No. 37.1901.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Dinsdag 3 December
16e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
De nieuwe iioers*
FEUILLETON.
LiltOOTSILH» EN VAL.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
bleek MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
Zij, «ate seiclx met 1 Jan.
op ons blad abonneereu, ont-
vaiijfen de tot dien datum ver-
schijnende nummers gratis.
Moer dan vroeger neemt hot volk, en
niet het minst ons Christelijk publiek, ken
nis van de verschillende Staatsstukken,
die van de tegenwoordige Regeoring uit
gaan.
Moesten wij nog steeds wegens plaats
gebrek ons onthouden van iets over te
nemen uit het voortreffelijke regeerings-
stuk van 16 Nov.de Memorie van ant
woord op Hoofdstuk I der Staatsbegrooting,
thans vragen wij voor een oogenblik de
aandacht voor de Memorie van Antwoord
op Hoofdstuk V van diozelfde begrooting.
Ook deze Memorie van Antwoord is van
niet geringe beteekenis, omdat zij ons om-
tront de plannen van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, Dr. A. Kuiper, uit
voerige inlichtingen schenkt.
Bepalen wjj ditmaal onze aandacht bij
het onderwijn-vraagstuk, dat onze lezers na
tuurlijk niet weinig interesseert.
Op dit gebied blijkt het Ministerie, meer
dan tot hiertoe is geschied, rokening te
willen houden met de eischen der praetjk,
iets dat dadelijk toejuiching verdient.
Ook voor de practische volksopleiding,
zoo heet het, zal eenige regeling tot stand
moeten komen, die lager, middelbaar en
hooger technisch onderwijs scheidt en in
onderling verband ordent.
Vatbaar voor boogere ontwikkeling in
practischen zin is ons volk ongetwijfeld,
gelijk nu reeds de kunstnijverheid een niet
zoo onbeduidende vlucht nam, maar al te
straffe concurrentie zal ons volk blijven
drukken, en onze loonstandaard onnoodig
iaag houden, indien geen ernstiger pogin
gen worden aangewend om de arbeidende
bevolking beter dan tot dusverre voor am
bacht en nijverheid te bekwamen.
Omtrent den vaccinedwang wordt de vol
gende toezegging gedaan
De principiëele beslissing in zake den
indirecten vaccinedwang zal eerst kunnen
genomen worden bij een algemeene her
ziening van de wet op de besmettelijke
ziekten. Intusschen zal oene voorloopige
en partiëele ontheffing van den indirecten
vaccinedwang voor enkele bijzondere scholen
worden voorgesteld, iets waarvoor het ont
werp reeds in bewerking is.
Deze mededeeling zal zeer zeker met
30
(Schetsen uit het leven van Napoleon
Ook ondor de veldheeren waren vele zie
ken. Napoleon legde een vaderlijke zorg
aan den dag voor de arme zieken en gekwet
sten. Hij stelde orde op hunno zaken, zoo
dat zij naar lichaam on goost eon uitstekende
verzorging erlangden. Trouwens voor zijn
soldaten was de keizer altijd goed. Voor
voedsel en kleeding en goodo ligging moest
altijd gezorgd worden. Ook moest er extra
kleoding zijn togen deze Poolsche koude.
Alles goed en wel mag terecht worden
aangemerkt maar het voornaamste ver
zuimde hij dan toeh, Immers hij had zijn volk
hot meest kunnen verkwikken door aan den
onnoodigen oorlog een einde te maken en
naar Frankrijk terug te keeren. Maar dit
verzuimde hij. En dat men ook in Frank
rijk zelf er zoo over dacht iets er van
zag Napoleon aankomen; want hij had
overal zijne verspieders. Daarom neigde hij
na den slag meer tot den vrede. Hijzelf
bood Frederik Wilhelm den vrede aan. Hij
verklaarde zich bereid hem zijn staten terifg
te geven, mits slechts tot aan de Elbe;
zoodat de koning Westfalen, Saksen en
Frankenland aan hem moest laten.
