N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 152,1901.
Donderdag 18 Juli,
15e Jaargang.
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
•g-
^rliiig
D
oSE, A r n e-
D
lij C. KODDE,
g r a a f.
lotterdam
1st
zierikzee.
VERSCHIJNT
Wed. S. J, DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
fOPHA
ellijk.
oorzaak deze
it het glazuur
•eirigings- en
■dam.
PLAZ1ER.
MUIJNCK.
Jelburg firina
Vlissingen
RIEMENS
Goes.
October
.ia
Itwerpen
s'morg. 7,—u
ÏST
Zondags van
burg 8,1'.van
Idienst
I s t—Vlake
ITST.
fake vm. 6,
imiddellijk na
lleerende trein
Eden vm. 7,30
|k na aankomst
en 11,30 n.m.
Zierikzee.
'smorg. 'smidd
14
6,30
5-
15
7,50
3-
16
7,50
3,-
17
7,50
3,-
18
6,30
3-
19
7,50
3,-
20
7,50
3,-
21
6,30
6,30
22
7,50
3-
23
7,50
3,-
24
7,50
8,~
25
6,30
3-
26
7,50
7,50
3,-
27
3,-
28
6,30
5,30
29
7,50
3-
30
7,50
3-
31
7,50
3,-
ajd.
3,30 6,20ï)
3,55 6,50
11,55a; 4,45
12,15a) 5,5
13,30 6,206)/")
1 3,50 6,40
lens ten hoogste
ln.
Lr Borsselen en
el ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
vau 15 regels 25 «ent, iedere r^gel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zomervergadering der Provinciale
Staten van Zeeland.
(Dinsdag.)
De voorzitter opent ton 10 ure de zit
ting, die bijgewoond werd door alle loden,
behalve de heeron Hombach, van Waes-
berghe Janssens, Moes en de Smidt.
De notulen van de vorige bijeenkomst
worden geresumeerd, waarna de Voorzit
ter mededeehng doet, dat is ingekomen
het verslag van de vereeniging „School
voor hand- en bouwkundig teekenen te
Tkolen" over 1900, met programma voor
den cursus 1901/2.
Verder doet hij nog mededeeling van
de samenstelling der afdeelingen, waarin
het college van Gedeputeerde Staten zal
zijn gesplitst tot 1 Juli 1902, en van de
benoeming van de Voorzitters en onder
voorzitters der afdeelingen, om ten slotte
voor te stellen aanneming van een voor
stel van Gedeputeerde Staten, waarbij zij,
naar aanleiding van oen adres van A. J.
M. G. van den Broeek to St. Nicolaas,
wijziging wenschen te brengen in do voor
waarden, waaronder hem is verleend sub
sidie voor den stoomtramweg Hulst
Walzoorden. De voorgestelde wijziging
wordt dan ook zonder bedenking goodge-
keurd.
Aan de orde komen nu do volgende
voorstellen van Gedeputeerde Staten, als:
lo. Een nader voorstel tot' het verlee-
nen van subsidie voor den aanleg en de
exploitatie van een stoomtram op het
eiland Walcheren.
Zooals men weet, zijn twee aanvragen
om subsidie aanhangig, namelijk eene van
het comité Lantsheer c. s., en eene van
het comité den Bouwmeester c. s. Het
eerste beoogt een tram van Middelburg
over Koudekerke naar Domburg met zij
tak van Koudekerke naar Vlissiugen, het
laatste een tram van Middelburg over St.
Laurens, Serooskerke, Oostkapelle, Aagte-
kerke en Domburg naar Westkapelle. Tal
van adressen van gemeentebesturen, corpo
ration, vereenigingen en particulieren
steunen of bestrijden de aanvragen en
plans der bovengenoemde comité's.
Godeputeerde Staten, die steeds zijn
blijven hangen aan de wenschelijkheid van
een stoomtramweg op het eiland Walche-
ern, geven, aan de hand van een rapport
van den Hoofdingenieur van den Provin
cialen Waterstaat, de voorkeur aan het
plan Lantsheer c. s., omdat door dit plan
zoowel Middelburg als Vlissingen wordt
gebaat en een belangrijk gedeelte van Wal
cheren met beide steden wordt in gemeen
schap gebracht. Het plan Lantsheer zal
invloed uitoefenen op een kring van ruim
45000, het plan den Bouwmeester op een
kring van ruim 24000 inwoners. Wellicht
is het plan den Bouwmeester meer in het
belang van Middelburg, doch dat belang
mag niet eenzijdig den doorslag geven.
