NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 193.1901.
Vrijdag 27 September.
15e
Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Gemengde Berichten.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
De Mifjoenenrede.
Kerknieuws.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Troonrede. Miljoenenrede. Koloniale be
grooting zijn de drie staatsstukken, die
reeds onder dit Kabinet werden uitgespro
ken en beoordeeld.
Bij de laatste was een keurige memorie
van toelichting gevoegd, waarvoor den mi
nister van liberale zijde hulde werd ge
bracht.
Zoo kan men zeggen dat Binnenlandsche
Zaken, Financiën en Koloniën al eenigszins
hebben doen zien wat van hen te ver
wachten is.
Over de Miljoenenrede thans een enkel
woord.
Zij is die rede van den minister van
financiën waarin hij den geldelijken toe
stand des lands blootlegt, een begrooting
geeft van vermoedelijke ontvangsten en
uitgaven.
En nu mag gezegd worden dat over 't
algemeen de rede wèl, maar de staat van
's rijks kas niet is meegevallen.
Voor 't eerste is hij wel, voor het laatste
gelukkig! niet aansprakelijk.
Dat de linanciëele toestand des lands niet
gunstig is; dat er een miljoen te kort is
op de begrooting; is niet de schuld der
tegenwoordige, maar der vorige »regeering".
De rede zelf is te lang en uit den aard
te droog, om haar onzen lezers voor te
leggen. Het zijn altegaar cijfers.
Wie deze rede doorziet, bewondert den
moed van wijlen de minister van financiën
graaf v. Lijnden v. Sandenburg, die deze
van buiten leerde, en in de Kamer zonder
fout tot op de laatste halve cent in iedere
onderafdeeling uit 't hoofd opzeide.
Toch is zulk een rede belangrijkdit
voelt men wel. Geld toch is de kurk in
zekeren zin waar de huishouding op drijft.
En de uitvoering der wetten, en nog veel
meer zou onmogelijk zijn, indien 't geld
er voor niet beschikbaar ware.
Daarom moet zulk eene rede bestudeerd
worden.
Er moet dat spreekt van zelf! ook
onderzocht worden of er ook te hoog ofte
laag geraamd is, of er ook bezuinigd kan
worden; dat is de gewone controle.
Maar er is ook nog een buitengewone
contröle.
Zulk een miljoenenrede (2) is tevens een
photografie van den bewindsman die ze
uitspreekt.
Zij is de verklibster van de in hem werk
zame waarheidsliefde, vastheid van wil,
doorzicht en nuchterheid.
Waarheidsliefde. Bijvoorbeeld om door
groepeeringen en becijferingen een minder
juiste voorstelling van den toestand te geven.
De willekeurige onderscheiding in gewone
en buitengewone uitgaven behoorde tot die
minder strikt eerlijke gewoonten, waaraan
alle liberale en conservatieve ministers voor
1888 zich bezondigd hebben.
Het was een antirevolutionair minister
jhr. mr. Godin de Beaufort die in
genoemd jaar met deze gewoonte brak,
zoodat geen geflatteerde balansen meer
werden ingediend.
Vastheid van wil. Een minister van finan-
ciën moet krachtig zijn in 't vasthouden
van de koorden der beurs, zich verzetten
tegen voorgenomen uitgaven of wetsont-
Oudere broeder van den tegenwoordigen
minister van buitenlandsche zaken, zelf ook
minister van buitenlandsche zaken, voordat hij
minuter van financiën werd.
De eindcijfers der verschillende hoofd
stukken zijn als volgt:
'b (Huis der KoninSin) f800,000.
enz!) f 676^322 (H°°ge C°UegeS V3n Staat
Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken) f882,968.
Hoofdstuk IV /Justitie) f6,181,513.
Hoofdst. V (Binn. Zaken) f16,711,994,041/,.
Hoofdstuk VI (Marine) f 16,689,19538.
H°°M3 rm- ^Schuld) f34,731,380.78.
