NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 175.1901. Dinsdag 27 Augustus 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Mr. GROEN VAN PRINSTERER. Engeland en Transvaal. Bekendmaking. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 1801. 21 Augustus 1901. Korte aanteekeningen bij de herdenking van zijne geboortenu honderd jaar geleden. I. In een der steden van ons Vaderland Amsterdam staat het standbeeld van Jan Rudolf Thorbecke, een man, die schijn baar over Mr. Groen van Prinsterer beeft getriomfeerd. Wie toch was in schooner gelegenheid zijn eigen beginselen in toepassing te zien brengen, dan deze vrijzinnige Staatsman, die, 30 jaren aan het hoofd der regeering geplaatst, het voorrecht genoot den toon aan te geven. Stel daar tegenover Mr. Groen van Prinsterer in zijn tijd, een Veldheer zon der legergenoemd, die zelfs door zijn eigen volk, ondanks zijne echt „Neder- landsche gedachtente laat werd gekend, te laat werd begrepen en gewaardeerd. En toch hij heeft getriumfeerd. Mr. Groen van Prinsterer was opgevoed in eene aanzienlijke omgeving, bezat een groot vermogen en een zoo zeldzamen aanleg, dat hem, reeds vóór hij don vijf- en twintigjarigen leeftijd bereikte, twee zetels als Professor werden aangeboden. En toch, toen hij ten grave werd uit gedragen, volgden slechts onaanzienlijken den lijkstoet. Het scheen alsof hij niets bereikt had van het doel, waartoe zijn aanleg hem had bestemd. Wel getuigden zijn tegenstanders na zjjn overlijden, dat hij niet iemand was geweest, die zijn tijd bepaald in ledigheid had doorgebracht; maar hij was in elk ge val iemand geweest, die levenslang oppo sitie had gevoerd tegen den geest, den toon des tijds. Heeft Groen van Prinsterer waarlijk niets van zijn doel bereikt? Wij weten wel beter. Hij heeft wel degelijk verkre gen, wat hij wenschte. Het is niets dan schijn, dat hij over wonnen is geworden; hij is overwinnaar gebleven, en wat voor de menschen een afbreken mocht heeten, het was een op bouwen naar 'sHeeren hevel. Dat hij inderdaad overwinnaar is geble ven daarvan geeft de tegenwoordige tijd, het thans opgetreden Kabinet, het getui genis. Vroeger werden zijne werken nauwelijks gevraagd; zelden zag een zijner boeken eene tweede iditie en „de Nederlandereen blad, waarvan hij redacteur was, heeft hem schatten gekost. Hoe geheel anders is het tegenwoordig! Door vriend en vijand worden zijne ge schriften gelezen; ook de vijand leest ze met graagte, als is het dikwijls alleen met het doel, om zijne volgelingen er mede te verguizen. Edele Groen van Prinsteren wij hebben uwe nagedachtenis lief. Gij toch waart de stichter der antirevolutionaire partij. Antirevolutionair, ja, zoo noemde hij zich gaarne, wat evenwel niet in zich sluit, dat hij tegen elke revolutie was. Of heeft hij de afzwering van EilipsII; roemrijke revolutie in Engeland onder Willem III, en de geschiedenis van het jaar 1813 niet luide toegejuicht? Een antirevolutionaire omwenteling heeft hij steeds voorgestaanmaar waartegen hij zjcli hardnekkig verzette, het was de Re volutie. Het was de revolutie van 1789, waartegen hij oppositie voerde, of liever nog, het was tegen de beginselen daarvan, dat hij opkwam. pie beginselen behelzen niet minder dan een stelselmatige ommekeer der hoogste levens- leginselen, en hebben hun wortel in het ongeloof. De leuze is: Verwerping van het gezag; ja I van alle gezag Wilt ge weten, wat het wezen van het gezag is, ge vindt het in Romeinen XIII »Alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onderworpen; want er is goene macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God verordend. Alzoo, dat die zich tegen de macht stelt, de verordening van God wederstaat Het gezag is alzoo eene verordening van God. Verwerpt dat gezag en gij verwerpt God zelf. De Revolutie is dus niets minder dan een strijd tegen den levenden God. Die strijd tegen het gezag heeft echter niet eerst een aanvang genomen in de 18e eeuwzijn voorsprong ligt reeds in het Paradijs. Het denkbeeld Strijd tegen het gezag heeft steeds bestaanmaar dit was juist het ontzettende van de 18e eeuw, dat, wat vroeger nog als zonde gold, toen luide werd toegejuicht. De mensch stond boven het gezag dit was en is wel uit hem, maar niet boven en over hem. Hij is zelf wetgever, volkomen vrijook, om in plaats van Gode