Bovendien is het geene geringe aanbeve
ling voor het plan Lantsheer, dat de tram
in rechtstreeksche aansluiting zal komen
met den Staatsspoorweg. Wel zal de sub
sidie voor het plan Lantsheer bijna f 100000
hooger moeten zijn, doch, om de vele voor-
deelen die het biedt, willen Ged. St. niet
bij de hoegrootheid van de subsidie blij
ven stilstaan.
Zij stellen dus voor:
lo. Eene subsidie van f25G000, ver
minderd met de tegen 4 pCt. gekapitali
seerde waarde der bijdragen van belang
hebbenden, te verleenen aan het plan
Lantsheer, onder voorwaarde:
a. dat [door belanghebbenden bijdragen
worden verzekerd tot een bedrag van ten
minste f65600, te storten in ten hoogste
20 jaarlijksehe termijnen;
o. dat de werken in het openbaar moe
ten worden aanbesteed naar plans, bestek
ken en detailbegrootingen goed te keuren
door Ged. Staten;
dat de tram uiterlijk 1 Juni 1905
in exploitatie kome;
d. dat van 1 November1 April 4,
van 1 April15 Mei en van 15 Septem
ber1 November 5 en van 15 Mei15
September 7 ritten dagelijks, zonder ver
plichting voor den Zondag, zoo van Mid
delburg als van Vlissingen naar Domburg
heen en weer zullen plaats hebben, en dat
bij het doen rijden van meer personen
treinen steeds evenveel treinen van Mid
delburg als van Vlissingen naar Domburg
en terug zullen loopen
e. dat én dienstregelingen én vrachtta
rieven onderworpen zijn aan de goedkeu
ring van Ged. Staten;
f. dat de uitbetaling van de subsidie
zal geschieden in 20 jaarlijksehe termijnon
berekend naar een rentevoet van 4 pCt.,
aanvangende den achtsten dag na den aan
vang der exploitatie;
g. dat voor eiken niet overeenkomstig
de goedgekeurde dienstregeling volbrach
ten rit f50 zal worden gekort, tenzij
overmacht hebbe bestaan
en, mocht dit voorstsl geene goedkeu
ring kunnen verwerven.
2o. Eene subsidie van f163500, ver
minderd met de tegen 4 pCt. gekapitali
seerde waarde der bijdragen van belang
stellenden, te verleenen aan het plan den
Bouwmeester, onder gelijke voorwaarden
als bovengenoemd, behoudens dat door
belanghebbenden bijdragen worden verze
kerd tot een bedrag van f30000, te stor
ten in ten hoogste 20 jaarlijksehe termijnen.
In de afdeelingen had, blijkens bet al
gemeen verslag uitgobracht door den rap
porteur van Teylingen het voorstel ten
opzichte van het plan Lantsheer geen on
gunstig onthaal gevonden.
De algemeene beraadslagingen worden
geopend.
De heer Maas opent de rij der sprekers
en houdt een krachtig pleidooi voor zijne
woonplaats Serooskerke, dat te welvarend
is om geïsoleerd te blijven. Met den meos-
ten nadruk wijst hij er op dat het plan
den Bouwmeester verre te verkiezen is
boven het plan Lantsheer; het eerste om
vat oene veel meer welvarende streek dan
het laatste.
De heer Loots toont de voordeelen aan,
die het plan Lantsheer biedt. Yoor Vlis
singen is dat plan van zeer veel belang
en ook bewoners van de overzijde der
Schelde zullen er bij profiteeren. Voor
den landbouw is bet evenzeer van meer
belang dan het plan den Bouwmeester,
omdat vau de zoo noodige ontwikkeling van
landbouw, groentencultuur en bloembol
lenteelt in dat gedeelte van Walcheren, dat
het plan Lantsheer omvat, veel meer te
wachten is dan in het midden van hot
eiland, dat reeds lang als het welvarendste
gedeelte van Walcheren bekend staat.
De heer Van der Meer is het volkomen
eens met den vorigen spreker en heeft er
zeer weinig aan toe te voegen. Alleen
wijst hij er op dat de tegenstanders van
het plan Lantsheer hoog opgeven van de
f 100000, die dit plan meer zal kosten,
doch men verlieze niet uit het oog dat
hat verschil der subsidie geen f 100000,
maar, goed berekend, slechts ruim f 50000
zal bedragen.
