NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 36.1901. Zaterdag 30 November. 16e jaargang. HISTORISCH Bij iil muur teloort eet Bpepel. Halt CHRISTELIJK- Anth. Goote, VERSeHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN R E C E A M Na toezending van een postwissel groot 1.50 zendt ondergeteekende U franco toe 100 hoogst fijne Havana Bokjes, zeer soliede verpakt. Niet goed Geld terug Aanbevelend, St. Jacobstraat E 70, VLISSINGÉN. Slapelooze nachten. blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02'. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uit „Woord en Beeld". In het tijdschrift Woord en Beeld komt oen portret voor van jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman, geteekond door Haver man, met een bijgaand artikel van het oud-Kamerlid H. Pyttersen. Do hoer Pyttersen schrijft onder meer Ik zie vóór mij een man van zeldzame werkkracht, uitgebreido kennis en vlek- kelooze rechtschapenheid, wiens deugden en gebreken allen eonzelfden oorsprong gemeen hebben: eeno tot hartstocht ge worden liefde voor het recht. Deze is de machtige drijfveer van al zijne daden, zij boheerscht zijn denken, zij is de toets steen waarmee hij de waarde bepaalt van alles. Zoodra hij het recht bedreigd of geschonden acht, hetzij dat van den hoogst- geplaatste of van het miniemste individu, treedt hij als verdediger op en spaart niet het scherpste woord, noch het bit terste sarcasme. Dan trilt er verontwaar diging in zijn stem, de mondhoeken be ven, de lippen klemmen zich opeen, en slochts dank de grootste zelfbeheersching weet hij dan woorden te vindon, welke den Voorzitter niet voortdurend nopen tot de vermaning, bet debat vreemd te houden van hartstochtelijkheid. Hoort hem spreken over „die Mogend heid, die zegt ware beschaving en huma niteit te brengen aan de geheelo wereld, en Kaffers in het vuur brengt tegen het blanke ras, dat de wereld verbaast door zijn heldenmoed en zedelijke grootheid... Als wij dat alles overwegen, dan mag niet gevraagd worden of dit tractaat (voor de vreedzame beslechting van internatio nale geschillen) wel iets anders is dan een farce, een masker?" Men voelt de moeite, die het hem kost zich te matigenom niet vol bitterheid los te barsten tegen do verdrukkers en onbetrouwbare hoeders van het recht. Hoort hem wederom de vraag behande len, „waarom aan een beklaagde niet het recht te verleonon aan te toonen, dat hij het beter weet dan de officiëele deskun- n, en zijn goed recht te bepleiten voor den rechter? Omdat, mijnheer de Voor zitter, de Regeering van meening is dat de rechters zoo stom zijn, dat zij niet kun nen onderscheiden tusschen ij „Een zachtere uitdrukking als het u belieft," verzoekt de Voorzitter. „Mijnheer de Voorzitter! Ik zeg niet dat de rechters zoo stom zijn, maar dat i do Regeering meent dat zij zoo stom zijn." Denk u nu dezen man, door geboorte, traditie, opvoeding, studie en overtuiging oen oprecht, geloovig belijder van „Chris- tus naar <j0 Schriften," voor wien in en b|j alles het Koninkrijk Gods hoofdzaak isdie de overtuiging koestert dat Neder land als een Protestantsche natie, aan de I beginselen van het Protestantisme zijn vroegere grootheid, zijn tegenwoordigen godsdienstvrede dankt; denk u hem staande tegenover het vraagstuk van de opvoeding en het onderricht der jeugd, en in enge- ren zin tegenover het schoolvraagstuk. a '!lln §een vrede hebben met een on derwijs, waarbij alles vermeden wordt wat betrekking heeft op den godsdienst, voor hem het fundament, de kern van alle op voeding en onderwijs. Hij moet dus wor- den voorstander van de christelijke, d. i. ae vrije school. Maar die vrije school, al is zij door de grondwet toegelaten, wordt door de overheid in hare vrijheid en ont wikkeling belommerd; zij ontbeert eiken steun van overheidswege, torwijl daaren- egou aan de neutrale, openbare school geen kosten worden gespaard. De voor- s ouders dor vrije school moeten niet al- ben koste van ontzaglijke offers zien het ouderwijs verschaffen, dat zij al- een goed aehton voor hunne kinderen, bovendien nog bijdragen tot de in standhouding dor openbare, door hen ver oordeelde school, waarvan zij geen gebruik willen maken. Rechtsongelijkheid dus, bevoorrechting van het eene deel dor natie boven het andere; ongelijkheid voor de wet; aan tasting van bet recht. Zoo moed de heer Lobman, uit liefde voor het recht, een