HoofdstukVIIWoT'w *2SM4.3S7,20%
riooiQstuk VIII (Oorlog) f 23,953,441.
verheirlW fi (Waterstaat> Handel en Nij
verheid) f 39,604,012,88. J
oofdstuk X (Koloniën) f1,507,996,61.
werpen, waarvan hij de gevolgen niet wil
aanvaarden. Gelijk mr. Gleichman tegenover
Kappeyne's art. 45 zich schrap zette. He
laas het tegendeel kan van den nu afge
treden minister Pierson gezegd worden.
Niet alleen dat hij de leerplichtwet steunde,
en dus de rijks schatkist ter harer uitvoe
ring wilde open stellen, maar hij belette
ook niet dat zijn collega van waterstaat,
toegevende aan den drang van Kamerleden
die hun Kiezers moesten ontzien, »elk dis
trict zijn trammetje" beloofde en schonk.
Doorziekt om in moeilijke gevallen den
weg te vinden in het doolhof en de toe
komst moedig tegen te gaan, gelijk minis
ter Van Hall in 1844, toen Nederland niet
ver was van het staatsbankroet.
Nuchterheid, vrucht ook van waarheids
liefde, evenzeer noodig om zonder er doek
jes om te winden, de zaken voor te stel
len, zooals zij zijn.
Deze eigenschappen achten wij, na met
de Miljoenenrede te hebben kennis ge
maakt, in den minister Harte aanwezig.
Hij is geen optimist die geen gevaar
ziet; maar ook geen pessimist die voor
niet-doorkomen vreest.
Zijne rede. is zoo helder dat wij dadelijk
over den toestand kunnen oordeelen.
Die toestand is, om een woord van wijlen
minister Van der Hein over te nemen,
»zorgei,schend, niet zorgwekkend."
En wij begrijpen inderdaad niet wat er
van had moeten terecht komen, indien 't
liberale ministerie ware bestendigd gewor
den, of een vrijzinnig, half sociaal, demo
cratisch ministerie ware opgetreden.
Het vorige ministerie heeft gelukkige
dienstjaren doorgemaakt.
Het dienstjaar 1899 leverde, in plaats
van het oorspronkelijk geraamd tekort van
8,8 miljoen, een voordeelig slot van 1,2
miljoen; dat viel derhalve 10 miljoen gul
den mee.
Het dienstjaar 1900 was nog beter. Met
inbegrip van ruim 5 miljoen voor zooge
naamde buitengewone werken, en ruim
anderhalf miljoen voor nieuwe draagbare
vuurwapenen, is men nu reeds zeker van
een voordeelig overschot van ruim een half
miljoen.
Nu is in de dienstjaren 18921900 het
tekort 14'A miljoen geweest, doch er was
30Va miljoen aan buitengewone werken uit
gegeven, waaronder 17'/s miljoen voor spoor
wegen.
Een uitkomst die, op zichzelve beschouwd,
nog zoo kwaad niet ismaar niet beschouwd
mag worden als gevolg van het zuinig be
heer der liberale ministeries, maar van de
ruime opbrengst der middelen.
In het vorige jaar bijvoorbeeld hadden
de middelen zelfs 10 miljoen boven de
raming opgebracht.
En hoe is nu, tegenover deze hoogst
gunstige omstandigheden, de feitelijke toe
stand?
Deze, dat uit de gewone middelen niet eens
de gelden kunnen gevonden worden tot
uitvoering der wetten, onder, het Leerplicht
ministerie aangenomen.
Feitelijk is er geen geld voor de uit
voering der Leerplichtwet, der Woning
en Gezondheids-Hinder- en Militiewetten.
(Slot volgt.)
VERGADERING
van deD
Middelburgschen Gemeenteraad van
25 September 1901.
Afwezig zijn de heeren W. H. Snouek
Hurgronje, Wisboom Verstegen en De Veer,
de beide eerste met kennisgeving.
Onmiddellijk na opening der zitting, die
gepresideerd wordt door den wethouder
Sprenger, worden aan de orde gesteld de
volgende punten der agenda.
I. Notulen vorige vergadering.
Deze worden door den Secretaris gelezen
en onveranderd vastgesteld.
