NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 7.1901. Vrijdag 11 October. 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH De WiiterpM en Se Pem-Gnaao. delburg* 12,- estcr-0cl)flt>£. 1 VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, (e Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN liaven-Steenbergen. 7,35 10,23 2,7 3,53 7,45- 6 8,1611,4 2,484,34 8,16 10,1611,9 2,53 4,398,20 0,53 11,52 3,36 5,229.13 0,5611,56 3,40 5,269,17 r boot. 6,— 10,—4,35(*) 7,— 12,6 5,36(*) M 8,46 1,51 7,21(*) 10,45 3,40 9,5(*j 7,35 1,50 i 9,15 12,1 3,50 5,35 9,25 10 9,20 12,6 3,55 5,409,30 5,559,50 12,454,25 6,10 7,20 12,13 5,50 7,43 12,34 2,356,13 8,2 12,48 2,54 6,32 8,13 12,55 3,5 6,43 8,30 1,10 3,22 7,— am: Isendaal 9,25 1,20 7,30 -op-Zoom 9,30 2,10 7,18 ■am psendaal 9,10 4,— 7,10 ?en op Z 9,20 4,9 6,40 9,30 1,40 4.10 7,20 9,58 2,8 4,32 7,42 10,18 2,28 4,50 8,— 10,40 5,10 8,20 or boot. 10,— 12,50 4,35 6,15 7,20 10,50 5,15 8,25 9,35 5 7,30 10,55 5,20 9,40 10,45 3,40 9,10 7,35 1,50 6,10(*) ven) 9,19 3,38 8,5 11,4 5,25 9,45(*) 12,45 6,10 11,13 1,35 5,30 8,34 9,50 11,16 1,38 5,33 8,37 9,53 1,59 2,21 6,16 9,20 10,36 12,4 2,26 6,21 9,25 10,52 12,46 3,8 7,3 10,7 11,23 fiber, Maart en April. iOOTDIENST OTRÖ en ZIERIKZEE. Oct. Van Zierikzee. dd. 'smorg. 'smidd Dond. 10 6,30 2,45 Vrijd. 11 7,50 2,45 Zater. 12 7,— 2,45 Zond. 13 11.30 Maan. 14 7,— 2,45 Dinsd. 15 7,50 2,45 Woen. 16 7,50 2,45 Dond. 17 6,30 2,45 Vrijd. 18 7,50 2,45 Zater. 19 7,50 2,45 Zond. 20 7,50 Maan. 21 7,50 2,45 Dinsd. 22 7,50 1,— Woen. 23 7,50 2,45 Dond. 24 6,30 2,45 Vrijd. 25 7,50 2,45 Zater. 26 7,50 2,45 Zond. 27 11,30 Maan. 28 6,30 2,45 Dinsd. 29 7.— 2,45 Woen. 30 7,50 2,45 Dond. 31 6,30 2,45 e n s t Oct. „SCHEID E" Van Botterdam 's midd. Dond. 10 Vrijd. 11 Zater. 12 Zond. Maan. Dins. Woen 16 Dond. 17 Vrijd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen. 23 Dond. 24 Vrijd. 25 Zater. 26 Zond. 27 Maan. 28 Dins. 29 Woen. 30 Dond. 31 13 14 15 18 19 20 21 22 10,30 11,- 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 11,30 10.— 10 30 11.— 11,- 11,— 11,— 11,— 11,— sche Spoortijd. ,55a) nm. 3,30 4) ,20a) nm. 3,55 .25 nm. 1,55/y 45 2,15 55 3,304) 15 3,50 0. 0. 30 naar Breskens Bors- 10 van Vlissingen naar maakt n. m. van Neuzen naar Goes. elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 10 October 1901. Hoe bet aangezicht der tweede kamer in korten tijd veranderen kan. Wij ver geleken de opgaaf van een almanak in 1891 met een opgaaf van beden. En toen bleek ons dat er thans slechts 24 leden, van de 100 van toen, over zijn. Het is derhalve in vergelijking met het voorgaande decennium, voor ongeveei vier vijfden nieuw bloed. Het 35=jarig bestaan der Chr. Jongelingsvereeniging „Herman Faukeel" te Middelburg werd j. 1. Dinsdag en Woensdag, 8 en 9 Oct. feestelijk herdacht. Dinsdagavond trad in de Hofpleinkerk aldaar op ds. C. Lindeboom, van Bolnes, tot het houden van eene feestrede. Spre kers onderwerp was »De Calvinistische Jongelingschap in de wisseling der eeuwen." In een schoone en met gespannen aan dacht door de talrijke schare van oudenen jongen aangehoorde rede wees spreker de taak aan welke de Christ, jongelingschap te verrichten had maar welke hen nu in 't bijzonder wacht. Met een terugtred in het verleden vergeleek spreker wat geweest was met het tegenwoordige. De 19e eeuw, die materialistische, ze bracht wel de ont