NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 194.1901.
Zaterdag 28 September.
15e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Scherpe critiek.
Rechtszaken.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
Loting Nationale Militie.
Kerknieuws.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De scherpste critiek, die ons ministerie,
inzonderheid Dr. Kuyper als president van
den ministerraad, te verduren had, ging
over hetgeen in de openingsrede gemist
werd. Het onzen tegenstanders naar ge
noegen te maken, zal uit den aard der
zaak wel niet mogelijk zijn.
Dat in de Troonrede niet voor ons broe
dervolk in Afrika en tegen Engeland is
gesproken, zie, dat is op het oogenblik de
grief bij uitnemendheid. Laten wij echter
niet uit het oog verliezen, dat zij het, bij
aldien eenig woord van beteekenis ware
uitgesproken, gewis en zeker als de groot
ste onvoorzichtigheid, ja, als gevaarlijk voor
den toekomstigen vrede van het land, zou
den uitgemeten hebben.
Want hot dit ministerie onmogelijk ma
ken, zoodra het kan, zal op allerlei wijze
worden beproefd. Dit ministerie toch kan
en zal naar hunne beschouwing veal en
groot kwaad doen
Hunne heerschappij, zoovele jaren mees
terlijk aan de kaak gesteld, bestreden en
tegengestaan, zal, zoo vreezen zij niet ten
onrechte, onder de leiding van Dr. Kuyper,
geknecht worden, ja, wellicht om koud
gaan. Uit zucht naar zelfbehoud en naar
het voortbestaan hunner hooggeloofde en
alles belovende heerschappij, zullen zij het
dit ministerie zoo moeilijk mogelijk maken.
Daar komt bij, dat velen van hen reeds
zoo. ver zijn, dat door hen metterdaad ge
loofd wordt, dat eene regeering niet in
hunnen maar in onzen geest verderfelijk
is voor land, volk en vorstenhuis, waar nog
bijkomt, dat, naarmate dit ministerie aan
blijft en goeden indruk maakt, de ambten
en betrekkingen aan de hunnen, althans
voor een deel, zouden kunnen ontgaan,
alsmede, dat aan de privilegiën op onder
wijs- en ander gebied, wel eens een einde
zou kunnen komen. In één woord, voor
zoover de liberalisten met hunne geestelijke
kinderen partij hebben gekozen tegen het
geloof en vóór het ongeloof en de men-
schelijke rede, is de strijd, die er gestre
den wordt en wederzijds moet gestreden
worden, niet bij te leggen of tot stilstand
te brengen.
Alleen de onbeslisten en degenen die
vreezen, dat het liberalisme ten slotte enkel
socialisten en anarchisten, ontevredenen
tot den dood toe, kweekt, zullen geene op
positie voeren uit die booze berekening en
in ieder geval. Velen toch worden wakker
geschud en vreezen zij willen het uit vrees
voor erger en erger nu wel eens met een
Christelijk Ministerie wagen.
En wat nu de zaak betreft, waarmee de
principiëele tegenstanders het ministerie
het scherpst aanvielen, daarin doet de Re
geering allicht te veel of te weinig. Ge
wis, hier liggen voetangels en klemmen.
Immers, wij allen zouden alles willen,
en ach, als régeering kan men niets, zoo
lang de zaken staan gelijk ze nu nog staan.
Als regeering kan men niets, omdat de
vorige regeering de vredesconferentie heeft
aanvaard en ontvangen, met uitsluiting van
Transvaal en Oranje Vrystaat. Zoolang nu,
trots die uitsluiting, de groote mogendheden
niet i mee opkomen willen voor het recht
en dé vrijheid der zwakken, maar behagen
hebben en voordeel zien in Engelands diepe
zelfvernedering, en zelfs wanneer het moet,
den ondergang der republieken toelaten,
is er voor een kleine en zwakke mogend
heid als de onze is, in verhouding tot
Engeland geen denken aan om te kunnen
optreden.
Niets zeggende phrasen of wenschen
passen nu eenmaal in een staatsstuk niet.
