man, die zich, vermoedelijk in beschonken toe stand, aan den weg had gelegd, ten gevolge der koude gestorven. Als opvolger van dr. J. Wieringa, thans geneesheer-directeur van het krank zinnigengesticht „Dennenoord" is tot ge neesheer op Veldwijk benoemd dr. K. Borkens.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 2