NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 4.1901 Zaterdag 5 October 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Bü iit nier MM eet ïijvoepel. Een ChrïstelijtNationaal Ministerie. VERSCHIJNT Wsd. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. In Onze Eeuw geeft jhr. mr. D. J. de Geer een artikel onder bovenstaand op schrift. Wat het tegenwoordige Kabinet van het voorafgaande onderscheidt is, meent hij, in het wezen der zaak zijn christelijk-na- tionaal karakter. De ehristelijk-nationale beginselen, dat zijn die, welke onder de werking van het Christendom eeuwenlang de grondslag zijn geweest onzer nationale samenleving, zijn nog nimmer te voren zoo duidelijk voor het oog dei; kiezers in gevaar geweest als bij deze stembus. Onze nationale instellingen, onze denkbeelden over gezag, recht, vrijheid, misdaad, hu welijk, huisgezin, enz. zijn gegrondvest op het Christendom. De liberale richting bleef ze aanvankelijk wel eeren, maar maakte ze los van den wortel, waaruit ze opkwamen. Een geruimen tijd kon dat goed gaan en werkte de traditie na. Een beek van zijn toevoer afgesneden, droogt nog niet terstond op. Maar in de laatste decenniën der 19e eeuw hebben zich tee kenen voorgedaan, die er op wijzen, dat de logica der beginselen reeds over dq macht der traditie begint te zegevieren. Herinnerd wordt aan de nieuwere begrip pen over gezin, huwelijk, schuld, gezag, recht, enz. Op het geestelijk toernooiveld der natiein de wetenschap, de literatuur, de school, de kerk, het evangelisatielokaal werd de strijd het eerst gevoerd; het ter rein der actueele politiek ondervond van de uiterste consequenties, in wetenschap en literatuur reeds geruimen tijd verkon digd, nog weinig invloed. Toch deden zich de eerste teekenen ook daar voor, en werd het nu reeds voor velen duidelijk, dat de meest elementaire ehristelijk-natio nale beginselen straks ook in de daadwer kelijke politiek een strijd op leven en dood zullen hebben te voeren met denkbeelden, die daar zoo vierkant mogelijk tegenover staan. Nadat de schrijver eèn en ander meer uitvoerig heeft toegelicht, ook uit de par lementaire geschiedenis der vier laatste ja ren, en nadat hij heeft betoogd, dat de leidende kracht aan de linkerzijde verlegd bleek naar hen die de ehristelijk-nationale tradities ook als vrucht niet meer willen behouden, schrijft hij o. a. Dit nu gaf een gevoel van onvrede aan al diegenen, die door alle omstandigheden heen, ook door de sociale evolutie heen welke wij thans beleven, den christelijk- nationalen grondtoon van ons volksbestaan weten te handhaven. Geregeerd te worden door een partij, welke geen innerlijk weerstandsvermogen had tegenover hen, die de consequenties der revolutieleer met de grootste vrijmoe digheid op de actueele politiek wilden toe passen, ja, door een partij, welke door on- derzeesche kabels met dezulken in politieke verbinding stond, daarmee kon op den duur de meerderheid van ons volk geen vrede hebben Het golden hier betrekkelijk nog maar kleinigheden, maar als dè,t het liberale doen van het eind der negentiende eeuw was, als beginselen werden beschouwd als bal last, weg te werpen naar de omstandig heden en naar de vlucht van den partij - ballon het eischte, was dan nog wel éenig groot beginsel in die handen veilig te achten Zóó heeft ons volk zich afgevraagd, en het is die vraag, welke kracht en eenheid heeft gegeven aan de bewust ehristelijk- nationale elementen bij de jongste politieke stembus. Men heeft het leeren inzien, en het is mijn overtuiging dat het in de naaste toekomst steeds