NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 17.1901.
Dinsdag 29 October.
16e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUU, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De „geboren Misdadiger
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bijna gelijktijdig met het Congres voor
Criminologische Anthropologic, waarop de
leer van Lombroso over den „geboren mis
dadiger" met wegsleepende welsprekenlieid
werd verkondigd, richtte een onverlaat in
Amerika zijn wapen op de borst van Pre
sident Mc Kinley en trof hem doodelijk.
Een slachtoffer te meer van dat fanatiek
anarchisme, dat in den waan verkeert, dat
uit den weg ruiming van gekroonde hoofden
dan weg moet banen naar den sociaal ge
lukstaat.
Lincoln, Garfield, Mac. Kinley, elk
op zijn beurt was in het oog van zijn
moordenaar een tiran.
En toch behoorden alle drie, ondanks de
fouten van den laatste in zijn buitenlandsche
politiek, tot de beste Presidenten die Ame
rika gehad heeft.
De vraag is daarom: hoe komen toch
menschen als Czolgos en andere moorde
naars aan dien waan?
En dan laat zich hun gedachtengang het
best op deze wijze vertolken:
„De bestaande orde is het, die de ellende
in de maatschappij bestendigt.
„Die orde vindt haar eindpunt en be
lichaming iu de personen, in wie het
Gezag is geconcentreerd.
Derhalve is, om uit die ellende uit te
komen, het uit den weg ruimen van koningen
en regenten vóór alle dingen noodig.
„Dan is althans de eerste stap om verder
te komen gedaan".
Anarchisten, menschen die in elke re
geering als zoodanig het struikelblok zien
voor alle noodzakelijke hervormingen, noemt
het spraakgebruik dezulken daarom terecht.
Maar nu komen de heeren van het
Criminologisch Anthropologisch Congres en
zeggenNeen, niet de valsche redeneering
van de anarchistische propoganda heeft het
pistool van Czolgos doen laden. Maar
Czolgos, gelijk zoo velen, is een voorbestemd
misdadiger, een „criminel-né"gelijk men
het in het Fransch noemt. Een ongeluk
kige, die van de natuur reeds bij zijn ge
boorte den erfelijken last meekreeg, om op
het bepaalde tijdstip den President Mac
Kinley te u vermoorden.
Van de natuur? Neen, ook dat is eigen
lijk niet juist. Veel nauwkeuriger is het
te zeggen: van de donkere machten, die
hier op aarde zooveel te zeggen hebben, en
aan wier invloed, wat ge ook redeneeren
moogt, de mensch zich nu eenmaal niet
onttrekken kan.
Het Noodlot, zeiden de Grieken en de
Romeinenzeggen de Boeddhisten van
vroeger en later; zei Nietzsche, de onge
lukkige Bazelsche filosoof; en zeggen velen
die met het Christendom gebroken hebben
hun na.
Het is de moeite waard, om eens te let
ten op den geleidelijken gang der denk
beelden, die in breede kringen der beschaafde
wereld ingang hebben gevonden.
Eerst kwam in de voorbijgegane negen
tiende eeuw de Leidsche hoogleeraar
Scholten de jonge theologen, de aanstaande
predikanten, leeren, dat de zonde in de
menschelijke natuur is een «doorgangspunt"
een toestand, dien de menschelijke natuur
doorgaan moet om tot zedelijke volmaakt
heid te komen. Niet een positief kwaad,
maar iets negatiefs, een gebrek, een nog-
niet-goed-zijn.
Een kind, dat aan den leiband of langs
stoelen en tafels loopen leert, struikelt en
valt telkens, omdat zijn enkels nog niet
vaststaan, zooals bij ons volwassenen.
Zoo was het ook met den mensch.
Eigenlijke zonde, zooals de Bijbel dat
leert en men het ook altijd verstaan had,
was er dus niet. Wel zedelijk gebrek,
maar geen kwaad dat schuldig maakt
voor God.
Derhalve dan ook geen kwaad dat straf
verdient.
Dat kind aan den leiband, dat telkens
valt, krijgt immers ook geen straf? In
tegendeel, de vader of de moeder helpt het
dadelijk weer op. En al struikelt het ook
nog zoo vaak eer het loopen kan, niemand
denkt er aan om het te straffen!