wikkeling van alle dingen op elk gebied met reuzenschreden verder. Maar hoe ledig liet ze den mensch, ze bracht geen rust en voldoening. Het bleek zoo in elk opzicht dat wanDeer zonder God getracht wordt den Babeltoren te bouwen de bouw op vernietiging moet uitloopen. Met God en dit geldt met name het begin dier eeuw, werd niet gerekend. Ni Dieu, ni mattre. Godsdienst deed alleen opgeld wanneer nuttigheidsredenen golden. Men sprak wel van het trio: »God, Deugd en Onsterfelijkheid maar de onuitgesproken hijgedachte: »eigen voortreffelijkheid" was nummer vier. Heeft de 19e eeuw dan niets dan teleur stelling gebracht? Gode zij dank, neen. Wel nam de afval toe, wel werd de strijd heviger. Maar er is rijke dankensstof. Honderd jaar geleden scheen het echte Christendom den ondergang nabij. En ziet, toen niemand het verwachtte, kwam Gods Geest in den loop der eeuw zich te openbaren. Op 't gebied der Zending kwam een heilige wedijver en er werd meer Zending gedreven in de 19e eeuw dau in al hare voorgangsters te zamen. Onder alle volken en in alle landen werd het Evangelie der zaligheid gebracht. Maar vooral in ons "Vaderland geschied den er wonderen. Was er een tijd ge- 17 FEUILLETON. (.itoureii:i» en val. Schetsen uit het leven van Napoleon I-) Ook te Brussel was de intocht schitterend. Des Zondags wenschte Bonaparte met zijne geheele omgeving de mis in de hoofdkerk bij te wonen. Aan den ingang der kerk zou de geestelijkheid hem onder een troonhemel ontvangen. Doch Napeleon was slim genoeg dit te beletten. Toen het uur daar was, begaf zich de geestelijkheid naar buiten om hem op te wachten. Maar hij was er niet. Integendeel hij was reeds op den voor hem hestemden troon gezeten. Hij was door een zijdeur de kerk binnengegaan, dezelfde deur door welke keizer Karei V eens bij een zelfde gelegenheid was binnongekomen. De deur heette dan ook »de deur van Karei V." Zoo naderde hij de kust, waar hij in spectie houden zou over zijne vloot en troepen die gereed stonden om naar Enge land te trekken. Een oorlog met Oostenrijk deed hem echter van zijn plan afzien. Toch kon het Engelsche gouvernement hem deze roeke loosheid niet vergevenhet zon op midde len om zich van Bonaparte te ontdoen, en stelde zich in betrekking tot enkele onte. vredenen en eerzuchtigen die het met Napo. weest het begin der eeuw dat met een lantaarn gezocht moest worden naar een echte godzalige prediker en men hem zou bespot of krankzinnig verklaard heb ben die destijds betere dagen zou geprofe teerd hebben, de tijd van groeien en bloeien van een gezond Christelijk leven volgde, Hendrik de Cock getuigde en de scheiding kwam, na eenige tientallen van jaren ge volgd door de niet minder omvangrijke dole antie. Groen van Prinsterer trad op en de antirev. partij kwam op en ontwikkelde zich gestadig aan. De vijand trad nu wel driester op, maar zooals het Israël in Egypte ging, zoo bleek het ook nu weer te gaan »Hoe meer ze verdrukt werden, hoe meer ze wieschen". Ruim 700 Geref. Kerken en meer dan 600 Chr. Scholen staan daar als zoovele getuigen. Geeft in Engeland het Methodisme den toon aan en vertoont in Duitschland, in Zwitserland en in andere Christ, landen het religieuse leven zoo goed als geheel een sterke afwijking van het echte gereformeerde leven, ons vaderland is van het vasteland van Europa, de eenige plek waar de Geref. leer in eere is en