NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 156.1901, Donderdag 25 Juli, 15e jaargang, GHRISTELIJK- HISTORISCH Dt lie „Een Setooi iet flen Bijtel." IT. 3T 3,- 3,- 3,- 3- 3,- 3- 3- 3,- appii 11,- 11,30 12,— cljfl&e VERSCHIJNT Wed. S. J. DE J0N6E-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Aankondiging van do 23e Jaarcollecte voor de Scholen niet den Bijbel. Engeland en Transvaal. 'g. eeubergeu. 1 2,7 3,53 7,35 2,48 4,34 8,16 2,53 4,398,20 2 3,36 5,229.3 H3,40 5,269,7 I— 10,—1,35 3,58 12,6 5,36 |8,43 1,51 7,21 10,25 3,35 9,5 7,35 1,40 1,10 5,40 9,15 14,15 5,459,20 2,45 4,45 6,15 ,20 12,13 6, [2,34 2,356,23 2,48 2,54 6,42 12,55 3,5 6,35 1,10 3,22 7,10 9,25 1,20 7,30 9,30 2,10 7,18 [10 4,— 7,10 9.20 4,9 6,40 140 4.10 8,15 2,8 4,48 8,43 2,28 4,50 9,3 |40 5,10 9,25 50 4,35 6,20 150 5,15 9,35 15,20 6,55 9,40 9,45 3,35 9,5 35 1,40 6,15 ",18 3,30 7,58 1,3 5,15 9,40 12,45 6,15 k,30;7,34 9,50 >,33 7,37 9,53 2.21 6,16 8,20 [10,36 121 8,25 10,52 7,2 9,7 11,23 pee; 9,25 uit en 2,33 uit Iderdags. HEN ST 11—V lake ke vm. 6, ïiddellijk na lerende trein en vm. 7,30 na aankomst 11,30 n.m. iTTEBDAM ondags van rg 8,45van ZEE. Zierikzee. Imorg. 'smidd 7,50 7,50 6,30 7,50 7,50 6,30 7,50 7,50 7,50 5,30 e e s ch e (otterdam. 's midd. 12,— 12,- 12,— |mam 12,30 1,— l'sm.ll, 30 6,204) 55 6,50 15a) 4,45 .ba) 5,5 6,204)/) 10 6,40 f) ten hoogste Borsselen en ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per dvie maanden franco, p. p0,95. Enkele nummers 0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 1878 3 AUGUSTUS 1901. „Staat stil en denkt na!" Zoo wordt ons toegeroepen, telkens als we van het oude in liet nieuwe jaar overgaan. Maar krachtiger dan ooit klonk ons dit toe, toen de twintigste eeuw haar intocht deed en de negentiende tot de geschiedenis behoorde Welke groote veranderingen zijn er in die negentiende eeuw alom en op elk ge bied tot stand gekomen! Hoe belangrijk is zij voor Nederland geweest, op 't gebied van 't onderwijs, inzonderheid van 't Bij zonder, Christelijk onderwijs! Welk een edele strijd is alhier, gelijk nergens elders in Europa, jarenlang gevoerd voor de vrij heid van onderwijs! Staat stil en denkt na, en herinnert U, hoeveel moeite het gekost heeft om in de Wet de vrijheid geschreven te zien tot het oprichten van Bijzondere scholen! Vergeet de namen niet van de moedige staatslieden Groen van Prinsterer, Mackay, Elout en anderen, die met mond en pen voor die vrijheid streden, zich het Evangelie niet schaamden en, niettegenstaande hun smaad ten deel viel, toch volhielden, tot dat zij overwonnen. Welk een helderen blik hadden die Christenmannen op den verderfelijken in vloed, dien de nieuwe Onderwijswet van 1857 op ons volk zou uitoefenen! Hoe heeft de Heere door hun woord geestdrift onder ons volk gewekt om Christe lijke scholen te bouwen! Telkens verrezen er meer. Op 1 Januari 1873 bedroeg haar aantal 300, en op 1 Januari van dit jaar was dit getal gestegen tot 651, bezocht door 101029 leerlingen, die onderwijs ontvangen van 2562 onderwijzers en onderwijzeressen. Wat dunkt Umogen wij met het oog op die cijfers en dat is nog maar de uitwendige zijde den strijd, die in de negentiende eeuw gevoerd werd, niet een rijk gezegenden noemen? Bezien wij de zaak nog wat nader. Dr. Funcke, predikant te Bremen, heeft een boek uitgegeven, getiteldGods leidingen m mijn levensgeschiedenis. Een merkwaardig F E U IL LET ON. De Zuid-Afrikaansche oorlog en de Duitsche Zendingsvereenigingen. Reeds meer dan eon jaar woedt de oorlog in Zuid-Afrika. En hoeveel offers aan goederen van allerlei aard hij vooral van de Boeren geëischt moge hebben, ook de Duitsche Zendingsvereenigingen en haar arbeid hebben tot hiertoe buitengewoon veel schade geleden en lijden nog voort durend