duidelijker en in steeds breeder zal worden ingezien dat in het liberalisme geen voldoende weerkracht schuilt tegen de beginselen der uiterste partpen, m. a. w. dat de ehristelijk-nationale tradities voortaan alleen veilig zullen zijn in handen van hen, bij wie ze rusten op haar principieelen grondslag Er kan dan ook o. i. geen twijfel bestaan, of de liberale partij in haar huidige ge daante heeft haren tijd gehad. Zij zal zich, althans als heerschende partij, van de geleden nederlaag niet herstellen. Het proces, dat thans begonnen is, lag in de natuur der dingen en zal zich dus hoogst waarschijnlijk voortzetten. Links worden de consequenties getrokken, steeds dries ter en luider. Rechts leidt dit tot nieuwen afval van ernstige liberalen, die het inzien dat de 20e eeuw niet de 16e is, pn dat wat thans ons volksbestaan bedreigt, niet is een gevaar van clericale overheersching, maar het verlies dier christelijke inzettin gen en zedelijke vastigheden, zonder welke het Nederlandsche volk niet ademen kan en die in Roomsche en Protestantsehe Chris tenen gelijkelijk verdedigers vinden. Zoo zal de strijd der toekomst gaan, wat de hoofdlijnen betreft, tusschen de chris telijk-nationalen van alle kleur, naar men vertrouwen mag versterkt door vele rechts- liberalen, en de meest consequente re volutionairen. In het tweede deel van het artikel be handelt de schrijver de punten van ver schil en van overeenkomst tusschen de overwinning der rechterzijde in 1888 en in 1901, om ten slotte tot deze conclusie te komen, dat z. i. in overeenstemming is met de beteekenis in het eerste deel aan het kiezersvotum gehecht Na een halve eeuw van strijd is dit de tweede maal, dat de gezamenlijke anti-re volutionaire partijen in de meerderheid zijn gekomen. De eerste maal was het onder den indruk van een accidenteel onrecht tegenover de Christenen in ons land, waar aan vooral met behulp van een nieuw kie zerscorps ten slotte een eind werd gemaakt. De tweede maal is het zonder dergelijke concrete aanleiding; is het onder den in druk van een essentieel vijandig beginsel, staande tegenover het Christendom in ons land, waarvan de algemeen-ondermijnende werking eerst nu voor de meerderheid klaar en tastbaar werd. In het derde deel beschouwt de schrij ver de toekomst. Hij vreest dan, niet juist van dit Ministerie of van de eerst volgende jaren, maar in 't algemeen van de groote a. s. worsteling tusschen chris telijk-nationalen en meest consequente re volutionairen, één gevaar, n.l. dat van een avereehtsch conservatisme voor de eerst - genoemden. Dit is, zegt hij, de klip waarop de rechterzijde kan stranden. Op den bodem van ons volksbestaan liggen kostbare kleinoodiën, die door alle evoluties heen voor de natie moeten be houden worden. Dat is het behoud waartoe de Christelijke partijen geroepen zijn. Maar in die roeping ligt als een adder onder het gras verscholen de zeer groote verlei ding om uit gemakzucht of traagheid, uit sleur of eenige andere oorzaak, te behou den ook wat geen behoudenis verdient. De christelijke partpen zullen in de toe komst tegenover zich hebben als haar ge vaarlijkste vijandin de sociaal-democratie. Deze partij ent een program van eindelooze hervorming op een materialistische, anti christelijke levensbeschouwing. Het gevaar dreigt dat de levensbeschouwing met den hervormingszin verward wordt en dat een schuldig behoud het teeken wordt waarin voor vele christelijk-nationalen de begin selen het zuiverst staan weergegeven. Hiertegen nu kan niet krachtig genoeg worden gewaarschuwd. Onder allen strijd met de uiterste