NIEUWSBLAD lijfiil ID te koop, No. 30.1901 Donderdag 21 November. 16e Jaargang. Paari te koop, lo Meid CHRISTELIJK- pekelharing iiirg. Ivangen Dekker. rEIJLIMEN, ELEMAKER Mz., O I' vaars, HSOON isthodc wkiieclit Iknecht. Iknecht stboile, Meid Meid d knecht. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes Voorloopige Indruk. feuilleton. UKUOTIIKIU >:v VAL. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. No. O, Merxem al (50 kilo), r bij en Langeburgt, urg. - laken. >000004 kond onderzoek itentstijfsel medaille. PAUL AVIS. b n onder eerste Agenten. >r, bij O 0 s t k a p e, 11 e. jaar, Middelburg, dgers v. een eerste en middel9tauds- teeren, ruime ver- >11. medodeelingen bureau van deze ber of 1 Januari JOUWER, Huize en Wost-Soubnrg. ei 1, bij evorskerke. én aan gd, Biggekerke, Jei 'ROO, jen (Maldegem). genwoordige wordt terstond gevraagd /oor vast. Groote Zich in persoon te v. d. WART, Oostsingel, Goes. Mei E BUCK, Zanddijk d van stonden aan SOONE, Moosboseb Mei E BUCK, Voere, Mei gd, bij erooskerke. ouge-Verwest, Goes. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van De Memorie van Antwoord omtrent de algemeene beschouwingen der Staatsbe- grooting is een meesterstuk van stijlen pakkend van inhoud. Trouwens dit is te verwachten geweest van een minister die zoo meester is over de taal, en over meer dan dén taal, gelijk dr. Kuyper. Wij betreuren het niet in de gelegenheid te zijn dit staatsstuk over te drukken. Het is er te groot voor. Want niet alleen de stijl boeit, maar ook (le beantwoording van verschillende grieven en bezwaren, en van velerlei vragen is zoo op den man af, zoo als van een die weet wat hij wil, dat men er door moet versterkt worden in de goede verwachting omtrent den afloop van het eerstdaags vol gend openbaar debat. De principiëele beschouwingen waren als altijd, helder en schoon; de geboortege schiedenis van dit kabinet wordt duidelijk verhaald, ook minder fijne en grootmoedige opmerkingen uit het Voorloopige Verslag kloek beantwoord. En de meer «practische" punten worden flink naar voren gebracht. Hét kabinet of liever de regeering, dat is de Kroon en, of door middel van, hare dienaren (hetgeen het woord mi nister" beteekent) dankt zeer voor de verzoenende houding door vele leden der oppositie (liberalen enz.) aangenomen, en erkent onbewimpeld, dat zulks «getuigt van een geest van toenadering, die niet genoeg kan worden gewaardeerd." Wederkeerig zegt deze Memorie«Ge waardeerd wordt niet weinig wat vroegere liberale Staatslieden deden en zakelijke verbetering aanbracht. Waardeloosverkla ring van hetgeen politieke tegenstanders verrichtten, zou enghartige partijdigheid verraden." Vervolgens deelt de Regeering mede, dat wèl een betere Zondagswet, met wette lijke regeling van den arbeidsduur, van haar te verwachten is, doch gerustellend voegt zij hieraan toe: «Een Zondagswet naar Engelsch model zou hier te lande niet nationaal zijn." «Een ontwerp tot nadere regeling van de bestrijding van het drankmisbruik zal zoo tijdig worden ingediend, dat het niet te diclit bij de stembus komt en gereede kans biedt op afdoening. 