schade. Laten de verschillende Zendingsvereenigingen, die in Zuid-Afrika arbeiden, ons daaromtrent nader inlichten. In het Maartnummer van de-Berichten der Rijnsehe Zendingsvereeniging in Bar men lezen wij: »Nu zijn ook onze Zen dingsgemeenten tegen haren wil midden in do oorlogstroebelen als geworpen. Het verkeer tusschen de verschillende Zendings- posten is verbroken; de krijgswet is afgo- kondigd. Uit Worcester in 'de Kaapkolonie in de nabijheid van Kaapstad, schrijft zen deling F. Eich: »niemand mag zonder pas naar eene andere plaats reizen, en die wordt maar zelden gegeven. Vele paar den zijn reeds opgekocht en morgen 17 Juni moeten alle ossen, wagens, zadels en hoofdstellen gebracht worden. Velen onzer l»;110» zÜn opontboden naar Ceresstation bij Worcester om loopgraven te maken, nzonderkeid schijnt Wupperthal aan ge vaar blootgesteld te zijn, terwijl Carnavon, Ue meest oostelijke zendingspost, tot nu toe het meest geleden heeft. Zendeling btremme schrijft vandaar: »Wij leven nu in een droevigen tijd. De oórlogsfakkel is sedert eemge dagen ook in ons midden boek, waarin de schrijver in bijzonderheden aantoont, hoe heerlijk van zijn jeugd af de neere alles, ook het lijden, voor hem heeft doen samenloopen, om hem met den Apostel te doen zeggenDoor de genade Gods ben ik dat ik ben.'' En indien iemand de geschiedenis van de oprichting en de instandhouding van elk onzer Christelijke scholen kon beschrijven, hij zou voorzeker ook van Gods leidingen ruimschoots kunnen en moeten spreken. Dan zou blijken, langs welke wonder bare, soms ook zeer eenvoudige wegen, deze en gene school als verhooring des gebeds tot stand kwam; hoe de Heere de harten tot blijmoedig geven bewerkte, en ook dit worde vooral niet vergeten! hoe de onderwijzers werden voorbereid om hun krachten en talenten te wijden, niet aan de Staatsschool, maar (en niet zelden met groote zelfverloochening en opoffering) aan den School met den Bijbel! Dan zon blijken, dat al meer en meer de oogen opengingen voor het gevaar, 't welk ons van de zijde der zoogenaamd neutrale Openbare school dreigde, en dat niet zelden de Augustus-collecte aanleiding gaf om de handen ineen te slaan tot op richting eener Christelijke school, waar in aansluiting aan het Christelijk gezin en aan het Christelijk leven der belijders de Christelijke zienswijze en de Christelijke opvatting van 't leven ingeprent wordt aan 't opkomend geslacht. Dit alles zou de geschiedschrijver kunnen vermelden en zou ons Gods leiding doen kennen; maar wie kan in cijfers of in woorden uitdrukken, welk een zegen voor hart en leven de Heere schonk aan de oprechte en vurige strijders voor 't Christe- lijk onderwijs, aan de blijmoedige gevers, aan de getrouwe ouders, aan de iu 's Heeren vreezewerkzame onderwijzers Wie zal ons zeggen, welk een zegen tegenover den ontbindenden revolutiegeest de Maatschappij en de Gemeente des Heeren ontvingen door de flinke burgers, die, in de Christelijke school opgeleid, hetVreest God; eert den Koning! in hun vaandel schreven en, voor hun aardsche roeping degelijk toegerust, onder den invloed des Heiligen Geestes, voor Gods Woord en Gods eere op elk terrein des levens op traden te midden van een maalstroom van allerlei geestesrichtingen geworpen. Een Boerencommando kwam laatstleden Zondag hier voorbij, en dien tengevolge zijn thans eenige duizenden Engelsche soldaten hier. De prijzen der levensmiddelen zijn buitensporeg hoog. Ja, wij hebben door den oorlog en een slechten oogst hier een hongersnood te vreezen. Mijne twee paarden, waarmee ik iedere maand van Wijksvley, eene filiaal gemeente, bezocht om er het Evangelie te verkondigen, en waarmee ik hier in de buitenwijken huisbezoek deed, zijn mij ontnomen; zij vertegenwoordigden een waarde