II. Ingekomen stukken.
Deze zijn
a verschillende missieven van Ged. St.,
houdende goedkeuring van vroeger geno
men besluiten;
l eene kennisgeving van den Burge
meester, dat hij von 16 September tot en
14 October uitstedig is;
c een proces-verbaal van opneming der
kas des gemeente-ontvangers;
d eene kennisgeviug van den heer Van
Dunné, dat hij aanneemt de op hem uit
gebrachte keuze van Voorzitter der com
missie van Fabricage en lid van de com
missie van Financiën;
e eene kennisgeving van het tramcomité
Den Bouwmeester, dat het, wegens het
verleenen van subsidie door de Prov. St.
aan het Comité Landsheer, onder dank-
zegging afstand doet van het door de ge
meente toegezegde subsidie, met verzoek
het laatstgenoemde comité zooveel mogelijk
geldelijk te steunen;
f een paar adviezen van de commissie
van Fabricage omtrent aanhangige zaken;
g eene missieve van de Gezondheidscom
missie, waarin zij mededeelt; dat, door het
uittreden uit den Raad van den heer A.
P. Snouck Hurgronje, diens remplaceering
noodig geworden is
h een adres van J. W. Brouwer en C. J.
Stomps om verlichting gas van den Seis-
singel
i een adres van het tramcomité Lants-
heer met verzoek om subsidie;
k een missieve van Dr. Schotel te Rot
terdam, waarin hij mededeelt, dat hjj thans
in staat is te kunnen melden, dat de bo
ringen aan de Oranjezon tegen het einde
der maand geregeld zullen worden voort
gezet.
De stukken sub. a f en dat sub. k.
worden voor kennisgeving aangenomen;
omtrent de keuze, bedoeld in dat sub. g,
zal in eene volgende vergadering worden
beslist; die sub. h en iworden gerenvoieerd
naar B. en W. ten fine van advies.
III. Benoeming lid Burgerlijk Armbestuur.
Door het bedanken van den heer M. C.
Jeras, die de gemeente met den woon gaat
verlaten, is een vacature ontstaan.
Ter aanvulling derzelve zond het Arm
bestuur eene voordracht in, bestaande uit
de heeren A. C. A. Jaeobse Boudewijnse en
J. L. van Wuijckhuise, van wie de eerste
met algemeene stemmen benoemd wordt.
IV. Benoeming van een lid en een plaats
vervangend lid der Commissie van aanslag,
bedoeld bij art. 19 S. lb. der wet tot heffing
eener belasting op bedrijfs- en andere inkomsten.
Aan de beurt zijn wegens periodieke af
treding als lid de heer J. C. Frederiks en
als plaatsvervangend lid de heer W. J. J.
Koole.
Beide worden met algemeene stemmen
herkozen.
Y. Suppletoir kohier no. 1 belastinig op
de honden voor 1901.
Voorgedragen tot een bedrag van f 125,50,
wordt het kohier, zonder discussie of stem
ming, tot dat cijfer vastgesteld.
VI. Missive van het Bestuur der Gods
huizen aangaande een post voorkomende op de
reeds goedgekeurde begrooting voor 1902, met
voorstel van B. en W.
Het Bestuur der Godshuizen bericht dat
op hare onlangs goedgekeurde begrooting
voor 1902 een post voorkomt van f 800,
ter bekostiging van de voortzetting der
studiën van I. M. M. Dormaar, een geali-
menteerde in het Burger Weeshuis.
Deze jongeling, begaafd met buiten
gewonen aanleg, waarvan hij onlangs nog
het bewijs loverde door cum laude zijn
candidaatsexamen af te leggen, bezit geen
eigen middelen tot voortzetting zijner
studiën, die nog een driejarig tijdperk zullen
omvatten.
Dormaar is intusschen meerderjarig ge
worden, zoodat hij niet meer als gealimen-
teerde in het gesticht kan beschouwd worden.
Toch zou het jammer zijn, dat zijne studiën
daarom moesten worden afgebroken, waar
om het Bestuur den Raad verzocht, den
post op de begrooting te mogen behouden.
B. en W. stellen voor het Bestuur der
Godshuizen mede te deelen, dat de post op
de eenmaal goedgekeurde begrooting ge
handhaafd blijft, met welk voorstel men
zich zonder discussie of stemming vereenigt.
