NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 153.1901, Vrijdag 19 Juli, 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN FEUILLETON. Ingezonden Stukken. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02r'. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 eent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 18 Juli 1901. Herodes en Pilatus. Onder dezen titel schrijft Canter -in de N. Pr. Fr. Crt »In verreweg de meeste plaatsen gaan hij de herstemmingen de socialisten samen met de liberalen. Soms zelfs zooals te Gouda reeds bij eerste stemming. In het deftige Zeist beval de oude heer Jonkheer Baron van Bothenstein den socia list publiekelijk bij advertentie en stroo- biljet aan. En daarin steekt niets onlogisch. Liberalisme en Socialisme zoeken beiden het heil der menschheid buiten Ood om. Beiden maken de menschheid los van de vreeze Gods. Dat is hun gemeenschappelijk uitgangspunt. Van uit dat punt wijken de beide lijnen van elkander. De liberale lijn buigt zich rechts, naar de zijde der individuen, in welker ontwikke ling dan het geluk der menschheid gezocht wordt. De socialistische lijn kromt zich links, naar den kant der gemeenschap, in welker wel zijn het geluk der individuen wordt nage streefd. Maar beide lijnen hebben één uitgangs punt: de menschheid los van Ood. Dat uitgangspunt trachten socialisten en liberalen samen tegenover de Christelijke partijen praktisch te handhaven. Zoo steunt dan de socialist den oud-libe raal, de oud-liberaal den socialist. Het kan niet logischer. En dat moet ons volk duidelijk gemaakt. Dkt moet ons volk telkens worden ge zegd. Daarom is het eene taktische fout, als bij herstemming tusschen den liberaal en den socialist, de Christelijke partijen den een steunen tegenover den ander. I)at maakt de tegenstelling tusschen Re volutie en Christendom onduidelijk. Dat benevelt den blik van het eenvou dige Christenvolk. Dat veroorzaakt daareuboven in eigen boezem verdeeldheid." Men ziet dat deze schrijver 'tnoch met In het Handelsblad behandelt de keer Rompel weer een zijner Zuid-Afrikaansehe Portretten, en wel: Ads.-Comdt. Gen. J. G. Smuts. Na lang zoeken was Reitz, de vroegere president van den Vrijstaat, overgehaald om Leyds, die gezant der Z. A. R. in Europa geworden was, als Staats-secreta- ris te vervangen, en de 28 jarige Smuts werd Staatsprocureur. Zelfs de meest lastigen waren bevredigd. Een Transva ler, een Vrijstater en een Kaap-kolonist President Kruger, Staatssecretaris Reitz en Staatsprocureur Smuts waren nu aan het hoofd der regeering. Wel is de Staatsprocureur niet onmiddellijk een re- georingspersoon, maar daar hij tevens ad viseur is in staatsaangelegenheid, is zijn invloed in de regeering zeer groot. De Kaap-kolonisten en Vrijstaters waren hoo- gelijk met de keuze ingenomen. Met al de voortvarendheid van zijn jeugd verrichte Smuts zijn werk. De loopbaan der verschillende Staatsprocu- reurs der Z. A. R. is rijk aan belang wekkende ervaringen geweest, die van den tegenwoordigen staatsprocureur heeft ech ter in dit opzicht uitgeblonken. Hij ver gezelde president Kruger op zijn reis naar Bloemfontein en was tegenwoordig bij de samensprekingen met sir Alfred Milner. Aan hem gaf Conyngham Greene, de Britsehe agent te Pretoria, de niet al te bedekte verzekering dat de Britsehe re geering bereid zou zijn zich tevreden te stellen met een vijfjarig stemrecht; een verzekering die in de