de eere te brengen, die Hem alleen toekomt, men schen te vergoden. En tegen dat beginsel der Revolutie was het, dat Mr. Groen van Prinsterer zich met alle kracht verzette. Gaven Jadie bezat Groen van Prin sterer. In 1823, hij was toen 22 jaar, werd hij reeds docter in de rechten en in de letteren maar deed voor het overige nog weinig vermoeden, dat hij eens een Chris ten-Staatsman zou worden. Wel was zijn levenswandel onberispelijk, maar van een méégaan met Bilderdijk was bij hem nog geen zweem. En toen Isaiic da Costa in 1823 zijne Bezwaren tegen den Geest der eeuw het licht deed zien, deelde Mr. Groen van Prinsterer wel niet in den stroom van verontwaardi ging, dien Da Costa trof, maar hij was 't toch vrij wel eens met de toongevende meerderheid, die tot spreuk had Pas op de uitersten! Hij was tot 1828 gematigd Liberaal en Christen, zooals toen het mee- rendeel was. In het volgend jaar was er eenige prin- cipiüele verandering in hem te bespeuren, en wonder boven wonder in 1830 kon er van hem getuigd, dat hij zijn christeiijk- antirevolutionaire opvoeding had voltooid. Vanwaar die overgang, vraagt ge? In '28 werd Groen tot referendaris aan 's Konings hof benoemd; eene betrekking, welke hem verplichtte om, levende in den atmospheer der Revolutie, over vele zaken na te denken, en bovendien, om vele bin nen- en buitenlandsche bladen te lezen, waaruit bij den Koning het belangrijkste moest aanwijzen. Te Brussel was het ook, dat hij begon deel te nemen aan den strijd der begin selen in de Staten-Generaalen na 3'la jaar van strijd ging hij van gematigd liberalist over tot overtuigd antirevolutionair. Tot dien ommekeer heeft vooral veel meegewerkt de gezegende kennismaking met Merle d'Aubigné. Dat hij daarna levenslang verzet heeft gevoerd tegen het liberalisme, komt niet voort uit blinde vooringenomenheid of uit onbekendheid-, want zoo iemand, dan heeft zeker Mr. Groen v. Prinsterer het libera lisme leeren kennen, en er de wrange vruchten van gezien. Hoe meer hij het liberalisme leerde ken nen, des te meer liet hij het los en poogde anderen tot hetzelfde inzicht te brengen. Zijn levensspreuk was, dat alleen het Evangelie tegen de Revolutie-theorie, wier wortel het ongeloof is, is opgewassen. Het was Mr. Groen v. Prinsterer niet te doen, om weder op te richten, hetgeen onherstelbaar voorbij was, noch om den toestand van eenigen tijd terug te erlangen maar enkel om het beginsel. Zijn tegenstanders noemden hem beurte lings revolutionair (hij was niet benepen, deinsde voor geen hervorming terug, dorst moedig een schrede voorwaarts doen) en (hij hield vast aan Gods Woord). En zeker het is een goed teeken, als men van ons zegt, dat wij duisterlingen zijn, dat wij in den tegenwoordigen tijd niet thuis belmoren. Wij zijn op den goeden weg, als de een ons verwijt, dat wij Ultra-Conservatief zijn. terwijl een ander beweerd dat wij te voor uitstrevend zijn. Mr. Groen v. Prinsterer streed niet voor een bepaalden regeeringsvorm. Immers, wij hebben zeiven een republiek gehad, en nimmer is dat door hem ge wraakt en aan den anderen kant, bestaan er monarchieën, die op den bodem der revolutie staan en waarin wordt erkend, dat het gezag mplaats van uit God uit eene souvereine massa voorkomt. Bescherming van het gezag, zietdaai'! waar voor hij streed. Professor Buys heeft gezegd, dat nie mand ooit zoo voor de belangen der Staten- Generaal is opgekomen als juist Mr. Groen van Prinsterer. Wil de revolutie den ouders het gezag over hunne kinderen ontnemen, het was wederom Mr. Groen van Prinsterer, die voor het recht der ouders opkwam. Evenzeer streed hij voor de vrijheid der kerk, opdat zij in staat werd gesteld, pre dikanten te krijgen, zooals die door haar werden begeerd. (De Graafschap.) Officieel besluit der Boerenregeeringen. Van welwillende zijde wordt het Vad.» de volgende «algemeene kennisgeving", pas in afdruk uit Zuid-Afrika ontvangen, ter inzage gegeven. Het blad neemt het stuk alsnog op, omdat het op officieele wijze logenstraft de voorstellingen die van Britsche zijde van de stemming in Zuid-Afrika wordt gegeven. Bij de gevangeneming van eenige voormannen van den Vrijstaat te Reitz op of omtrent 15 Juli jl. heetten ook twee brieven van Reitz en Steyn te zijn gevonden, waaruit men meende te kunnen, opmaken dat de geheele overgaaf van de