NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 31.1901
Vrijdag 22 November.
16e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De uitkomsten der achtste
tienjarige volkstelling.
(iiltOOTHEID EK VU.
Et.ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Meermalen is geklaagd over de slordig
heid, waarmede door volkstellers werd te
werk gegaan bij het invullen der rubriek
^kerkelijke gezindte" op de kaarten der
volkstelling.
Naar aanleiding dier klachten was bij
de jongste volkstelling (31 December 1899)
de desbetreffende tabel een weinig verbe
terd door op de kaart verschillende kerk
genootschappen met name te noemen. Wie
echter gemeend heeft, dat nu de statistiek
een zuiver en betrouwbaar overzicht zou
geven van de sterkte der onderscheidene
kerken, is bedrogen uitgekomen. Deel V,
dat do uitkomsten dor telling in Zeeland
bevat, toont dit overtuigend aan. Wonder
lijk is rondgesprongen met de namen der
kerken. Volgons deze offieieüle statistiek
toch bevat Zeeland 216,295 inwoners, naar
hunne godsdienstige gezindte verdoeld als
volgt
Nederlandsck-Hervormd 127,147
Roomsch-Katholiek54,456
Gereformeerde kerken 21,284
Christelijk-Gereformeerd
of Afgescheiden 5805
Doopsgezind645
Evangelisch-Luthorseh 875
Hersteld-Lutherscb167
Waalseh-Hervormd117
Remonstrant66
Evangelisch267
Vrij-Evangelisch488
Christelijk-Evangelisch 63
Gereformeerde Gemeente 522
Oud-Gereformeerd1161.
Apostolisch87
Piesbijteriaansch67
Auglicaansch-Episcopaalseh 25
Oud-Roomsch12
Nederlandsch-Israëlietisch 425
Portugeesch-Israëlietisch 1
tot geen kerkelijke gezindte behoorende 2582.
Bij eene beschouwing dezer cijfers springt
terstond in het oog het vrij groote cijfer
der Afgescheidenen of Christelijk-Gerefor
meerden 5805. Het is bekend, dat in de
laatste jaren hier en daar weder kleine ge
meenten ontstonden van hen, die vroe
ger tot kerken A behoord hebbende zich
met de samensmelting der Gereformeerde
kerken niet konden vereenigen. Maar dat
hun getal in Zeeland alleen bij de 6000
zou bedragen, kwam mij wat verdacht voor.
Toen ik dan ook nader onderzocht, waar
deze Christelpk-Gereformeerden gevonden
worden, kwam ik spoedig tot de ontdek
king, dat bijna al degenen, die als Afge
scheidenen geboekt zijn, eenvoudig leden
26 FEUILLETO
(Schetsen uit het lenen van Napoleon I.)
Vermakelijk is het volgend voorval uit
dien tijd.
ontving iederen dag les van
mr. W. Bilderdijk, den grooten dichter en
taalvorscher, den lateren leermeester van
da Costa.
Nu was Bilderdijk wel wat kort aange
bonden uit de school des tegenspoeds had
hij nog de gewoonte bewaard, kortaf, scherp,
soms zeer onbeschaafd zijn evenmeDSch te
spraak te staan. Eens terwijl Bilderdijk bij
den koning aan het les geven was, werden
zij gehinderd door het luidruchtig gesnap
van de kamerheeren in 't aangrenzende ver
trek. De koning verzocht Bilderdijk de
heeren opmerkzaam te maken, dat zij zwij
gen moesten. Deze voldeed hieraan, doch
op zijn Bilderdijksch. Hij opende driftig
de deur en riep den pratenden toe>Bek
houwen."
De koning, die altijd opmerkzaam toe
luisterde, als er Hollandsch gesproken werd,
onthield deze uitdrukking, die hij nog nooit
gehoord had. Niet lang daarna in een def
tige vergadering, waar hij voorzitter was,
zijn van Gereformeerde kerken, die zich
niet afgescheiden hebben.