Transvaalsche offici- eele kringen verwachtingen wekte die niet verwezenlijkt zijn. Smuts in zijn jeugdige ons, noch met den hoofdrad, van zijn blad eens is. Hij staat tusschen ons beiden in. Buiten de kerk. De Noordbrabander heeft uit de cijfers van de jongste tien- jaarlijkscho volkstelling opgevischt het ge tal personen, die zeiden dat zij tot „geen kerkelijke gezindte" behoorden. Dit zijn in Mann. Vrouw. Noord-Brabant 505 335 Gelderland 2,788 2,388 Zuid-Holland 11,191 8,414 Noord-Holland 24,396 19,305 Zeeland 1,485 1,098 Utrecht 1,142 762 Friesland 12,687 10,696 Overijssel 2,099 1,507 Groningen 6,748 5,731 Drente 1,665 788 Limburg 92 31 Het Rijk 64,198 50,978 De hoogste verkoudingscijfers vindt men dus in Friesland, dan volgen Noord-Hol land en Groningen. Het laagst is de percentage in Limburg en Brabant. Het totaal is voor het geheele land 115,176 of 2,3 pCt. der bevolking. Uit de telling van 1889 vindt men in de jaarcijfers voor de rubriek „tot een ander of tot geen kerkgenootschap behoo- rende of onbekend" opgegeven 81,065. Daaronder zijn zeker bijna uitsluitend be grepen de tot geen kerkgenootschap be hoorenden. Het getal is dus met ruim 30,000 ver- moerderd of 37 pCt., terwijl de bevolking met 13 pCt. toenam. Dr. Bavinck, deze cijfers in de Bazuin ook meedeelende, zegt, dat zij leerrijk zijn en terecht. »IIet getal devgonen, die tot geen kerke lijke gezindte behooren, is in tien jaren aanmerkelijk toegonomen. En bij de ruim honderd en vijftien duizend, die hun getal thans bedraagt, komen dan de duizenden, die, ofschoon nog in naam tot eeno kerk behoorende, toch inderdaad om de kerk zich nimmer, opgewondenheid noemde dit kwade trouw en steldo de bokende memoranda op waarin hij het geheele verloop der samen sprekingen tusschen hem en den Britschen agent schetste in den vorm van een rap port aan zijn regeering. Hij was voor onmiddellijke openbaarmaking zoodra het ontwijkende antwoord der Britsehe regee ring (28 Aug. '98) te Pretoria was aan gekomen. De President echter, in de diplomatie vergrijsd, maande den jongen ambtenaar tot kalrdte en wees hem er op hoe de openbaarmaking wellicht een aan leiding zou kunnen zijn om van Engelsche zijde alle onderhandelingen af te breken. Smuts voelde de grondigheid dezer rede neering, en stelde de publicatie zijner me moranda uit. Toch bruischte zijn jeugdig bloed van verontwaardiging en had hij alle zelfbeheersehing noodig om zich niet uit te laten over het gebeurde. De liefde voor zijn land dat door die uitlating in ge vaar zou kunnen komen, won het echter van zijn verontwaardiging. Smuts zweeg tot de tijd van spreken daar was. Inmid dels werkte hij aan „Een Eeuw van On recht", waarvan de staatssecretaris het plan ontworpen en de richting aangegeven had, en dat hij deze onder zijn naam uitgaf. Het laatste Engelsche blauwboek, dat vóór den oorlog verscheen, maakte plotse ling een einde aan het vertrouwen dat Smuts altijd in den Britschen agent was blijven stellen. Uit dit blauwboek toch bleek het den jongen staatsprocureur dat ook de heer Conyngham Greene niet altijd zuiver iemands woorden weergaf, en beslist weigerde hij van dien stond aanwezig te zijn, wanneer de Britsehe vertegenwoordiger een zijner veelvuldige bezoeken in het Gouvernementegebouw te Pretoria bracht. Veel heeft staatsprocureur Smuts zeker of alleen bij doop en huwelijk, zich be kommeren. De onkerkelijkheid is een der grootste kwalen van don