Boeren aanstaande was. Blijkbaar had men den inhoud van die brieven pour le besoin de la eause aldus verdraaid om de Engel- schen thuis gerust te stellen en gunstig op de publieke opinie te werken. Vrij wel is dat doel ook bereikt, nu de bedoelde voorstellingen een maand lang zonder offi cieele tegenspraak konden blijven; maar het stuk, dat we hieronder laten volgen, stelt dan juisten stand der zaken vrij duide lijk in 't licht en toont in tegenstelling met den beweerden geest der brieven van Reitz en Steyn, duidelijk aan dat de Boeren aan geen onderwerping denken. De algemeene kennisgeving is gedateerd van Waterval, district Standerton, 30 Juni 1901 en luidt aldus: „Daar zijn H. E. Staatpresident Kruger en de deputatie in Europa niets direct van onze Regeering vernomen had sedert de conferentie tusschen comm.- generaal L. Botha en lord Kitchener gehouden te Middel burg, en de Regeeringen der Z. A. R. en O. R. V. het raadzaam achtten dat zij in kennis gesteld en op de hoogte gebracht werden van den toestand der zaken alhier, zoo is op verzoek van comm.-generaal met de welwillende toestemming van lord Kit chener een geheim telegram naar hen ver zonden, waarin de geheele toestand onzer zaak volledig werd uiteengezet en opzettelijk in het donkerste licht werd gesteld, ten einde het advies van Zijn H. E. en de depu tatie van des te meer gewicht te doen zijn. Hierop deelde Z. H. E. mede dat hij en de deputatie nog volle hoop op een goed ge- wenschten uitslag vau onzen strijd koes terden, dat na de gedane en persoonlijke opofferingen wij den strijd moeten blijven voortzetten en dat van hun kant alle maat regelen reeds genomen waren en nog zouden worden genomen voor de goede verzorging der gevangene vrouwen en kinderen en de krijgsgevangen in den vreemde. Ter bespreking en overweging van dit antwoord van zijn H. E. werd eeD confe rentie van de Regeeringen der beide Re publieken bepaald, waarbij ook aanwezig waren hoofdeommandant De Wet, cotnm.- gen. L. Botha on ads.-comm.-gen. J. H. de la Rey. Na een volledige uiteenzetting van den toestand in de krijgsafdeelingen, vertegen woordigd door deze hoofofficieren en een grondige bespreking onzer geheele zaak door beide Regeeringen, werd met advies der gemelde hoofdofficieren het volgende besluit door de beide Regeeringen genomen. De Regeeringen der Zuidafr. R. en O. V. S. met advies van gemelde hoofdofficieren in aanmerking nemende het gunstige rap port van Z.H.E. S. P. Kruger en de deputatie in het buitenland. Lettende verder op den goeden vooruitgang onzer zaak in de kolonies alwaar onze broeders zich meer en meer verzetten tegen het gruwelijk onrecht dat den Republieken wordt aangedaan m het ontnemen hun ner onafhankeljjkheid. Lettende verder op de onschatbare persoonlijke en stofleljjke opoffering reeds gedaan voor onze zaak, welke alle waardeloos en ijdel zouden gemaakt worden door een vrede, waarbij de onafhankelijkheid der Repu blieken wordt prijsgegeven. Lettende verder op de zekerheid dat het verlies onzer onafhankelijkheid na de reeds ver richte verwoestingen en geleden verliezen den nationalen en stoffelijken ondergang van ons geheele volk met zich zou sleepen. Lettende vooral ook op den geest van onwrikbare volharding waardoor nog de overgroote meerderheid van ons volk zoowel vrouwen, kinderen als mannen bezield is en waarin wij met dankbare herinnering de hand van den Almachtigen Beschermer zien, BESLUITEN dat er geen vrede zal gemaakt worden en geen vredesvoorwaarden aangenomen zul len worden, waarbij onze onafhankeljjk heid en zelfstandig volksbestaan of de belangen onzer koloniale broeders zouden worden prijsgegeven en dat de oorlog krachtig zal worden voortgezet met aan wending van alle maatregelen, welke ter handhaving dier onafhankelijkheid en be langen benoodigd zjjn. Geteekend M. T. STEYN. Staats-president O. V. S. SCHALK BURGER, Wd. Staats-president Z. A. T. Yerder moeten wij ons bepalen tot eenige verspreide berichten. Londen. HbldDe zending van pre dikant Murray naar De Wet, om dezen te bewegen de kommando's uit de Kaapkolonie terug te roepen, wordt hier beschouwd als een groot teeken van zwakte aan de zijde van Engeland. De Times bevat een langen brief van een Zuid-Afrikaansch officier betreffende den gezondheidstoestand der troepen, die geheel onbevredigend is. De