Do voorwaarden waren aannemelijker dan
de vroegere. Nu althans word den koning
van Pruisen de teruggave van drie^ vier
den van zijn land verzekerd. Hij was
geneigd toe te geven. O, zoo bjj het slechts
blijdschap worden vernomen. De vaccine
dwang kan in den tegen woord igen vorm
niet gehandhaafd blijven, ook omdat zij
belemmerend werkt op den gang van
het onderwijs.
In het vervolg der Memorie word er
nog op gewezen, dat de beloofde ^vrijmaking
van het onderwijsniet alleen meerdere
gelijkstelling van het openbare en bijzondere
onderwijs beoogt, tmaar ook vrijmaking van
den vaccinedwang
Ook omtrent de Leerplichtwet geeft de
Memorie een duidelijk geluid.
De intrekking er van zal niet worden
voorgesteld, zoolang niet gebleken zal zijn,
dat niet met verbetering van wat de practijk
als onhoudbaar aantoont, kan worden
volstaan.
Ook voor dit laatste echter is de tijd nog
niet gekomen, nu deze wet nog niet eens
een jaar in werking is. Ging men reeds
thans tot wijziging over, dan kon wellicht
na korten tijd weer aan het licht komen,
dat men een of ander onderdeel waarover
de practijk nog geen uitspraak deed, over
het hoofd had gezien.
Het spreekt van zelf, dat reeds nu de
aandacht gevestigd is op hetgeen later on
derwerp van wijziging zal behooren uit te
maken.
Om nu reeds een welgemotiveerd oordeel
over de werking der wet uit te spreken,
acht de minister zich niet bevoegd.
Hoewel dit antwoord misschien dezen
en genen zal teleurstellen, die onmiddellijke
intrekking zouden wenschen, kon toch moeie-
lijk een ander antwoord worden verwacht.
Van leerplicht op zichzelve kan men
moeielijk tegenstander zijn. Do tegenkan
ting richt zich hoofdzakelijk tegen de wijze
waarop de leerplicht is geregeld.
Over de subsidiëering van het bijzonder
onderwijs wordt door do Memorie gesproken
op een wijze, die vooral in onze kringen
voldoening wekken zal.
Wat door den vorigen Minister van Bin
nenlandsche Zaken werd tot stand gebracht,
acht minister Kuyper nog slechts een stap
in de goede richting, terwijl hij zich voor
neemt, op den ingeslagen weg voort te
schrijden.
Aan de overheid moet het onverschillig
zijn of eenige school openbaar of bijzonder
is, mits maar het onderwijs goed en deug
delijk zij.
Dit is oon woord naar ons hart en we
vertrouwen, dat het zolfs door vele tegen
standers van bijzondor onderwijs zal worden
boaamd.
gedaan had Maar de- koningin hield hem
togende oorlogspartij werkte niet meé,
en do Russische invloed deed zich gevoelen.
Niet zonder mij, had Alexander geadvi
seerd; on bovendien de krijgskans stond
thans immers zoo slecht niet
De aanbiedingen van den vrede werden
roekeloos afgeslagen. Nu kon ook Napoleon
niet meer terug. De weigering had kwaad
bloed gezet. Een geduchte wraakneming
stond te wachten.
Napoloon zette nu den strijd krachtig
voort. De sterke vesting Dantzig werd
belegerd. Zij viel, doch niet voor alle spijs
verteerd, en alle kruit verschoten was. De
halve stad lag in puinhoopen toen de ge
neraal Kellermann haar aan zijn tegenstan
der den generaal Lefèvre overgaf.
Onder al deze bedrijven kwam de zomer
en met hem keerden moed en strijdlust
weder. Napoleon tastte de verbondenen bij
Heilsberg aan en versloeg hen. Beide ver
bondenen werden van elkander gescheiden.
Den 14 Juni had do vreeselijke slag bij
Friedland tusschen Russen en Fransehen
plaats, 't Was do honnnoringsdag van den
slag bij Marengo. Van beide zijden werd
met woede gestreden. Men voelde, het
gold hier het zijn of niet zijn van een van
beide. Tot in don klokketoren der stad
werd gevochten. Van alle kanten werden
de Russen naar de rivier gedrongen. Nie
mand hunner gaf zich over. Zij lieten zich
liover in de rivier werpen dan levend den
Fransehen in handen to vallen.
