Bekendmaking.
Kerknieuws.
Schoolnieuws.
Gemengde Berichten.
slaags geweest met 50 Boeren bij een
hoeve. 5 Boeren werden gedood, 9 ge
wond. Acht anderen, die gewond waren,
ontsnapten. De Zuid-Afrikaansche Politie
is den Hen Augustus in gevecht geweest
met 40 Boeren ten Noorden van Modder-
rivier. De verliezen der Boeren bedroegen
3 man gesneuveld, verscheiden gewond,
terwijl zes hunner gevangen werden ge
nomen. De Engelschen hadden twee doo-
den en 7 gewonden.
De lezer bedenke dat dit een bericht
uit Engelsche bron is.
In Kaapkolonie leden de Engelschen
weer eens een nederlaagje, met er aan
gepaard gaande groote verliezen. Er viel
namelijk bij Bethesda een compagnie van
French's verspieders in een hinderlaag
en werden door een Boerenafdeehng onder
Theron ingesloten en gevangen genomen,
doch weer vrij gelaten. De Engelschen
verloren daarbij twee officieren en vier
man. Maar het cijfer zal wel hooger zijn.
Wat zou er toch aan zijn van het
gerucht dat de Transvaalsche regeering
kaperbrieven wil uitgeven aan allen die
den Engelschen handel ter zee afbreuk
willen doen?
Het is of wij naar den tijd van den 80
jarigen oorlog terugkeeren. Trouwens de
overeenkomst tusschen de Bosch- en Water
geuzen der 16e eeuw en de Boeren der
20e is op bepaalde punten treffend.
Er hebben al Zuid-Afrikaners in Neder
land zich aan het bekende adres opgege
ven, om deel uit te maken van de beman
ning dier kaperschepen. Dus, eerst te
land, nu ter zee! Alles verliezen om alles
te winnen, juist als hun Vaderen. Terecht
roept De Telegraaf uit: „Welk schouw
spel zal de wereld nog te zien krijgen in
deze 20e eeuw! Weer een worsteling
tusschen het Hollandsche en het Engelsche
ras »p de wereldzee? Maar immers,
„Brittannia rules the waves!" Ten minste
zoo meent Brittannië. Of het zoo is, zal
wellicht spoedig blijken."
Ret Randelsblad vertelt 't volgende
In Nederland is dezer dagen uit Pretoria
een Transvaalsche dame, moeder van zes
kinderen, aangekomen, die met haar kroost
onder bedrieglijke voorwendselen was
verwijderd, omdat zij te gevaarlijk was.
Deze dame is een dier moedige vrouwen,
die niet alleen zelf niet het hoofd laten
hangen onder de droevige tijdsomstandig
heden, maar nog geestkracht genoeg bezit
ten om zwakkere medeschepselen een hart
onder den riem te steken. Zij bleef dan
ook geenszins in gebreke haar terneerge
slagen zusteren te Pretoria gedurig moed
in te spreken en vestigde dus al spoedig
de aandacht der Engelsche overheden op
zich. Deze besloten haar zoo spoedig mo
gelijk te verwijderen, nadat eenige waar
schuwingen, officieus en officieel, niets ble
ken te hebben uitgewerkt. De kordate
vrouw gaf hierop steeds maar één antwoord
»Zend mij maar gerust naar een kamp",
maar kreeg daarop het volgende bescheid
Dat zou u wel willen, dan kon u de vrouwen
daar ook opmonteren en die zouden dan hun
mannen aanvuren, terwijl het er ons om te
doen is ze teneergedrukt te houden, opdat
ze de mannen zullen aansporen den strijd
op te geven.
De vrouw moest dus vervijderd worden
uit Zuid-Afrika, maar, naar het schijnt, wil
de men dat niet zonder eenige vermeldbare
reden doen. Daarom werd haar verteld dat
haar man die door de Portugeezen was
tegengehouden, en thans te Galdas vertoeft
zich in Holland bevond en zij vrijheid
kreeg op, Engeland's kosten met haar kinde
ren naar haar echtgenoot te reizen. Dit «aan
bod" werd aangenomen en de dame met haar
kinderen werd gratis vervoerd naar Neder
land.