van f 600. Daardoor ben ik mot lamheid geslagen, want nu kan ik eenvou dig mijn werk niot verrichten. De school is tot hospitaal ingericht geworden. Ach, wanneer zal er een einde aan komen? Mijne vrouwen kinderen zou ik gaarne vanhier doen gaan. Maar waarheen? Ik weet het niet. Het lijkt wel, dat er aan onzen nood geen einde komt. Ik zou u nog meer willen schrijven, maar de brief gaat door de handen van den Censor. ÏU Aprilnummer wordt medegedeeld dat upperthal steeds meer bedreigd wordt. Sterke Engelsche legerafdeelingen hebben zich tusschen Wupperthal en de Boeren ingeschoven. In Carnarvon is het houden van godsdienstoefeningen inderdaad beperkt gewordon. De avondgodsdienst oefening des Zondags en de Bijbellezing in de week mogen niet meer gehouden worden. Een zware ramp trof ten ge volge van dezen rampzaligen oorlog onzen zendeling Dcinges in Concordia. Twee zijner zonen werden gevangen genomen, omdat zij, hoewei in de Kaapkolonie ge naturaliseerd en alzoo Britsche onderdanen En indien niet kan ontkend worden dat, niettegenstaande de zonde die ook dezen arbeid in en voor de Christelijke school aankleefde, 's Heeren zegen hier in mindere, daar in meerdere mate genoten is, mogen, ja moeten wij dan niet Zijne goed gunstige leiding opmerken? Betaamt het ons niet, met diepen oot moed te getuigen: „Tot hiertoe heeft de neere geholpen!"? Langdurig en fel was de worsteling, maar die strijd kostte alleen geld, geen bloed, gelijk bij onze Afrikaansche Broeders. En zijn wij er armer op geworden, sinds we onze penningskens offerden voor de School met den Bijbel ön op de plaats onzer inwoning, èn op plaatsen, die onze geldelijke hulp dringend behoefden? Werd de olie in onze flesch minder; het meel minder in onze kruik? Heeft de Heere God ons in de negen tiende eeuw niet boven bidden en denken gezegend, en heeft Hij niet menigmaal dat, wat de tegenstander ons ten kwade had gedacht, ten goede doen uitloopen? Ja, neemt niet de waardeering der Chris telijke school toe, ook in kringen die op ander terrein ons bestrijden? Z'illen we dan niet .wftgaan met alle kracht, en ons opnieuw aangorden, voor de eer van 's Heeren Naam en tot heil van ons opkomend geslacht? Ja, we zullen in 's Heeren kracht voort gaan, en hopen, onder opzien tot Hem, in de nieuwe eeuw vervuld te zien, wat iemand gezegd heeft: „Het aantal onzer Christelijke scholen moet minstens ver dubbeld worden, want er zijn er veel te weinig." Uit alles wat we onder uwe aandacht brachten, zal 't U reeds duidelijk geworden zijn, Hat we in het eerste jaar der twin tigste eeuw onze Augustus-collecte met nieuwen moed wenschen te houden. Ook hij U kloppen we aan om een vrij willige gift voor de Scholen met den Bijbel. Zoudt ge liever hebben, dat we U dit maal voorbijgingen? We kunnen 't niet gelooven, vooral niet, indien het voortdurend uw oprechte bede is geweest en nog is, dat ook door de Christelijke scholen des Heeren Naam ge heiligd worde, Zijn Koninkrijk kome en Zijn wil geschiede op aarde, gelijk in den Hemel. weigerden zich bij de Burgerwacht (Schut terij) te voegen en verklaarden dat zij niet voornemens waren de wapens tegen de Boeren, hunne vrienden, op te nemen. Nog zwaarder wordt de Berljnsche Zen dingsvereeniging beproefd. In het Februarinummer barer Berich ten lezen wij: »Van de meeste ODzer zen- dingsposten in Transvaal hebben wij sedert maanden geen enkel bericht ontvangen. Dit wekt te grooter zorg en angst, daar de staat der zendingsposten, vanwaar be richten zjjn ingekomen, een recht droevig beeld vertoont. Vele van die posten zijn in legerkampen herschapen. Er is geen os, paard of schaap meer te krijgen, en er bestaat totaal gebrek aan levensmidde len. Van een onzer 27 hoofdgemeenten in Transvaal bijvoorbeeld wordt dd. 