bloeit. Dit bracht ons de 19e eeuw. Be taamt het ons dan niet moed te houden? Nadat de bekende Zangvereeniging »Soli Deo Gloria" eenige lofliederen, de psalmen 118 en 24 door het bedehuis had doen ruischen, hernam Ds. Lindeboom het woord om te beantwoorden de vraag: Wat zal de 20e eeuw ons brengen? Moeilijk maar ge makkelijk tevens is de beantwoording van deze vraag. Bij den aanvang van de vorige eeuw kon niets gezegd worden. Thans is het anders. Geen revolutiewoede heeft omver geworpen, maar integendeel valt allerwegen opbouw en een voortschrijden waar te nemen. Uit is het nu met alle middenmannen en middenpartijen. De tijd van een doo- dend conservatisme heeft plaats gemaakt voor een tijd waarin de uitersten zich zul len meten. Een kamjj bij name met soci alisten en anarchisten. Deze vijanden al leen staan sterk omdat ze weten wat ze willen. Dit nu eischt ook onzerzijds be slistheid. Liever een heilige krijg dan een valsche vrede. De 20e eeuw zal geen voorpostengevecht doen beleven, maar een worsteling, fel en hang, tegen het front. Er op of er onder. Een quaestie van leven of dood. Bereide de christenjongeling zich dan op 't ergste voor. Naarmate de dag van 's Heeren toekomst nadert, naar die mate zal de strijd feller zijn. Is het niet krenkend voor ons rechtsgevoel dat het machtige Engeland een klein en edel volk uitmoordt. En niet minder krenkend de woorden van den tegenwoordigen ieon niet vinden konden. Onder deze laatsten behoorde Moreau, de dappere overwinnaar van Italië, die uit ijverzucht jegens zijn ouden vriend, zich uit het openbare leven teruggetrokken had, naar zijn landgoed Grootbosch. Een aanslag werd beraamd, waarin de fransche prinsen de graaf van Artois en zijn zoon de hertog van Berry betrokken waren. Er was echter een fransche prins uit het geslacht der Condé's, welke niet in den aanslag betrokken was, en zich op zijn buitengoed in Baden slechts aan zijn vrouw en aan de jacht wijdde. Het was de her tog van Enghien ''spreek uit Anzjièn). Het plan was Bonaparte uit den weg te ruimen, De onversaagde Cadoudal zou zich aan het hoofd van honderde mannen plaatsen en met dezen zich verschuilen op den weg van Parijs naar Malmaison. Bonaparte had in den regel slechts enkele mannen bij zich, dus kon bij alsdan gemakkelijk worden opgelicht. Daarna moesten Moreau en Pichegru trachten het leger te winnen. Dit laatste stuitte echter af op den onwil van Moreau, die geen omwenteling begeerde dan om zelf aan het hoofd der regeering te komen terwijl Pichegru de herstelling van het koningshuis op het oog had. Het plan lekte echter uit; er volgden eenige arrestatiën en de bekentenissen der gevangenen leidden Duitschen kanselier Van Biilow bij gele genheid van Krugers komst: Men moet niet vragen aan wiens zijde het recht is maar wat ons belang is? Maar we weten dit moet geschieden en nog is het einde niet. De geest van den anti-christ moet komen naar de profetie en ten slotte zul len deze gulden woorden gelden: Wie volharden zal tot het einde, die en die alleen zal zalig worden. Ten slotte wendt zich spreker in 't bij zonder tot de feestvierende vereeniging en hare leden. T Een reeks van 35 jaren ge tuigde van trouwe zorge onzes Gods. Ook de jubilaresse dankt haar ontstaan aan de vorige eeuw. Wat heeft zij, wat hebben hare leden te werken? Zij kennen de 19e eeuw niet door eigen ervaring. Maar in deze eeuw moeten ze de schouderen zetten onder wat hunne voorgangers, hunne voor vaderen torsten. Zij zullen de mannen, de Calvinistische kampvechters zijn van deze eeuw. „Herman Faukeel" sta in Gods kracht en strijde. Zij bedoele altijd de eere Gods. 