Bekendmaking. Kerknieuws. Schoolnieuws. Gemengde Berichten. slaags geweest met 50 Boeren bij een hoeve. 5 Boeren werden gedood, 9 ge wond. Acht anderen, die gewond waren, ontsnapten. De Zuid-Afrikaansche Politie is den Hen Augustus in gevecht geweest met 40 Boeren ten Noorden van Modder- rivier. De verliezen der Boeren bedroegen 3 man gesneuveld, verscheiden gewond, terwijl zes hunner gevangen werden ge nomen. De Engelschen hadden twee doo- den en 7 gewonden. De lezer bedenke dat dit een bericht uit Engelsche bron is. In Kaapkolonie leden de Engelschen weer eens een nederlaagje, met er aan gepaard gaande groote verliezen. Er viel namelijk bij Bethesda een compagnie van French's verspieders in een hinderlaag en werden door een Boerenafdeehng onder Theron ingesloten en gevangen genomen, doch weer vrij gelaten. De Engelschen verloren daarbij twee officieren en vier man. Maar het cijfer zal wel hooger zijn. Wat zou er toch aan zijn van het gerucht dat de Transvaalsche regeering kaperbrieven wil uitgeven aan allen die den Engelschen handel ter zee afbreuk willen doen? Het is of wij naar den tijd van den 80 jarigen oorlog terugkeeren. Trouwens de overeenkomst tusschen de Bosch- en Water geuzen der 16e eeuw en de Boeren der 20e is op bepaalde punten treffend. Er hebben al Zuid-Afrikaners in Neder land zich aan het bekende adres opgege ven, om deel uit te maken van de beman ning dier kaperschepen. Dus, eerst te land, nu ter zee! Alles verliezen om alles te winnen, juist als hun Vaderen. Terecht roept De Telegraaf uit: „Welk schouw spel zal de wereld nog te zien krijgen in deze 20e eeuw! Weer een worsteling tusschen het Hollandsche en het Engelsche ras »p de wereldzee? Maar immers, „Brittannia rules the waves!" Ten minste zoo meent Brittannië. Of het zoo is, zal wellicht spoedig blijken." Ret Randelsblad vertelt 't volgende In Nederland is dezer dagen uit Pretoria een Transvaalsche dame, moeder van zes kinderen, aangekomen, die met haar kroost onder bedrieglijke voorwendselen was verwijderd, omdat zij te gevaarlijk was. Deze dame is een dier moedige vrouwen, die niet alleen zelf niet het hoofd laten hangen onder de droevige tijdsomstandig heden, maar nog geestkracht genoeg bezit ten om zwakkere medeschepselen een hart onder den riem te steken. Zij bleef dan ook geenszins in gebreke haar terneerge slagen zusteren te Pretoria gedurig moed in te spreken en vestigde dus al spoedig de aandacht der Engelsche overheden op zich. Deze besloten haar zoo spoedig mo gelijk te verwijderen, nadat eenige waar schuwingen, officieus en officieel, niets ble ken te hebben uitgewerkt. De kordate vrouw gaf hierop steeds maar één antwoord »Zend mij maar gerust naar een kamp", maar kreeg daarop het volgende bescheid Dat zou u wel willen, dan kon u de vrouwen daar ook opmonteren en die zouden dan hun mannen aanvuren, terwijl het er ons om te doen is ze teneergedrukt te houden, opdat ze de mannen zullen aansporen den strijd op te geven. De vrouw moest dus vervijderd worden uit Zuid-Afrika, maar, naar het schijnt, wil de men dat niet zonder eenige vermeldbare reden doen. Daarom werd haar verteld dat haar man die door de Portugeezen was tegengehouden, en thans te Galdas vertoeft zich in Holland bevond en zij vrijheid kreeg op, Engeland's kosten met haar kinde ren naar haar echtgenoot te reizen. Dit «aan bod" werd aangenomen en de dame met haar kinderen werd gratis vervoerd naar Neder land. Te Londen deed zij navraag en