Daarenboven, waarom zal men zich wagen
öf voor het heden óf voor de toekomst,
indien men en zoolang men toch geene
hulpe aan zijne stamverwanten bieden kan.
Meent men dat te mogen en tè moeten
doen, dan is het immers altijd nog tijd
genoeg, wanneer daarvoor de gelegenheid
zich aanbiedt.
Die gelegenheid bood zich bij het op
stellen en uitspreken van deze troonrede,
helaas, nog niet aan. De groote mogend
heden toch blijven nog Oost-Indisch doof
en Engeland volhardt nog in zijne godde-
looze, baatzuchtige, alle rechten vertredende
handelingen. Maar gelijk gezegd is, dit
ministerie kan en zal het zijnen principi-
ëelen tegenstander nooit naar den zin maken.
Het moet uit wijs beleid, daarmee reke
ning houden, en zich mitsdien niet van de
wijs laten brengen. Het heeft eene moeie-
lijke en zware taak.
Middelburg. A. LITTOOIJ.
27 September 1901.
Het adresdebat heeft de liberale pers
weer wat moed gegeven.
Dr. Kuyper is «vastgezet", »in 't nauw
gebracht'', was »zwak"; zijn argumenten
waren »dun"; hij zelf «maakte fiasco" en
zoo al meer.
En de liberalen Men meet in den breede
uit van de groote triomfen die zij en hun
neef Helsdingen, den socialist, behaald
hebben.
En waarin bestaan nu die triomfen?
Helsdingen heeft hem eens «goed ge
raakt'' met 't verwijt dat de antirevol. zoo
veel kwaad van de liberalen hebben ge
zegd en nu bij monde van den premier
het jongste liberale kabinet prezen.
Verheij heeft hem «onder den neus ge
wreven" dat hij Zuid-Afrika heelemaal
vergeten had.
En Goeman Borgesius «heeft hem toegebe
ten" dat hij 't vorige kabinet valseh beschul
digde, maar hij zou hem bij de begrooting
wel vinden.
En daarover wordt nu zoo in de han
den geklapt.
Wat bewijst het anders dan dat de libe
ralen aan lagerwal zitten en dit op de
nieuwe «regeering", en op den premier
vooral, willen wreken
Wat anders dan dat zij met hunne po
sitie van minderheid niet tevreden zijn, en
daardoor de juiste middelen om als Her
Majesty's most loyal opposition op te
treden nog niet hebben gevonden.
Tot tijd en wijle dit geschiedt zullen wij
er ons bij neer moeten leggen dat Kuyper
een stumper is en Helsdingen een genie;
en dat het nieuwe ministerie waggelt op
zijn beenen, alleen reeds voor den mach
tigen blik der oogen kerngezonde, schulde-
looze, allen hypnotiseerende, onverwinbare,
grrroote liberale partij.
Wat wij tusschen aanhalingsteekens
drukken, vonden wij letterlijk in de meest be
schaafde liberale bladen.
Critiek.
De „Standaard" schrijft.
In het absolute individualisme, in de
onbeperkte vrijheid tot critiseeren, ligt toch
wel eenig gevaar. Dit, dat men alles wil
lende afkeuren, zelf de kluts kwijt raakt.
Dit schijnt wel met den Heer De Koo
(Amsterdammer Weekblad) het geval te zijn.
Hij treedt als criticus op tegenover de
Troonrede, die in sommige opzichten niet
op zijn instemming mag rekenen. O. a.
mist hij er in de aankondiging van een
wetsontwerp, strekkende om het openbaar
gebed aan het begin van elke zitting der
Staten-Generaal als een verplichting voor
te schrijven. Dit had, volgens hem, op het
standpunt der Christelijke partijen moeten
geschieden.
Hoe hebben we 't nu?
Meent de heer De Koo nu werkelijk, dat
de Christelijke partijen moeten voorstaan
het systeem van de Loevesteinsche factie,
die door haar overmacht in de Staten van
Holland het verplicht gebed oplegde aan
colleges en zelve het formulier er voor aan
gaf?