't Zij de lust van haar leven om als echte geesteskinderen van Groen, Da Costa en Bilderdijk te getuigen en te strijden, 't Werk wacht haar. De 20e eeuw, pas et telijke maanden aangevangen, gaf ons reeds dadelijk een christelijk ministerie. De uitslag der verkiezingen geeft ons te zien dat naar beslistheid gevraagd wordt. Men schame zich dan niet den schoonen naam van Calvinist, met beslistheid trede men op, want met halfheid schieten we niet op. De historie is daar om dit te staven. Wat doet de oorlog in Zuid-Afrika nu reeds 2 jaren duren: de halfheid van de broeders in Oranje-Vrijstaat en Kaapkolonie. Be kwamen we ons dan in den geestelijken wapenhandel. Veel meer dan de vorige zal deze eeuw van ons vragen kennis en wat verder ons kan doen sterk staan in den strijd. Calvinist is alleen hij, die het niet opgeeft. De ervaring, van den groo- ten uitvinder van den locomotief kan hier dienen als een schoon voorbeeld, dat ge duld rijk beloond wordt. In zijn kinds heid werkte hij aan zijne uitvinding en toen zeide zijn moeder: het zal nooit gaan mijn jongen. Op later leeftijd toen hij een hensche locomotief zou fabriceeren klonk het weder van moeders lippen: Het zal nooit gaan. En toen moeder werd uitge- noodigd om in te stappen was het zelfs nog: „Het zal nooit gaan". Maar toen ze er in zat zeide moeder: „Het zal nooit stoppen". Niet vertragen en niet versa gen, dat zij daarom de leuze van onze jon gelingschap wien het door den God onzer vaderen gegeven worde in den komenden tot algeheele ontdekking en aanhouding. Achtereenvolgen werden Moreau, Pichegru, Rivière, Polignac, Cadoudal gevangen ge nomen. De gevangenneming van Moreau gaf tot veel gepraat aanleiding. Een oogenblik zelfs daalde Napoleon in de achting; want het volk beminde Moreau en geloofde aan zijn onschuld. Dit maakte den toorn van den consul gaande, gaande niet tegen de republikeinen, maar tegen de Bourbons, de mannen van het verdreven koningshuis, die hij voor de aanleggers hield. Had hij hen dan niet met weldaden overladen, hun de waardigheid van Franschen en burgers van den Staat teruggegeven en hunne goederen zooveel hij maar kon? Neen, hij zou niet rusten voor hij een dier ellendelingen in handen had. Er moest bloed vloeien, het zou prinselijk bloed zijn, een der Bourbons zou slachtoffer en waarschuwend voorbeeld voor zijne geslachtgenooten zijn Op een morgen dat hij zich met Talleyrand en Fouché in zijn kabinet bevond, vroeg hij hun waar die personen toch hun verblijf hielden. Het antwoord was Lodewijk XVIII en de hertog van Angoulème wonen te Warschau; de hertog van Berry en de graaf van Artois honden te Londen verblijf met de prinsen van Condé; terwijl een derde, de jongste en meest ondernemende, geestelijken strijd een Gidèonsbende te zijn. Na het uitspreken dezer boeiende rede deed de Zangvereeniging zich weder hooren. Daarna scheidde men om den volgenden avond elkander weder te ontmoeten in het Schuttershof, waar leden, begunstigers en verdere vrienden een feestzaal was aange richt. Onder de uitstekende leiding van haren eere-voorzitter, den heer W. A. de Rijcke, kwam Woensdagavond de