NIEUWSBLAD VOOB ZEELAND No. 181.1901. Vrijdag 6 September. 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. (■ItOOTIIKlD Oil VAL. Engeland en Transvaal. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 eent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich abonneeren op deze courant met het nieuwe kwartaal, dat den len October begint, ontvangen de van af 1 September verschijnende nummers gratis. 5 September 1901. Hoe de houding der staatkundige tegen standers in tweede en eerste kamer tegen het nieuwe kabinet zijn zal, is een vraag die reeds velen bezig hield. Indien de nieuwe oppositie zich gedraagt als de vorige, welke nu meerderheid is, dan zijn wij er gerust op. Immers de oppositie der oude „rechter zijde" was sinds 1891, en vooral de laatste vier jaren zeer loyaal. Dit heeft onder anderen het (liberale) Vaderland in de laatste weken onbewimpeld erkend. Het blad schreef „Wij erkennen dat over het geheel ge nomen de rechterzijde gewerkt heeft als een loyale oppositie, dat zij vaak de kansen om het Kabinet ten val te brengen heeft versmaad, dat zij aan vele wettelijke maat regelen haar medewerking heeft verleend, dat zij het algemeen belang gesteld heeft boven het partijbelang". Ons dunkt, indien de nieuwe minderheid nu ook alzoo doet, dan zal regeeren in het landsbelang mogelijk zijn. Het persoonlijke optreden van den oud minister Goeman Borgesius, den Haagschen correspondent der Zutfensche. tegen dr. Kuyper, doet vreezen dat de poging tot loyaal oppositie-voeren niet algemeen zal worden gevolgd. Critiek op een kabinet en zijn daden is onontbeerlijk. Maar wat schade doet aan een goed landsbeheer, is het zoeken van spijkers op laag water. De Engelsehe taal Heeft daar een woord voor: faultfinder. Dat is iemand die naar fouten bij een ander zoekt om ze te kunnen uitmeten. Wanneer eene partij daaraan al hare krach ten wijden ging, hoe weinig er dan wel zal kunnen gedaan worden, behoeft niet gezegd. Fout vinden is een ondeugd actie tegen openbare fouten in een deugd, in een partij, waarvoor haar niet genoeg lof gebracht kan worden. Houdt de staatkundige partij die nu tot oppositie geroepen wordt, dit in 't oog, dan zal 't beheter van 's lands zaken kunnen geschieden naar eisch van 's lands belang, en naar 't voorbeeld door de tegenwoordige meerderheid gegeven. Agitatie is plichtsbetrachting. Maar op positie voeren quand-meme is plichtsverzaking, een verachtelijk spelen met het landsbelang. (Schetsen uit het leven van Napoleon I.) n. JOSEPHINE. »Ik win de veldslagen, Josephine wint de harten voor mij." Napoleon. Wij moeten thans even de geschiedenis doorloopen van Josephine Tascher de la Pagerie, later 's Keizers beminnelijke, helaas zoo rampspoedige eehtgenoote. Zij werd in 1763 geboren op het eiland Martinique (de West) waar haar vader luitenant der koninklijke troepen geweest Was. Haar vader werkte slechts op zijne plantages, en Josephine had een hartelijken omgang met hare vriendinnende slavinnen. Eens toen zij door een der suikerplantages wandelde, zag zij een oude Negerin zitten, omgeven door enkele jongere. De oude was een waarzegster, althans zij werd er voor gehouden. Zij schrikte, toen zij Josephine zag en zeide tot haar na een lange aarzeling »Ik lees op uw gelaat, dat gijtotgroote dingen zijt geroepen. Gij zult weldra in den echt treden; maar dat huwelijk zal Het algemeen belang moet boven het partijbelang. Het (liberale) Vaderland ziet de toekomst zijner partij donker in. „Er schijnt weinig reden te bestaan" zegt het blad, „om blijmoedig de toekomst tegemoet te gaan. Alles waarop wij prijs stelden tot dusver, is overgeleverd aan de genade van lieden, die voor hun buit ver moedelijk niet veel piëteit zullen gevoelen, die niet zullen aarzelen het mes te zetten in wat hun in het Nederlandsch Staats organisme zieke deelen schijnen." En verder: „De tijden zijn waarlijk voor al wat niet kerkelijk of sociaal-democratisch is reeds ongunstig genoeg. „Het heeft er veel van, of én van links, én van rechts het liberalisme voortdurend terrein gaat verliezen. Het aantal is groot geworden dergenen, die, voor zich of voor anderen met de resultaten van