der krachtigste be strijders worden, niet van de openbare school, wier goed recht hij erkende, maar van hare bevoorrechting; zooals hij mede, krachtens zijne beginselen, oen vurig voor stander moest wordon van do vrije school. Verder o. a. Het kenmerkende in den heer Lohtuan als »clericaal" is wol, dat hij zoo beslist en in den meest volstrekten zin anti cleri- caal is. Clericaal, zelfs genomen in de ruimere beteekenis van geloovigo in den geopen- baarden Godswil, onderstelt de erkenning van een clerus, van een geestelijken stand, wiens uitspraken in zaken van geloof bin dend zijn. Welnu, deze geestverwant van Cromwell's Independenten en Frankrijks Hugenoteu, is zeker wel de heftigste be strijder van alle geestelijke ovorheersehing, van eiken geloofsdwang. Als leek erkent hij geen geestelijke macht boven zich hij ontzegt aan wie ook het recht hem voor te schrijven, wat hij al of niet mag geloo- ven, of om invloed te oefenen op zijne godsdienstige overtuiging. Het denkbeeld dat iemand zich zou plaatsen tusschen God en zijn geweten, is hem ondragelijk. Ongetwijfeld bleef deze fiere zelfstandig heid niet zonder invloed op des heeren Lohman's verhouding tot sommige zijner partijgenooten. In ieder geval zal zij steeds een meegaan met anderen, ter bereiking van zuiver clericale doeleinden, in den weg staan. Ten slotte zegt de schrijver Veel van hetgeen waarvoor hij gedurende een menschenleven heeft geleden en ge streden, is verkregen of staat althans bin nen den kring van het naast bereikbare. Zijne groote werkzaamheid, waarvan nog onlangs zijn werk over de grondwet blijk gaf, heeft vruchten afgeworpen, waarvoor niet alleen zijne partijgenooten en geest verwanten, maai allen hem dank mogen weten. 28 November 1901. Invoerrecht op Tarwemeel. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het adres der meelfabrieken werd met cijfers en bescheiden aangetoond, dat wan neer de invoer tarwe maar vrij blijft, een matig invoerrecht op meel den prijs van dat artikel niet doet stijgen. Het eenige gevolg is, dat in plaats van meel, tarwe wordt aangevoerd, die dan door onze molens en iabrieken wordt vermalen. Het arbeidsloon, dat nu in Amerika wordt verdiend, komt dan onzen werklieden en molenaars ten goede. Het kinderachtige bewijsje, door den toen- maligen minister van finantiën aangevoerd, dat iuvoerrecht op rogge het roggebrood duurder maakt in Duitschland, past hier natuurlijk in- het geheel niet op. Het zou alleen gelden, als bewezen had kunnen worden, dat bij vrijen invoer van rogge en belasting op het meel alleen, het brood duurder was geworden. En juist dat bewijs bleef achteromdat het niet te leveren was. Dezer dagen kwam ons nog weder een ongezocht bewijs in handen voor de waar heid der stelling, dat. heffing van een matig meelrecht tot geen prijs verhooging leidt, maar alleen tengevolge heeft, dat de arbeid van malen binnen- in plaats van buitens lands wordt verricht. Enkele jaren geleden is men in België er toe overgegaan een invoerrecht te heffen van 2 francs op de 100 kilo meel. En wat verklaarde nu een paar maanden geleden het voornaamste orgaan van de meel fabrikanten in Noord-Amerika? fn een artikel waarin het de verwachting uitspreekt, dat weldra ook bij ons zulk een invoerrecht zal worden geheven iets wat niemand ons euvel zal kuunen duiden tegenover het op de spits gedreven pro tectionisme van Amerika, zooals het blad ronduit vei klaart wordt gewezen op België en daarvan letterlijk het volgende gezegd »Het geringe recht van twee francs, in «België op meel geheven, heeft de Ameri- «kaansche meelliandel in dat land haast «vernietigd, daar tarwe vrij wordt inge voerd." En later nog eens: «Wij hadden nog eens een bloeienden «meelliandel met België; hij werd vernie tigd "door een gering recht." Blijkt uit deze enkele verklaring niet duidelijk, dat het meel in België niet noe menswaard duurder kan zijn geworden door het invoerrecht Want niet waar, wanneer dat het geval was, zouden de wakkere Amerikanen wel zijn blijven leveren. Of ik vrij invoer en f 10,voor mijn waar krijg, dan wel f 1invoerrecht be talen moet, maar dan ook voor f 11 ver- koopen kan, is precies gelijk. Dat de Amerikanen n-'et meer in België kunnen importeeren is dus een bewijs, dat de prijs van het meel neet of althans niet van beteekenis kan zijn gerezen. De binnenlandsche concurrentie heeft dit verhinderd. Juist, wat