Te Londen deed zij navraag en hoorde dat
haar man in Portugal waszij heeft echter
familie hier en is nu met haar kinderen voor-
loopig althans geborgen. Zij vertelde ons,
behalve haar eigen wedervaren, nog een paar
staaltjes van het optreden der Engelschen
in en nabij Pretoria, die de «weldaden van
het Bntsch bestuur" wederom in een scherp
daglicht stellen.
Zij verhaalde van een ziekeljjke vrouw
met vijf kinderen die bij Pretoria woonde,
maar onlangs op bevel der Engelschen haar
huisje moest ontruimen. Er werd der onge
lukkige geen tijd gelaten iets mede te nemen.
Slechts gehuld in een deken kroop aij met
haar kinderen, waaronder nog een zuigeling
naar een nabijgelegen bosehje, waar zij zich
verborg. Zij zag daar haar woning in vlam
men opgaan.
Eerst vijf dagen later kwamen de wagens
langs de plek die de «beschermlingen" van
Engeland opnamen om ze naar een der kam
pen te brengen.
Yijf dagen lang heeft de ongelukkige
in het bosehje doorgebracht. Door hon
ger gekweld en radeloos door den hart-
verscheurenden toestand harer kinderen
groef zij uit den modder «padvischjes"
een benaming in Transvaal voor jonge
padden op en gaf die den ongelukkigen
wichten te eten. Toen de Engelsche wa
gens aankwamen, waren drie kindertjes
dood.
Zij verhaaalde van een man te Pretoria
die maar geen vergunning kon krijgen om
zijn gestorven kind te begraven. Hij werd
gedurig van het kastje naar den muur
gestuurd en middelerwijl lag het lijkje
onbeschermd achter het huis. Alles was
den man ontnomen, zoodat hij zelfs geen
planken had een kistje te timmeren. Ten
aatste brachten de buren voldoende plan
ken bij elkaar, zoodat het lijkje ten minste
gekist kon worden.
Zij verhaalde van een rijken Boer, een
der rijksten in de republiek, die op aan
stoken van Engelschen door de kaffers
werd overvallen, vermoord en gruwelijk
verminkt. Al zijn eigendommen werden
vernield of geroofd. Zij dochter, voorheen
een erfdochter van 60.000 loopt half
waanzinnig te Pretoria als bedelares rond.
Zij verhaalde maar ach het is zoo
droevig alles te herhalen. Wij hebben t
wèer gehoord, welke duldelooze smarten,
hoe onbeschrijflijke ellende wordt geleden
door het heldenvolk, welks grootste mis
daad is dat het zijn vrijheid te lief heeft.
Ds. Broekhuizen, die, gelijk de lezer
weet, nu in Amerika is om voor de Boe
ren te pleiten, heeft de ondervinding op
gedaan dat het daar voor 't meerendeel
ellendige anti-Boers, althans hielenlikkers
van Koning Edward, Rhodes en zijn mede-
schurken zijn.
Hij bezocht Princeton en de universiteit
aldaar en logeerde bij professor Vos, die
een groot Boerenvriend is.
Hij beschrijft aldus zijn eerste ontmoe
ting aldaar:
Dr. Kuyper heeft een tijdje geleden te
Princeton lezingen gehouden over Calvi
nisme en men spreekt met algemeene
hoogachting van hem en zijn groote be
kwaamheid als theoloog! Dien avond
hadden wij eene ontmoeting. "Wij gingen
naar het hotel om onze handkoffertjes te
halen. Prof. Vos ging met ons. Den
hotelhouder vroeg ik waar het was, hij
bracht mij er heen en zeideTou are
from the old country not so by your
speech? Het was gelijk vuur in bus
kruit. ,,I am a Boer", was mijn ant
woord. Well, zeide hij, we will have no
thing of you, then we are all for Johnny
Bull here! Somebody who had been in
South Africa says: „The Boers stink!" 3)
Woedend sprong ik op hem toe, drukte
mijn gebalde vuist onder zijn neus, „Does
this stink!" 4) „I did not mean it like
that", zeide de verschrikte Engelschman.