Voelt men niet, welk een streelende leer
dit was voor de menschelijke natuur? j
Nu toch was do mensch niet meer, zoo
als de Catechismus leert, van naturo ge
neigd tot alle kwaad, maar, in het zede
lijke, een klein goed gezind kind, dat met
vallen en opstaan eindelijk wel flink op
zijn beenen terecht komt.
Zoo hebben dan ook de moderne predi
kanten het gepredikt, en een groot deel
der beschaafden hebben het geloofden
vooruitloopende op de leer van Lombroso,
heeft men toen alvast besloten, dat de
doodstraf moest worden afgeschaft. «Moor-
denaars" waren er eigenlijk niot, en daar
enboven, de humaniteit, waarmee men toen
dweepte, eischte dat den booswicht tijd
gegund werd om zich te beteren.
Geen doodstraf dus, maar twintigjarige
celstraf bijvoorbeeld. Misschien wordt hij
dan nog eens, teruggekeerd in de maat
schappij, een nuttig burger, evenals gij
en ik.
Zoo was men hot er dan over eens, dat
Pelagius en niet Augustinus gelijk had.
De mensch was niet in zonde ontvangen
en geboren, en van nature niet geneigd
God en zijn naaste te haten.
Humaniteit, verbetering, hervorming, al
truïsme, leven voor den naaste, riep een
volgend geslacht; en dit werd nu het
wachtwoord der philantropen.
Onderwijs! onderwijs! viel een beroemd
man in. Al wat ge aan scholen uitgeeft,
haalt ge op de gevangenissen uit.
Eén zwarte plek bleef er aan dezen
Pelagiaanschen blauwen hemel, dien de
weerkenners met den besten wil niet konden
ontkennen.
Telkens doken er van die geraffineerde
moordenaars op, die door hun ijzingwek
kende gruwelen de maatschappij het bloed
In de aderen deden stollen.
En dan vroeg men zich af: Zijn dit
menschen? Menschen als wij, beschaafd en
zedelijk, vervuld van liefde tot den naaste,
te hoog ontwikkeld om niet te weten dat
men zijn evenmensch geen kwaad doet?
Of zijn het dieren; wezens in wie
de overgang van het dier tot den mensch,
door Darwin ons geleerd, bij ongeluk is
blijven steken, midden in zijn vaart, zoodat
nu het dierlijke ten slotte de overhand heeft
behouden?
Men wist het niet uit te maken. «O
anthropologen, zegt ons toch wat dit ver
ontrustend verschijnsel inheeft!"
Dan klonk er een stem, niet van de
anthropologen, maar uit een geheel anderen
hoek, die zeide: »Het verschijnsel dat u
verontrust, is een bewijs dat uw Darwinis-
tisch-Pelagiaansche opvatting niet deugt.
De mensch als zoodanigelk mensch, heeft
de boevenkiem in zich, en als God hem
niet bewaart, kan zelfs de meest ontwikkelde
en beschaafde totdeergstegruwelenkomen."
Maar dan liep de modern-beschaafde
wereld te hoop en riep smalend: »Hoor
die achterblijvers eens aan, die lasteraars
van de menschelijke natuur
Nog heugt het hoe voor ettelijke jaren
een hoogleeraar in het strafrecht, aan een
onzer Universiteiten, bij het aanvaarden van
zijn ambt over die boevenkiem bij alle men
schen sprekende, de geheele faculteit deed
opschrikken omdat zóó iets in zulk een
kring gezegd werd.
En toch, wat is het anders dan wat de
Bijbel zegt»Uit het hart" (niet enkel van
Czolgos, maar uit het menschelijk hart) komen
voort booze bedenkingen, doodslagen enz.
Maar voor hen die aan dat Bijbelwoord
geen gezag toekenden, bleef het raadsel
onopgelost. Die moordenaars, Traupmann,
demanuit Bretneihaven, de bedrijver van den
Tilburgschen gruwel, Czolgoszen zoovelen
als daartusschen zijn, waren toch menschen,
naar den schijn althansen hoe moest men
het dan verklaren dat zij zoo gruwelijk
moordden? Dat zij zoo nameloos schril af
staken bij al die goede menschen, die reeds
sidderden bij het hooren van zoo iets vreese-
lijks?