wij reeds zoo dikwerf betoogden. Het eenige gevolg, dat de heffing van matig invoerrecht op een fabrikaat, dat binnenslands in genoegzame hoeveel heid vervaardigd kan worden, heeft, is wan neer de grondstof maar vrij blijft, geen ander dan dit: dat de arbeid binnen onze grenzen verricht wordt. liet kan met genoeg worden herhaald. Stichtsche Crt. In Timotheus, geïllustreerd weekblad, heeft de heer II. J. E. een artikel geschre ven over Cornelis Broeksma, den te Pretoria gefusileerden «hoogverrader". „Cornelis Broeksma werd den 13den Augustus 1863 te Assen geboren. In Februari 1882 vertrok hij naar den Oranje-Vrijstaat, waar hij zich eerst te Bloemfontein vestigde en als klerk bij den Staatsprocureur werk zaam was. Vier jaar later deed hij examen voor wetsagent en kreeg als zoodanig eene stand plaats te Dewetsdorp, waar hij later in het huwelijk trad met mej. Fiancisca Vilonel. Vier kinderen zijn uit dat huwelijk geboren het oudste is een meisje van negen jaar; het jongste zag het levenslicht in Augustus dezes jaars. Twee dezer kinderen zijn met de ouders op onze plaat afgebeeld. Het geheel veraanschouwelijkt ons het gezin, dat op zoo schrikkelijke wijze man en vader verloren heeft. Onverdachte getuigenissen van mannen, die Cornelis Broeksma gekend en gadege slagen hebben in zijnen werkkring, zijn huiselijk en zijn openbaar leven, schetsen hem ons als een geloovig, werkzaam Chris ten, een man van hoogzedelijke en nauw gezette levensopvatting, vol toewijding aan anderer heil. Als geheelonthouder oefende hij een hoogst heilzamen invloed uit op het Johan- nesburgsche politiecorps, dat hij geestelijk trachtte te verheffen en waardoor hij als Christen in woord en wandel met zeker ontzag werd aangezien. Hij was een ge trouw bezoeker van de godsdienstige samen komsten der Vereenigde Kerk en trachtte ook, door deel te nemen in het zangerskoor dier kerk, het christelijk gezang tot meer dere welluidendheid te verheffen. In de laatste jaren zijns levens, tot op de inkomst der Engelsche troepen in Jo hannesburg, was hij aldaar derde publieke aanklager. Voor commandodienst werd hij ongeschikt geacht en teruggezonden, omdat de koorts zijn been had verstijfd, en er bovendien te Johannesburg ook burgerlijke en rechterlijke autoriteiten moesten achter blijven. Toen hij zijne betrekking na de Engel sche overweldiging verloor, waren zijne levensomstandigheden niet zeer ruim. Toch verhinderde hem dat niet, van het zijne nog anderen wat mede te deelen. Ontferming over ellendigen heeft hem aangegord om een held en martelaar te worden voor de barmhartigheid. En ons Holland zal hem blijven geden ken als een eere onze natie. Indien wij nog dichters hebben, dan is hij een lied waardig." De heer Emous weet nog het volgende mede te deelen omtrent den heer Broeksma. In het proces tegen hem was de hoofd getuige zekere Van Rey, een drukker te Johannesburg, bij wien Broeksma de tegen- proclamatie als antwoord op die van Kit chener had ter perse gelegd. In die tegen- proclamatie werd den Boeren in vurige woorden toegeroepen toch niet te versagen, maar op de zegepraal der zaak van recht te blijven strijden. Van Rey heeft met dat getuigenis zich gered, wel niet van den dood, doch van harde gevangenisstraf. Veertien dagen zijn er tusschen de uit spraak van het vonnis en de voltrekking op 30 September verloopen. In dien tus- schentijd heeft do diep beklagenswaardige echtgenoete zich met hare kinderen naar Pretoria begeven, om voor haren man om harentwille genade af te smeoken. Het moet een hartroerend tooneel geweest zijn die arme vrouw te zien. Wachtend op toe lating hoeft zij enkele dagen te Pretoria vertoefd en bij zekere familie B. Goldstein gelogeerd. Zij is evenwel niet toegelaten. Broeksma was lijdende, toon hij voor het gerecht werd gebracht. Eene beenwonde belette hem to staan, zoodat men hem een stool moest geven. Voor zijne terechtstel ling heeft hij verklaard den dood gemoe- digd tegen te gaan en te rekenen, dat hij mot het leven afgedaan had. Hij verzond en ontving zijne brieven door middel van de postbus van een En- gelsch kapitein, onder couvert, dat voor coneuur vrijwaarde. De scherpe wijze, waarop hij dr. Crook; onder wions behandeling in Juni mevr. Viljoen en twee pasgeboren kinderen in het kamp bij Johannesburg bezweken, als een woesteling, een brute signaleerde, is hem als een zeer ernstige schending