Voor Vlissingen, waar wél eene zooda
nige gemeente bestaat, vind ik opgeteekend
34 Afgescheidenen dat zal uitkomen. Maar
Soboondijke, dat geen Afgescheidene ge
meente, alleen een gereformeerde rijk is,
beeft volgens de officiëele statistiek 8 Af
gescheidenen Breskens, mede behoorende
tot de kerk van Schoondijke, 19 Afgeschei
denen en 17 Gereformeerden Hoofdplaat
10 Afgescheidenen en geen enkele Gere
formeerde. Wat 'n dooreenhaspeling van
namen en daardoor onzuiverheid van sta
tistiek
Maar fraaier nog is het te Terneuzen
Daar wonen altijd volgens de volks
telling 375 Afgesch. en er is niet eens
eene gemeente van dien naam Men heeft
eenvoudig do Gereformeerde kerk midden
door gedeeld en de ééne helft Afgesch. ge
noemd, de andere helft Geref. Zoo heeft
Borssele 319 Afgesch. en maar 3 Geref.;
Cortgene 34 Afgesch. en geen Geref.
Kerkwerve 177 Afgesch. en 79 Geref.;
Nieuw- en St. Joosland 54 Afgesch. en 14
Geref.; Nieuwvliet 24 Afgesch. en maar
één Geref.Oostkapelle 423 Afgesch. en
13 Geref.Oosterland 337 Afgesch.West-
kapelle 144 Afgesch.; Zierikzee 376 Af
gesch. en evenveel Geref.; Zonnemaire 151
Afgesch.Zoutelande 160 Afgesch. en 0
Geref.
Zijn dan de Gereformeerde kerken van
Oostkapelle, Oosterland, Westkapelle, Zou
telande enz. unaniem uit bet Geref Kerk
verband getreden en weder afgescheiden
geworden
Mij is hiervan niets bekend.
Aan wie de schuld van deze hoogst on
zuivere opgaven?
Ik vermoed, dat èn de volkstellers ter
plaatse èn de menschen zelf, die verkeerd
ingedeeld zijn, schuld hebben. De volks
tellers, waarvan de meesten totaal onbe
kend zijn met kerkelijke verhoudingen,
hebben zich vastgehouden aan den naam
»afgescheiden"en sommige eenvoudige
zielen uit kerken A zullen uit gewoonte
den naam, waarmee ze hun heele leven
genoemd zijn, hebben neergeschreven, zon
der er bij te denken, dat sedert 1892 hun
officieële naam is: Gereformeerd.
Maar, wordt op die wijze de heele
volkstelling niet een wassen neus en wie
kan op zulke gegevens conclusies bouwen
't Ware te wenschen, dat bij eene volgende
telling de mannen van het gemeentebuis
aan de menschen zelf overlieten de rubriek
»kerkelijke gezindte" in te vullen, of anders
zich bij den geestelijke ter plaatse eerst
behoorlijk op de hoogte stelden van den
officieelen naam der kerken.
bracht hij het gehoorde in toepassing, door
aan eenige heeren die in een druk gesprek
waren toe te roepen: »Bek houwen."
De verbaasde vrienden des konings brach
ten hem later wel aan het verstand, dat
de gebezigde uitdrukking, ofschoon goed
Hollandsch, te weinig koninklijk klonk om
haar te onthouden.
Maar met'alle dergelijke diDgen, toonde
hij toch dat hij zijn nienwe onderdanen wilde
verstaan, en zij wisten dit te waardeeren.
Jammer echter, dat de vorst zoo verander-
ziek, zoo wispelturig was.
In korten tijd werden vier nieuwe ver
blijfplaatsen voor hem ingericht; te Utrecht,
's-Gravenhage, Amsterdam en Assen. Zijn
hofhouding en ministers waren ook zeer
kostbaar, en de tekorten en schulden des
rijks vermeerderden jaarlijks.
Hij stelde ook een nieuwe ridderorde in,
de Unie geheeten, met de zinspreuk»Doe
wel en zie niet om", waarmede Napoleon
zeer den spot dreef.
Maar was Lodewijk een grootvorst;
een goed echtgenoot was zij naar het schijnt
niet. Reeds bij hun huwelijk bleken hij en
zijn echtgenoote weinig met elkander op te
hebben. En waarlijk had de goedige Hor-
tense een heter huwelijksleven verdiend. In
reinheid van zode;oprechtheid enhuwelijks-
Nog meer opmeikingen zijn te maken.