tijd-. «Laat het liberalisme ons, hoewel op politiek gebied gansch ton onrechte, met den naam van „kerkdijken" aanduiden en zelfs van een toekomstig „kerkelijk minis terie" spreken, wij hebben reden, om God te danken, dat bij de jongste vorkiezingon het Christelijk beginsel heeft getrium- pheerd. «Daardoor wordt in den storm van ons volksleven ook een dam opgeworpen tegen de toenemendo onkerkelijkheid." De gereformeerde kerk in de Vereenigde Staten verloor den 25 Juni jl. een barer grootste mannen, in den prediker Joseph Cook (spreek uit Koek 1) die op dien datum te White Hall (N. Yersey Amerika) over leed. Hij was de beroemde redenaar, her vormer en kampioen voor den Christelijken godsdienst, en tegen de ongeloovige we tenschap. Reeds eenige jaren had hij ge leden aan nierenkwaal en zenuwverzwak king. Hij stierf in zijne woning te Ticon- deroga, waar hij eerst het levenslicht zag 25 Jan. 1838. De Hope schrijft van hem Joseph Cook werd door velen beschouwd als oen der krachtvolste mannen die dit land ooit heeft opgeleverd. Hij was een der christelijke leidsmannen der laatste eeuw. Hij was bij uitnomendheid en alleen de verdediger van den Christelijken gods dienst tegen hen die trachten den gods dienst in naam der wetenschap uit te roeien. Het eene jaar uit, het andere in bodiscussieeerde hij van het Boston plat form van het «Boston Monday Lectureship" iedere zijde van den strijd tusschen we tenschap on godsdienst. In 1874 begon hij zijne wereldberoemde Maandagmorgen lezingen in Fremont Tem pel, Boston. Hij hield voorlezingen over de moeilijkste pliilosophisehe, wetenschap pelijke en staatkundige onderwerpen en voor een gehoor van niet minder dan 3000 menschen, en dat op den druksten voor de Z. A. R. gedaan en steeds heeft hij dit gedaan met groote toewijding, geest kracht, bezieling en lust. Dat het daarom altijd goed was wat hij deed, mag men niet zeggen. Hem ontbrak te veel de ervaring om reeds diplomaat te zijn. Hij vertrouwde de menschen nog te veel en had een geest driftig geloof in ieder. Hij had alle goede en alle slechte hoedanigheden zijner jeugd. Onstuimige werkkracht, on vermoeiden ar- beidslust, spoedig vertrouwen in succes, en een heerlijk optimisme. Maar daar tegenover stonden zijn weinige practische ervaring, zijn lichte oppervlakkigheid. In veel dingen miste hij den ernst en de zwaar tillendheid die rijpere ouderdom eerst geeft. Het is verklaarbaar in den jongen ambte naar, maar fouten blijven het, zoo niet in zijn karakter dan toch in zijn loopbaan. Zijn officieuse onderhandelingen met den Britschen agent waren zeker goed bedoeld, doch of zij volkomen volgens den vorm waren is een andere quaestie. Doch wat raakte hem, met zijn geestdriftigen ijver en volkomene toewijding, de vorm, wanneer slechts het doel bereikt werd! In onder handelingen met Engeland heeft Transvaal echter geleerd dat de vorm heel veel is. De vreemde vorm was immers reeds vol doende de strekking der conventie van '84 te betwisten! Als Staatsprocureur was hij ook belast met het samenstellen van ontwerp-wetten en de verdediging en toelichting dier ont werpen in de Volksvertegenwoordiging. Een dezer wetten, de zoo gehate ontuchts- wet, legt getuigenis af van zijn gemis aan praetijV In deze wet werd de bewijslast zijner onschuld op den beklaagde gelegd terwijl het Openb. Ministerie vrijwel van allen bewijslast der schuld ontheven werd. Zelfs huiseigenaren werden aansprakelijk dag der week, zonder verminderde be langstelling. De overledene laat een ledig in de godsdienstige en reformeerende wereld welke niemand vullen kan. Zijn standpunt aangaande den Christe lijken godsdienst was dit: «Menschen willen godsdienst. Verlichte menschen willen den besten godsdienst. Doch de beste godsdienst is die welke de ziel vrij maakt van de liefde en de schuld der zonde." Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Waarde Redacteur Wat deed het mij goed te merken in de Zeeuw, dat gij ons in Enkhuizen niet ver geet, en dat zelfs de Midd. Crt. (oude kennis) onzer gedenkt. Gij zoudt haast medelijden krijgen met uw ouden Middelburger, niet waar? en misschien zijn oude liefde voor de politiek indenkend, zegt gijZij hebben 't daar in Enkhuizen toch wèl bont gemaakt; als de verslaggever van 't Handelsblad (een open baar onderwijzer, goede kennis van den Secretaris der Liberale Unie) schrijft, dat wij 't record geslagen hebben op Rotterdam II. 't Is om van schaamte niet te durven opzien. Gij vraagt: hebt gij 't dan zóó bont gemaakt? Helaas ja! Mijnheer de Redacteur. Wij hebben 't ijselijk, schreeuwend bont gemaakt. Wij hebben de in 't oog der Enkhuizer Liberalen, onvergeeflijke misdaad begaan, om 't oude Liberale Enkhuizen Anti-Liberaal te maken. Is dat niet erg, vreeselijk erg? Wij hebben, ik durf 't haast niet te zeg gen, in ééne week tijds, binnen den tijd van 100 uren, drie Liberalen gewipt uit de Staten en de Kamer. Dat is onze misdaad! Vergeef 't ons en toorn in Zeeland niet over onzen verregaanden overmoed. Is 't niet erg? Zij vinden dat zeer leelijk hier en vooral gehouden voor de handelingen hunner huurders. Smuts heeft deze wet ontwor pen. Hem komt er de twijfelachtige eer grootendeels van toe. Onbekend mag even wel niet worden dat het kwaad te Johan nesburg zulk een omvang had aangenomen dat kras optreden dringend noodzakelijk scheen. En de Staatsprocureur der Z. A. R. is zeker niet de eerste die faalde in de middelen ter bestrijding van het maat schappelijk kwaad. Doch afgescheiden van alles, heeft Smuts zich een veelbelovende jonge Afrikaner ge toond in zijn ambtelijke loopbaan. Zijn bedoelingen, zijn streven waren zoo heilig zoo zuiver, zoo oprecht Afrikaansch. Zijn trouw aan zijn volk was zoo onbesmet. Zijn patriotisme zoo ongerimpeld. Zijn geestdriftige vaderlandsliefde was zijn in nerlijke stuwkracht tot groote daden. Ook indien zijn carrière zich over meer elfen terrein had bewogen, zou Smuts eenmaal een man, een figuur geworden zijn te mid den van het jonge Afrikaansche volk. Heel zijn karakter, zijn kennis, zijn klare kop, zijn vaste wil wezen er met ontwij felbare duidelijkheid op. Het ambt van Staatssecretaris der Z. A. R. beidde hem, wanneer eenmaal het rijpen der jaren de ondervinding zou hebben gebracht. Het effen pad om tot de aangewezen hoogte te komen, bleef echter voor Smuts geslo ten. Hij zou het bittere lijden en taaie strijden van zijn volk moeten meemaken. En in dat lijden, dat strijden toont Jan Smuts zich weer de hoogere. Ook te mid den der ontberingen, der harde beproevin gen blinkt hij weer uit als de man, voor bestemd een der kopstukken van zijn volk te worden. Geestdriftig hoeft hij de Mauser gegrepen om het goed recht der Afrikanerzaak dat dat wij den moed gehad hebben den zetel te ontrooven voor de Staten aan den bur gemeester Hartkamp en daarvoor een boer naar de Staten te zenden. Ik stem