Daar kwam de Italiaan Lombroso om het
raadsel op te lossen.
Neen, heeren en dames, die moordenaars,
waarover ge u de hersens breekt, zijn geen
menschen, zooals gij en ik, geen beschaaf
de en weldenkende lieden.
De natuur is grillig en vreemd.
Zij houdt er allerlei abnormaliteiten en
afdwalingen op na, die ge moet kennen
om u niet te laten verbijsteren. Zij brengt
wezens in het aanzijn, die ge niet anders
noemen kunt dan »geboren misdadigers."
Deels langs den weg der erfelijkheid, deels
tengevolge van pkysieke gebreken, maar
altijd buiten hun schuld, met den misda-
digersaanleg bezwaard, loopen zij onder
de menschen als gewone menschen rond,
totdat hun «destiny", hun noodlot rijp is
en zij aan den aangeboren drang om te
stelen of te schenden of te moorden voldoen.
Zij zijn er toe bestemd. Wie kan tegen
zijn noodlot?
En daarom, weg met uwe gevangenis
sen! Weg met strop en geesel, weg met
het schavot, en weg zelfs met de cel!
Voor ongelukkigen bouwt men immers
geen gevangenis, maar toevluchtsoorden?
Welaan, ook voor deze ongelukkigen dan
asylen gesticht, waar ze verpleegd en ver
zorgd worden, maar waar alle denkbeeld
van straf zorgvuldig zij geweerd.
Wel een asyl met sterke muren, en
liefst onder voortdurend toezicht, opdat ze
niet ontsnappen en nieuwe slachtoffers
makenmaar overigens in elk opzicht zacht
en vriendelijk. Of neemt gij het misschien
ook den tijger kwalijk, dat hij verscheurt
eu verslindt?
Elk wezen naar zijn aard. De tijger
naar zijn tijgeraard, de «geboren misdadi
ger" naar den orang van zijn aangeboren
wezen. Er is geen eigenlijke misdaad.
Spreekt er dan ook niet vanbehandelt
dan mensch die geboren is om moord of
diefstal te plegen, niet als een misdadiger
Zoo leerde Lombroso, en zoo hebben ook
nu weer op dit Congres tal van hoogbe-
schaafden op zijn gezag de leer van den
«geboren misdadiger" gehuldigd.
Lombroso, was zelf overgekomen, om de
Congres-leden te bezweren het met moeite
door hem opgetrokken gebouw toch niet te
verstoren.
Sommige sprekers schenen zelfs zoozeer
in vervoering over het denkbeeld, dat zij
beweerden, of althans lieten doorschemeren,
dat de abnormale mensch eigenlijk de
normale mensch is. Ja, de abnormale.
Want die abnormale is zóó in ijver om
de menschheid van haar nooden te verlossen,
dat hij een moord zal begaan om uit den
weg te ruimen wie hem een hinderpaal
dunkt voor den vooruitgang; terwijl gij,
normale mensch, rustig uw kop thee drinkt
en wat gij kwaad noemt maar stil laat
bestaan.
Waar moet het toch heen met de omkee
ring der begrippen, die we beleven?
Groen van Prinsterer heeft ons geleerd,
dat, in de gedachtenwereld, de geheele Revo
lutie daarin bestaat. Men keert debegrippen,
zooals God ze gemaakt heeft, zooals ze uit de
natuur der dingen ons toespreken, om. Men
gebruikt de oude woorden, maar legt er de
tegenovergestelde denkbeelden in. Een mis
dadiger is geen misdadiger, een moord geen
moord, een mensch geen mensch meer.
«Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij
dwaas geworden", zegt de Bijbel.
En intusschen blijft hij alle oudo en
nieuwe Pelagianen toeroepen, dat uit het hart
voortkomen alle bedenkbare gruwelen, en
dat er maar Eón is, die de boevenkiem
in ons dooden en een nieuw levensbeginsel
in ons binnenste inplanten kan, de
Schepper van het menschelijk hart, Hij, die
ook onze Herschepper wezen wil.