„We are all friends, let us shake hands." 6)
Shake hands with you", was mijn ant
woord, no, Sir, not I!" 6)
Mijn broer was erbij gekomen en zeide
tot hem: „Do you known that a certain
stench has-come to Pretoria of late, since
the English army came thère, which is
called „Khaki stench?" The whole town
stinks since the English came there
Mijn broer zeide: „I will shake hands
with you s), nam zijn hand en drukte die
bijna fijn. Hij schreeuwde van pijn; dien
Boerenhanddruk zal hij zeker nooit ver
geten.
Hoe hij op de vergadering van de We
reldconferentie te Boston der Chr. Jonge-
lingsvereenigingen gevaren is, zal den lezer
nog wel bekend zijn. Ook daar groote
teleurstelling.
Eerst te Brooklin vond hij harten die
kloppen met de Boeren. In de kerk waar
hij predikte, hingen de vlaggen der Zuid-
Afrikaansche republieken met de Ameri-
kaansche.
De Engelsche generaals zijn op het
oogenblik in Zuid-Afrika als volgt gesta
tioneerd Bloemfontein Tucker, Harrismith
Rundie, Natal Hildyard, ten oosten van
Pretoria Blood, Pretoria Barton, Oostelijke
Kaapkolonie Hart, Standerton Clements,
Kaapkolonie-District Wynne, Barberton
Stephenson, Heidelberg Cooper, Lijdenburg
F. W. Kitchener, Kroonstad Knox, Naauw-
poort Jones, Kimberley Pretyman, ten
westen van Johannesburg Wilson, Newcastle
Burn-Murdoch, Irene Cunningham, Plat-
rand E. Hamilton, Krugersdorp Barker,
Machadadorp Reeves, Ventersdorp G. Ha
milton.
En die met hen allen en hunne 61 co
lonnes hebben 't nog slechts zoo ver ge
bracht dat de optimistische Koning Ed
ward in zijn troonrede bij gelegenheid der
sluiting van het parlement op jongstleden
Zaterdag alleen vaststellen kon dat de
uitgestrektheid van 't gebied hun belette
zoo vlug op te schieten als men wel
wenschte.
Ds. v. Gheel Gildemeester bericht dat
den 21 Juli ds. Goddefroy uit Pretoria
nog in leven was. Hij lag in 't hospitaal,
was van zijn koortsen genezen, doch ge
voelde zich zwak. Als hij beier is, moet
hij als krijgsgevangene naar Engelsch
Indië. Zijn vrouw is nog te Pretoria.
Zijn zoons zjjn op commando, of reeds
gesneuveld. Een hunner, zijn 17 jarige
jongste, is op St. Helena door een Engel
schen schildwacht, verraderlijk doodge
schoten.
Ret Randelsllad bevat een bittere aan
Ik merk uit uw speech dat u uit 't oude
land van daan bent.
2) Ik ben een Boer.
3) Wij moeten niets van jou hebben hier,
wij zijn hier allemaal voor John Buil. Som
migen die in Zuid-Afrika geweest zijn zeggen
dat de Boeren »tinken.
4) Stinkt die
5) Zoo meende ik het niet; wij zijn alle
maal vrienden, laten wij malkaar de hand
geven.
6) Ik jou een hand geven? Neen Mijnheer
i k niet.
i) Weet je dat er later een zekere stank
in Pretoria gekomen is sinds het Engelsche
leger er kwam? Het heet khakistank. De
heele stad stinkt sedert de Engelschen daar
kwamen.
I k wil wel een handdruk met u wisselen
klacht van tien Hollanders, thans gevan
genen op Fort San Juliao da Bara (Portu
gal) tegen den Boeren-generaal Pienaar.
De aanklacht komt op 't volgende neer:
Op 18 September 1900 waren een aan
tal burgers te Komatiepoort bijeengeko
men met plan om door eene omtrekkende
beweging zich weder bij de hoofdtroepen
in de Transvaal aan te sluiten.
De schrijver, zekere Smit, ontving in
last van genoemden generaal alle burgers
die zich wilden verwijderen te arresteeren
toen stelde men zich op aan de overzij
van de Komatirivier. Doch den 22 Sept.
kwam van gen. Pienaar het zonderlinge
bevel de Portugeesche grens over te trekken.