De heer van der Have zegt van een te
genstander in een voorstander van het plan
den Bouwmeester veranderd te zijn, nu hij
vernomen heeft, dat in het westen van het
eiland zooveel weiland ligt. Daarbij moet
niet uit het oog worden verloren, dat
Oostkapelle reeds subsidie weigerde voor
het plan-Lantsheer en dat volgens het
plan-den Bouwmeester een station binnen
de bebouwde kom der gemeente Westka
pelle zal verrijzen.
De heer de Veer is van meening, dat
Ged. St. raar zijn omgesprongen met de
overeenstemming, die zij, tengevolge van
liet voorstel-van Deinse, moesten trachten
tot stand te brengen tusschen beide comi
té's. Uit de deswege gevoerde correspon
dentie toont hij aan dat bij de Commissie
van Ged. St. eene zekere praedilectie be
stond vóór den znidwestkant van Walche
ren; dit was koren op den molen van do
keeren Lantsheer c. s. Vervolgens wijst hij
er in breede trekken op, dat het plan-den
Bouwmeester meer in het belang van den
landbouw is dan het plan Lantsheer, om
dat het een welvarender streek doorsnijdt
dat Middelburg door hot plan Lantsheer
verder verwijderd raakt van Domburg dan
door het plan den Bouwmeester; dat de
heeren den Bouwmeester c. s. niet onge
negen zijn eene aansluiting aan den Staats
spoorweg tot stand te brengen, doch dit
door hen is nagelaten op eene verzekering
van den Hoofdingenieur dat zulks niet
noodig was; dat do aanleg van de lijn
over Koudekerke is onvoldoende voorbe
reid de plannen onvolledig zijn en de
kosten to hoog, en dat bot onverantwoor
delijk zou zijn voor het plan Lantsheer
een ton gouds meer uit te geven dan voor
het plan den Bouwmeester, waarmode toch
hetzelfde doel bereikt wordt, want was er
geen badplaats Domburg, van den aanleg
van een tram zou evenmin sprake zijn.
De heer van Teylingen zegt dat in de
afdeelingen de boweringen van den vori
gen spreker genoegzaam weerlegd zijn; al
leen moet hij er tegen opkomen, waar deze
do handelingen van God. St. als minder
fair vooi stelt.
De heer do Veer handhaaft zijne bewe
ring dat het niet gepast was dat de Com
missie van Ged. St'. al reeds dadelijk hare
voorliefde te kennen gaf voor den zuid
westkant van Walcheren.
De heer van Lijnden zet tegenover den
heer de Veer het standpunt uiteen, dat
Ged. St. hebben ingenomen.
De heer van Deinse constateert dat de
houding dezer laatsten zeer correct ge
weest is.
De heer Hammacher brengt in het mid
den, dat het hier niet gelden mag het be
lang van Middelburg of dat van Vlissin
gen, maar dat men alleen met het alge
meen belang moet te rade gaan.
De algemeene beraadslagingen worden
hierop gesloten en overgegaan tot de be
handeling der aan de subsidie verbonden
voorwaarden.
Bij die sub. a wijst de heer van Deinse
op het groot verschil voor de bedragen, die
gesteld zijn als bijdragen van belangheb
benden voor het plan den Bouwmeester
op f 30000voor het plan Lantsheer op
f 65600. Hij stelt voor het laatste bedrag
te stellen op f 46000doch zijn voorstel
wordt met 22 tegen 16 stemmen verworpen.
Die sub. b, c en d worden goedgekeurd
alleen namen Ged. St. over een voorstel
van den heer de Veer om aan het slot van
die subs, d te doen vervallen de woorden
en dat bij het doen rijden enz.
Bij die sub e stelde de heer Wisboom
Verstegen voor, eene bepaling op te nemen,
dat in geen geval treinen zullen rijden des
Zondags van 9 tot 12 en van 2 tot 5 urén,
welk voorstel door den heer Bos gesteund
werd, terwijl de heer Dieleman eene be
paling wilde zien opgenomen, waarbij min
stens elke 14 dagen Zondagsrust aan ar
beiders en beambten werd verzekerd. Het
voorstel Wisboom Verstegen wordt met 25
tegen 13 stemmen, die der lieeren Maas,
Houterman, Noordijke, Loois, Oggel, Die
leman, Wisboom Verstegen, Bos, De Veer,
Lucasse, De Jonge, Den Boer en Pompe
van Meerdervoort, verworpen en het voor
stel Dieleman met gelijk getal stemmen
aangenomen. Tegen stemmen de heeren
Van Deinse, Van Rompu, de Casembroot,
Bolle, Hocke Hoogeboom, Van der Have,
Kakebeeke, Van Teijlingen, Heijse, Van
Lynden, Van der Lek de Clercq, Fokker
en De Bats.
