NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 29.1901 Dinsdag 19 November. 16e jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- Baitenlandseh Overzicht. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Iets over de oorzaken der Fransche revolutie. LANDBOUW. Ammoniaksuperpliosphaat, Chilisal- peter en Superphosphaat. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Welke liberale geschriften of bladen men ook ter hand neemt, op de vraag: Welke zijn de oorzaken der Omwenteling van 1789 zal men steeds in hoofdzaak hetzelfde antwoord vernemen. Ze zeggen allemis bruiken der staatsregeling, despotisme der Kroon, buitensporige voorrechten van Adel en Geestelijkheid, het weigeren van elke verbetering, tot eindelijk het verdrukte, arme, verontwaardigde volk eene revolutie maakte, waar een hervorming noodzakelijk was. Nu moge het waar zijn, dat het volk weinige politieke rechten bezat en dat som mige leenrechten nog al zwaar op het volk drukten, daartegenover stond, dathotgroo- tere en meerdere vrijheden genoot dan b.v. bat volk in Duitschland. Vanwaar dan, dat wel in Frankrijk, niet in Duitschland zulk een revolutie, die alles onderstboven keerde, uitbarstte? »Indien men de bronnen raadpleegt en nauwkeurige en niet weersproken opgaven en berichten nagaat omtrent de gesteldheid van Frankrijk, wordt men weldra overtuigd van hot onwaarachtige dezei (bovengenoem de liberale) voorstelling, aldus zegt Mr. Groen van Prinsterer. De Historie heeft de heorschzucht, de onverdraagzaamheid, de onzedelijkheid en de willekeur van ver scheidene vorsten naar waarheid tot ons overgebracht; doch hun gezag was niet zóó on beperkt als het gewoonlijk wordt voorgesteld. De Provinciën en Steden hadden menig vuldige rechten en vrijheden, die onder de bescherming der Gerechtshoven of Parle menten waren gesteld. Do Adel was van weinige lasten bevrijd, mocht geen handel drijven en verloor, door Hof- en Krijgsdiensten verarmd, langzamerhand aanzien en macht. De Geestelijkheid droeg met onbekrom penheid tot de uitgaven bij. De vrijheid van spreken en schrijven was even ruim als misschien ooit in later tijd. Zóó was de gesteldheid des lands bij den aanvang der regeering van Lodewijk XVI. „Het is geheel valsch, dat de revolutie door het volk gemaakt is" zegt Groen. Zij ontstond, niet omdat men in het hervormen traag en weigerachtig was; ook niet, omdat er veranderingen met aandrang werden begeerdmaar wel, om dat men hervormingen wilde op grond van en naar de voorschriften der nieuwe theorieën in Duitschland en Engeland ge kweekt en die in Frankrijk het eerst wer den toegepast. Wie hebben dan de revolutie gemaakt Het zijn de Parlementen, de Adel en de Geestelijkheid; en niemand met moer ijver dan de Koning zelf. Het begin der revolutie stelt men door gaans bij het jaar 1789; maar men moest veel vroeger den aanvang stellen, daar Lodewijk XVI reeds verscheidene jaren met het omkeeren der staatsregeling, met het revolutioneeren van zijn Rijk was be zig geweest. Nog geen 20 jaar oud in 1774 werd de welmeenende en volkslievende jongeling omringd door de wijsgeeren en 'staatslieden der hooggeroemde nieuwe filo sofie. Een aantal revolutionaire maatrege len werden in korte jaren doorgezet op aanraden van Turgot, Malesherbes, Necker en anderen, bekwame en welmeenende mannen, doch die geheel waren bezield door den rampzaligen geest huns tijds. Aan de handhaving van beginselen van godsdienst en wettig gezag werd niet meer gedacht: het waren