der neu traliteit, als verraad toegerekend. Uit andere mededeelingen blijkt nog, dat men te Pretoria door detectives de trouw der Hollanders, dio men graag verdwijnen zag, zeer op de proef stelt. Bij het proces in Augustus jl. had zich daartoe zekere Schaap, gepensioneerd Nederlandsch marine matroos, geleend. Hij kwam bij een Hol lander om geholpen te worden ten einde naar de Boeren-liniën te komen en was daarna getuige tegen een geheele groep Hollanders. Toen was de heer M. E. de Wildt ook bijna gevangen geraakt. Voor de vrijmaking van hit onderwijs in zijn onderscheidene vertakkingen zal op den ingeslagen weg worden voortgeschreden zóó luiden de woorden in de Troonrede, die zeker heel de Antirev. partij met groote blijdschap gelezen heeft. Allen zijn we ongetwijfeld vol hoop, dat het onze Regeering in deze vier jaren moge gelukken, de wet op het L. O. in den geest van het bekende Unie-rapport te wijzigen. Doch hoe zal men iets kunnen vrijmaken, wat niet bestaat! Ben feit is het toch, dat er op 't oogen- blik nog tientallen gemeenten zijn en hon derden dorpen in Nederland, waar de Bij zondere school nergens te vinden is en met name de school met den Bijbel nog gemist wordt. De Christenen maken op al die plaatsen met of zonder gewetensbezwaar nog steeds gebruik voor hunne kinderen van de eenige Openbare School, welke er gevonden wordt. Men zit vastgeroest in de gedachte bij ons is het onmogelijk eene Chr. School te s'ichten en vergeet de hand aan den ploeg te slaan. Men ziet thans hoopvol uit naar de daden der Regeering, doch loopt gevaar den kostelijken tijd en de schoone gelegenheid te laten voorbijgaan, om in eigen kring te werken. Ons dunkt, dat onze voormannen zich overal moeten opmaken, om in dezen winter overal op elke plaats de voorstanders eener Chr. sch. samen te roepen, eene schoolvereeniging te vormen, en een Bestuur te kiezen en Statuten te maken. Dat Bestuur zorge-, dat die Statuten Koninklijk worden goedgekeurd, dan heeft men rechtspersoonlijkheid en is bij de Re geering als zoodanig bekend. Als mende zaak maar gaat aanplakken, dan komt men daarmee ongemerkt klaar. Ons zijn wel gevallen bekend, dat men begon met minder dan 10 leden en dat er toch weldra eene Chr. sch. verrees. Alleen op die wijze kan de schoone gedachte van het Uuie-rapport, om het beheer der scholen over te dragen aan Plaatselijke Schoolcomtmssiën, te benoemen door de ouders der schoolkinderen, verwerkelijkt worden. Weet men op menige plaats niet. hoe het best te handelen, laat men dan in eene naburige plaats, waar eene sch. m. d. Bijbel is, om inlichtingen vragen, zóó zal men overal wel hulp en voorlichting kunnen krijgen. Geve God, dat er spoedig in elke Goref. kerk eene Chr. school worde gevondenBazuin. Is het U wel eens gebeurd geheele nachten door te brengen dat U geen oog kondet dicht doen, het hoofd gebroken door hevige pijnen en schele hoofpijn? Hebt gij wel eens martelingen doorstaan dooi de zenuwpijnen, deze aandoening die de beste lichaamsgestellen verwoest Hoe men in die beide gevallen lijdt is onbe schrijfelijk en het sterkste wezen kan er geen weerstand aan bieden. Van de eene zijde de hevige pijn, van de andere zijde slapeloosheid. De slapeloosheid veroorzaakt zinsbedrog, duizelingen gevolgd door eene' geheele afmatting. Van af het begin is het. moreel geschokt, de vroolij kheid is verdwenen en heelt voor de treurigheid plaats gemaakt. Het oog is onrustig. Somtijds ondervindt men eene plotselinge bedariug, de kalmte schijnt terug te komen en zonder de zwakte zou men zich genezen wanen. Maar eens klaps doet een heviger krisis zich voor. Ziedaar de algemeene verschijnselen dei- zenuwziekten en zenuwpijnen. Het bloed is verzwakt door het lijden en de zenuwen zijn uitgeput. Het is vooral in die gevallen dat de Pinkpillen een werkelijke werkda- digheid hebben door het bloed te hernieu wen en de zenuwen te versterken. De Heer K. Bakker te Kreil, gemeente Barsingershorn. Noord Holland schrijft ons dat zijne dochter door eene algemeene zwakte uitgeput aan bovenstaande onge makken ook geleden had. Veimoeid na de minste inspanning, alles was haar te veel. De eetlust was nul en 't weinige wat zij nog gebruikte werd slecht verteerd. Slapelooze nachten verzwakten haar gestel nog bovendien. Eindelijk na men wjj ook gelijk zoovele andere onze

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1