En bovendien, de Heer De Koo vergeet
heelemaal, dat de Staten-Generaal geen
regeerings-colleges vormen, maar dat zij
op hun terrein geheel onafhankelijk en als
volksvertegenwoordigers staande zoo noodig
tegenover de Overheid zelve hebben te
regelen hun huishoudelijke aangelegen
heden.
Dat we den Heer De Koo nu op het
stuk der constitutioneele beginselen nog
den weg moesten wijzen!
Maar zóó gaat het, als men te veel wil
critiseeren.
De Sprokkelaar heeft 't in zijn jongste
nommer over „individualisme dat iedereen
doet wanen een persoonlijkheid te zijn".
En dan zegt hij er van„Dit laatste nu
zit vrijwel in de Hervormde Kerk op den
troon, niet alleen bij predikanten maar ook
bij gemeenteleden. Daardoor wordt die
eerbied gemist welke in de kerken A en
B gevonden wordt. Maar daardoor wordt
ook het feit verklaard dat de kleine pers
in de „calvinistische" kringen veel meer
bloeit dan bij de Hervormden
„Zeer veel orthodoxe Hervormden gaan
op in een groot liberaal blad plus een
Kerkbode; daaraan hebben zij genoeg;
daarin hebben zij voor verstand en hart
alles wat zij wenschen. Dat een groot
liberaal blad zeer bedenkelijke dingen kan
zeggen, wordt óf niet bemerkt, óf men
vergeeft het gemakkelijk."
In wat De Sprokkelaar hier meedeelt,
schijnt veel waars te zijn.
Al sedert jaren behoorden de antirevo
lutionaire bladen in de studentenkringen
te Doetinchem, Utrecht, enz. tot de con
trabande.
Wij herinneren ons één jaar dat een
student uit Utrecht ons ongevraagd mee
deelde dat slechts twee studenten De
Standaard lazen; al de anderen hadden de
Nieuwe Rotterdamsche tot lijfblad.
Wanneer deze heeren nu in de gemeente
komen, zijn 't slechts enkelen die een Chr.
staatkundig blad willen lezen. Zij lezen
de Nieuwe Rotterd., of de Telegraaf, of de
Middelburger, of alle drie deze bladen. En
dan voorts de Kerkelijke Courant en hun
provinciale Zondags- of Kerkbode.
Nu spreekt het van zelf dat, waar de herders
zoo laksch zijn op 't gebied van Chr.
staatkundige lectuur, de schapen dit voor
beeld volgen.
Wat derhalve van de Hervormde bladen
geldt, geldt ook van de Chr. Staatkundige.
Zij vinden aan Hervormde zijde, en vooral
bij predikanten, op enkele uitzonderingen
na, veel te weinig steun.
En het is inderdaad gelijk De Sprokkelaar
zegt, de «Calvinistische" kringen, die steu
nen ons. Vooral het jongere deel, onder
voorgang van hunne predikanten, leeft mee
en vaart voort; en bemoedigt door zijne
belangstelling eene redactie om op den
ingeslagen weg voort te gaan.
Wij zijn er dankbaar voor.
En de anderen roepen wij toe:
Waar een ongeloovige, revolutionaire
pers krachtiger optreedt, en steeds ronder
voor haar socialistische gevoelens uitkomt,
daar is 't dringend noodig dat ook gij de
Chr. Historische pers steunt, opdat die zich
steeds meer sterken en wapenen kunne
tegen elke partij die God verzaakt in het
staatsrecht.
Het wordt ook in Nederland gezien dat
men de graven bouwt van profeten die
men gesteenigd had.
Dat heeft men gezien na 't verscheiden
van Groen en Keuchenius.
Thans geldt dit ook van Lion Cachet.
„Van dag tot dag" m Ret Randelsblad
noemt hem „een man van edel karakter''.
Schoon voor de waardeering zijner na
gedachtenis dankbaar, kunnen wij toch niet
nalaten op te merken dat onder de stoere
christenen, die de liberale pers met haar
laster heeft vervolgd, ook Lion Cachet be
hoort.