immers vooroordeelen Geen instelling zoo eerwaardig, geen recht zoo oud en deugdelijk, dat niet door de regeering werd aangetast: ingenomen met hetgeen volgens de nieuwe theorie wezen moest, liet men zich weinig gelegen liggen aan hetgeen bestond. Men wilde niet chïistelijk-historisch zijn, maar ging in alles te werk naar idealen, zoodat instede van verbetering omkeering plaats vond. Billijkheid en rede kwamen niet meer in aanmerking. Dg riieoristen hadden b.v. bepaald, dat er volkomen vrijheid van graanhandel moest zijn. Doch dit kon niet gebeuren zon der afschaffing van rechten, die door steden en corporatiëa werden uitgeoefend sedert onheugelijke tijden. Welnu, dat was geen bezwaarze werden door willekeurige bevelen eenvoudig afgeschaft. Op deze wijze heeft Turgot, met de grondstellingen der nieuwe wijsbegeerte gewapend, in één jaar een menigte van instellingen en rechten vernietigd, die tevoren bij de heiligheid van .het eigen domsrecht door den meest onbeperkten monarch niet zouden zijn aangetast. Wel moest deze man ten slotte wijken; maar dat hij zóó handelen kon, toont reeds duidelijk aan, dat de verderfelijke leer reeds veel ingang had gevonden en gedeel telijk de publieke opinie beheersehte. Toch was er wel verzet en opmer kelijk genoeg en in tegenspraak met de gewone voorstelling, dat het volk de re volutiemaker was wel uitsluitend en alleen bij de mindere standen. Doch men verstrooide het gemeen en stuitte het ver zet, door de gewapende macht: de kracht van de nieuwe theorie toch lag en ligt nog in dwangmaatregelen en de regee ring met de sabel De jeugdige Koning, door geen zelfstan digheid van inzicht tegen den invloed der algemeens denkwijze behoed, dagelijks mis leid door allerlei schoonschijnende voor stellingen en overtuigd, dat de wijsbegeerte een geheel nieuwen weg tor volmaking van het menschelijk geslacht had geopend, plaatste zich moedig aan de spitse der be weging zóó was hij eenige jaren werktuig ter omkeering der maatschappij. De toejuiching der voorstanders van de nieuwe theorie" maakte hem langen tijd doof voor de kreten dergenen, tegen wier recht en belang te werk werd gegaan. Weldra ontstond een onbeschrijfelijke verwarring in alle takken van bestuur het vertrouwen was geweken, onzekerheid en onrust namen onophoudelijk toe. Nu wilde hij niet meer zoo schielijk voort van toen af evenwel werd hij gedrongen of gesleept op den weg, die naar het on geluk der volken en naar den moord der vorsten leidt. Veel is somtijds op rekening der zwak heid en besluiteloosheid van Lodewijk XVI gesteld. En toch bezat hij veel koelbloedigheid hij vreesde ntet voor zich zelf. Vanwaar dan dat gebrek aan kracht Niet aan moed, want die bezat hij ontegenzeggelijk Dit raadsel wordt alleen opgelost hier door, dat hij ter goeder trouw was inge nomen met het beginsel, welks ontwikke ling hij tegen moest gaan. Hij wilde dus geen wederstand bieden en hij kon ook geen afdoenden tegen stand bieden. Zich beschouwende als eigenlijk in den grond der zaak onderworpen aan den wil van het souvereine volk, kende hij geen rechten der kroon, geen rechten dan wat aan dat volk, den eigenlijken Souverein, welbehaaglijk was. Die gedachte, als men gelijk deze vorst door plichtsgevoel wordt geleid, is weinig geschikt om kracht en vastheid te geven in een worsteling tegen hen, die als ver tegenwoordigers van het volk, het souvereine volk, waren erkend. Wat kon de arme, misleide koning doen? Zich aansluiten aan de anti-revolutio naire