22 Nov. gemold: »De vooruitzichten zijn op dit oogenblik bijzonder droevig, daar geen levensmiddelen binnenkomen. Een zak mais 110 Liter, kostte gisteren 48 gul den, een zak kafferkoren 42 gulden. Brood, meel, zout en suiker zijn niet meer te krijgen. Aardappelen kostten gisteren per zak 39 gulden en een doos lucifers 84 cents." Uit den Oranje-Vrijstaat wordt bericht: „Hier is voor de lui niets meer te ver dienen. Bij velen heerseht gebrek, omdat er geen geld is om niets te koopen, maar vooral omdat er bijna niets is, dat men koopen kanVolgens een Regeeringsbesluit mag de Spoorwegmaatschappij geene goe deren voor burgers meer vervoeren, daar alle wagons voor militaire doeleinden gebe zigd worden. Daardoor komen er hier geene We lazen ergens, dat sedert het begin der Unie-collecte elk jaar een groote schare van belijders des Heeren er zich een feest van gemaakt heeft, opnieuw in die collecte ruim, d. i. naar vermogen bij te dragen. Geldt dit ook U? Blijmoedig hebt gij bijgedragen voor 't huldebewijs aan onze geliefde Koningin bij Haar huwelijk; bij herhaling hielpt gij de rampen lenigen onzer Broederen in Zuid-Afrika; en zoudt gij dan niet even ruim, ja ruimer bijdragen voor de vele behoeften onzer Scholen met den Bijbel? We drukken op vele', vooreerst, omdat die behoeften in 't algemeen niet vermin derd zijn; ten andere, omdat door de in voering van de Leerplichtwet met het be gin dezes jaars, veel Christelijke scholen gedwongen worden tot meerdere uitgaven, die de Staat slechts gedeeltelijk vergoedt; en ten derde, omdat alle krachten moeten ingespannen worden, om te zorgen dat onze Christelijke onderwijzers niet behoeven te hunkeren naar bezoldiging uit de Staats kas. Wat zal de twintigste eeuw ons brengen? Wij, nietige menschenkinderen, weten 't niet. God alleen weet het. Wilt ge den steeds toenemenden revo lutiegeest helpen bestrijden? welnu, behartigt dan de belangen der Christelijke school, waar de jeugd uit Gods Woord leert aan de over ons gestelde Machten onderworpen te zijn en waar haar liefde voor 't Oranjehuis wordt ingeprent. Wilt ge een natie, die vast staat, trouw is, in de vreeze Gods leeft en naar Gods Woord handelt? welnu, wilt dan door uw bijdrage er toe medewerken, dat het aantal nieuwe Scholen met den Bijbel in de eerste helft der twintigste eeuw dat van de tweede helft der negentiende nog overtreffe Gebiede daartoe de Heere over de Drie- en-Twintigste Unie-collecte Zijn rijken 24 Juli 1901. Duurt de ministriëele crisis lang? Eisch is dat eene crisis zoo kort mogelijk zij. Maar is deze (Pierson-Kuyper) zoo lang? Als deze week de benoemingen in de Staatcourant staan zal zij 28 dagen ge duurd hebben. levensmiddelen meer binnen. Wat moet daarvan komen? Door de droogte is het meeste koren aan de halmen verdord. Bo vendien is de oorlog een tijdperk ingetreden, waarin men heelemaal niet meer weet wat het einde zal zijn. Intussehen zijn volgens de laatste berichten duurte en gebrek aan levensmiddelen nog hooger gestegen. En bij den oorlog, de droogte en den honger snood zijn in Britsch Basoetoland nog andere plagen gekomenvliegen die alle kruid en alle bloesem van de aardappelen, boonen, enz. opvreten, en sprinkhanen in zulk een menigte, als nog nooit tevoren door ons gezien is. Waar anders gras groeit, ziet ge nu niets dan zand. Het land is eene woestenij geworden. En wat alles de kroon opzet is dat de builenpest is uitgebroken. Dat is het beeld, hetwelk ons Zuid-Afri- kaansch Zendingsgebied, een gebied grooter dan Duitschland en Frankrijk samen, te zien geeft. Uit Ladysmith in de Kaapkolonie schrijft zendeling Kottich dd. 25 Januari: „Heden wemelt ons dorp van dronken kleurlingen. Geheele scharen komen er binnen, onder hen 100 uit Amalienstein en Zoar.! Zij zijn