De voorwaarden sub. f en g worden on
veranderd vastgesteld, terwijl, op voorstel
van den heer de Veer, nog eene voorwaar
de sub. h wordt aangenomen, bepalende
dat aan Ged. St. zal moeten blijken, dat
het aandeelenkapitaal is geplaatst.
Alsnu wordt het voorstel van Ged. St.
om subsidie te verleenen aan liet plan
Lantsheer, aangenomen met 29 tegen 8
stemmen, die der heeren Maas, de Casem
broot, Hollestelle, Bolier, Wisboom Verste
gen, de Veer, den Boer en de Jonge. (De heer
van der Have was bij de stemming afwezig.)
In behandeling komen nu de volgende
voorstellen van Ged. St., als:
Wijziging van het reglement op de wegen
en voetpaden.
Met voorbijgang van eon verzoek van
de Vereeniging van Burgemeesters en
Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland
om bepalingen op te nemen nopens bet
gewicht der vrachten en het zuiveren der
wielen wanneer de voertuigen op een grind
weg komen, stellen Ged. St. voor:
lo. aan art. 87bis toe te voegen eene 4
luidende: Het houden van of het deel
nemen aan wedstrijden met de in 1 be
doelde rij- of voertuigen (automobilen) op
openbare wegen is verboden. Zonder dis
cussie aangenomen.
2o. een nieuw art. lOlbis als volgt:
1. Elke velocipede moet voorzien zijn
van eene bel of van een signaalhoorn,
waarmede waarschuwingssignalen kunnen
worden gegeven, welke op een afstand van
50 m. duidelijk hoorbaar zijn en daaren
boven van een half uur na zonsondergang
tot een half uur vóór zonsopgang, van eene
aan de voorzijde van de velocipede be
vestigde, naar voren helder licht uitstralende
lantaarn.
2. De geleider van een rij- of voer
tuig is bij het tegenkomen van eene velo
cipede verplicht stil te houden of zoover
rechts uit te wijken dat de velocipede kan
voorbijrijden.
Hij is daartoe eveneens verplicht, wan
neer een van achteren aankomende wiel
rijder door signalen tijdig zijn verlangen
te kennen geeft om voorbij te rijden.
3. De berijder van eene velocipede
is verplicht bij het tegenkomen van een
rij- of voertuig rechts, bij het van achteren
voorbijrijden, links uit te wijken.
4. Het houden van of het deelnemen
aan wedstrijden en hardrijden met veloci
pedes op openbare wegen is verboden.
De heer v. d. Have vraagt of de laatste
bepaling ook niet moet toegepast worden
op motor-rijtuigen, waarop de heer de
Casembroot antwoordt dat men het nog
niet zoover gestuurd heeft om met auto
mobilen sehoonrijderijen te houden.
De heer Moerdijk stelt voor te bepalen
dat de wielrijder op voldoende wijze van
zijn signaalhoorn gebruik moet maken.
De heer v. d. Have lieeft bezwaar tegen
den voorgeschreven lantaarn en stelt voor
dat de wielrijder dien bij het aankomen
van een rijtuig moet bedekken.
Nadat de lieer de Casembroot al die voor
stellen liad bestreden, worden zij achter
eenvolgens verworpen, het voorstel-Moerdijk
met 21 tegen 16, het voorstel-van Deinse
met 20 tegen 17 en het voorstel-van der
Have met 35 tegen 2 stemmen.
De heer Noordijke had de vergadering
verlaten.
De heer lokker blijft van meening dat
er wel degelijk sprake moet zijn van een
bereden velocipedeeen rijtuig zou anders
stil moeten houden, al stond er maar een
velocipede tegen een boom.
De heer van Deinse heeft bezwaar tegen
dat stil moeten houden. Ook zou hij wil
len bepalen dat het uitwijken alleen noodig
is, wanneer men daarvoor de harde baan,
niet moet verlaten.
De heer v. d. Lek de Clercq acht stil
houden alleen noodig als er geen goed
voetpad voor den wielrijder is.
De heer de Casembroot bestrijdt de be
weringen van den heer Fokker, evenals
die van den heer van Deinse, doch de heer
Lucasse, die het met den laatste eens is
over dat lastige stilhouden, doet nu het
voorstel dat stilhouden uit het ontwerp te
lichten.