linkerzijde moet dit steeds voorop staan, dat het pleit niet gaat om den vooruitgang, maar om de wijze waarop die vooruitgang zal geschieden. In het stelsel der sociaal-democratie is materia listische evolutie het een en het al; god delijke inzettingen en eeuwige levensnor men voor ons hebben voor den socialist slechts evolutionistische waarde. Bovendien wonden den christen-arbeider herhaalde lijk de socialistische oneerbiedigheden tegen het Oranjehuis. En eindelijk wordt, ook practiseh, tusschen ons en de socialisten, een onoverbrugbare kloof gelegd door het beginsel van den klassenstrijd. Noodig is, dat men zich niet angstval lig op een afstand houde tegenover de evo luties, die God in het volksleven schept, maar dat men integendeel zelf met kracht de baan e ff ene voor noodzakelijke nieuwe levensverhoudingen. Nadat de schrijver aan die waarschuwing en de beschrijving van 't goddeloos karak ter der sociaal democratie eenige bladzijden heeft gewijd besluit hij aldus: Tegenover de groote vragen die in deze dagen om oplossing roepen, en waarvoor ook de nieuwe bewindslieden in de naaste toekomst zullen komen te staan, is o. i. drieërlei houding mogelijk. Men kan naar een oplossing streven onder de zweep der sociaal democratiein dezelfde richting als dezedoch minder vèr gaande voor het opdringend radicalisme retireerend waar het noodzakelijk is; palstaand waar het nog even kan; concessie na concessie doende, meenend hierdoor wat er overblijft van eigen beginselstandpunt te versterken en te redden, maar inderdaad door iedere concessie ook de nog gehandhaafde posities weer zwakker makend. Men kan in de tweede plaats naar een eigen oplossing streven, vierkant tegen de sociaal-democratie in, op eigen wortel en onder eigen drijfkracht, maatregelen ne mend die niet de halve bevrediging, maar de fundamenteele bestrijding der sociaal democratie zijn, die niet achter het radi calisme aanhinken, maar er een eigen christelijk-nationaal ideaal dwars tegenover stellen. Een krachtige sociale wetgeving alzoo, maar op eigen spoor; eerend de or ganische opvatting der maatschappij boven de mechanischegebruikend en aanvullend de particuliere krachten in de maatschappij aanwezigvooropstellend de zedelijke en geestelijke behoeften van den mensch, en beschouwend bevrediging van deze als de heehtste basis ook voor stoffelijk gelukaan sluiting zoekend aan de geschiedkundige lijn, bovenal volgend de van God gegeven ordonnantiën. Men kan in de derde plaats de vragen zooveel mogelijk ontloopen; haar historische beteekenis miskennenen door kleine mid delen meenen ze tot zwijgen te hebben gebracht. De eerste weg is die, waarop de liberale partij de laatste jaren hare beginselen dreigde te verliezen. De derde weg loopt dood, omdat hij de geschiedenis wil tegenhouden. De tweede weg is die, welke wij hoopvol verwachten van het nieuw ingetreden régime. Op dien weg zal men ook de kracht vinden tegenover de uiterste linkerzijde, welke het kabinet-Pierson derfde. Niet alleen parlementais, maar ook electoraal. Immers de kiezers gevoelen wel voor een beginsel-, doch niet voor een tempo-verschil. Gegeven een diligence en. een sneltrein die in dezelfde richting rijden, pleegt men aan den laatsten de voorkeur te geven. Wij hopen, dat de christelijk-nationalen hun roeping zullen verstaan en de ver standelijke en zedelijke kracht zullen vin den voor de zware taak om die roeping te volgen. Yan de al of met vervulling van dien wensch zal, zoo wij wel zien, afhangen het antwoord, dat de toekomst zal geven op de vraag: Zal de sociale evolutie hier te lande plaats hebben in het teeken der ehristelijk- nationale beginselen en hierdoor aan deze beginselen tevens de gelegenheid worden geboden om veel van het reeds verloren terrein te herwinnen, of zal zij plaats heb ben in het teeken der sociaal-democratie, en hierdoor voor het materialisme een nieuwe en nu zeer breede bedding in ons volksleven worden uitgegraven? 