VII. Suppletoir kohier no. 1. Plaatselijke
directe belasting op de inkomsten over 1901.
Zonder aanmerking wordt dit kohier vast
gesteld op het voorgedragen bedrag van
f 856.54.
YIII. Aangehouden voorstel van B. en W.
betreffende verhuring van het huis op den hoek
van den Burg en de Bogardstraat.
In de vorige zitting hadden B. en W.
voorgesteld de huur aan den tegenwoordigen
huurder, Carol, op te zeggen, om het huis
voor gelijken huurprijs te verhuren aan het
Hoofdbestuur der Maatschappij van Land
bouw en Veeteelt in Zeeland ten behoeve
van een laboratorium voor haren zuivel-
consulent.
Van den heer De Rijckekwam toeneen
amendement in, dat aangenomen werd, om
B. en W. uit te noodigen eerst een onder
zoek in te stellen of de maatschappij van
Landbouw niet een even geschikt onder
komen voor haar laboratorium kon vinden
in het aangrenzend ook aan de gemeente
in eigendom behoorend huis, thans in huur
bij de weduwe Van Deijck.
B. en W. zijn diensvolgens met voor
noemd Hoofdbestuur in overleg getreden,
doch dit laatste beweert dat alleen het
hoekhuis van dienst kan zijn en wel om
het te betrekken met 1 November. B. en
W. handhaven dus hun primitief voorstel.
De heer Verliage zegt dat B. en W. wel
hetzelfde voorstel doen, doch de omstandig
heden zijn gewijzigd. Hij blijft het be
treuren dat het Hoofdbestuur van Landbouw
den termijn van huuringang niet wat heeft
kunnen verschuiven, dan had de tegen
woordige huurder meer tijd gehad om naar
iets anders om te zien. Onrechtvaardig
kan hij het voorstel niet vinden, maar het
is en blijft naar zijne meening onbillijk.
De heer Schorer betoogt dat die ver
andering van huurder niet betreft een al
gemeen belang, maar alleen een belang van
de maatschappij van Landbouw. De tegen
woordige huurder heeft zich als een fat
soenlijk, goed huurder doen kennen en
gedragen; tegenover hem wordt dus eene
groote onbillijkheid begaan.
De heer Van Dunne is het hiermede
volkomen eens, te meer nu de huurprijs
dezelfde is.
Ook de heer De Rijcke, die B. en W.
bedankt voor hun onderzoek, i3 van meening
dat, aangezien het geene zaak van alge
meen belang is, de voorgestelde verandering
van huurder eene onbillijkheid is.
Het voorstel van B. en W. wordt hierop
aangenomen met 9 tegen 5 stemmen, die
der heeren Verhage, De Rijcke, Koole,
Schorer en Van Dunné.
IX. Bezwaarschriften plaatselijke directe
belasting op de inkomsten over 1901.
Na eene zitting met gesloten deuren,
verklaart de Voorzitter
lo. dat gehandhaafd worden de aanslagen
van P. J. Hubrechtse, H. H. Entink, W.
Polderman Iz., F. C. M. Boenders, L. Daane,
J. Lako, H. de Groot, H. J. Kraak, M. J.
Timmermans, A. Jeronimus, J. H. Meijboom,
L. Baljé, H. Lenshoek van Zwake, A. van
Sluijs, P. Rijsdam, J. Onderdijk, J. Fontein,
J. A. Mason, J. G. van de Ven, wed. G.
Keijzer, P. J. van Iren, G. A. Tijdeman
en J. de Nood;
2o. dat zijn teruggebracht de aanslagen
van L. Pieterse van de 6e naar de 5e, van
C. J. van Meten van de 2e naar de le,
van D. van der Made van de 10e naar de
9e en van J. A. Cuijpers van de 9e naar
de 8e klasse;
3o. dat ontheffing voor 8 maanden is
verleend aan de wed. Sinke, geb. Alewijnse;
4o. dat vernietigd zijn de aanslagen in
de le klasse van de wed. Abels en de
wed. De Lange; en
5o. dat niet ontvankelijk is verklaard
de reclame van A. P. van Baal, als zijnde
niet tijdig ingediend.