partij Deze was zeer gering, zegt Groen en het versterken van den Adel, het handhaven der Geestelijkheid, het doen eerbiedigen van wat nu door elk als voor oordeelen aangemerkt werd, zou onmoge lijk geweest zijn. Wat dan? Te paard stijgon, het gepeupel uiteen drijven, despotische wetten maken on met den dood straffen, wat hij vroeger aange moedigd had Men gevoelt het het ging niet aan en bovendien was het nu te laatde re volutie was gelijk aan een nederstortende lawine, die niet te keeren is. Het revolutionair fanatisme was eenmaal opgewekt en wie gelooft dat het in zijn eerste beginsel te stuiten was? De onderdrukking van het beginsel der omwenteling kon plaats hebben, nadat het uitgewoed had. Toen kon het stelsel in werking worden gebracht om hetzelfde beginsel gematigd toe te passen gematigd in zoover als dit overeenkomt met het belang der boven drijvende partij. Dat stelsel is nu reeds een eeuw in wer king in vele landen, ook in Nederland. Wij ook kennen dat revolutionair despo tisme bij ervaring. En de bekentenis, die Lodewijk XVI door de ervaring wijs geworden afgeperst werd, heeft zeker ons aller instemming: »Le despotisme n'est bon a rienpas même a fonder la liberté." Vrije School. ENGELAND. De Engelsche beroemdheden uit den Zuid Afrikaanschen oorlog beginnen af te takelen. Men weet dat Bulier als een kwajongen werd weggestuurd, nadat men hem eerst van 't kastje naar den muur had laten loopen. Nu gaat 't gerucht dat Roberts ook zijn grooten naam kwijt is, en in April als opperbevelhebber zal aftreden. Er zijn nu al zooveel klachten tegen hem ingebracht door de pers, welke klachten hij maar steeds onbeantwoord laat. Zoodat de volks geest zich al meer tegen hem begint te keeren. Is er derhalve alle kans dat lord Roberts van Kandehar zijn roem overleeft, met den »sirdar" staat het niet minder kwaad. Im mers een zeer vertrouwbare bron meldt dat de »held van Tunis" de grootmoordenaar Kitchener op is. Dit wil niet zeggen dat hij uit zijn bed is, maar dat hij in zijn bed behoorde te wezen wegens overver moeidheid. Hij wacht slechts op de terug komst van Ian Hamilton om terstond Zuid Afrika te verlaten. Zijn koffers schijnen al gepakt te zijn. Zouden de getergde Boeren het niet zien dat de Heere bezig is, al hunne vijanden, voorzoover Hij ze niet met blindheid sloeg, onschadelijk te maken? Majoor Stonham die het veldhospitaal van de Imperial Yeomanry in Zuid-Afrika heeft bestuurd, is thans in Engeland terug en heeft in openbare lezingen beschreven, hoe hij een samenkomst met De Wet had gehad; hij zeide dat de groote Boeren generaal hem met de grootste voorkomend heid behandeld had, en hem een plaats aan de hand had gedaan, waar het hospitaal van de yeomanry volkomen veilig zou kun nen geplaatst worden. Hij beschouwde De Wet als een gentleman in elke betee- kenis van dit woord. Een gentleman in elke beteekenis van het woord! Dat zal wel nooit gezegd kunnen wor den van de lords Roberts, den insteller der worgerkampen, Kitchener, den moor denaar van zoovele onschuldigen, Methuen, den brandstichter en vrouwenmoorder. Ook al heeten zij lord en worden zij als gentle men behandeld. De verontwaardiging van heel Europa over de ontzettende toestanden in de con centratiekampen van Zuid Afrika, schijnt in Engeland toch wel eenigen indruk te hebben gemaakt. De Regeering verontschuldigt zich in een lang rapport, dat reeds bjj den eer sten blik den stempel der onwaarheid draagt. De groote sterfte in de kampen is de schuld van