het liberale régime ontevreden, maar eens hebben ge probeerd of ze elders niet beter terecht konden." Het blad heeft gelijk. Het liberalisme maakt, als stelsel en partij, een zwaren strijd door, niet alleen hier maar ook in andere landen. Nederland, België Duitschland, Oostenrijk. Overal wordt 't min of meer tussehen „clericalen" en socialisten doodgedrongen. Zwaar boet 'tliberalisme voor zijne fouten. Vooral zijne zonde van spelen met de vrij heid wordt hem thuisgebracht. Dat het ten onzent nog zoo lang in eere was, dankt het aan zijne vele mannen van talent en verdraagzaamheid. Doch ook deze mannen verliest het als werkkracht door zijn dubbelzinnig optreden bij de stembus. Daar toch coquetteert het liberalisme met de fractie van dr. Brons veld en houdt tegelijk vast aan de partij der socialisten. Een taktiek die zwakheid verraadt met weinig kans op spoedig herstel. Bennet Burleigh geeft in een lang tele gram aan de Daily Telegraph bizonder- heden over de vermeestering van den trein bij Waterval. De manschappen op den trein hadden niet vermoed dat er eenig gevaar was en lagen, na een vermoeienden nacht in open wagens en coupé's in de wisselloodsen aan het station te Pretoria, rustig te slapen. niet gelukkig zijn. Eindelijk zult gij, nog jong zijnde, weduwe worden en dan »Wat dan?" vroeg Josephine, toen de oude ophield te spreken. »Nu, en dan zult gij koningin, nog meer dan koningin van Frankrijk worden. Gij zult gelukkige dagen beleven, doch ten laatste zult gij te midden van een oproer den dood vinden." Na dit gezegd te hebben, ontvlood baar de Negerin, als vreesde zij gestraft te wor den voor zoo somber eene voorspelling. Josephine spotte evenwel terecht met dit bijgeloof. Toch is het treffend zoo als de profetie der waarzegster vervuld werd. Op 16 jarigen leeftijd huwde Josephine met Alexander, graaf de Beauharnais, een schatrijk, zedeloos luitenant, die weinig ge schikt was, een vrouw als Josephine met haar rein, vrouwelijk gemoed gelukkig te maken. Hij droeg haar niet de noodige liefde toe. Hij was slechts trotsch op hare beminnelijkheid en schaamde zich hare on wetendheid, in verhouding tot de gravinnen met wie zij omging. Na eenige jaren van lijden en miskenning, die zelfs de geboorte van een zoon' van haren Eugenius, niet kon wegnemen, moest zij haren man zien heengaan en boeleeren met een ander; terwijl hij haar nog de grievendste schande aandeed haar te be- Er zijn een paar blokhuizen langs de noorderlijn ten zuiden van Warmbad, en Waterval zelf wordt bewaakt door een kleinen voorpost. Behalve de officieren waren in de coupé's verscheidene passagiers, o. w. twee dames die naar Pietersburg terugkeerden, mevrouw de Wilde met een kind van zestien maan den, en mevrouw Schuitze met een zuige ling en haar min. Dien ochtend hadden de bewakers van de lijn geen rapport uitgebracht over de sectie in kwestie. Zij die wakker waren, zeggen dat de trein door een hollen weg stoomde, toen men een Kaffer zijn hand zag opsteken en een Boer oogenblikkelijk twee mijnen liet springen die den trein van de spoorstaven wierpen, den gepant- serden wagen verbrijzelden en eenige sol daten kwetsten. Tegelijkertijd werd een verwoed geweervuur afgegeven op den ge- heelen trein van af de kruin van den hol len weg die boven de open wagens uitstak. De Boeren waren, naar schatting, 100 in getal. Eenige soldaten die hun geweren konden grijpen, trachtten het vuur te be antwoorden. Kolonel Vandeleur sprong op en riep «Vrouwen en mannen, gaat liggen 1', Me vrouw de Wilde sloot haar oogen en plaatste de kinderen onder de banken en ging zelf op den vloer liggen. Het geweervuur hield een paar minuten aan. Een officier rende langs den trein, de manschappen bevelende te gaan liggen en te vuren. De Boeren besprongen de coupé's en goederenwagens, en een man die zei dat hij Hindon, de treinvernieler, was en drie weken lang op den trein geloerd had, liep tierende langs de lijn. Het schijnt dat Vandeleur, na de vrouwen gewaarschuwd te hebben, door den doorgang naar het platform van den waggon liep. Hij droeg uniform, gordel en revolver. Blijkbaar weigerde hij zich over te geven, waarop de Boer