hoorde dat haar man in Portugal waszij heeft echter familie hier en is nu met haar kinderen voor- loopig althans geborgen. Zij vertelde ons, behalve haar eigen wedervaren, nog een paar staaltjes van het optreden der Engelschen in en nabij Pretoria, die de «weldaden van het Bntsch bestuur" wederom in een scherp daglicht stellen. Zij verhaalde van een ziekeljjke vrouw met vijf kinderen die bij Pretoria woonde, maar onlangs op bevel der Engelschen haar huisje moest ontruimen. Er werd der onge lukkige geen tijd gelaten iets mede te nemen. Slechts gehuld in een deken kroop aij met haar kinderen, waaronder nog een zuigeling naar een nabijgelegen bosehje, waar zij zich verborg. Zij zag daar haar woning in vlam men opgaan. Eerst vijf dagen later kwamen de wagens langs de plek die de «beschermlingen" van Engeland opnamen om ze naar een der kam pen te brengen. Yijf dagen lang heeft de ongelukkige in het bosehje doorgebracht. Door hon ger gekweld en radeloos door den hart- verscheurenden toestand harer kinderen groef zij uit den modder «padvischjes" een benaming in Transvaal voor jonge padden op en gaf die den ongelukkigen wichten te eten. Toen de Engelsche wa gens aankwamen, waren drie kindertjes dood. Zij verhaaalde van een man te Pretoria die maar geen vergunning kon krijgen om zijn gestorven kind te begraven. Hij werd gedurig van het kastje naar den muur gestuurd en middelerwijl lag het lijkje onbeschermd achter het huis. Alles was den man ontnomen, zoodat hij zelfs geen planken had een kistje te timmeren. Ten aatste brachten de buren voldoende plan ken bij elkaar, zoodat het lijkje ten minste gekist kon worden. Zij verhaalde van een rijken Boer, een der rijksten in de republiek, die op aan stoken van Engelschen door de kaffers werd overvallen, vermoord en gruwelijk verminkt. Al zijn eigendommen werden vernield of geroofd. Zij dochter, voorheen een erfdochter van 60.000 loopt half waanzinnig te Pretoria als bedelares rond. Zij verhaalde maar ach het is zoo droevig alles te herhalen. Wij hebben t wèer gehoord, welke duldelooze smarten, hoe onbeschrijflijke ellende wordt geleden door het heldenvolk, welks grootste mis daad is dat het zijn vrijheid te lief heeft. Ds. Broekhuizen, die, gelijk de lezer weet, nu in Amerika is om voor de Boe ren te pleiten, heeft de ondervinding op gedaan dat het daar voor 't meerendeel ellendige anti-Boers, althans hielenlikkers van Koning Edward, Rhodes en zijn mede- schurken zijn. Hij bezocht Princeton en de universiteit aldaar en logeerde bij professor Vos, die een groot Boerenvriend is. Hij beschrijft aldus zijn eerste ontmoe ting aldaar: Dr. Kuyper heeft een tijdje geleden te Princeton lezingen gehouden over Calvi nisme en men spreekt met algemeene hoogachting van hem en zijn groote be kwaamheid als theoloog! Dien avond hadden wij eene ontmoeting. "Wij gingen naar het hotel om onze handkoffertjes te halen. Prof. Vos ging met ons. Den hotelhouder vroeg ik waar het was, hij bracht mij er heen en zeideTou are from the old country not so by your speech? Het was gelijk vuur in bus kruit. ,,I am a Boer", was mijn ant woord. Well, zeide hij, we will have no thing of you, then we are all for Johnny Bull here! Somebody who had been in South Africa says: „The Boers stink!" 3) Woedend sprong ik op hem toe, drukte mijn gebalde vuist onder zijn neus, „Does this stink!" 4) „I did not mean it like that", zeide de verschrikte Engelschman. „We are all friends, let us shake hands." 