feestvierende Vereeniging met tal van begunstigers en hunne echtgenooten in de Schuttershofzaal bijeen. De zaal bleek haast te klein om de opgekomenen te bevatten. Maar, dank zij de flinke organisatie van de regelings commissie was het mogelijk de 210 per sonen allen een plaats te verschaffen. De eere-voorzitter opende de vergadering met gebed en sprak een korte openings rede. Daarna verkreeg het woord de heer W. Dekker, die in een keurig historisch overzicht schetste wat der jubilaresse in den loop harer 35 jaren wedervoer; ge schetst werd haar ontstaan: met 7 leden werd ze opgericht ten huize van vrouw Kempe, aan »het Slikpoortje", wiens zoon, Ko Kempe, een der zeven eerste leden met nog een tweede bakker Van Dijk thans in het midden der feestvierenden was neergezeten, de eb en de vloed in haar leven. Is bloei en kwijning haar deel ge weest, thans staat ze nog, tot op den hui- digen dag als een bewijs van Gods barm hartigheid. 50 leden telt ze thans en met vertrouwen gaat ze verder. Na den heer Dekker voerden achtereen volgens het woord de heeren Pouwer, pre sident, Van der Kuijp, secretaris, De Kruij- ter, bibliothecaris en Sanderse, penning meester, welke functionarissen een getrouwe en interessante schets gaven van het uiter- lijke en het innerlijke van de 35-jarige. Daarna verkregen het woord de heeren ds. A. Littooij, die reeds zooveel goeds in de achterliggende jaren voor de Ver eeniging deed, dr. Wagenaar en Le Cointre, die resp. namens den Zeeuwschen Gere formeerden Bond en den Nederlandsohen Gereformeerden Bond optraden. Vervolgens de heer Meeuwse, diej sprak namens den kring Walcheren, tien zustervereenigingen tellende, en op dezen volgde ds. Bouma. Na de pauze werden de feestvierenden vergast op tal van voordrachten, toespra ken, zanguitvoering, enz. terwijl met een gemeenschappelijk souper werd besloten, waarbij menig goed woord gesproken werd. Den ganschen avond heersehte een opge wekte en gezellige toon. De leiding bleek aan uitstekende handen te zijn toevertrouwd, want de orde was voorbeeldig. de hertog van Enghien zich te Ettenheim bij Straatsburg ophoudt. Nu moet erkend worden dat bij de ontdekking der samenzwering de hertog van Enghien, van het bstaan van een complot iets afwist. Invloedrijke Engel- schen in Duitschland althans hadden hem bevolen, bij een komende omwenteling de wapenen tegen zijn vaderland te helpen voeren. Van het plan der oplichting wist de hertog evenwel niets. Napoleon wilde weten of Enghien ook in de samenzwering betrokken was. Een onderofficier van de gendarmerie moest zich vermomd naar Ettenheim bogeven en naar het een en ander onderzoek doen. Hij kwam spoedig terug met een niet zeer gunstig verslag. Er stond namelijk in, dat de jonge hertog dikwijls afwezig was, soms dagen achtereeD, en dat de beroemde generaal Dumouriez bij hem was. Nu was de gene raal Dumouriez, dezelfde die in 1794 de Belgische Nederlanden veroverd had en ook in ons land was geweest, wegens zijne go- hechtheid aan de oude Bourbons, en plannen tot onderwerping van het toenmalige Schrik bewind door het Directoire van zijn rang vervallen verklaard en het land uitgebannen. Hij was toen tot de Oostenrijkers overge- loopen. Maar dat hij nu met den hertog van Enghien omgang had, was een grove Te 2 ure gingen allen hoogst voldaan naar huis, een onvergetelijken indruk mede nemende van wat deze schoone