In de zitting van 7 Augustus j.l. had de
heer Van Dunné gevraagd, krachtens welk
artikel der politieverordening de gemeente
bouwmeester vergunning kon geven tot het
plaatsen van een schutting, waarop de
Voorzitter thans kon mededeelen, dat hij
die vergunning namens B. en W. kon
geven krachtens art. 22 litt. a dier ver
ordening.
Bij de gewone raadvraag merkt de lieer
Koole op dat, nu er aan den toren gewerkt
wordt, dit misschien eene goede gelegen
heid is om minuutwijzers aan de wijzer-
borden aan te brengen.
De heer Den Bouwmeester zegt dat dit
f 1200 zou kosten.
Toch vindt de heer Koole het jammer,
dat Middelburg hierin zelfs bij dorpenten
achteren staathij vindt deze zaak belang
rijk genoeg om ze principieel beslist te
zien, doch wil geen voorstel in dien geest
doen.
De Voorzitter antwoordt dat dan eerst
de middelen tot dekking der uitgaaf moeten
worden aangewezen, terwijl de heer Den
Bouwmeester nog opmerkt dat het nu te laat
is om nog minuutwijzers aan te brengen.
De heer Van de Ree vraagt of het nu
geen tijd wordt om, in verband met de
weergesteldheid, de drinkbakjes van de
openbare straat te verwijderen, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat de tijd daarvoor
gepaald is op 1 October.
Hierna gaat de vergadering uiteen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Veenwouden (toez.) en te
Siddeburen, A. de Jonge te Ter Apel
te Zevenhoven, W. v. Dooren, cand. te
Doetinchem; te 's-Heerenhoek, M. ten
Broek, cand. te Harderwijk; te Stellen
dam, A. Hoogendijk te Nieuwerkerk a.d.
IJsel.
Bedankt voor Leeuwen, door H. v. Dijk,
cand. te Kampen; voor Groede door
ds. J. Visser te Egmond aan Zee.
De loting voor de lichting der Nat.
Militie voor het jaar 1902 is bepaald
te Goes op Woensdag 30 Oct. a.s. voor
Goes, Borsele, Kloetinge, Heinkenszand en
's-Heer-Arendskerke, en op Maandag 28
Oct. voor 's-Gravenpolder, Kattendijke,
Wolfertsdijk, Hoedekenskerke, Baarland,
Oudelande, Ellewoudsdijk, 's-Heerenhoek,
Nisse— 's-Heer-Abtskerke, Driewegen en
Ovezand
te* Kapelle op Donderdag 31 Oct. voor
Kapelle,Krabbendijke,Rilland -Bath, Wemel-
dinge en Schore, en op Zaterdag 2 Nov.
voor Waarde, Kruiningen en Ierseke;
te Wissekerke op Zaterdag 12 Oct.
voor de gemeenten op Noord-Beveland.
Bij kon. besluit is het eereteeken
tot belooning van eervollen, langdurigen,
werkelijken dienst bij de schutterijen toe
gekend aan den muzikant N. E. Melker te
Middelburg, en den korporaal muzikant
G. Peute en M. P. de Bie en den fourier
L. J. Leeuwe, alle drie te Zierikzeeen
is aan W. J. Dam op zijn verzoek ontslag
verleend als kapitein bij be rustende schut
terij in Zeeland.
Bij kon. besluit is aan A. J. Cammaert,
burgemeester en Secretaris van Philippine
toestemming verleend om tot 1 Aug. 1902
te Hoek te blijven wonen.
Bij kon. besluit is aan den oud-mi
nister van koloniën J. T. Cremer een pen
sioen verleend van f 4000 's jaars.
Nu de heeren De Stuers en v. Idsinga,
referendarissen van binnenlandsche zaken, lid
der tweede kamer werden, zullen zij half
tfactement genieten en een tijdelijk plaats
vervanger krijgen; evenals indertijd mr.
Beelaerts. Velen zullen 't toejuichen dat
de afdeeling Kunst aan bovengenoemd
departement voortaan den invloed van den
machtigen, soms aanmatigenden Katholiek.
Jhr. de Stuers zal missen.