4 October 1901. F. Rompel geeft in Met Handelsblad eeni ge staaltjes van onbetrouwbaarheid van Kafferberichten. «Een Engelschman, hij lieg banja, maar een Kaffer, hij lieg banja meer". Die woorden heeft generaal De la Rey eens tegen mij gebezigd en ze kwamen me in de gedachten toen ik de telegrammen over de Boerenverliezen bij de bestorming van het fort Itala las. De Engelsche ge vangenen vertelden, nadat zij losgelaten waren, dat zij zestig Boeren hadden zien begraven. De Kaffers schatten het aantal Boeren-verliezen op 350. Om geen onrechtvaardigheid tegen Oom Koos te begaan, moet ik allereerst duide lijk doen verstaan, dat hij hier met En gelschman meer in het bijzonder den Brit- sehen Jingo-oorlogscorrespondent bedoelde. Die woorden werden door hem gebruikt op een morgen, van een der Kaffers, die getracht hadden door het Boerencordon om Kimberley te sluipen, de geheele post voor Cecil Rhodes was afgenomen en naar het Boerenlager was gebracht. De num mers van de »Cape Times" en «Black and White", het bekende geïllustreerde week blaadje, waren vooral belangwekkend, niet zoozeer om het nieuws dat zij brachten, dan wel om de leugenberichten. Ik her inner me nog dat de Boerenverliezen in den slag van Tweerivieren juist eenige malen hooger werden opgegeven dan ze in werkelijkheid waren geweest. Ergeren deed het de Boeren niet, dat gelieg; het ver maakte ze alleen. Maar wat alles over trof, was het omstandig verhaal dat een Kaffer over een der slagen in Natal ge daan had aan den verslaggever van de »Natal Mercury''. Dit droeg volkomen de zege weg in den leugenwedstrijd en werd onder algemeene hilariteit voorgelezen. De faam van dit vertelsel ging wonderbaarlijk snel door het geheele lager, en al heel gauw kwamen er een paar Boeren vragen: «Wil neef niet bietje die banja snaaksche storietje voor ons lees". Neef voldeed na tuurlijk aan het verzoek. Dit voorlezen bestond dan uit het voor de vuist weg vertalen van het beroemde verhaal. En onder het lezen schudden de Boeren met een soort van onmogelijke verbazing de gebaarde koppen en verzuchtten: „Mij mastig, die ou-Kaffer, hij kan daarom als te danig lieg". Dat Kafferverslag heeft langen tijd zijn naam gehandhaafd. Ik weet niet of het al overtroffen ismaar ik vrees dat het fort Itala-vertelsel het een gevaarlijke con currentie aandoet. Ook het volgende staaltje is niet on aardig. Een Kaffer zal zijn baas nooit tegen spreken. »Ja, baas", is zijn onveranderlijk bescheid met een doffe stem en een in- stemmenden hoofdknik gegeven. Een Boer kan nog zoo opsnijen in zijn jachtverhalen, de hotnot (Hottentot), die hem op zijn jacht vergezeld heeft, zal alles bevestigen met zijn stoicynsch «Ja, baas", en zijn onver stoorbaar gezicht. Of hij die beaming werkelijk meent of zijn baas geen ongelijk wil geven, niemand kan het aan hem zien. Zijn stem klinkt altijd hetzelfde, zijn gelaat is hetzelfde, het optrekken zijner wenk brauwen is hetzelfde. Het behoort overigens tot de Kaffer- etiquette een witman nooit tegen te spre ken. Daarom is het zoo'n bijzondere kunst een Kaffer uit ts hooren. Ik herinner me bij Kimberley een Basoeto geïnterviewd te hebben, die door de militaire autori teiten uit de