25 (Schetsen uit het leven van Napoleon I.) XX. HET KONINKRIJK HOLLAND. Zooals men weet was Nederlands laatste stadhouder deu 18 Januari 1795, na zijn ambt nedergelegd te hebben, naar Enge land overgestoken, ons land ten prooi van allerlei partijschappen achterlatende. Het lang* getergde Engeland had in 1780 ons den oorlog verklaard, welke oorlog ons vaderland op het verlies van Negapatnam, een onzer kostelijkste bezittingen in Azië was te staan gekomen. De Fransche revo lutie v/as tot stand gekomen. Geschriften van ropublikeinefi en vrijdenkers, op kwis- tigo wijze verspreid, hadden het vuur van tweedracht en Oranjehaat* van franschge- zindheid en ongeloof al meer aangeblazen. Tal van rampspoeden hadden Nederland getroffen en de verbittering doen stijgen. En zoo was alles samengeloopen om de republiek der vereenigde Nederlanden in eene Bataafsche republiek om te zetten. Oranje had in alle stilte ons land verlaten met gejuich werd het Fransche volk inge haald, de Fransche broeders met hunne beloften van vrijheid, gelijkheid en broe derschap! Maar de Oranjevriendes wisten en de gehoele natie zou het ondervinden, dat «Hun vrijheid was maar slavernij, Hun broederschap een pralerij, Gelijkheid was or om te vechten; Zij waren heerenwij de knechten." «Aan de Leerplichtwet wenscht dit ka binet a fair trial te geven, om eerst als haar werking zich duidelijk genoeg heelt afgeteekend, de vraag te beslissen, of in trekking noodzakelijk zal zijn, dan wel met wijziging zal kunnen worden volstaan." Een eigene, goed georganiseerde verte genwoordiging van den Landbouw «kan betrekkelijk spoedig tot stand komen, doch zelfs in afwachting hiervan zal niet worden stilgezeten." En in dien geest gaat 't voort, ook waar het geldt de toezegging van uitvoering van wetten, als met name de ongevallenwet. Wij verblijden ons reeds bij voorbaat over den goeden indruk dien dit eerste staatsstuk van het tweede «antiliberale" kabinet bij den eerlijken tegenstander die gaarne naar reden luistert, maken zal. Er spreekt een nationale geest uit, bovenal een Christelijke geest, die het «leven en laten leven'' met kwistige mildheid in toe passing brengt. Dit geldt ook van de kloeke Memorie van Antwoord die van bet departement van koloniën uitging. Hadden wjj over 's minis ters voorgangers Keuchenius, Van Dodem en Cremer op menig punt reden tot tevre denheid, er bleef toch bijvoorbeeld inzake de rechtspositie van den Christeninlander nog wel iets niet in den haak. En nu komt minister Van Asch v. Wijck met groote klaarheid en uitvoerigheid zijn meening zeggen, en hij voegt er menige geruststel lende verklaring aan toe voor diegenen, welke al voor een godsdienstoorlog hadden gevreesd. Trouwens de oud-gouverneur van de West is een man des vredes gebleken. Wie hem kent en de antirevolutionaire leer van «leven en laten leven" begrijpt, heeft ook niets anders verwacht; de onrust was inderdaad belachelijk. Keuchenius heeft aan het koloniaal be heer een andere richting geven. Het «lais sez faire" door «onmiddellijken steun" op gebied van kerk en zending vervangen. De liberalen hebben hem deswege uit geworpen doch de nieuwe ministers heb ben 't niet durven bestaan uit zijn spoor te treden vooral minister Cremer verdient voor dat »niet-durven", voor een liberaal een daad van grooten moed, grooten lof. Dat vergemakkelijkt de taak van zijn op volger. Toch blijft hem ook op «practiseh" gebied nog veel te doen over; en uit do inlichtingen die hij in de Memorie heeft De groote meerderheid kon dit echter bij den aanvang niet inzien. Daartoe was men te bedwelmd. In den eersten roes der uit bundige blijdschap had men niet gezien hoe arm en haveloos en bijna maakt de heeren Franschen er uit zagen. Maar spoedig was de pret uit. De nieuwe Bataafsche Republiek moest hare «vrijheid, gelijkheid en broederschap" koopen voor niet minder dan 100 millioen. Limburg moest bij Frankrijk worden ingelijfdde Maas, Rijn en Schelde moesten voor de Fransche schepen opengesteld wordenVlis- singen, 's-Hertogenbosch; Grave en Bergen op Zoom Fransche bezetting innemen. Wij moesten voor