En voorts leert diezelfde Bijbel, dat wie
's menschen bloed vergiet, diens bloed zal
door den mensch vergoten wordenwant
God heeft den mensch naar Zijn beeld ge
maakt.
D&t is de adel der menschelijke natuur,
dat God den mensch naar Zijn eigen beeld
heeft geschapen
Geloofden onze moderne criminalisten dat
maar! Maar nu ze dat niet doen, nu ze
het ontkennen, wie zal zeggen tot welk
uiterste van dwaling zij nog zullen ver
vallen?
Toch blijven misdadigers als Czolgos, ook
voor hen, bakens op de zee. En het ge
tuigt van groote oppervlakkigheid zich door
zulke bakens niet te laten waarschuwers.
Roll. A. Brummdkamp.
28 October 1901.
Hoe men het wende of keere, de boycot
is voor Rotterdam althans ongewenscht.
Meedoen daar zou een poging zijn om
er 't geheele verkeer stop te zetten.
De Scheepvaart schrijft
Hot spreekt van zelf, dat al de werkge
vers, die de vertegenwoordigers der Én-
gelsche reeders zijn, zich onmogelijk zou
den kunnen neerleggen bij de geringste
poging om hun bedrijf te belemmeren.
Dat brengt nu eenmaal hun positie als
agenten mee. Er bestaan in deze maar
twee mogelijkheden. Hebben zij sympathie
voor het plan, dan moeten zij als „agents"
bedanken of zij moeten, wat de plicht is
van goede vertegenwoordigers, de belan
gen hunner principalen behartigen naar
vermogen. Verreweg de groote meerder
heid zal natuurlijk aan het laatste de
voorkeur geven.
En de Nieuwe Courant komt deze voor
spelling nog eens met cijfers en feiten
aandikken.
Van de 10.952 gedurende 1899 in Ne
derland ingeklaarde schepen immers vielen
in 6036 te Rotterdam binnen, tegen 1813
te Amsterdam en 3103 in de andere Ne-
derlandsche havens te zamen. De tonnen-
maat van de te Rotterdam ingeklaarde
schepen bedroeg in 1899 16,421,000 M3 op
een totaal voor Nederland van 25,925,000
M3; of ruim 63 pCt. van het geheel, tegen
Amsterdam 16'/2 pCt.
Daar komt nog heel wat bij. De uit
voer van vlas uit Nederland met Engelsche
schepen naar Engeland bedraagt bij de 3
miljoen kilo, waarde bij de 2 miljoen gul
den. De invoer van vlasgarens in Neder
land door Engelsche schepen bedraagt
ruim 2 miljoen Engelsche ponden. Wie
zal nu bij goed slagen van de boycot hen
die van de vlasindustrie leven schadeloos
stellen?
De heer de Bruin, havenarbeider te
Rotterdam merkt op dat de Nieuwe Ne-
derlandsche Bootwerkersbond die verleden
jaar duizenden leden telde, door gebrek
aan organisatie gestorven is. De bootwer
kers zijn zelfs niet warm te krijgen voor
den strijd om eigen lotsverbetering, denkt
ge dat ze zich voor de Boeren in de kou
zullen wagen? Als zij zeker zijn van een
maand vol loon en als de boycot overal
elders wordt gehandhaafd, zullen zij vol
gen; anders niet.
De algemeene raad van havenwerkers te
Antwerpen heeft de boycot verworpen.
En zoo denken vele, de meeste firma's
en cargadoors er over. Neen laat 't pu
bliek liever besluiten geen Sunligthzeep,
Reckitt's zakjeblauw, Quakers Oat, enz.
meer te koopen.
Als wij de Engelsche schepen gaan
boycotten komen wij met de kolen in
moeilijkheid, en worden afhankelijk van
het Duitsche syndicaat dat zijn kolenprij-
zen dan wel spoedig zal verhoogen.
Bovendien de schepen, welke onder En
gelsche vlag hier komen, zijn alle in de
„Shipping Federation", zoodat ze des
noods ook volk mee krijgen om te lossen.