Diamantstad was gezonden. Het was geen domme Kaffer. Ik deed hem verschillende vragen en op niet een enkele bleef hij het antwoord schuldig. De oude Boeren, die bij het verhoor tegenwoordig waren, grinnekten telkens als zij mij zagen aanteekenen wat de Basoeto gezegd had, en toen ik meende genoeg gehoord te heb ben, vroeg er een»maar die rapporteur gaan daar die ding toch niet naar die «Volksstem" stuur nie?" Ik keek hem aan, ik begreep niet wat hij bedoelde. Hij her haalde wat hij gezegd had en jtoen hij be speurde dat ik vast besloten was die prach tige stof te verwerken tot een sensatio neel interview, begon hij zelf den Basoeto in verhoor te nemen en nu vernam ik nog kostbaarder bijzonderheden. Het gesprek tusschen den Boer en den Kaffer spon zich ongeveer als volgt af: »Ek denk daar is nie meer banje kos nie in Kimberley?" «Nee, baas, hulle is net nou klaar geëet". «En de munitie voor die groot roer en die klein geweer is ook maar schaarsch «Ja, baas". «Maar weet jij dit wel heel zeker?" «Ja, baas, ek het zelf gehoor dat die grootbaas dit gezeg het". «Watter groot-baas Rhodes of die kom- mandant van die Town-guard (De Basoeto noemde eiken soldaat binnen Kimberley een Town guard. Dit had ik ook reeds opgemerkt). «Nee, ek kan toch niet zó nie. Ek denk dit was Rhodes." «Maar hij weet mos niks van die munitie nie!" «Die baas is reg. Ek gloo ook, dit was die kom dant. Nee. ek is nou zeker dit was hij". En in dien trant ging het voort, tot ik al heel spoedig bemerkte dat de Kaffer den Boer in het gevlei praatte en zichzelf elk oogenblik tegensprak. Ten slotte ,bracht de Boer hem zelfs zoo ver, dat hij verze kerde dat Rhodes «deur een van ons bom men was plat geskiet". en toen Oom hem op het gewicht van deze verklaring wees, riep hij zijn maat en vroeg hem of bet niet waar was, en zijn maat knikte, trok zijn wenkbrauwen op en zei«dat die ou- baas maar voor Wiskey zoo heette de Basoeto kon gloö". Dit werd mij al te erg. Ik vescheurde al mijn aanteekeningen en wierp ze weg. Maar toen liet de Boer een anderen Kaffer komen en bij dezen richtte hij het verhoor op een andere wijze in. Hij liet den Kaf fer vertellen en legde hem het zwijgen op, zoodra zijn phantasie begon te werken. En toen hoorden wij feiten die wij wisten dat juist waren, of die later aan den dag zijn gekomen. Dien dag heb ik een lesje gehad hoe een Kaffer moet ondervraagd worden en welke waarde er te hechten zijn aan som mige inlichtingen der inboorlingen. Zoo zijn de Kaffers die een begrip van getallen hebben, zeldzaam. Voor een Kaffer bepaalt zich het aanduiden van elke hoe veelheid tot het woord «banja", en het maximum is voor hem i-net zoo banja as die sprinkhanen". Een wonderlijke eigenschap bezit de Kaffer evenwel en dat is om op onbegrijpelijk snelle wijze tijdingen rond te brengen. Het is in dezen oorlog verscheidene malen ge beurd, dat het bericht van een overwinning of nederlaag van een der beide partijen, zich zoo snel onder de Kaffers had verspreid, dat men aan heliographische gemeenschap zou denken. Van allerhande middelen moeten zij gebruik maken om deze snelle wijze van mededeeling te bereiken. Welk een indruk dus deze nederlagen der Engel- schen onder de Zoeloes moeten maken, van wie de groote massa een eeuwigen haat heeft aan de khakies, die zich altijd met hun vrouwen afgeven, is te begrijpen vooral wanneer men daar tegenover stelt het gezag en den eerbied dien Botha en Lucas Meijer onder de Kaffers in Zoeloe- land genieten. Natal, Verkiezingen in Natal zijn ten nadeele

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1