Smadelijk heeft zij vaak gesproken van
dezen „toegebrachte uit de Joden" en wat
van hem optreden voor de eere Gods in
Zuid-Afrika en in Nederland was, als zoeken
van eigen eer en vuil gewin geteekend.
In de lofspraak ligt een schuldbekentenis
en een rehabilitatie (eereherstel) waarvan
wij dankbaar nota mogen nemen.
Is van president Roosevelt iets te ver
wachten voor de Boeren?
Wij gelooven het niet.
Wel is hij een Hollander.
Maar niet ieder regeeringspersoon, al is
hij Hollander, acht zich geroepen of is in
staat voor het recht der Boerenrepublieken
in de bres te springen.
Dat hebben wij immers in ons eigen
land, nu twee jaren geleden, gezien, aan
de houding der Nederlandsche regeering
bij de voorbereiding der zoogenaamde
V redes-conferentie.
Doch bovendien, Roosevelt heeft, toen
hij 't bewind aanvaardde, aan al de mi
nisters, ook aan dien van buitenlandsche
zaken Hay gevraagd of zij wilden aan
blijven.
Indien het voornemen bij hem had voor
gezeten, terstond,- of in den eersten tijd
iets voor de Boeren te doen, zou hij althans
dezen Boerenhater, of, wilt gij, Jingovriend
verzocht hebben heen te gaan.
De Boeren zullen dit ook wel weten.
Immers hun gezant, Wolmarans, werd
te Washington bij Hay al heel weinig sym
pathiek ontvangen. En die zal hun dit
wel gerapporteerd hebben.
Secretaris van Mc Kinley. Niet te ver
warren met diens zoon den Amerikaanschen
Consul te Pretoria.
Het Engelsehe blad Daily News bevat
een artikel van een militairen criticus,
over den toestand in Zuid-Afrika, waarin
hij op vijf punten wijst
lo. dat de Regeering een verkeerde
voorstelling gaf van de ongevallen met de
Lovat's Scouts, met het 17e regiment lan
ders, en met Murray, die allen welberaden
aanvallen der Boeren op sterke Engelsehe
stellingen waren; 2o. det onder dertig
schermutselingen een-en-twintig Boeren-
aanvallen waren, waarbij de Engelschen
tot een verdedigende stelling werden ge
dwongen; 3o. en 4o. dat de Boeren een
groot aantal geweren en ammunitie buit
maakten bij Jamestown, van Rhijnsdorp,
Aberdeen en bij de gevangenneming der
bereden troepen van majoor Gough;
5o. dat French niet in staat is, het cor
don getrokken om den spoorweg in de
Kaapkolonie, voor doorbreken te behoeden.
Men deelt aan de N. R. C. van Trans-
vaalsche zijde het volgende mede:
Op 16 December van het vorige jaar
hebben de troepen van Beyers en de la
Rey bij Krugersdorp een gedenkteeken
opgericht, en daarbij gezworen zich nooit
over te geven.
Zekere Frans Booysen, lid van het Mid
delburger commando, vertelde mij dat hij
voor eenigen tijd een kindje had verloren,
dat hij op zijne plaats bij Wijnbank, district
Middelburg, had begraven. Hij had een
grafje gemaakt voor zijn kindje, en deze
laatste rustplaats beplant met planten en
bloemen, en verder versierd door een hekje.
Toen nu de Engelschen voor het eerst
door het district Middelburg trokken, of
liever gezegd over zijn plaats, werd dit
grafje door de Engelschen verwoest. Doch
dit was nog niet genoeg, want bij hun
terugkeer op 25 Mei werd het lijkje van
het Boerenkindje door hen uit het graf
genomen en over de plaats geworpen.
Na de algeheele nederlaag van generaal
Clements op 13 December 1900, waarbij
wij 2 kanonnen, 700 geweren en 60
wagens met ammunitie en levensmiddelen,
1200 beesten en het geheele kamp namen,
werden de weinige geneesmiddelen die wij
nog hadden, ter beschikking gesteld van
de Engelsehe dokters; hunne gewonden
werden even goed behandeld als de onzen.