die in den wagen gedrongen was, hem met een kogel door het hart schoot. De Boeren plunderden den trein en de passagiers en namen de officieren, manschap pen en vrouwen hun geld, juweelen en kleeren, zelfs de schoenen van hun voeten, af. Majoor Beatson werd van alles beroofd geld, horloges en fotografieën, maar één horloge wist hij terug te krijgen met te zeggen dat het een oude vriend was. De Boeren namen al de bagage van de passa giers. Een aantal Kaffers borgen den buit in zakken en zetten die op handpaarden. Toen de Boeren klaar waren, riep een hunner »Laat ons knielen en God danken", en daarop zag men het meerendeel van hen op hun knieën bidden. Hieruit maakt schuldigen van onzedelijkheid. Wel sprak later de rechtbank haar hiervan geheel vrij doch hare gezondheid was door deze bittere mishandeling voor langen tijd geknakt; en met hare kinderen leefde zij voortaan als de verlatene, de rouwdragende weduwe. Op dringend verzoek harer ouders keerde de vijf en twintig jarige in 1788 met haar vijfjarig dochtertje Hortense naar hare ouders terug. Haar zoontje moest zij in Frankrijk achterlaten. Na een verblijf van eenige jaren in den schoot harer familie ontving zij een brief uit Parijs, met de mededeeling dat haar man in gevaar was. Deze eene mededeeling was der liefhebbende eehtgenoote voldoende om haar te doen besluiten Martinique te verlaten. in Frankrijk zag het er inmiddels treurig uit. Onder de regeering van de geweten- looze koningin Lodewijk XIV en Lodewijk XV was het land schromelijk achteruit gegaan. Adel en geestelijkheid genoten vol op van de wereldsche lustenen het volk, Deze Hortense huwde later met Napole ons broeder Lodewijk, koning van Hollandzij is de moeder van Louis Nopoleon, den late- ren keizer Napoleon III, die in 1873 als bal ling te Chisleburst (bij Londen) overleed Bennet Burleigh op dat waarschijnlijk een gedeelte van het een of andere commando bij Hindon's treinvernielers was. De Boeren hadden nog een derde mijn laten springen, een mijl verder op, om te verhinderen dat er hulp kwam van Preto ria. Vele Boeren braken hun Mausers stuk en verruilden ze tegen Lee-Metfords. De N. li. Crt. zegt omtrent de beschrij ving van dezen overval door B. L. het volgende «Wij hebben alle reden om Bennet Bur leigh erkentelijk te zijn voor zijn uit voerige, hoewel hier en daar blijkbaar wat geborduurde beschrijving van den trein- overal bij Hamanskraal. Zjj bevestigt geheel en al wat uit Kitchener's telegrammen al duidelijk was, nl. dat het succes der Boeren volkomen is geweest. Zij hebben een grooten buit behaald en den Engelscben tegelijk aan manschappen een ernstig verlies toe gebracht. Bennet Burleigh's schildering van den overal rechtvaardigt ook ten volle de dikke korrel zout, waarmede men de toevoeging in Kitcheners eerste telegram heeft aan vaard, dat de Boeren na den overval de wijk namen. Alles is blgkbaar zoo kalm in zijn werk gegaan en de Boeren hebben zoo op hun gemak hun oogst binnengehaald dat er van vluchten natuurlijk geen sprake geweest is. Voor wie zouden zij boven dien gevlucht zijn Er wordt niet gerept van door Kitchener afgezonden hulp; ver moedelijk had hij ze niet beschikbaar in zijn «hoofdstad", waar zieken in de vele hospitalen ook al het grootste deel der be zetting schijnen te vormen. De mededeeling, dat de Boeren een mijl zuidelijk van de plaats des gevechts ook een mijn hadden laten springen om te verhinderen dat er hulp uit Pretoria kwam, is waarschijnlijk door den censor bewerkt. Wanneer er troe pen in Pretoria beschikbaar waren geweest, dan zouden die 1600 M. onbruikbaar spoor natuurlijk geen beletsel geweest zijn voor te brengen redding. Een andere opmerke lijke zinsnede is die, waarin de Daily Telegraph-man ons vertelt, dat vele Boeren hun Mausers stuk sloegen en voor Lee-Met fords verruilden. Dit wijst niet op een nijpend gebrek aan vuurwapenen. Het is bekend dat de Mauser-munitie scbaarscb begint te worden, maar niet zoo scbaarscb of er is nog voldoende om althans een deel der burgers te voorzien. Wanneer er dus in 't algemeen gebrek aan geweren was, zouden de Boeren ongetwijfeld hun Mausers behouden en de Lee-Metfords