de uitrusting en bet onder houd van 25.000 bijna naakte, uitgehon gerde Franschen zorgen, die tot overmaat van smart, zoodra zij gekleed en doorvoed en opgeknapt waren de plaat poetsten, om vervangen te worden door 25,000 anderen. De inkwartiering bracht den burgers per soonlijk veel nadeel aan. Daglooners, wedu wen, weezen, kregen twee, vier, soms zes sol daten. Wat de Franschen eischten, moest er maar komen; ook sieraden, wagens en paar den. Vele gezinnen werden langs dien weg tot den bedelstaf gebracht. De verteringen die de Franschen maakten, worden betaald met papieren, die echter geen waarde hadden. Gezwegen nog van zoovele zonen die onder de Fransche vanen mee ten oorlog moesten. Alle adellijke titels, ambts- en eerenamen werden afgeschaft. Zelfs geen mijnheer of juffrouw mocht men meer zeggen. Burger en burgeres werdon de titels waarmede men eenig en alleen had te rekenen. Alles wat van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. verstrekt, mogen wij opmaken, dat hij in werkkracht en waakzaamheid zijn voor ganger minstens zal evenaren. Wij hebben goeden moed, dat de nieuwe minderheid het met dit kabinet der meer derheid ten slotte nog wel vinden zal. Wij zagen reeds met genoegen den pluimpjesregen die don minister van justi tie ten deel viel. Wel heeft eens een staatsman gezegd als mijn vijand mij prjjst, tien tegen een dat ik op den verkeerden weg ben, maar dit woord behoeft niet te gelden voor dezen tijd, nu een geest van toenadering der partgen zich baan broekt. 20 November 1901. Uit de Memorie van Antwoord. Niet ongezind is de regeering om maat regelen te nemen tot afschaffing van den vaocinedwang. De Chr. Historische Kiesvereeniging te Utrecht heeft zich van den Bond afgeschei den. Dr. Bronsveld en dr. v. Leeuwen waren de woordvoerders, hunne woorden klonken echter meer pruilend dan bezielend. Eerstgenoemde k'.c.gde dat de motie- Amersfoort tegen Dé Visser en Verkouteren gericht was en deze beide heeren toch mee stemden. Een malle klacht, waar hij toch immers meestemde tegen de tegen hem gerichte motie-Amsterdam. En laatstgenoemde voegde er zuchtend aan toe dat de uitslag wel aan dr. De Vissers kant moest zijn dewijl er 12 Amsterdam mers aanwezig waren. Alsof de 88 Dtrechtenaars dan ook niet hadden behooren op te komen bij zoo ge wichtige beslissingen De klacht van dezen professor schijnt ons al heel onnoozel en ongemotiveerd. Ten slotte verklaarden 85 zich voor af scheiding, 2 tegen, 1 blanco. De tweede kamer heeft haar taak her vat. Mr. Schokking nam zitting. De af- deehngen werden gevormd en kozen hunne voorzitters en ondervoorzitters, zoodat de centrale sectie die de werkzaamheden re gelt voor het nieuwe tweemaandelijksch tijdvak onder het gewone voorzitterschap van den voorzitter der Kamer die evenwel slechts een adviseerende (raad- aan de geslachten van den ouden adel herin nerde, moest worden opgeruimd. Het ge meen drong de kerken binnen om wapen borden weg te rukken en zerken te vernielen waaronder de beenderen van graven en gravinnen rustten. Die beenderen werdon verstrooid. Zoo onder anderen verwoestte men te Utrecht de graftombe van Amalia van Solms, do vrouw van Prins Frederik Hendrik en vernietigde de beenderen van wijlen de beminnelijke moeder van Neer- lands laatsten stadhouder (Maria Louize van Hessen Hassel). Aan herbergen, hotels, schepen, koetsen en kasteelen, werd alles verwijderd wat aan den ouden adel of aan de Oranje's herinnerde. De patriotten verdeelden zich in twee partijen: Unitarissen, voorstanders van éentn ondeelbaren staat, en federalisten die voor handhaving van de zelfstandigheid