6) Shake hands with you", was mijn ant woord, no, Sir, not I!" 6) Mijn broer was erbij gekomen en zeide tot hem: „Do you known that a certain stench has-come to Pretoria of late, since the English army came thère, which is called „Khaki stench?" The whole town stinks since the English came there Mijn broer zeide: „I will shake hands with you s), nam zijn hand en drukte die bijna fijn. Hij schreeuwde van pijn; dien Boerenhanddruk zal hij zeker nooit ver geten. Hoe hij op de vergadering van de We reldconferentie te Boston der Chr. Jonge- lingsvereenigingen gevaren is, zal den lezer nog wel bekend zijn. Ook daar groote teleurstelling. Eerst te Brooklin vond hij harten die kloppen met de Boeren. In de kerk waar hij predikte, hingen de vlaggen der Zuid- Afrikaansche republieken met de Ameri- kaansche. De Engelsche generaals zijn op het oogenblik in Zuid-Afrika als volgt gesta tioneerd Bloemfontein Tucker, Harrismith Rundie, Natal Hildyard, ten oosten van Pretoria Blood, Pretoria Barton, Oostelijke Kaapkolonie Hart, Standerton Clements, Kaapkolonie-District Wynne, Barberton Stephenson, Heidelberg Cooper, Lijdenburg F. W. Kitchener, Kroonstad Knox, Naauw- poort Jones, Kimberley Pretyman, ten westen van Johannesburg Wilson, Newcastle Burn-Murdoch, Irene Cunningham, Plat- rand E. Hamilton, Krugersdorp Barker, Machadadorp Reeves, Ventersdorp G. Ha milton. En die met hen allen en hunne 61 co lonnes hebben 't nog slechts zoo ver ge bracht dat de optimistische Koning Ed ward in zijn troonrede bij gelegenheid der sluiting van het parlement op jongstleden Zaterdag alleen vaststellen kon dat de uitgestrektheid van 't gebied hun belette zoo vlug op te schieten als men wel wenschte. Ds. v. Gheel Gildemeester bericht dat den 21 Juli ds. Goddefroy uit Pretoria nog in leven was. Hij lag in 't hospitaal, was van zijn koortsen genezen, doch ge voelde zich zwak. Als hij beier is, moet hij als krijgsgevangene naar Engelsch Indië. Zijn vrouw is nog te Pretoria. Zijn zoons zjjn op commando, of reeds gesneuveld. Een hunner, zijn 17 jarige jongste, is op St. Helena door een Engel schen schildwacht, verraderlijk doodge schoten. Ret Randelsllad bevat een bittere aan Ik merk uit uw speech dat u uit 't oude land van daan bent. 2) Ik ben een Boer. 3) Wij moeten niets van jou hebben hier, wij zijn hier allemaal voor John Buil. Som migen die in Zuid-Afrika geweest zijn zeggen dat de Boeren »tinken. 4) Stinkt die 5) Zoo meende ik het niet; wij zijn alle maal vrienden, laten wij malkaar de hand geven. 6) Ik jou een hand geven? Neen Mijnheer i k niet. i) Weet je dat er later een zekere stank in Pretoria gekomen is sinds het Engelsche leger er kwam? Het heet khakistank. De heele stad stinkt sedert de Engelschen daar kwamen. I k wil wel een handdruk met u wisselen klacht van tien Hollanders, thans gevan genen op Fort San Juliao da Bara (Portu gal) tegen den Boeren-generaal Pienaar. De aanklacht komt op 't volgende neer: Op 18 September 1900 waren een aan tal burgers te Komatiepoort bijeengeko men met plan om door eene omtrekkende beweging zich weder bij de hoofdtroepen in de Transvaal aan te sluiten. De schrijver, zekere Smit, ontving in last van genoemden generaal alle burgers die zich wilden verwijderen te arresteeren toen stelde men zich op aan de overzij van de Komatirivier. Doch den 22 Sept. kwam van gen. Pienaar het zonderlinge bevel de Portugeesche grens over te trekken. Te Lourenco Marques aangekomen hield Pienaar een