Er zijn in Zeeland ik weet dit zeker
Darbisten. In de statistiek zijn ze zoek
geraakt; of, moet men lien zoeken onder
de »personen tot geen kerkelijke gezindte
behoorende''?
Sluis heeft binnen zijne wallen 2 Zevende
dag-adventisten. Sluis alleen? Zijn er te
Middelburg niet en te Breskens Baptisten
schijnen er in 't geheel niet in onze pro
vincie te zijn, wat ik echter sterk betwijfel.
Er zijn drie soorten van Evangelischen
Gewone Evangelischen, te Cadzand 67,
Sluis 10, Zuidzande 9, Zaamslag 14, Goes
158;
Vrije Evangelischen, te Axel 11, Brui-
nisse 35, 's-Heer Arendskerke 51, Hoede-
kenskerke 16, Kapelle 14, Kattendijke 10,
Riliand-Bath 94, Wemeldinge 13, Ierseke
210;
Christelijk Evangelischen, te Breskens 5,
Goes 15, Koudekerke 46, Wemeldinge 40.
Ook hier schijnt weer naar willekeur met
namen omgesprongen te zijn. Moeilijk toch
valt aan te nemen, dat de 13 Vrije Evan
gelischen te Wemeldinge tot eene andere
gemeente belmoren dan de 40, die als
Christelijk Evangelischen genoteerd staan.
En waar zijn de leder, te Breskens van de
Vrije Gemeente te Cadzand? Volgens
onze statistiek zijn er te Cadzand 67 Evan
gelischen, te Breskens geen, en toch ver
gadert in de laatste plaats des Zondags
eene filiaal-gemeente. Wie lost mij deze
moeilijkheid op? Ik weet wel, dat niet
alle Evangelischen tot dezelfde gemeen
schap behooren, maar, als ik voor Retran-
chement vind 2 Vrije Evang., dan weetik
beslist, dat deze dezelfde zijn als de Evang.
te Cadzand. En, als ik de gemeente van
Cadzand niet vertegenwoordigd vind te
Groede en Breskens, dan weet ik, dat de
statistiek niet in den haak is.
Het veiligst doen we, willen we eenigs-
zins de sterkte der verschillende kerke
lijke groepen kennen, de verschillende
soorten van Gereformeerden en die van
Evangelischen samen te voegen. Eene ver
gelijking met de telling van '89 geeft het
volgend overzicht voor de voornaamste
rubrieken
1889. 1899.
Ned. Herv. 120.398 of 60.5 127.147 of 58.5
R.-Kath. 50.180 of 25.2 54.456 of 25.2
Gereform. 22.ii9ofn 28.772 of 13.3
(De Oud-Geref. medegerekend).
Er was derhalve eene kleine verplaat
sing van 2 van Hervormd naar Gere
formeerd. Overigens bleven de verhoudin
gen nagenoeg dezelfde.
Vergelijken wij echter de cijfers van
thans met die van vroegere volkstellingen
dan worden de verschillen grooter, aldus:
trouw stak zij toch boven alle vrouwen in
hare omgeving uit. In hare jeugd was zij
frisch en schoon; doch ziekte en verdriet
verdreven al spoedig na haar huwelijk den
blos van hare wangen. Lodewijk daaren
tegen was een wispelturig, tiranniek man.
Toch bezat zij genoeg grootheid van ziel om
zich daarover nooit te beklagen. Zij leed
steeds in stilte. Op alle mogelijke wijzen
maakte haar echtgenoot haar het leven on
dragelijk. Alle brieven aan haar gericht,
las hij eerst. Hij verborg haar zijn wan
trouwen niet.
Zulk een leven kon niet verborgen blijven.
Napoleon, met zijn arendsoog, zag het al
spoedig, dat zijn broeder zulk eene teeder
liefhebbende vrouw als Hortense niet waar
dig was.
Het werd er niet beter op, toen de tijd
aanbrak, dat de beide echtelieden naar Hol
land zouden trekken, als koning en koningin
van dit door haar zoo verafschuwde land.