Te Lourenco Marques aangekomen hield
Pienaar een rede tot de burgers, waarin
hij hun wijsmaakte dat zij hier niet als
krijgsgevangenen maar als gasten der Por
tugeesche regeering vertoefden. Maar,
gasten, het mocht wat. Een groot deel
der burgers werd in tenten op de binnen
plaatsen der kazernes ondergebracht.
Den 6 Nov. werden allen als vee opge
dreven de straat op gestuurd, en logeerden
daar drie dagen en drie nachten in hunne
dunne kleeding. Eerst daarna mochten zij
hun goed halen. Er waren vele koortszieken.
Den 11 Nov. las Pienaar voor de burgers
een telegram van Roberts voor dat hij zeer
prees en waarin de voorwaarden stonden,
waarop zij zich aan de Engelschen konden
overgeven. Hij stelde eene lijst beschik
baar welke ter teekening werd gelegd voor
personen welke daartoe mochten willen
overgaan: hij zelf dacht niet mee te doen;
„hij moest vluchten want tegen hem waren
er ook lastbrieven uitgenomen (provisioneel
of correctioneel?)"
Hierna volgde groote opgewondenheid
onder de burgers. Een honderdtal w. o.
commt. Grobler en de veld-cornets Naudé
en Verwers (welke nu toch nog trots alles
mooi weer spelen) hadden de lijst geteekend
en wilden ook bovendien hun invloed op
goedgezinden uitoefenen. Smits heeft echter
zijn plan doen mislukken. In het laatst
van Dec. werden zij opnieuw bijeengeroepen
en gevraagd wie vrijwillig naar Portugal
wenschte te gaan. Deze moesten ter zijde
gaan staan. Slechts 45 voldeden aan die
oproeping, de anderen gaven luid hunne
afkeuring te kennen. Op den morgen van
1 Januari 1901 riep gen. P. opnieuw de
burgers tot zich, wenschte hun een ge
lukkig nieuwjaar en verklaarde: „hij was
dankbaar dat God hem overtuigd had, dat
hij in vele verkeerd had gehandeld, maar
nu had hij besloten met zijn burgers in
L. M. te blijven tot het einde der oorlog".
Dit was weer een onwaarheid, want toen
reeds was alles voor hem gereed om naar
Portugal te vertrekken, ten einde beschik
kingen te maken voor zijn verblijf en dat
der burgers.
Einde Januari maakte comm. Mosterd als
wd- gen. aan de burgers bekend, dat zij
zich gereed moesten houden op 15 Febr.
naar Portugal ingescheept te worden. Door
250 burgers werd hiertegen geprotesteerd,
waarop 7 hunner, verraderlijk in de politie-
karzerne gelokt, zonder vorm van proces
daar in de cellen werden opgesloten. Den
9en Maart d. a. v. werden zij op het oor
logschip Alphonse d' Abouquerque gebracht
waarmede zij na eene ellendige reis van 3
maanden in alle soorten van onrein, slecht
voedsel en onbehoorlijke liggiDg Lissabon
bereikten. (Enkele feiten: Sommige van
ons moesten hun kleeren inruilen bij den
kafferkok van den kapitein om wat soep te
bekomen voor de zieken, opdat deze niet
van honger zouden omkomen:
mijn 13-jarig zoontje was zoo ellendig
er aan toe, dat zijn leven in gevaar ver
keerde eene sergeant Machado draagt steeds
mijne dankbaarheid mede, daar hij van zijn
rantsoen de goedheid had een gedeelte voor
mijn kind af te staan, 't geen deze bepaald
het leven deed behouden. Van ons, 10
man, waren gemiddeld 3 per dag ziek. In
Lissabon moesten wij 3 dagen in het ruim
zonder lucht of licht vertoeven en werden
wij behandeld als de grootste misdadigers.
Vandaar werden we naar het fort San Juliao
da Barra vervoerd waar wij nu steeds op
gesloten zijn).
Generaal Pienaar houdt zich van den
domme, wat allicht in verband staat met
het navolgende feit: de zoon van gen. P.
die bij Elandslaagte werd gevangen geno
men en naar St. Helena werd gestuurd, is
onlangs (door wiens tusschenkomst?) vrij
gelaten en voor Engelsche rekening naar
Tomara (Port.) bij zijn vader gezonden.