mede gevoerd hebben voor strijdmakkers, die er behoefte aan hadden of als reserve-materiaal. De mededeeling, dat Hindon, de vermaarde de sterkst vertegenwoordigde stand, werd smadelijk verwaarloosd. Het mocht belasting betalen en toezien. Lodewijk XVI, een goede sukkel, maar die niet regeeren kon, moest ten slotte als zondebok voor zijn ontslapen zedelijke voor gangers dienen. Hij werd gevangen gezet. Het volk kreeg meer invloed. Enkelen uit den adel voegden zich bij het volk. Onder dezen was ook de Beauharnais, de mari van Josephine. Toen zij bem wedervond, was hij een ernstig man geworden. Hij was niet meer de losbol van vroeger. Nu maakte Josephine nog eens weder gedurende enkele maanden dit stille huise lijke huwelijksgenothelaas voor enkele maanden. De revolutie had Frankrijk in een oorlog gewikkeld, en de Beauharnais begaf zich naar zjjn troepen, vanwaar hij slechts terugkeerde om gevangen genomen te worden en onder de guillotine te sterven. De revolutie was ontaard. Lodewijk XVI en de zijnen waren onthoofd. Het gezag der Girondijnen (gematigde republikeinen waartoe ook De Beauharnais behoorde) was voorbij. De Bergpartij, ook wel Terroristen geheeten (de onverzoenlijke repukleinen) deze mannen des bloeds en des gewelds badden de overhand, en benoemden De B, tot minister van oorlog. Hij weigerde. «trainwreeker" drie weken op een kans tot vernieling van een trein op deze plaats geloerd had, bewijst opnieuw hoe volkomen denkbeeldig Engelands bezit van de repu blieken zelf onder den rook van Pretoria is. In even twee uur rijdt men van Pretoria naar Waterval en daar kan eene op treinen loerende Boerenmacht ongestoord drie we ken verwijlen! Bennet Burleigh's verhaal van den overval van Hamanskraal geeft inderdaad met de vele onophoudelijke en hardnekkige geruchten omtrent het precaire van den toestand der Engelschen ook veel te denken." De Engelsehe verrliezenlijsten over de maand Augustus sommen honderd zeven en tachtig (187) plaatsen op waar de Engel schen verliezen hebben geleden. TIJD VERZEN. Verzuchting van een schoolmeester. O leerplichtheil, had ik u nooit [aanschouwd 'k Had dan niet elke week te boeken [en te schrijven. Nu moet ik namen tot een tachtigtal [opwrijven, En toch is alles ijdel, wel beschouwd. De jeugd wordt toch aan landbouwwerk [gezet 't Is poten, wieden als in vroegre [tijden En ik moet mijne kostlijke uren [wijden Aan schrijven zonder endzoo eischt [de Leerplichtwet^ En kwamen de ouders spoedig [voor 't gerecht, En moesten zij hun overtreding boeten Met zware straf, dat zou nog iets [verzoeten Maar nu blijf ik de oude schrijvers- knecht. Straks moet ik in het schoon [vacantieuur Weer staten vol met naam en cijfer [vullen, Mijn vrije tijd vervliegt met al die [spullen Wanneer word ik verlost van 't [Leerplichtzuur. Och zette Kuyper Leerplicht aan den [kant Dat zou gemak en veel verlichting [geven De ouders dankten hem geheel hun [leven Hij werd genoemd, de redder van [het land. Uitgezonden om Metz te ontzetten versloeg hij wel de Pruisen in enkele gevechten; doch kon niet beletten dat zij de stad toch veroverden. Dit koste hem het leven. Van landsverraad beticht, werd hij gevangen gezet. Ook Josephine kwam in de gevange nis. Haar man werd kort daaroe geguillo tineerd en zij zou hem spoedig in den dood gevolgd zijn, zoo de Heere haar met op het ziekbed geworpen had. Toen haar naam afge roepen werd, om naar de rechtplaats gebracht te worden, weigerde de dokter haar te laten gaan. Zij kreeg acht dagen uitstel, en dit was haar behoud. In die week namelijk werd aan het schrik bewind onder Robespièrre een eind gemaakt, en den gevangenen de vrijheid hergeven. Josephine verliet daarop Parijs en vestigde zich te Fontainebleau, waar zij met haren schoonvader den dood van haren geliefden echtvriend betreurde. Geruitnen tijd leden zij daar armoede, dewijl hunne goederen waren verbe.ivd verklard. Gelukkig kregen zij die na verloop van eenige maanden terug. Daardoor kon Josephine wat meer aan de opvoeding barer kinderen uitgeven. Slechts noode scheidde zij van hen. Zij zond hen naar een kostschool. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1