Voor zij heenging, zeide hij dan ook tot den
Keizer, haar stiefvader, dat zij de kroon zou
nederleggen en in een klooster gaan wonen
als haar levenslot niet beterde. Doch de
keizer sprak haar moed in.
Ook in Holland vervolgde haar man haar
met zijn heerschzucht, achterdocht en ver
dachtmaking. Eenmaal zelfs, het was in
l 8 6 0.
O
00
OO
OO
890.
Per
cent.
Ned. Herv.
70.7
68
60.5
S8.5
R.-Kath.
25.5
25.5
25.2
25.2
Geref.
2.5
4.8
11
13-3
Luth.
0.7
0.7
0.5
0.48
Doopsgez.
0.16
0.2
0.26
0.3
Israël.
0.4
Q-34
0.2
0.2
Tot geen kerk
behoorende
0.25
0.3
2.3
2.4
Voor het geheele rijk loopen deze cijfers
meer uiteen, gelijk ik in een volgend stuk
hoop te doen zien.
G. H.
21 November 1901.
Mr. Verkouteren meldt aan het Handels
blad dat 't onjuist is dat de keuze van
den nieuwen koers in den Chr. Hist. Kie-
zersbond is beheerscht geweest door 12
Amsterdamscbe leden. Er waren er slechts
8, van welke 7 voor den nieuwen koers
stemden. De zuivere waarheid zoo
besluit hij is deze: dat wanneer de
Amsterdamsche en de Utrechtsche stem
men geheel buiten rekening worden gela
ten, de fractie-Bronsveld-v. Leeuwen op
de vergadering toch niet de meerderheid
zou hebben gehad.
De minister van koloniën heeft het goed
gepakt.
Bij was de eerste die voor het voetlicht
kwam, en de ontvangst was allerwelwil
lendst.
Namens de Katholieken sprak van Vlij
men; van antirevolutionaire zijde Van
Limburg Stirum; voor de democraten
Hordijk; namens de trouwgebleven libera
len Cremer, en als woordvoerder der so
cialen Van Kol. De laatste uitgezonderd,
was in aller woord voorgenomen steunaan-
bieding, schering en inslag.
Trouwens niet anders was te verwachten
nu de nieuwe minister een begrooting
van zijn voorganger had te verdedigen.
Ook werd er door den heer Cremer nog
eens de nadruk op gelegd, dat onze ar
beid voor IndiS slechts dan vruchtbaar
zal zijn wanneer iedere opvolgende minis
ter zooveel mogelijk voortbreidt aan de
taak van zijn voorganger, gelijk in de
laatste jaren geschied is.
Een opmerking die wij ook reeds in
ons jongste hoofdartikel maakten. Wat
de Zending betreft heeft Keuehenius de
palen gezet en v. Dedem, Bergsma en
Cremer hebben daarop gebouwd.
Van Asch v. Wijck zal 't dan ook niet
moeilijk vallen naar het bestek van zulk
een architect, en met een voorganger
achter zich als de nieuwe afgevaardigde
voor Amsterdam IV zijn schoone taak in
1807, achtte Napoleon het noodig bij zijn
broeder tussehenbeiden te komen. Hij schreef
hem een vermanenden brief vol verwijtingen.
Vergers, in zijn bekend boek over Napoleon
Bonaparte deelt ons dien briefin zijn geheel
mede (bl. 311): »Uwe huiselijke onaange
naamheden worden hoe langer hoe meer
bekend aan het publiek. Toon in uw huis
dat vaderlijk karakter, dat uw bestuur ken
merkt, en wees als koning zoo forsch, als
gij tot nog toe als echtgenoot zijt. Gij be
handelt uwe jonge vrouw zooals men een
regement drilt. Gij hebt de beste, de
deugdzaamste vrouw en maakt haar onge
lukkig. Laat haar dansen zooveel als zij
wil, daar is zij jong voor. Mijn vrouw is
40 jaren oud; ik spoor haar aan vroolijk te
zijn: en gij wilt dat een vrouw van 20
jaren, die haar jeugd ziet voorbijgaan, die
al de illusies der jeugd nog heeft, als in
een klooster leeft, of als een min niets doet
dan haar kind wasschen en verschoonen
Uw vrouw is zoo fier, dat alleen de ge
dachte aan verdenking bloot te staan, hare
ziel in opstand brengt. Gij moest een vrouw
hebben, zooals ik er te Parijs wel ken. Zij
zou u wel leeren!"