Het eenige verschil, dat gemaakt werd,
was, dat de Boerengewonden in tenten,
de Engelsehe gewonden in een Boeren
woning werden gebracht. Vraag de Engel
schen of zij zulks voor onze menschen
zouden doen.
Einde April was op Belvedère, nabij
Pelgrimsrust, een vrouwenkamp door ver
scheidene Kaffers, aangevoerd door eenige
Engelschen, overrompeld. Het kamp be
stond uit 2 families, die hun vee aldaar
oppasten. Nadat de Kaffers verscheidene
onschuldigen gewond hadden, namen zij
vrouwen en kinderen gevangen, en voer
den het vee als buit met zich mede.
Omstreeks 3 uur in den nacht van 9
op 10 Juni 11. overvielen 4 a 500 zwarten,
alsmede 14 EngelsGhen, onder bevel van
kapitein Francis, allen gewapend met Lee-
Medford- en Martin-Henry geweren, een
zekere familie Rudolph. Genoemde familie
was gekampeerd bij Graskopje, op eenige
kilometers van het dorp, dicht bij den win
kel van een Duitscher, bijgenaamd Bismarck.
Zonder eenige rekenschap te geven of het
strijdende Boeren waren, openden zij een
hevig vuur op twee tenten, die deze familie
tot schuilplaats dienden.
De vader, 38 jaar oud, werd gedood, en
een jongen van 15 jaar oud, genaamd Jan
Joubert, zoon van den mijncommissaris,
werd aan het rechterbeen gewond, evenals
een ander jongmensch van denzelfden leef
tijd. Beiden moesten den kleurlingen om
medelijden smeeken, want zij liepen gevaar
door de lanciers der kleurlingen allen
vermoord te worden. Na deze schandelijke
daad volbracht te hebben, vertrokken Engel
schen en Kaffers, met een buit van 300
beesten en een aantal schapen. Zeer vroeg
in den morgen, van een en ander in kennis
gesteld zijnde, liet de heer Barter het lijk
kisten, en met de familie naar het Royal
Hotel brengen, waarna het den volgenden
dag werd begraven. Allen waren verbitterd
over dezen moord. De moeder blijft achter
met veel jonge kinderen.
Veere, 11 October, 10 u. v.m. voor Yeere,
10.15 u. voor Vrouwepolder, 10.30 u.voor
Serooskerke (W.), 11 u. voor Aagtekerke,
11.15 u. voor Grijpskerke, 11.30 u. voor
St. Laurens en Meliskerke, 12 u. nm. voor
Oostkapelle en 12.30 u. m. voor Domburg;
Vlissingen, 14 October, 10 u. vm. voor
Westkapelle, 10.45 u. voor Ritthem, 11 u.
voor Oost- en West-Souburg, 1 u. nm. voor
Zoutelande en Biggekerke, 1,30 u. voor
Koudekerke
15 October, 10 u. vm. voor Vlissingen;
Terneuzen, 25 October, 10 u. voor Ter-
neuzen 11 u. voor Philippine, 11,30 u. voor
Zaamslag, en 12.15 u. nm. voor Hoek;
Middelburg29 October, 9 u. vm. voor
Arnemuiden, 9,30 u. voor Nieuw- en St.
Joosland en 10 u. voor Middelburg.
Voor overige gemeenten raadplege men
den burgemeester. Wij waren tot onzen
spijt ditmaal niet in de gelegenheid de op
gaaf oorspronkelijk als altijd op te nemen.
Het gerechtshof te 's=Graven hage
bevestigde gister het vonnis tegen Z„ P.
en J. uit Axel, wegens mishandeling door
de rechtbank te Middelburg veroordeeld
tot 7 dagen.
Voor een 72-jarig man, die 47 jaren
van zijn leven in de gevangenis had door
gebracht, vorderde het O. M. bij deHaag-
sche rechtbank heden weer 4 jaren gevan
genisstraf, wegens diefstallen in een drietal
winkels daar ter stede.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Goudriaan, A. Hoogendijk,
cand. te Nieuwerkerk a./d. IJselte
Noordwijkerhout, G. Oorthuijs, cand. te
Rotterdam..