rede tot de burgers, waarin hij hun wijsmaakte dat zij hier niet als krijgsgevangenen maar als gasten der Por tugeesche regeering vertoefden. Maar, gasten, het mocht wat. Een groot deel der burgers werd in tenten op de binnen plaatsen der kazernes ondergebracht. Den 6 Nov. werden allen als vee opge dreven de straat op gestuurd, en logeerden daar drie dagen en drie nachten in hunne dunne kleeding. Eerst daarna mochten zij hun goed halen. Er waren vele koortszieken. Den 11 Nov. las Pienaar voor de burgers een telegram van Roberts voor dat hij zeer prees en waarin de voorwaarden stonden, waarop zij zich aan de Engelschen konden overgeven. Hij stelde eene lijst beschik baar welke ter teekening werd gelegd voor personen welke daartoe mochten willen overgaan: hij zelf dacht niet mee te doen; „hij moest vluchten want tegen hem waren er ook lastbrieven uitgenomen (provisioneel of correctioneel?)" Hierna volgde groote opgewondenheid onder de burgers. Een honderdtal w. o. commt. Grobler en de veld-cornets Naudé en Verwers (welke nu toch nog trots alles mooi weer spelen) hadden de lijst geteekend en wilden ook bovendien hun invloed op goedgezinden uitoefenen. Smits heeft echter zijn plan doen mislukken. In het laatst van Dec. werden zij opnieuw bijeengeroepen en gevraagd wie vrijwillig naar Portugal wenschte te gaan. Deze moesten ter zijde gaan staan. Slechts 45 voldeden aan die oproeping, de anderen gaven luid hunne afkeuring te kennen. Op den morgen van 1 Januari 1901 riep gen. P. opnieuw de burgers tot zich, wenschte hun een ge lukkig nieuwjaar en verklaarde: „hij was dankbaar dat God hem overtuigd had, dat hij in vele verkeerd had gehandeld, maar nu had hij besloten met zijn burgers in L. M. te blijven tot het einde der oorlog". Dit was weer een onwaarheid, want toen reeds was alles voor hem gereed om naar Portugal te vertrekken, ten einde beschik kingen te maken voor zijn verblijf en dat der burgers. Einde Januari maakte comm. Mosterd als wd- gen. aan de burgers bekend, dat zij zich gereed moesten houden op 15 Febr. naar Portugal ingescheept te worden. Door 250 burgers werd hiertegen geprotesteerd, waarop 7 hunner, verraderlijk in de politie- karzerne gelokt, zonder vorm van proces daar in de cellen werden opgesloten. Den 9en Maart d. a. v. werden zij op het oor logschip Alphonse d' Abouquerque gebracht waarmede zij na eene ellendige reis van 3 maanden in alle soorten van onrein, slecht voedsel en onbehoorlijke liggiDg Lissabon bereikten. (Enkele feiten: Sommige van ons moesten hun kleeren inruilen bij den kafferkok van den kapitein om wat soep te bekomen voor de zieken, opdat deze niet van honger zouden omkomen: mijn 13-jarig zoontje was zoo ellendig er aan toe, dat zijn leven in gevaar ver keerde eene sergeant Machado draagt steeds mijne dankbaarheid mede, daar hij van zijn rantsoen de goedheid had een gedeelte voor mijn kind af te staan, 't geen deze bepaald het leven deed behouden. Van ons, 10 man, waren gemiddeld 3 per dag ziek. In Lissabon moesten wij 3 dagen in het ruim zonder lucht of licht vertoeven en werden wij behandeld als de grootste misdadigers. Vandaar werden we naar het fort San Juliao da Barra vervoerd waar wij nu steeds op gesloten zijn). Generaal Pienaar houdt zich van den domme, wat allicht in verband staat met het navolgende feit: de zoon van gen. P. die bij Elandslaagte werd gevangen geno men en naar St. Helena werd gestuurd, is onlangs (door wiens tusschenkomst?) vrij