toe, erg mooi is 't niet van ons. Gedaue zaken nemen echter geen keer en dit wil ik u wel zeggen, wij hopen onder Gods zegen te zorgen dat Enkhuizen Anti-Liberaal blijft. Ja, zegt ge, dat is alles goed en wel, maar die vertrouwelijke circulaire is dan toch een min stukje geweesten daar durft ge niet mee voor den dag te komen. Nu zal ik eens eerlijk opbiechten. Gij moet weten, onder dat vertrouwelijke stuk (vertrouwelijk zult u wel verstaan is nog niet een geheim stuk) of leugenachtig stuk of geïllustreerd stuk, b.v. voorzien van een teekening (van Jezuiet met dolk en giftbeker) staan acht namen, ook mijn naamhoewel de eer van het fabrikaat in dit geval mij niet toekomt. Dit stuk, dat alleen diende, om enkelen uit de Herv. Kerk te beduiden dat zooals men zeide, de Herv. Kerk in gevaar ver keerde niet waar was en 't ging om de tegenstelling, geloof en ongeloof, is gezonden aan 150 adressen in Enkhuizen. Ik sluit de circulaire hierbij in. Zij is ook reeds meer dan een week in het be zit van de redactie van Het Handelsblad, met alle andere strooibiljetten, enz.doch deze redactie heeft, gelijk gij zaagt, er het zwijgen toe gedaan. Is dit niet vreemd? Als hier 't Rotterdamsch record geslagen was, waarom heeft dan 't Handelsblad, daar het document in haar bezit ts, niet het voor beeld gevolgd van de Standaard, en 't ver spreid bij al haar abonnenten? Zoo iets was goud waard. Maar zooals u ziet, het sop is de kool niet waard; er staat niets, letterlijk niets, in dit strooibiljet. Ik zal er dan ook voorloopig van zwij gen. Ik wil eerst eens hier afrekenen met een zekeren Prins Joris, iemand, die in zeer nauwe betrekking moet staan met den Secretaris der Liberale Unie. Men verluidt zelfs, dat 't een en dezelfde persoon moet zijn. Deze heer heeft in de Enkhuizer Crt. een hij met de pen bepleit heeft, te verdedi gen, en zoo 't moet, met zijn bloed beze gelen. Zijn liefde tot zijn volk heeft hem gemaakt tot een der dapperste en schran derste generaals van Transvaal, tot den grooten steun van De la Rey. En Smuts zal als generaal zeker dat ge moedelijke en joviale bewaard hebben dat hem zoo sympathiek maakte in vredestijd. De slanke, magere gestalte teekent bij hem kracht en taaiheid, de heldere oogen en de besliste fronsplooien tusschen de wenk brauwen beelden zijn wils- en geestkracht. Hij ziet er in zijn verschijnen jonger uit dan hij werkelijk is, met het haarloos ge laat, het hoog blonde van zijn uiterlijk, het ietwat onvolwassene van zijn lichaam, dat door zijn schraalheid nog meer uitkomt. Maar al is de rechtsgeleerde Smuts reeds lang tijdelijk opgelost in den krijgsman, zijn wèl versneden pen is niet tot machte loosheid gedoemd. Zijn jongste rapport aan president Steyn heeft dit afdoend bewezen. En dat die pen nog heel de wereld in een beroering van woede weet te brengen over de gepleegde gruwelen, hebben wij gezien. Jan Smuts heeft ons geleerd dat een nieuwe eeuw van onrecht voor de Afrikaanders is ingegaanmaar van achter den zwaren muur van het reusachtige Britsehe leger roept hij tegelijk ons toe, onbeklemd en met straffen nadruk: „Voor geheel Z. A. willen wij een vrede bewerken die de kostbare offers waar dig zal zijn." Dat is wèl de taal van den jeugdigen patriot, van de jeugdige helden figuur van jong Afrika. Die woorden in deze nijpende omstandigheden teekenen zijn beslist karakter, teekenen hem. o-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1