Napoloon had geen oog van het schouw-
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 —5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Reeds door het vorige Ministerie werd
de wenschelijkheid uitgesproken, om ook
bijzondere onderwijzers te pensioneeren.
Daaromtrent wordt nu het volgende me
degedeeld
De commissie van deskundigen, door
het vorige Kabinet belast met het bere
kenen van de financieele gevolgen voor
het Rijk, voortvloeiende uit de ontworpen
regelingen tot pensioneering der bijzondere
onderwijzers en de weduwen en weezen
van openbare en bijzondere onderwijzers,
is met hare taak gereed.
De ontwerp-regelingen worden thans uit
financieel oogpnnt door de Regeering over
wogen.
We gaan dus vooruit. Vooral van dit
Ministerie mogen we betreffende de rege
ling dezer zaak goede verwachtingen koe
steren.
De Minister zinspeelt verder op de er
kenning van do doctoraten, verkregen aan
de bijzondere Universiteitenterwijl hij be
toogt, dat reeds nu aan bijzondere ggmnaisa
en eveneens aan bijzondere Universiteiten
een bijdrage uit 's Rijks kas verstrekt kan
worden.
De wet op hot Hooger onderwijs ver
biedt dit niet. Toch komt het den Minis
ter beter voor hot verleenen van bedoelde
bijdrage aan zeker» regelen te verbinden,
waartoe het noodige voorstol te zijner tjjd
bij de Kamer zal worden ingediend.
Wanneer de Regeering in de gelegenheid
zal zijn, uitvoering te geven aan haar voor
nemen, om voorstellen in te dienen tot
herziening van ons onderwijsstelsel, zal daar
bij van zelf een wijziging van het leerplan
aan de hoogere burgerscholen aan de orde
komen.
Hierbij moeten wij het ditmaal laten
slechts een paar korte aanhalingen kunnen
wij aan de uitvoerige stukken ontleenen.
Doch genoeg, onze lezers zien dat wij
een nieuwen koers zijn ingeslagen en de
liberaal, die af en toe alles behalve vrien
delijk kijkt, kan reeds zien, waarin die
nieuwe koers bestaat.
Wij hebben goeden moed.
Het ministerie is met een ernstigen wil
bezield om allerlei misstanden weg te
nemen, wat op zich zelf reeds toejuiching
verdient.
En daaronder behoort ook de achter
uitzetting, waaronder het belijdend deel
des volks onder liberaal regime jaren lang
heeft gehukt gegaan.
Niet door bevoorrechting, maar zooveel
spel afgewend. Terwijl hij er al zijn aan
dacht streng op gevestigd hield vloog een
granaat strijkelings over de bajonetten. Een
soldaat, die vlak bij hem stond, bukte on
willekeurig.
«Als die granaat op joe gemunt was
geweest1', zei de Keizer, «dan had het je
niet geholpen, al was je honderd voet in
de aarde gekropen: hij zou je daar toch
wel hebben opgezocht." Hij wilde er een
voudig mee zeggen dat deze soldaat een
lafaard was.
De strijd was des avonds ten voordeele
der Franschen beslist, die slechts 7000 doo-
den hadden, terwijl de Russen meer dan
25 duizend dooden op 't slagvold aan beide
oevers van de Alle achterlieten.
De Russische en Pruisische troepen ver
lieten op de tijding der nederlaag de vesting
Koningsbergen die zij bezet hadden. De
Fransehen onder Soult trokken daarop de
stad binnen, waar zij een grooten voorraad
graan en krijgsbehoeften Vonden, waaronder
160 duizend geweren, die zoo pas uit Enge
land waren aangevoerd.
Groot was de teleurstelling der verbon
denen. Alexander was troosteloosFrederik
Wilhelm zat in zak en assche. De Russen
morden. «Voor wie vechten wij klaagden
zij. «Voor de Pruisen, die hun eigen land
niet konden verdedigen? Voor de Engel-
schen die ons veel beloofd hebben en ons
toeh in den steek laten?"