avond voor hart en leven te genieten gaf. Vermelden we nog ten slotte, dat be sloten werd een telegram aan den grijzen president Kruger te zenden en dat aan het souper menige toast, o. a. eene op H. M. de Koningin en het Koninklijk Huis werd uitgebracht. A. Tarwe. Alhoewel de teelt van granen in 't alge meen en die van tarwe in het bijzonder in den laatsten tijd door verschillende om standigheden is afgenomen en aanmerkelijk minder is dan b. v. vijf en twintig jaar geleden, zoo kunnen we toch in de aller laatste jaren in sommige streken weer eenige vermeerdering van het met tarwe bezaaide land opmerken en het zou ons niet ver wonderen, dat in de naaste toekomst de cultuur van„ dit gewas weer aanmerkelijk toenam. Het kan daarom niet overtollig genoemd worden, wanneer we op het gebied van de cultuur, van de bemesting en de grondbewerking ook bij dit gewas aan houdend naar beter trachten. Het heeft met de bemesting van de tarwe in sommige streken al een aardig koersje genomen. Vroeger was het vooral de tarwe, die met het leeuwenaandeel van den stalmest weg ging; tegenwoordig krijgt dat de suiker biet en verbouwt men tarwe zonder stalmest, doch met kunstmest. Het is bij de verbou wing van de tarwe natuurlijk in de eerste plaats te doen om een groote opbrengst aan korrels. Het is echter de vraag of deze groote opbrengst niet noodzakelijk moet gepaard gaan met krachtig, sterk stroo. De tarwe heeft in elk geval een zeer vruchtbaar land noodig. De sterke bemesting het zij dan stalmest of kunstmestheeft echter vaak tengevolge het al te weelderig, het al te geil groeien van den halm. Daardoor worden de halmen te zwak en heeft men juist te vreezen, wat bij alle graneD, doch vooral bij tarwe zoo vaak voorkomt, het legeren, het bij hevigen wind of bij slagregen omver waaien. Juist omdat men weet, dat tarwe nog al gemakkelijk omvergaat, huivert men den tarwegrond te bemesten en daardoor het gewas te zwaar te maken. Ik zoek het gemakkelijk legeren van de tarwe meer in een verkeerde, dan in een te overvloedige bemesting, alsook in de bewerking van den bodem en de wijze van zaaien. Om tarwe of in 't algemeen, om graan te krijgen, dat niet legert, dat niet omver leugen. Zij kenden alkander nauwelijks. De spion had zich dan ook vergist. Later bleek dat de markies de Thumery bedoeld was en dat hij bij het vragen om inlichtin gen, verkeerd had verstaan. Op dit oogenblik echter luidde de valsche besehuldiging dat Enghien veel met Dumouriez omging, van genoeg gewicht om hem het doodvonnis op den hals te halen want daarmede kon wor- en vastgesteld, dat hij een vijand des lands of althans van de tegenwoordige regeering was. Er kwam echter nog wat bij. De knecht van Cadoudal vertelde namelijk dat er werkelijk een complot bestond, en dat een prins aan het hoofd er van zou staan, welke weldra zon aankomen of reeds aangekomen was, want hij had al enkele malen een goed gekleed jongmensoh hij zijn heer gezien. De man had gelijk. Er w a s een prins aangekomen; doch niet Enghien, maar een bloedverwant van hem, die te Londen ver blijf hield en met wien hij niets te maken had. Ziedaar een samenloop van noodlottige vergissingenjvanonjuiste veronderstellingen; een mengeling van waarheid en dwaling, krachtig genoeg om een onschuldige in doodsgevaar te brengenja in den dood te storten. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1