de Booren zeiven. Ze zijn zoo vuil ze hebben zulke slechte gewoon ten zij zijn zoo dom en koppig zij willen geen geneeskundige hulp hebben. Het Handelsblad zegt, scherp maar waar: „Zoo redeneert Engeland's „humane" re geering in een officieel rapport. En het voegt er bij„Bewondering ver dient de ontzaglijke energie, de onuitput telijke goedheid en het geduld, waarmede de autoriteiten trachten, de kampen te maken tot een vriendelijke verblijfplaats voor de vluchtelingen." Een vriendelijke verblijfplaats! Is krasser ironie denkbaar? Wanneer wij d9 sterftecijfers nagaan vnn hen, die in deze vriendelijke verblijfplaatsen wor den opgesloten, en wij vinden dan in Juni 109 per duizend; in Juli 180 in Augustus 214 in September 264 Wanneer wij nagaan, dat de sterfte on der de kinderen 433 p. m. bedraagt, of dat de helft der kinderen in deze kampen overlijden waar in Engeland die kindersterfte 18 p. m. bedraagt daar weten wij precies wat wij van de vriende lijkheid dezer verblijfplaatsen des doods te denken hebben De Engelsche Regeering is wel zoo goed te willen erkennen, dat aanvankelijk de kampen in menig opzicht zeer gebrekkig waren. Er was geen gelegenheid tot af zondering of behandeling van besmettelijke ziekten; het water was onvoldoende, on drinkbaar, vuil; het voedsel vaak onvol doende wat hoeveelheid, onbruikbaar wat hoedanigheid betreft. Maar sedert is er veel verbeterden thans is bijna alles best. Het is daaraan zeker te wijten, dat de sterfte in de kampen steeds toeneemtin Juni 109 p. m.in Juli 180 p. m.in Augustus 214 p.m.; in September 264 p.m.;... Deze enkele cijfers zijn in hunne schrille veelzeggendheid oneindig duidelijker en welsprekender dan alle Engelsche rapporten, met hun offieieele er-om-heen-praterij, met hun krasse verloochening van de waarheid." Mevrouw Klazinga, mevr. Hobhouse, wijlen Broeksma hebben niets te veel ge zegd van den schrikkelijken toestand. Som mige Engelsche bladen erkennen dit zei ven terwijl anderen smeenen dat er nog wel wat te verbeteren valt". Dat is dus iets gewonnen. DUITSCHLAND. Tot de meest vroeselljke soort sport, in de officierenwereld beoefend, behoort het duel. Een jeugdig officier, luitenant Blaskowitz, die op trouwen stond, was door een mak ker dronken thuis gebracht en had dezen in dien toestand een klap gegeve» en ge scholden. Hij bood zijn verontschuldigingen aan doch de kameraad was er niet tevreden mee, en de raad van »eer", waarin ook hoofdofficieren zitting hebben, was het met dezen eens dat er bloed vloeien moest. Een duel dus. En met welk gevolg? Dat de arme zondaar die de toekomst zoo vrooljjk tegenblikte met éen slag werd geveld, om niet weer op te staan. De predikant die bij zijn graf het woord voerde, teekende protest aan tegen den geest die den officierenstand bezielde, tegen den geest der knechtschap, die zich niet kan losmaken, omdat hij het niet wil, van de onwaardige banden van lang ver ouderde middeleeuwsche vooroordeelen en geheel valsche rechtsopvattingen. Of zoo vroeg hij aan de omstanders „zou het recht en billijkheid zijn waarvan deze kist hier getuigt? Daarom vragen wij zoo ging hij voort aan dit graf onze christelijke overheid hoeveel bloed er nog verder noodeloos vergoten moet worden, hoeveel ellende er nog gesticht zal worden tot zij beseft dat zij als waarachtige die naresse van God een en dezelfde daad niet van te voren noodzakelijk achten en naderhand bestrffen mag." Moge dit woord een goede plaats vin den bij den Keizer. Doch men