Wat moet er dan van onzen handel te
recht komen Onze eigen schepen, moe
ten die dan met ballast in zee? En kun
nen de goederen zoo duur worden dat een
leege thuisreis er van kan worden afge
nomen?
Daarbij komt, Nederland heeft zijn ban-
delstractaten; hield Nederland zich daar
aan niet, geschillen met andere natiën
zouden er het gevolg van zijn, en niet te
overzien zoudon de gevolgen zijn ven een
dergelijk conflict.
Er zouden toestanden in het leven ge
roepen worden die zeker de arbeiders in
de eerste plaats buitengewoon zwaar zou
den drukken.
Neem aan, zegt een ander dat de boy
cot slaagt, dan zouden de drie groote
suikerfabrieken te Amsterdam terstond
stop moeten zetten omdat de verbinding
met Engeland verbroken is; en duizenden
arbeiders met hunne gezinnen zouden
broodeloos zijn.
Ook de politiek verzet zich tegen de
uitvoering. Duitschland zal Engelands
vriendschap niet prijsgeven, en Portugal
zit onder Engelands plak, en België moet
Engeland naar de oogen zien. Wat schiet
er dan over?
Summa summarum, het plan is goed
bedoeld, de poging verdient grooten lof;
maar de uitvoering stuit op onoverkome
lijke bezwaren.
Wij kunnen het niet steunen.
Vrijdag en Zaterdag dit ten slotte
vergaderden de afgevaardigden van boot-
werkersvereenigingon de toon der meer
derheid, die Vrijdag te aarzelend was, om
terstond een besluit te nemen, was Zater
dag voel beslister, doch in den zin van
„niet meedoen."
De vergadering van den Bond, die ge
vormd is na de jongste werkstaking in
het havenbedrijf, en waarbij zijn aangeslo
ten de bootwerkersvereenigingen „Kardi
naal Manning", onder-afdeeling van den
R. K. Volksbond, de bootwerkersvereoni-
ging „Neerlands vlag" en de Rotterdam-
sche bootwerkersvereeniging „Helpt elkan
der", sprak als haar oordeel uit dat, in
weerwil van de sympathie voor de Repu
blieken in Zuid-Afrika, en de bereidheid
tot 't brengen van alle mogelijke offers
tot haar steun, de beweging tot boycot
der Engelsche scheepvaart onuitvoerbaar
is en verwerpelijk, als zijnde „geheel in
strijd met de belangen der Boeren en
alleen geschikt om der Engelsche regee
ring middelen aan de hand te doen om
met vernieuwde kracht en wreedheid heil-
looze plannen door te zettenals leidende
tot onoverzienbare rampen en teleurstel
lingen, omdat de poging tot uitvoering
reeds den Nederlandschen handel en de
groote takken van industrie zoude te
gronde te richten, omdat zulks de oorzaak
zou zijn van onnoembare schade van de
burgerij in het algemeen en de werklieden
in het bijzonder, als kunnende niets geven
dan honger en ellende en waarmede onze
stamverwanten niet kunnen worden gebaat".
Te Rotterdam spreekt men van een
eerlijke begrafenis van het boycot-plan.
Dit is te oneerbiedig uitgedrukt.
Daartoe verdient het plan te zeer aller
bewondering en hulde.
Zoo ooit dan gelde hier „en rekent
d' uitslag niet, maar telt het doel alleen".
Den wil voor de daad. En dan zeggen
wijzij die 't plan opwierpen, niet die er
zich van meester maakten, maar die het
opwierpen en naar de uitvoerbaarheid er
van onderzochten en streefden, hebben een
grootsche, groote, grandiooze daad verricht.
Niet aan hen ligt 't dat het niet gaat.
Maar de eer van het althans beproefd te
hebben, zal hun steeds toegerekend bljjven.
Behoorde men 't woord boycot niet te
boycotten
Zoo vraagt men in sommige bladen.
Antwoord neen.
Immers het woord «boycotten" draagt
geen Engelsch maar een anti-Engelsch ka
rakter.
Het ontstond in 1880 in Ierland in ver
band met de beweging der landliga, dat
waren de Iersche pachters die, uitgezogen
als zij waren door Engelsche landbezitters