Is het wonder dat naar den vrede verlaagd
werd
Reeds spoedig na den slag kwam dan ook
mogolijk door gelijkstelling zal hieraan een
einde worden gemaakt.
Wij hopen met do Meerbode, dat niet
enkel de mannen der «rechterzijde", maar
ook die der «linkerzijde" gaarne bereid
zullen zijn, daartoe mede te werken.
2 December 1901.
Idenburg.
Met Volk schrijft over dit nieuwe anti
revolutionaire lid voor Gouda:
«De versterkte rechterzijde heeft een
koloniale specialiteit gekregen in den heer
Idenburg, aan wiens goede eigenschappen
van verstand en karakter ook wij alle recht
laten wedervaren."
Dan zal het ook wel zoo wezen.
Cremer en het landsbelang.
Het Volk schijnt er zich aan geërgerd
te hebben dat deze liberale oud-bewinds
man van koloniën zoo loyaal steun bood
aan zijn antirevolutionairen opvolger. Ten
minste onder de bedenkelijke teekenen van
kapitalisme in de Christelijk koloniale en
liberale staatkunde, noemt zij«de her
haalde liefdesverklaringen van de liberalen
aan do Christelijk koloniale pelffick,
ijver waarmede de liberale oud-minister
een paar malen voor den antirevolutionairen
bewindsman in do bres sprong.
Wij behoeven niet te zeggen dat wij
deze feiten als moedgevende teekenen van
een goede staatkunde in 's lands belang
waardeeren, in tegenstelling met de socia
listische pers die met groote woorden
schermt, als daar zijn «kapitalische, mili-
militairistische, inperialistisehe politiek"!
Ten opzichte van het boycot-plan heeft
het bondsbestuur van Patrimonium eone
verklaring gepubliceerd, waaruit blijkt dat
het voorloopig eene afwachtende houding
zal aannemen en intusschen de afdeelingen
vrij laat in hare handelingen doch deze
groote voorzichtigheid aaubeveelt.
Ons dunkt dit het moest juiste standpunt.
In de Tweede Kamer zijn de algemeene
beraadslagingen over de Staatsbegrooting,
het politiek debat waarbij het nieuwe mi
nisterie en voornamelijk de premier dr.
Kuyper aan den tand gevoeld worden,
begonnen.
Ook de antirevolutionaire partij gelooft
met den Heidelberger dat afgoderij is, in
een bode van den Czaar te Tilsit, waarheen
Napoleon zijn hoofdkwartier had overge
bracht, dezen den vrede aanbieden.
Napoleon wilde den Czaar wel eens zien,
van wiens schranderheid hij reeds zooveel
had hooren spreken. Hij stelde daarom
een samenkomst met hem voor. Deze
samenkomst had plaats den 25 Juni. Het
was de gewichtigste bijeenkomst, welke
Europa sinds langon tijd gekend had. Daar
toe was een groot vlot met een prachtige
tent voorzien in de rivier de Niomen ge
bracht. Gelijktijdig, de een van den rechter-,
de ander van den linkeroever, van wal
gestoken, kwamen beide monarchen op het
vlot, omhelsden elkander en spraken twee
uren lang met elkander in de tent. In die
tent werd het verbond des vredes gesloten,
de band met Pruisen verbroken, de buit
gedeeld, door de afspraak dat in de toe
komst Oost Europa voor den Russischen,
West Europa voor den Franschen Keizer
zou zijn.
Maar zoo oordeelen er niet alle geschied
schrijvers over. Er zijn er ook die meenen,
dat de verdeeling van Europa wel ter sprake
gebracht werd, doch dat de beide machtigen
het met elkander niet konden eens worden.
Van achteren blijkt hoe gelukkig het ge
weest is; want hadden de machtige be-
heerschers elkander verstaan, waarschijnlijk
zou dan voor langen tijd aan alle vrijheid
een einde zijn gemaakt.