der pro vinciën waren. Na veel gehaspel kwam in 1798 een soort Grondwet tot stand, waarbij het gezag aan een Uitvoerend Bewind van vijf leden werd opgedragen, die echter spoedig met Fransche hulp werden uitge worpen. In 1801 bemoeide Napoleon zich met de zaken, en nu kwam een Staats regeling tot stand, waarbij de wetgevende macht aan een Kamer van 35 ledende uitvoerende macht aan oen Staatsbewind van 12 leden werd opgedragen. In 1805 stelde Napoleon, zoogenaamd de dwaasheden der Bataafsche regeering moede, Rutger Jan Schimmelpenninck tot raad pensionaris aan. Het bestuur van dezen man zou voor ons land weldadig hebben gevende) stem heeft, bestaan zal uit de heeren Heemskerk, Lohman, en Waal Malefijt (allen a. r.) Mutsaers (k.) en Mees (1.). Ondervoorzitters zijn Roüll en Drucker (1.), Schaepman, V. d. Berch en V. Vlij men (allen Kath.). Heden Indische begrooting. Een zwaarwichtige wet is die op den Leerplicht zeker. Eenige dagen geleden is door het Depart, van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebesturen het materieel verzonden, in 1902 voor de uitvoering dier wet noodig. De honderden pakketten wogen samen ongeveer25.000 kilo. Als daar niet spoedig verandering in komt, dan zou zegt de «Haagsche Ct." de wet wel eens onder haar eigen gewicht kunnen bezwijken. Dat is zeer juist gezien van dit liberale blad. Tenminste wij gelooven het ook. De uitgever M. M. Couvee te 's-Graven- hagu zond ons „Stemmen uit Bethesda IV, uitgegeven ten voordeele van de ge stichten der Protestantsche Vereeniging ter verpleging van melaatschen in de ko lonie Suriname". Ter wille van het goede doel onthoudon wij ons van critiek op den inhoud. Trouwens wij behoeven niet op alle slakken zout te leggen. Wie voor dit goede doel, en uit medegevoel met de arme melaatsche broeders op Suriname let wel een Nederlandsche bezitting iets wil afzonderen zende dit aan T. N. v. d. Stok, Riouwstraat 65. Mon vrage ook bovengenoemd boekje bij den uitgever, die 't gratis u zenden zal. In zokeron zin zegt De Standaard komen Van Houten en dr. Bronsveld overeen. Wat dezen laatste in de jongste verga dering van den chr. historischen kiezers- bond overkwam staat niet op zichzelf. Heel zijn leven door lag hij overhoop met hen, die toch in ongeren of ruimeren zin zijn geestverwanten waren. Het begon al met Groen. Het werd sterker met Dr. Kuyper. Maar ook met Gunning en zoo- velen meer kon hij het niet vindon. En thans de breuke met Dr. de Visser. Aan wie de schuld? Aan Groen, aan kunnen zijn, indien het niet Napoleons be doeling ware geweest, stapsgewijze het land der vrije geuzen tet eer wingewest van Frankrijk te maken en in 1806 den laatsten overgang tot dezen staat te bewerken, toen hij zoogenaamd op eigen verzoek zijn broeder Lodewijk tot koning van Hol land aanstoldo. Wel trachtte een commissie bestaande uit de heeren Gogel, Verhuell, v. Stirum, Six en Brantsen don keizer van dit voor nemen af te brengen; doch te vergeefs. Het besluit was onherroepelijk. Lodewijk werd koning van Holland. Hij kreeg van zijn broeder de waarschuwing meê dat hij in de eerste plaats aan hem (den keizer), daarna aan Frankrijk behoorde. Daags daarna zat de keizerin met eenige hofdames aan hot ontbijt, toen de keizer binnenkwam met den kleinen Napoleon aan de hand, het oudste zoontje van koning Lodewijk en Hortense de Beauharnais, Jo sephine's dochter en dus stiefdochter van den Keizer. «Ziet hier, dames", zeide hij, «een kleinen jongen, die u een fabel van Lafontaine zal laten hooren, die ik hem van morgen heb geleerd. Let eens op, hoe mooi hij het doet!" En terstond begon de