Is dat soms 't loon voor het wegwerken
van een struikelblok van L. M. naar
Portugal
Het schrijven eindigt met den raad om
geen boeken te sturen, daar voor een klein
pakket boeken 300 tot 500 reis aan invoer
rechten moet worden betaald, hetwelk te
betalen van 30 reis daags, waarvan tabak,
schrijfbehoeften, postzegels, zeep, schoen
smeer, etc. moet worden aangeschaft, on
mogelijk is.
Kitchener is den 17 Juli bijna in handen
der Boeren geweest. Hij was op reis naar
Pretoria toen bij Vereeniging de trein ont
spoorde welke volgde op den trein daar hij
in zat.
President Kruger heeft op grond van de
artikelen 7 en 20 der Haagsche Vredes
conferentie geprotesteerd tegen de procla
matie van Kitchener.
In genoemd tractaat der vredesconferentie
wordt namelijk verboden het toeëigenen
van privaat eigendom van oorlogvoerenden.
Het protest zegt, dat voor verdere eventu
aliteiten de groote mogendheden verant
woordelijk zijn, die toelaten, dat Engeland
voortgaat alle internationale wetten met
voeten te treden.
Uit Middelburg (Kaapkolonie) wordt ge
seind dat twee Boerencommando's die een
paar dagen «hopeloos" ingesloten schenen,
in den nacht tusschen twee Engelsche co
lonnes hebben weten door te sluipen en
den Rhenosterberg waar zij nu «scherp
worden achtervolgd". Er is nu slechts een
kleine bende meer, zegt Kitchener, behalve
Scheepers die let welZuidelijker,
dus meer naar 't doel, naar Kaapstad toe
is «uitgeweken".
Een Iersch blad bevat het verslag van
een vraaggesprek dat het parlementslid
William Redmond onlangs te Hilversum
heeft gehad met Kruger.
Deze zeide dat hij de Ieren als broeders
in de verdrukking beschouwde, en hoopte
dat zij zouden voortgaan de zaak van recht
vaardigheid en waarheid te steunen. Hij
ontkende dat er een samenzwering had be
staan om de Engelschen uit Zuid-Afrika
te verdrijven. De president verzekerde dat
alle bezwaren tegen het bezetten van amb
ten door Roomsch-Katholieken, waren op
geheven door den Volksraad. Kruger had
weinig vertrouwen in de Engelsche beloften
wat de toekomst betreft, vertrouwde hij
dat God ter rechter tijd zou zeggen Tot
hiertoe en niet verder.
Met betrekking tot Kitcheners procla
matie zeide Kruger: Mijn volk zal zich
geen vrees laten aanjagen door redevoe
ringen en proclamaties; deze dingen kun
nen het alleen aanmoedigen, den strijd voort
te zetten. De Engelschen hebben van het
begin af de inboorlingen tegen ons gewa
pend, zooals te Derdepoort in het begin
van den oorlog, maar wij hebben nooit
gewapende Kaffers gebezigd.
Goes. Het hoofd van het plaatselijk be
stuur brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger
der directe belastingen verzonden is kohier
no. 2 der belasting op bedrijfs- en andere
inkomsten dienst 1901/1902 invorderbaar ver
klaard door den directeur der directe belastin gen
te Middelburg den 15 Augustus 1901 no. 590
dat ieder verplicht is zijne aanslag, op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen en dat
heden ingaat de termijnen van zes weken,
binnen welken daartegen bezwaarschriften
kunnen worden ingediend.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Wijngaarden Q. J. Quere,
cand. te Westmaas; te Krommenie L.
Knappert te Nieuwveen; te Poederooijen
G. T. Smit te Longerhouw; te Makkum
J. de Visser te Leerdam.
Bedankt voor Hekelingen door Q. J.
Quéré, cand. te Westmaas; voor Gorin-
chem door J. G. Deur te Gouda; voor
Herven door J. ten Bruggenkate te Oost-
voorne.
Geref. Kerken.
Drietal te Dokkum J. Veenstra te St.