Een groote kaart lag voor hen uitgespreid,
en de toestand van Turkije werd aange
roerd. De Rus eischte [als loon voor zijne
plaats van den eenigen waren God die zich
in Zjjn Woord geopenbaard heeft, of
benevens Hem iets anders te hebben
waarop zij haar vertrouwen stelt.
De antirev. partij vertrouwt dan ook niet
op de gevatheid, de kloekheid, de zeggings
kracht van den minister van binnenlandsche
zaken, maar alleen op de trouwe en genade
Gods en bidt gedurig dat die God onze
staatslieden, hetzij ze den troon omringen,
hetzij ze 't volk vertegenwoordigen, moge
nabij zijn en hun mildelijk geve van Zijn
wijsheid.
Toeh mogen wij wel zeggen dat de inzet
van het debat ons niet verontrust heeft.
Drie moderne theologen de oud-liberaal
Mees, de Unie-liberaal Roessingh en de
sociaal-demoeraat Melchers traden in het
krijt.
Eerstgenoemde bood dit kabinet vriend
schap behoudens reservesde beide laat-
sten, gewezen moderne predikanten, waren
vrij critisch, vooral dr. Roessmgh kwam
daarbij nogal op theologisch terrein ter
wijl de heer Melchers geen indruk maakte,
dewijl hij zijn rede voorlas.
Morgen en Woensdag zijn onder anderen
dr. Schaepman en de oud minister Goeman
Borgesius aan liet woord.
Ook prof. Druckor hield een rede, legde
daarin nogeens het vrijzinnig democratisch
plan bloot, wraakte dr. Kuypers veran
derde gezindheid in zake 't kiesrechten
zegde, waar mogelijk, dit ministerie steun
toe.
Een goed begin dus.
In Engeland heeft de politiek zeer weinig
invloed op de particuliere relaties. Zoo
moeten de heeren Chamberlain en Morley,
ofschoon gozworon vijanden op politiek
gebied, toch goede vrienden zijn, terwijl
Sir Michael Hicks Beach, minister van
Financiën, en Sir William Harcourt van de
oppositie elkander wederkeerig bezoeken.
Er is dus niets vreemds in het feit, dat
de oudste dochter van den heer Brodrick,
den conservatieven minister, Zaterdag zal
trouwen met don zoon van Lord Tweed-
mouth, een liberaal staatsman, die een der
meest besliste tegenstanders is der tegen
woordige regeering. Dit huwelijk wordt
druk besproken, niet omdat de politieke
inzichten der beide familiën niteenloopen,
maar omdat koning Edward in persoon der
toetreding tot het «stelsel van het vasteland"
den troon der Osmanen. Toen fronste
Napoleon het voorhoofd, en met den vinger
wijzende op de boorden van den Bosporus,
voegde de overwinnaar van Eylan en Fried
land den Russischen alleenheerscher toornig
de woorden toe: «Constatinopel, nooit.
Constantinopel is het wereldrijk."
Napoleon zag zeer goed in (en de staat
kunde der vorsten van onzen tijd is het
nog met hem eens) dat uitbreiding van
het Russische rijk tot de Aegeïsche zee in
strijd is met de belangen van Europa.
Toch namen de beide monarchen een
hartelijk afscheid van elkander. Zij scheidden
als de beste vrienden. Sinds dien dag
verwijderde zich de Keizer van Rusland
tijdelijk van het wereldtoonoel.
Koning Frederik Wilhelm en zijne ge
malin Louise moesten naar Tilisit om hunne
opwachting te maken bij den overwinnaar
en hem om den vrede te verzoeken. Welk
eene vernedering, vooral voor de koningin,
do eenige misschien in geheel Europa die
dezen gelukzoeker doorzag en te weerstaan
wist.
Napoleon was zeer hoffelijk jegens haar,
doch liet haar genoegzaam gevoelen, dat bij
haar overwonnen had.
Was 't wonder dat het hart der arme
vorstin brak, dat deze jeugdige bloem voor
altijd geknakt werd op haren stengel?
Koningin Louise overleefde hare neder
laag niet lang. Zij stierf reeds in 1809.
Wordt vervolgd.)