weet doze is niet tegen het tweegevecht, en dat maakt de kansen voor verhoor hoogstens zeer twijfelachtig. De beweging tegen Chamberlain, neemt steeds grootere afmetingen aan. In mee tings treden professoren op, soms voor duizenden studenten tegelijk, en worden heftige redevoeringen uitgesproken. Hoe kan t' ook anders. Onder eerstgenoemden zijn tal van oud-strijders van'70. Deze zullen zich de beschuldiging van wreedaards, hem door den Engelschen grootleugenaar voor de voeten geworpen wel niet laten aanleunen. Met name te Keulen werd een protest motie aangenomen en aan den rijkskanse lier Von Bulow gezonden. Deze zal echter wel zwijgen zoolang zijn meester niet spreekt. Doch wat te zeggen van een man als de Keizer, die den goeden naam van zijn vader, zijn ooms en neven, en allermeest dien van zijn ridderlijken grootvader, zoo zonder eenig protest, derwijs door het. slijk laat sleuren SPANJE. Terwijl Spanje zijn binnenlandsche on lusten met geweer en sabel tracht tegen te gaan, houdt 't den blik ook gericht op zijn vloot, wat te beter geschieden kan, nu te Barcelona de rust hersteld blijkt. Bij de Cortes is een wet aangeboden, tot den bouw van twaalf nieuwe oorlogs schepen; de minister van marine zal zijn ambt nederleggen, indien deze gelden niet worden toegestaan. Het liberale kabinet moet nogal wat aanhooren, in verband met deze uitlatingen. Men verwijt het dat het dezelfde ondeugden heeft als zijn conservatieve voorgangers. Daarbij komt dat de ziel van 't kabinet Sagasta sinds lang ernstig ziek ligt, en als premier tijdelijk vervangen is door den gewetenloozen generaal Weyler, die als minister van oorlog zelf strevende is naar het dictatoraat. Onder de mestmengsels is zeer zeker ammoniaksuperpliosphaat een van de meest onschuldige en, kan men het niet rang schikken onder de kwakzalversmiddeltjes, zooals aardappelmest, roggemest, havermest, knollenmest, enz., toch is het een mest- mengsel. Men moet er zich over verbazen, hoeveel landbouwers in de meening ver- keeren, dat ammoniaksuperpliosphaat bestaat uit Chilisalpeter en superphosphaat. Daar om zij hier nog eens herhaald, dat ammo niaksuperpliosphaat uit een mengsel van zwavelzuren ammoniak en superphosphaat bestaat. Zoo heeft men ammoniaksuper pliosphaat met 7 stikstof en 9 phos- phorzuur. Hiervoor is noodig 33 KG. zwavelzuurammoniak en 57 KG. super phosphaat van 16%. De ontbrekende KG. tot 100 worden aangevuld met gips. Wij zijn tegen alle mestmengsels, omdat men het mengen zelf wel kan doen en, •mdat men door de meststoffen afzonderlijk aan te koopen, beter rekening kan houden met de behoeften van de verschillende gewassen. Bovendien zijn wij van meening, dat de zwavelzure ammoniak met voordeel kan vervangen worden door het Chilisalpe ter m. a. w. in plaats van ammoniaksuper pliosphaat te gebruiken, afzonderlijk aan te koopen Chilisalpeter en superphosphaat. Wij achten dit beter omdat de uitwer king van Chilisalpeter in 't algemeen veel zekerder is dan van ammoniak. Ammoniak toch is voor de plant niet direct opneem baar doch moet daarvoor omgezet worden in Salpeterzuur. Dit geschiedt, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: In de eerste plaats is het noodig, dat de bodem voldoende hoeveelheden kalk bevatte. In de «Stikstofvoeding der Landbouwcul- tuurgewassen," zeggen de heeren Mansholt, over Chilisalpeter en zwavelzuren ammoniak sprekende, het volgende: »Een opmerkelijk verschil tusschen de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1