gelaten en voor Engelsche rekening naar Tomara (Port.) bij zijn vader gezonden. Is dat soms 't loon voor het wegwerken van een struikelblok van L. M. naar Portugal Het schrijven eindigt met den raad om geen boeken te sturen, daar voor een klein pakket boeken 300 tot 500 reis aan invoer rechten moet worden betaald, hetwelk te betalen van 30 reis daags, waarvan tabak, schrijfbehoeften, postzegels, zeep, schoen smeer, etc. moet worden aangeschaft, on mogelijk is. Kitchener is den 17 Juli bijna in handen der Boeren geweest. Hij was op reis naar Pretoria toen bij Vereeniging de trein ont spoorde welke volgde op den trein daar hij in zat. President Kruger heeft op grond van de artikelen 7 en 20 der Haagsche Vredes conferentie geprotesteerd tegen de procla matie van Kitchener. In genoemd tractaat der vredesconferentie wordt namelijk verboden het toeëigenen van privaat eigendom van oorlogvoerenden. Het protest zegt, dat voor verdere eventu aliteiten de groote mogendheden verant woordelijk zijn, die toelaten, dat Engeland voortgaat alle internationale wetten met voeten te treden. Uit Middelburg (Kaapkolonie) wordt ge seind dat twee Boerencommando's die een paar dagen «hopeloos" ingesloten schenen, in den nacht tusschen twee Engelsche co lonnes hebben weten door te sluipen en den Rhenosterberg waar zij nu «scherp worden achtervolgd". Er is nu slechts een kleine bende meer, zegt Kitchener, behalve Scheepers die let welZuidelijker, dus meer naar 't doel, naar Kaapstad toe is «uitgeweken". Een Iersch blad bevat het verslag van een vraaggesprek dat het parlementslid William Redmond onlangs te Hilversum heeft gehad met Kruger. Deze zeide dat hij de Ieren als broeders in de verdrukking beschouwde, en hoopte dat zij zouden voortgaan de zaak van recht vaardigheid en waarheid te steunen. Hij ontkende dat er een samenzwering had be staan om de Engelschen uit Zuid-Afrika te verdrijven. De president verzekerde dat alle bezwaren tegen het bezetten van amb ten door Roomsch-Katholieken, waren op geheven door den Volksraad. Kruger had weinig vertrouwen in de Engelsche beloften wat de toekomst betreft, vertrouwde hij dat God ter rechter tijd zou zeggen Tot hiertoe en niet verder. Met betrekking tot Kitcheners procla matie zeide Kruger: Mijn volk zal zich geen vrees laten aanjagen door redevoe ringen en proclamaties; deze dingen kun nen het alleen aanmoedigen, den strijd voort te zetten. De Engelschen hebben van het begin af de inboorlingen tegen ons gewa pend, zooals te Derdepoort in het begin van den oorlog, maar wij hebben nooit gewapende Kaffers gebezigd. Goes. Het hoofd van het plaatselijk be stuur brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der directe belastingen verzonden is kohier no. 2 der belasting op bedrijfs- en andere inkomsten dienst 1901/1902 invorderbaar ver klaard door den directeur der directe belastin gen te Middelburg den 15 Augustus 1901 no. 590 dat ieder verplicht is zijne aanslag, op den bij de wet bepaalden voet te voldoen en dat heden ingaat de termijnen van zes weken, binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Wijngaarden Q. J. Quere, cand. te Westmaas; te Krommenie L. Knappert te Nieuwveen; te Poederooijen G. T. Smit te Longerhouw; te Makkum J. de Visser te Leerdam. Bedankt voor Hekelingen door Q. J. Quéré, cand. te Westmaas; voor Gorin- chem door J. G. Deur te Gouda; voor Herven door J. ten Bruggenkate te Oost- voorne. Geref. Kerken. Drietal te Dokkum J. Veenstra te