verliezenljjst wjjst uit dat er ernstige gevechten moeten hebben plaats gehad bij Grieskraal, Njjlstroom, Rietfontein en andere plaatsen. Bennet Burleigh seint uit Edenburg (O. V. S.)De Boeren sluipen rond om onze colonnes te mijden. Dinsdagavond zijn 120 Boeren, vermoedeljjk onder gene raal Smuts, van den west- naar den oost kant van den spoorweg overgestoken naar een punt 48 K.M. ten zuiden van Eden- burg. Zij trokken naar Eensgevonden, en zullen vandaar waarschijnljjk naar Wepener en de grens van Basoetoe-land gaan, waar een aantal kleine commando's in het heuvel achtige terrein wegschuilen. Het schijnt dat Malan noordeljjk is ge gaan, met dépêches voor De Wet. Uit de verliezenljjst blijkt dat van de Kaapscbe politie een overste, een majoor, een kapitein en verscheidene manschappen den 14den Augustus te Kuiterskraal ge wond zijn; bjj Nijlstroom zijn den 17den Augustus 4 Hooglanders gewond; verder zijn den 18 Augustus bjj Rietfontein een man gesneuveld en een luitenant en 8 man gekwetst. Uit Winburg wordt gemeld dat er nu ook een reeks van blokhuizen is ge bouwd langs de lijn SmaldeelWinburg en dat de treinen er vrijelijk verkeeren. Te Swellendam, in de Kaapkolonie, zijn een aantal pro-Boeren in de gevangenis geworpen. De Boeren-krijgsgevangenen te Simons- stad hebben aan den hertog en hertogin van Cornwall verscheidene servetringen en een broche aangeboden, die geheel waren vervaardigd uit muntstukken met den beel denaar van president Kruger; er was een adres bij. Op verzoek van den hertog, werden de schenkers aan hem en zijne echtgenoote voorgesteld. De kinkhoest heerscht te Pretoria en zal waarschijnlijk weer beelwat jonge levens eischen. Bij baar sterven riep Mevr. Kruger: »Zeg mjjn man, dat bjj steeds op God ver trouwen moet en standvastig zijn in zijn geloof". Op de vraag: »Hoe gaat het U?" antwoordde zij»Het is goed; ik wacht net op de verlossing." Uit Winburg komen de volgende bij zonderheden over de verrassing van Haas- broek's commando door kolonel Barker: Kolonel Barker was 'savonds van Winburg naar Doornberg, 25 mijlen naar het noorden, vertrokken, waar Haasbroek's lager ontdekt was. Bij Doornberg kwam Barker langs een Boeren-voorpost van 20 man, die allen in een kopje lagen te slapen. Men liet ze ongemoeid, en de troepen rukten naar den noordkant van den Doornberg. Majoor Marshall trok met het 10de regiment be reden infanterie om en koos stelling op een hoog terrein, dat Haasbroek's lager overheerschtehet lager lag in een met struikgewas overgroeide kloof. Intusschen leidde kolonel Barker een troepenafdeeling over den mond van de kloof naar het noordenzoodat de Boeren bijna geheel omsingeld waren. Met het aanbreken van den dag werd van alle kanten een zwaar vuur op het Boeren-lager geopend, en tien minuten lang onderhouden met kanon en geweer. De overrompeling was volkomen, daar de Boeren, ten getale van 120, allen in slaap waren. Toen het vuur werd geopend, renden zij uit hun bedden en heerschte er groote verwarring. Haasbroek zelf was er niet bij op het oogenblik van den aanval, daar hij 's avonds tevoren vertrokken was om zijn vrouw te bezoeken. Ook waren er nog veertig ande ren met verlof. Veldcornet Cronjé, die bevel voerde over het lager, ontsnapte op »het bekende renpaard Minnekin van George Farror." De Engelsohen hadden geen ver liezen. De meeste gevangenen waren tus schen de 15 en 25 jaar oud, maar een was er 77. Yelen hadden drie of vier hand- paarden, maar dezen gingen er bijna alle van door toen de Engelschen het vuur openden. Goes- Burgemeester en Wethouders van Goes, brengen hiermede ter kennis van be langhebbenden dat de lessen op de scholen A (nieuwe), B en C weder zullen aanvangen op Maandag den 9 September a. s. des mor gens te 9 uren. Gedurende de Kermis zal de passage met rij- en voertuigen door het Rijvelaars- straatje en de Stalstraat alsmede over de Vlas- markt gestremd zijn, met dien verstande, wat de Vlasmarkt betreft, dat deze alleen mag bereden worden van uit het Waterstraatje naar de Wijngaardstraat, in de richting langs de wonirifjen der heeren F. J. Boone en A. van Schelven. Voorts is het draven op de Markten en in de belendende straten ver boden. Den belanghebbenden wordt herinnerd dat, zonder vergunning van Burgemeester en

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1