rondtrekkende Engelsche agenten eerst dronken gemaakt en daarna voor den krijgsdienst als drijvers enz., aangeworven." In het Maartnummer wordt bericht„be droegen anders de inkomsten op de zendings posten, die in het oorlogsgebied gelegen zijn, 84.000 gulden 's jaars, thans zullen wij daarvan niets te zien krijgen, daar de bronnen van inkomsten door den oorlog gestopt zijn. Verder meldt men: „In Zuid-Transvaal In 1874 (De Vries-Heemskerk) duurde zij' twee maandon. In 1877 (Heemskerk-Kappeyne) ruim een maand. In 1879 (Kappeyne-Six) ook zoo. In 1883 (Pijnacker Hordijk-Heems kerk bijna 2 maanden. In 1888 (Heemskerk-Mackay) 23 dagen. In 1891 (Mackay-Tak zes weken In 1894 (Tak-Van Houten) 10 dagen; alleen die liep mooi. In 1897 (Van Honten-Pierson) dertig dagen. Er is derhalve geen reden om te kla gen dat nu geen komaf gemaakt wordt. Vermoedelijk is 't dan ook zooHad Kuyper terstond voor 't nieuwe kabinet gezorgd, bijvoorbeeld binnen 8 dagen, dan zou 't geweest zijn: wat zijn ze er happig op. Nu is 't natuurlijk wat zitten zij er mee verlegen. Talma sprak in de verkiezingsdagen dit leuke woordik zal Troelstra slaan, maar men moet mij rustig laten vechten. Kuyper kan zeggen 't nieuwe kabinet zal ik bijeen brengen, maar men moet mij rustig laten arbeiden. Kitchener seint twee bonheurtjes voor de Boeren. Het eerste dat een trein van Kaapstad met 113 manschappen en voor raden Zondag bij Beaufort West door Schee pers is genomen en verbrand, waarbij de Engelschen drie dooden en 18 gewonden hadden. Het tweede dat Crabbe bij Cra- doclc Zondagmorgen vroeg door Kritzinger* is aangevallen en de paarden schichtig wer den, en dat hij na een dag vechtens op Mortimer, even ten zuiden van Cradock aan den spoorweg, werd teruggeworpen. Hier is dus de schande van Reitz door genoemde twee Boeren-generaals uitge wischt. Voeg hierbij dat Baden Powell, de grap penmaker uit Mafeking, ernstig ziek, van 't oorlogstooneel verdwenen is, en dat zijn kostbare politie-organisatie, na tal van verrassingen, door de Boeren totaal onbruik baar is gemaakt, en men zal ons toestemmen dat de ongeluksweek die den 20sten sloot, door een week van zegenjngen gevolgd is. Zuid-Afrikaansche dorpen. Over het ontstaan en het wezen van de werd zendeling Dttring van zijn post Woijentin met al de 950 bewoners, die to t de christelijke gemeente behoorden, door Engelsche troepen naar Heidelberg gevoerd, waar zij voor de rondtrekkende Boeren- commando's, zooals het heet, beschermd en gevoed zullen worden. Maar tevens zijn ook al het vee, schapen, paarden, levens middelen en andere bruikbare zaken weg genomen om aan de Boeren de middelen van bestaan te ontnemen. Den 19en Fe bruari werd During plotseling gevangen genomen. Waarom weet hij niet. De zen deling van Heidelberg, Hermann Miiller, die naar Natal gegaan was om zijn door de Engelschen gevangen genomen schoon vader, zendeling August Prozesky, en diens familie hulp te verleenen, kon geen pas meer krijgen om terug te keeren. Prozes ky was gevangen genomen, zeiden de Engelschen, omdat hij de Boeren geholpen had. En zoo zijn de beide gemeenten Heidelberg en Woijentin in dezen zwaren tijd zonder herder en leeraar. De zendingspost Botchabelo is in een legerkamp veranderd geworden. Het Noordelijk deel van dien zendingspost is door de Boeren bezet, het Zuidelijk deel door de Engelschen. Rondom dezen post woedt de oorlog. De inwoners verkeeren in grooten druk. Tot onderhoud der troe pen heeft men &1 het voorhanden vee en wat men behoefde tegen betaling genomen. Noch slechts eén paard, en dan nog wel een halfblind, is overgebleven. De zende lingen en hunne getrouwen zijn aan hunne plaatsen gebonden en mogen geen buiten gemeenten bezoeken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1