St. Annaparochie, J. Kok te Nijmegen en M. Schuurman te Alfen aan den Rijn. Beroepen te Oldeboorn A. v. d. Vegt, cand. te Dalfsen; te Barneveld J. Gispen te Overschie. R. K. Kerk. De heer F. E. S. M. Knitol, de vorige week tot priester gewijd, droeg te Goes in zijne geboorteplaats, heden Maandag de eerste mis, in deze hoedanigheid voor. Het kerkgebouw was eenigszins versierd. Kapelle. De gemeenteraad benoemde met algemeene stemmen tot hoofd der school den heer A. v. d. Brugge, onderwijzer aan die school. Geslaagd te 's-Gravenhage voor het Fransch de heer C. Louwerse te Noordeloos. Goes. Wat sterkedrank eeD mensch tot duivel maken kan bleek Zaterdag weer voor de zooveelste maal. Zekere C. van H., die anders nog al kalm in zijn doen en laten is, had in een buurtkroegje bij de Oude Vischmarkt thuiskomende, maakte hij over eene kleinigheid captie, waarna hooge ruzie ontstond, de vrouw met twee kinderen de deur uitliep en hij haast heel den huiselijken inboedel stuk sloeg, terwijl de stemmetjes der drie overige reeds op gesloten kindertjes tot op straat doordron gen. De naastwonende buren hadden ge legenheid den woestaard in zijne furie doende te zien, want ook een raam werd verbrijzeld. Toen hij met inwonende bu ren moeite maakte en zelfs klappen uit- deelen ging, was de politie er bij om hem onder hevigen tegenstand in de gang te arresteeren. Op straat leek hij wel een krankzinnige. Onder het worstelen raakte men van de been en de woesteling sloeg, trapte en beet, waarbij de agent Zandee aan hoofd en handen gewond werd; ook de arrestant bloedde. Met behulp van burgers werd hij onder een stroom van nieuwsgierigen naar de „nor" gedragen, waarin hij nog lang spectakel maakte. De twee politiemannen Dootjes en Zandee had den een moeielijke taak. Prov. Blad no. 77 bevat 't bericht van den Commissaris der Koningin, lo. dat de opening der jacht op Hein wild is bepaald als volgt: a. in den Damespolder en in den Anna Mariapolder, op Zaterdag 31 Augustus 1901, met zonsopgang, met uit zondering van de jacht op hazen en fazanten, welke op Zaterdag 28 September d. a. v., met zonsopgang, wordt geopendb. in het overige deel der Provincie, op Maandag 2 September 1901, met zonsopgang, met uitzondering van de jacht op hazen en fa zanten, welke op Maandag 30 September 1901, met zonsopgang, wordt geopend; 2o. dat voor de geheele Provincie de korte jacht zal geoorloofd zijn dagelijks en de lange jacht op Maandag, Woensdag en Zaterdag van iedere week, alsmede op de vier dagen, voorafgaande aan de sluiting der jacht, alles met uitzondering van de Zondagen. De heer E. Rijkens, tot 1 dezer re dacteur der Oprechte Haarlemsche Courant, is benoemd tot hoofdredacteur directeur der Goesche Courant. Thans moet er weer sprake van zijn, de klasse van discipline van Vlissingen naar Dordrecht en in verband daarmede het korps pontonniers van Dordrecht naar Vlissingen over te plaatsen. Rilland. Door het uitsnjjden van een ruit werd Zondag alhier terwijl de wet houder A. B. en zijne vrouw naar de kerk waren, in diens woning ingebroken. Met een paar valsche sleutels schijnen een paar kastjes te zijn open gebroken en is uit het kastje der vrouw eenig geld ontvreemd, alsmede ook uit eene portemonnaie. Op ons stil dorpje behoort een dergelijke brutaliteit tot de zeldzaamheden. Rilland. In een weide van den burge meester hebben twee ossen zoo hevig ge vochten dat de een den ander de nekspier afstak, zoodat het mooie dier onmiddellijk