De ellende in huis werd nog vermeerderd
door het plotseling overlijden van hun oudste
kind, hun Napoleon. De koningin was ho-
't belang van ons schoon Insulinde en
onze arme West te vervullen.
De gewijzigde militiewet zal dan toch
metterdaad 1 Jan 1902 in werking treden.
Hiermee schijnen de correspondenties
vanwege 't vorige kabinet met de autori
teiten gevoerd en de toezegging dat eerst
in 1903 de veranderingen worden inge
voerd, vervallen verklaard te zijn.
Voor velen een groote teleurstelling.
Of vergissen wij ons?
De Staatscourant zegt in ieder geval
1902.
Om te lachen.
In de Belgische Kamer is op hetoogen-
blik de nieuwe militiewet in behandeling
met 't artikel persoonlijken dienstplicht.
Een socialist stelde voor: de plaatsver
vanging te behouden. Dat voorstel werd
verworpen.
Voor de plaatsvervanging stemden alle
liberalen, die vroeger onder aanvoering van
Brialmont voor persoonlijken dienstplicht
hadden gestreden.
Tegen de plaatsvervanging stemden de
clericalen, die al hun leven niets hebben
gedaan dan hunne geestverwante ministers
afbreken, die 't wagen durfden persoonlijken
dienstplicht voor te stellen.
Is dat niet komiek, lezer?
De liberalen waren altijd voor persoon
lijken dienstplicht toen de ministers er
tegen waren. Nu zijn zij er tegen omdat
de ministers er voor zijn, en zij het mi
nisterie wilden wegkegelen.
Daarom moesten dan ook de clericalen
schoon tegen den persoonlijken dienstplicht,
om 't hun bevriende kabinet te redden, wel
er voor stemmen.
Dat doet nu de valsche politiek.
Uit de hampen. De beer Emous schrijft
aan het Hand.
In het kamp te Irene is niet ééne moeder
meer, wier jongste kind nog leeft.
Het kamp te Pietersburg werd omstreeks
Mei van dit jaar geopend. Eerst van lie
verlede klom het aantal ingebrachten tot
bijna 4000. Maar in dien korten tijd zijn
er bijna 500 gestorven.
Dat is de weergalooze menschlievende be
handeling van zwakken en weerloozen door
Engeland.
Gedurende veel langer dan een maand
reeds worden nu vrouwen en kinderen op
open wagens uit Potehefstroom en van el
ders naar de kampen in Natal gevoerd
zonder andere dekking dan wat ze aan het
lichaam hebben. Het overige goed wordt
nagezonden, maar is er dan eerst twee
peloos. Met moeite moest zij van het lijkje
gescheiden worden. Maanden daarna was
haar toestand nog zoo verregaand verward
dat zij soms luidkeels om haar kind riep;
en dan verviel zij weder in de oude som
berheid. Toch bleef de koning even on
hartelijk. Eens, toen zij op het ziekbed lag,
zeide hij tot haar: Zweer mij toch dat
gij niet ontrouw zijt."
Zij zwoer, doch hij geloofde 't nog niet.
»Zwijg toch en laat mij met rust", was
toen haar antwoord en zij zonk terug in
de kussens.
Eenige maanden daarna waren zij te Parijs.
De dokters verklaarden dat zij te zwak was
om met haar man naar Holland terug te
keeren; doch Lodewijk stond er op dat het
moest. En hij verweet baar, wat bij van
haar dacht. Dit was het sein tot een vol
komen scheiding. Yan dien dag af was alle
liefde voor haar echtvriend geweken. Zij
voelde haar ongeluk onherstelbaar, haar
leven voor altijd bedorven. Zij walgde van
den troon en deszelfs ongeving. Was het
wonder dat zij ten slotte haar huis, haar
echtvriend, haar magen verliet en in een
zaamheid kracht zocht?
(Wordt vervolgd.J