Annaparochie, J. Kok te Nijmegen en M.
Schuurman te Alfen aan den Rijn.
Beroepen te Oldeboorn A. v. d. Vegt,
cand. te Dalfsen; te Barneveld J. Gispen
te Overschie.
R. K. Kerk.
De heer F. E. S. M. Knitol, de vorige
week tot priester gewijd, droeg te Goes
in zijne geboorteplaats, heden Maandag de
eerste mis, in deze hoedanigheid voor. Het
kerkgebouw was eenigszins versierd.
Kapelle. De gemeenteraad benoemde
met algemeene stemmen tot hoofd der school
den heer A. v. d. Brugge, onderwijzer aan
die school.
Geslaagd te 's-Gravenhage voor het
Fransch de heer C. Louwerse te Noordeloos.
Goes. Wat sterkedrank eeD mensch tot
duivel maken kan bleek Zaterdag weer
voor de zooveelste maal. Zekere C. van
H., die anders nog al kalm in zijn doen
en laten is, had in een buurtkroegje bij
de Oude Vischmarkt thuiskomende, maakte
hij over eene kleinigheid captie, waarna
hooge ruzie ontstond, de vrouw met twee
kinderen de deur uitliep en hij haast heel
den huiselijken inboedel stuk sloeg, terwijl
de stemmetjes der drie overige reeds op
gesloten kindertjes tot op straat doordron
gen. De naastwonende buren hadden ge
legenheid den woestaard in zijne furie
doende te zien, want ook een raam werd
verbrijzeld. Toen hij met inwonende bu
ren moeite maakte en zelfs klappen uit-
deelen ging, was de politie er bij om hem
onder hevigen tegenstand in de gang te
arresteeren. Op straat leek hij wel een
krankzinnige. Onder het worstelen raakte
men van de been en de woesteling sloeg,
trapte en beet, waarbij de agent Zandee
aan hoofd en handen gewond werd; ook
de arrestant bloedde. Met behulp van
burgers werd hij onder een stroom van
nieuwsgierigen naar de „nor" gedragen,
waarin hij nog lang spectakel maakte. De
twee politiemannen Dootjes en Zandee had
den een moeielijke taak.
Prov. Blad no. 77 bevat 't bericht van
den Commissaris der Koningin, lo. dat de
opening der jacht op Hein wild is bepaald
als volgt: a. in den Damespolder en in
den Anna Mariapolder, op Zaterdag 31
Augustus 1901, met zonsopgang, met uit
zondering van de jacht op hazen en fazanten,
welke op Zaterdag 28 September d. a. v.,
met zonsopgang, wordt geopendb. in het
overige deel der Provincie, op Maandag
2 September 1901, met zonsopgang, met
uitzondering van de jacht op hazen en fa
zanten, welke op Maandag 30 September 1901,
met zonsopgang, wordt geopend; 2o. dat
voor de geheele Provincie de korte
jacht zal geoorloofd zijn dagelijks en de lange
jacht op Maandag, Woensdag en Zaterdag
van iedere week, alsmede op de vier dagen,
voorafgaande aan de sluiting der jacht,
alles met uitzondering van de Zondagen.
De heer E. Rijkens, tot 1 dezer re
dacteur der Oprechte Haarlemsche Courant,
is benoemd tot hoofdredacteur directeur
der Goesche Courant.
Thans moet er weer sprake van zijn,
de klasse van discipline van Vlissingen
naar Dordrecht en in verband daarmede
het korps pontonniers van Dordrecht naar
Vlissingen over te plaatsen.
Rilland. Door het uitsnjjden van een
ruit werd Zondag alhier terwijl de wet
houder A. B. en zijne vrouw naar de kerk
waren, in diens woning ingebroken. Met
een paar valsche sleutels schijnen een paar
kastjes te zijn open gebroken en is uit
het kastje der vrouw eenig geld ontvreemd,
alsmede ook uit eene portemonnaie.
Op ons stil dorpje behoort een dergelijke
brutaliteit tot de zeldzaamheden.
Rilland. In een weide van den burge
meester hebben twee ossen zoo hevig ge
vochten dat de een den ander de nekspier
afstak, zoodat het mooie dier onmiddellijk
moest worden afgemaakt.