kleine snaak de fabel te vertellen van de «Kikvorschen, die om een Koning vroegen." Het kind wist natuurlijk niet wat het zeide: doch de omstanders begrepen duidelijk dat die «kik vorschen" Nederlanders waren en die koning de vader van het knaapje moest zijn. Na poleon had er schik van; en achter den stoel zijner stiefdochter staande, trok hij Kuyper, aan Gunning, aan Do Visser? Dat is vanzelf onaannemelijk. Ook in het verlaten van de vergadering van Donderdag ligt iets tragisch. Dr. Bronsveld verliet vroeger de vergadering van het Contraal Comité, van de Unie „Een school met den Bijbel", van Chris telijk Nationaal, van de Ver. tot Chr. verzorging van krankzinnigen, thans die van zijn eigen maaksel, den „Chr. Hist. Kiezersbond." Welk oen zegen had hij kunnen zijn voor de actie tegen Ongeloof en Revolutie, wanneer bij hem het individualisme min der sterk dan de zucht tot samenwerking ware geweest. De verheffing der volken tegen Engeland is toenemende. In Duitschland hebben de onhandige po gingen, door de regeering ingegeven, tot stuiting der anti-Chamberlain-beweging, een tegengestelden uitslag gehad. Dage lijks nemen de protest-besluiten toe, en de rijkskanselier krijgt er niet minder van langs tengevolge van zijn laffe stilzwijgen. Te Leipzig besloot een vergadering van 2000 vrouwen en mannen tot het zenden van een telegram aan de Keizerin. Te Dresden nam de gemeenteraad een motie van afkeuring aan. En zoo blijft de sneeuw bal rollen. Ook in Amerika draagt v. Broekhuijzens woord vrucht. Te Cleveland (Ohio) hebben de afgevaardigden van talrijke vereenigingen besloten een verzoekschrift aan het Congres te richten, dat president Roosevelt de ver scheping Amerikaansche paarden en muildieren voor Zuid Afrika verbieden en togen de concentratiekampen protesteeren zal. In Engeland zelf vermeerdert de onrust steeds meerdere staatslieden spreken zich uit togen den oorlog. En in Schotland (Aberdeen) was er zelfs een scheepvaart maatschappij zoo stout een stoomschip te bevrachten en uit te zenden met vier stukken veldgeschut, een hoeveelheid houts kool en salpeter om buskruit te maken, eenig zoeklicht, veel proviand enz. Het werd aangehouden. Daarbij komt dat het den Engelschon niet maar den vleesch gaat; dat er geen haar telkens aan de ooren en vroeg haar: «Wel Hortense, wat zegt gij er van Doch zij antwoordde niet. XXI LODEWIJK EN HORTENSE. Koel was de ontvangst die den 18 Juni 1806 den nieuwen koning te 's-Gravenhage wachtte. Zelfs voor geld was niemand to bewegen hem toe te juichen. Aan 800 turfdragers, mannen, die anders wel boreid zijn iets te verdienen, werd voor ieder vier dukaten toegezegd, als zij de paarden van voor zijn rijtuig wilden spannen, en hem juichend door de stad wilden trekken. Zij weigerden allon. Het zeevolk was niet minder onwillig. Er haddon op sommige schepen oproerige tooneelen plaats, toen de eed van getrouw heid van het scheepsvolk geëischt werd. Eerst toen de admiraal De Winter eenige manschappen had laten doodschieten, kwam er eenige toenadering; doch de meesten deden den eed niet, alvorens die gehate Bataafsche vlag was neergehaald en plaats gemaakt had voor de geliefde Prinsevlag. Een eed aan een Bonaparte onder de vanen der Oranje's! Spoedig echter bemerkte men dat men met den lammen koning, zooals hij van wege een lichaamsgebrek genoemd werd, nog zoo slecht niet af was. De man deed al zijn best om goed Hollander te worden en een goed vorst te zijn. Hij legde zich met alle kracht op de Hollandsche taal toe, en ontzag niets om die spoedig aan te leeron. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1