Het voorstel-Fokker wordt met 21 tegen
13 en het voorstel Lucasse met 34 tegen
3 stemmen aangenomen.
Bij 4 doet de heer Wisboom Verstegen
het voorstel om te bepalen dat Ged. St.
dispensatie van het verbod zullen kunnen
verleenen, welk voorstel met 31 tegen 6
stemmen wordt aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna
liet geheele voorstel goedgekeurd.
Calamiteusv er klaring van den Zimmermann-
polder.
Ged. St. doen daartoe het voorstel onder
overlegging van een ontwerp voor een bij
zonder reglement, waaromtrent zij ook de
aangrenzende polders hebben gehoord.
De heer Hennequin wijst er op dat het
nog niet zeker is dat de geheele polder
zal kunnen behouden blijven. Wanneer
men eene aaneengesloten verdediging wil
uitvoeren, zullen de kosten ongeveer 6
ton bedragen. Daarom vraagt hij ter betere
beoordeeling of de bedijking in der tijd
geen gewaagd stuk werk is geweest.
De heer Kakebeeke, die als belanghebbende
eerst niet wilde medespreken, acht zich
er toch toe verplicht om de beweringen
van den heer Hennequin te neutraliseeren.
Hij kan de verzekering geven dat de in
dijking geen gewaagd stuk werk geweest
is en verklaart men den Zimmermann-
polder niet calamiteus, dan zullen een drie
tal polders daartoe eene aanvrage doen en
de provincie zal nog grootere offers moeten
brengen.
De heer Hennequin zegt dat wij hier staan
voor hetzelfde geval als vroeger met den
Leendert Abraham polder en dat de hoofd
ingenieur zich niet zoo stellig uitlaat als
de lieer Kakebeeke.
Nadat het voorstel namens Ged. St. door
den heer van Rompu verdedigd was, wordt
het aangenomen met 25 tegen 11 stemmen,
die der heeren Maas, Houterman, Moerdijk,
IJsebaert, Vader van 's-Gravenpolder, Ham
macher, Oggel, Wisboom Verstegen, van
der Lek de Clercq, de Jonge en Hennequin.
(Do beer Kakebeeke had zich tijdens de
stemming verwijderd).
Terugvordering van een evenredig deel en de
bijdragen van derden in de kosten van verple
ging van arme krankzinnigen.
Zonder discussie of stemming goedge
keurd.
Verwering in het rechtsgeding betreffende de
vordering van C. de Caluw'e te Groede om
vergoeding van geleden schade bij het vervoer
van een paard op aan der Provinciale Stoom-
booten.
Nadat het algemeen verslag der afdee
lingen was uitgebracht door den rapporteur
Oggel, gaat de zitting over in eene met
gesloten deuren. Na heropening dezer
wordt het voorstel zonder stemming goed
gekeurd.
Regeling jaarwedde concierge Provinciale
biblistheek.
Ged. St. stellen voor met ingang van 1
Januari 1902 de jaarwedde te bepalen op
f350.
Conform besloten.
Afwijzing verzoek voor J. W. Koole, ived.
Bootsgesel, te Bres/eens, om pensioen.
Zonder discussie goedgekeurd.
Afwijzing verzoek van de wed. Quaars te
Vlissingen om eene tegemoetkoming uit de
Provinciale kas.
Ged. St. achten het niet gewenscht het
verleenen van gratificatiën uit te breiden
tot de weduwen van hen, die bij hun over
lijden niet meer in dienst waren, maar
sedert korter of langer tijd pensioen uit
de Provinciale fondsen genoten hadden.
De heer Hammacher, die den on gelukkigen
toestand der weduwe kent, doet het voor
stel haar eene gratificatie van f 150 te
verleenen, op grond van de goede diensten
door wijlen haar echtgenoot bewezen.
De heer Dieleman stelt voor een jaar
lijksehe bijdrage van f125 te verleenen,
dan was de weduwe voor goed geholpen,
want voor f 115 kan zij in het gasthuis
worden opgenomen. Ook zou spreker gaar
ne willen zien, dat Ged. St. eene regeling
ontwierpen voor het pensionneeren van
weduwen en weezen van provinciale amb
tenaren.
De heer Siegers zegt dat Ged. St. kwalijk
een ander voorstel konden doen. Er is
wel iets te zeggen voor het voorstel-Ham-
macher, maar met het voorstel Dieleman
kan hij zich niet vereenigen; dat zou zijn
een gevaarlijk antecedent scheppen.
De heer de Veer brengt in het midden,
dat de provincie verplicht is voor de we-