moest worden afgemaakt. Door den heer R. Groeneveld de Kater, burgemeester van Noordgouwe, is, om ge zondheidsredenen, tegen 31 Aug. eervol ont slag uit zijne betrekking gevraagd. Te 's-Gravenhage is 0. a. geslaagd voor het notarieel staatsexamen de heer B. Huls- hoff te Zierikzee. Voor het politiediploma is te 's-Graven hage geslaagd J. Snijders, van Oud-Vosmeer. Bij kon. Besluit is met 1 September benoemd tot provinciaal adjudant in Zeeland de majoor H. A. Ie Bron de Vexela, van het regiment grenadiers en jagers. Sedert een paar weken bereizen twee Transvalers Belgisch Vlaanderen in het belang der vrouwenkampen in Zuid-Afrika. Het zijn de heeren C. Plokhooij en H. J. Louw. De heer Plokhooij heeft den oorlog medegemaakt tot na den slag bij Donker- hoek (Juni 1900), is in Augustus 1900 teruggekomen in Holland en daarna in December teruggekeerd naar Afrika om te trachten door te breken naar de commando's. Door de Portugeezen werd hij echter ge vangen genomen en met andere krijgsge vangenen naar Portugal vervoerd. Uit deze gevangenschap ontvlucht, is hij na vele avonturen in ons land teruggekomen. De heer Louw is tijdens den oorlog veld- cornet te Johannesburg geweest en in het begin dezes jaars uitgezet. Het weldadig heids-comité te Johannesburg heeft hem opdracht gegeven in Europa den nood der vrouwenkampen bekend te maken en de offervaardigheid der boerenvrienden in te roepen. Overal, waar zij in België komen, worden zij met geestdrift ontvangen en openen de beurzen zich. Achtereenvolgens traden zij op te Maldegem, Ecloo, Brugge, Thielt, Meulebeke; terwijl nu Maandagavond eene groote vergadering voor hen belegd is te Gent. Waarschijnlijk zullen zij nog op treden te Kortrijk, IJperen en andere plaatsen. Te Brugge hadden zij in de Hallezaal 1000 menschen onder hun gehoor, prof. Julias Sabbe hield daar eene schitterende rede, waarin hij wees op de overeenkomst in taal en heel het roemrijke verleden van het Dietsche ras in het geheugen terrugriep. Overal zingen de menschen met vuur het Transvaalsche volkslied. Te Meulebeke (bij Thielt) had de burgemeester de Trans vaalsche vlag uitgestoken. Te Brugge werd Plokhooij door de leerlingen der Handels school in triomf door de stad gedragen. Ds. A. S. Talma zal emeritaat aan vragen en zich met 1 October of eerder te 's Gravenhage vestigen. Dat hij het redacteurschap van de Standaard zou op zich nemen is niet waar, er is ook nooit sprake van geweest. In sommige bladen wordt verteld dat men „te Hoogeveen (Dr.) nogal conservatief is uitgevallen, dewijl men er met de trom voorop naar de kerk gaat.', Dit zal wel een abuis zijn. Vermoedelijk is een ander Hoogeveen bedoeld, want er is sprake van „het naburige Echten", en dat ligt niet in Drenthe. Brutaal! Van nacht is door verbreking van afslui ting van een stal aan de Hoogte Kadijk te Amsterdam een paard met hoofdstel en leidsels uit dien stal gestolen. Het paard werd aan een paardenslachter verkocht en was bij onderzoek reeds geslacht. Het hoofdstel en de leidsels zijn door de rechersche opgespoord. Op de heide bij Velzen zou Don derdag een paartje in den echt verbonden worden, 's ochtends 9 uur op het raadhuis, en om half 10 in de kerk, en daarom waren dan ook te SXU uur de getuigen en de familie in de woning der bruid bijeen. Doch zie, daar verschijnt te 8'/i uur de ooievaar en brengt een dikken jongen, zoodat de ambtenaar van den burgerlijken

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 2