Door den heer R. Groeneveld de Kater,
burgemeester van Noordgouwe, is, om ge
zondheidsredenen, tegen 31 Aug. eervol ont
slag uit zijne betrekking gevraagd.
Te 's-Gravenhage is 0. a. geslaagd voor
het notarieel staatsexamen de heer B. Huls-
hoff te Zierikzee.
Voor het politiediploma is te 's-Graven
hage geslaagd J. Snijders, van Oud-Vosmeer.
Bij kon. Besluit is met 1 September
benoemd tot provinciaal adjudant in Zeeland
de majoor H. A. Ie Bron de Vexela, van
het regiment grenadiers en jagers.
Sedert een paar weken bereizen twee
Transvalers Belgisch Vlaanderen in het
belang der vrouwenkampen in Zuid-Afrika.
Het zijn de heeren C. Plokhooij en H. J.
Louw. De heer Plokhooij heeft den oorlog
medegemaakt tot na den slag bij Donker-
hoek (Juni 1900), is in Augustus 1900
teruggekomen in Holland en daarna in
December teruggekeerd naar Afrika om te
trachten door te breken naar de commando's.
Door de Portugeezen werd hij echter ge
vangen genomen en met andere krijgsge
vangenen naar Portugal vervoerd. Uit
deze gevangenschap ontvlucht, is hij na
vele avonturen in ons land teruggekomen.
De heer Louw is tijdens den oorlog veld-
cornet te Johannesburg geweest en in het
begin dezes jaars uitgezet. Het weldadig
heids-comité te Johannesburg heeft hem
opdracht gegeven in Europa den nood der
vrouwenkampen bekend te maken en de
offervaardigheid der boerenvrienden in te
roepen.
Overal, waar zij in België komen, worden
zij met geestdrift ontvangen en openen de
beurzen zich. Achtereenvolgens traden zij
op te Maldegem, Ecloo, Brugge, Thielt,
Meulebeke; terwijl nu Maandagavond eene
groote vergadering voor hen belegd is te
Gent. Waarschijnlijk zullen zij nog op
treden te Kortrijk, IJperen en andere
plaatsen.
Te Brugge hadden zij in de Hallezaal
1000 menschen onder hun gehoor, prof.
Julias Sabbe hield daar eene schitterende
rede, waarin hij wees op de overeenkomst
in taal en heel het roemrijke verleden van
het Dietsche ras in het geheugen terrugriep.
Overal zingen de menschen met vuur
het Transvaalsche volkslied. Te Meulebeke
(bij Thielt) had de burgemeester de Trans
vaalsche vlag uitgestoken. Te Brugge werd
Plokhooij door de leerlingen der Handels
school in triomf door de stad gedragen.
Ds. A. S. Talma zal emeritaat aan
vragen en zich met 1 October of eerder
te 's Gravenhage vestigen. Dat hij het
redacteurschap van de Standaard zou op
zich nemen is niet waar, er is ook nooit
sprake van geweest.
In sommige bladen wordt verteld dat
men „te Hoogeveen (Dr.) nogal conservatief
is uitgevallen, dewijl men er met de trom
voorop naar de kerk gaat.', Dit zal wel
een abuis zijn. Vermoedelijk is een ander
Hoogeveen bedoeld, want er is sprake van
„het naburige Echten", en dat ligt niet
in Drenthe.
Brutaal!
Van nacht is door verbreking van afslui
ting van een stal aan de Hoogte Kadijk te
Amsterdam een paard met hoofdstel en
leidsels uit dien stal gestolen. Het paard
werd aan een paardenslachter verkocht en
was bij onderzoek reeds geslacht. Het
hoofdstel en de leidsels zijn door de
rechersche opgespoord.
Op de heide bij Velzen zou Don
derdag een paartje in den echt verbonden
worden, 's ochtends 9 uur op het raadhuis,
en om half 10 in de kerk, en daarom waren
dan ook te SXU uur de getuigen en de
familie in de woning der bruid bijeen.
Doch zie, daar verschijnt te 8'/i uur de
ooievaar en brengt een dikken jongen,
zoodat de ambtenaar van den burgerlijken