NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 150.1901.
Zaterdag 13 Juli
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Bij ill iMer Mnnrt een ËijvoepeL
Brief Tan pi Smits aan pres. Step.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en yan
van 1—5 regels 25 «ent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Een troostwoord en aanwijzing uit
Gods Woord op den weg der zalig
heid door Zijn HoogEdele S. J. P.
Kruger.
Hilversum, 9 April 1901.
Oeliefde Eind en Echtgenoote
Ik kan niet nalaten u mede te deelen,
dat het met mijn gezondheid nog goed
gaat door des Heeren goedheid. Groeten
van mij aan n met een heiligen kus
ook aan al de kinderen en vrienden. Ik
vernoem, dat Alida nog, voor wat haar
persoonlijk betreft, bekommernis heeft naai
de ziel. Ik wil haar wijzen op den Heere
Jezus' eigen woorden, die Hij met zijn
mond heeft gesproken: «Het Woord is God,
het Woord is bij God en het Woord is
vleosch geworden," en die woonde onder
ons. Wanneer zij, en u allen, het Woord
leest, stel u voor den geest, dat de Heere
Jezus direkt uit zijnen mond tot u spreekt.
In Mattheus V zegt HijZalig zijn de
armen van geest, d.w.z.: die de zwakheid
van zijnen geest gevoelt en dat hij daar
door de zaligheid niet kan verdienen.
Zalig zijn diegenen, die treuren om hunne
zonden. Zalig zijn die, die hongeren en
dorsten naar de gerechtigheid, want zjj
zullen verzadigd worden, d.w.z.: naar.de
gerechtigheid van Christus' verlossings
werk. Indien gjj gevoelt, dat gij uwe
zwakheid kent, dat gij treurt om uwe zonden
en hongerig en dorstig zijt naar de gerech
tigheid van Jezus Christus, stel uw geloof
dau vast, dat de Heer u zalig spreekt, dan
verzeker ik u op grond van Gods Woord
uit Christus' eigen woorden, dat gjj een
Kind Gods zijt en wedergeboren in de
eeuwige zaligheid, omdat 't Christus' eigen
woorden zijn, en twijfel niet aan het Woord
des Heeren, want dan overwint het geloof.
Gjj zult misschien zeggen»De zondige
gedachten bljjven nog in mij." Maar hoort
nu, wat Paulns zegt in Romeinen 7 van
vers 15 tot 't einde toe. Paulus klaagt
daarover en zegt zelf »Maar ik heb een
vermaak in de wet Gods naar het inwen
dige des menschen, d.w.z. naar mjjn
zielsbegeerte doch ik zie een andere
wet in mijn leden, die strijdt tegen de
wet mijns gemoeds, en die mij gevangen
neemt onder de wet der zonde die in mjjn
leden is." Ik ellendig menseh, wie zal
mjj verlossen van het lichaam dezes
doods? d.w.z. hjj klaagt over zjjn
natuurstaat. O zoolang hjj in dit lichaam
woont, kan hjj niet daarvan ontslagen
Maar ik wensch nog een voorbeeld te geven
van de totale vernieling van ons dierbaar va
derland.
Des namiddags toen ik van de gemelde we
duwe Coetzee vertrok, ging ik op een verken
ningstocht langs de Doornrivier (een spruit
van Elandsrivier) op, alwaar den vorigen
dag het leger van generaal Douglas was
geweest. Ik kende die streek goed, daar
onze legermacht er gelegen had met het
beleg yan het kamp van kolonel Hore aan de
Elandrivier. Het was nacht, maar mane-
schjjn toen ik daar aankwam. Ik kwam
bij de eerste plaats met een metgezel en
vond daar alles vernield en afgebrandik
kwam bjj de tweede plaats en vond die
niet verbrand, maar geplunderd en zonder
een levende zielen zoo ging ik dien nacht
ot 14 achtereenvolgende plaatsen voorbij,
a en verbrand of geplunderd en geen ster-
lng aldaar te vinden. Waarljjk het leek
ee> op een spooktooneel in de maneschijn
■i.U °P die prachtige welvarende streok, die
Vpvi°f V0?r eea maand of wat in alhare glorie
j en had. Ik ging dien nacht laat op
i er verlaten werven slapen. De schoone
en i?i ornlcom) was totaal geplunderd
es ^wnieldde eigenaar er van (Mos-
raken, maar hij dankt God door Jezus
Christus onzen Heer. Zoo dan zegt hij:
»k zelf diene wèl met 't gemoed de wet
Gods maar met het vloesch de wot dor
zonde." Zoo komt hjj tot het 8sto Hoofd
stuk, en hij zegt daar«Zoo is er dan
nu geene verdoemenis voor diegenen die
in Jezus Christus gelooven, die niet naar hot
vleesch, maar naar den Geest wandelen:",
d.w.z. de wet des vleesches ook de
ztels-vjjand geworden is, en zoodoende
Christus' vijand ook de zielsvjjand is. Zoo
wordt dan in het vierde vers het recht
der wet vervuld in de ziel, die niet het
vleescb maar wel den Geest volgt.
Jesaja zegt, en God zelf zegt: »Komt,
laat ons onderzoeken naar de overtredingen
des menschenindien gij uwe zonden erkent
en u bekeert, al zjjn uwe zonden dan als
scharlaken, het zal wit worden als sneeuw,
en al zijn uwe zonden zoo rood als kar-
moezijn, het zal wit worden als witte wol."
Zoo zeg ik nogmaals, .stolt uw geloof toch
vast in den Heer en strijdt tegen de zonde,
want nauw en eng is de weg die tot het
leven leidt.
Zijt gij vermoeid onder den strijd, dan
zegt de Heer in Maiheus 11 vs. 28 toten
mei 30 »Komi herwaarts tot mjj gij
allen, die vermoeid en belast zijt en ik
zal u rust geven; neomt mjjn juk op non
leert van mjj dat ik zachtmoedig ben en
nederig van hart, en gjj zult rust vinden
voor uwe ziel, want mjjD juk is zacht en
mijn last is licht." Mjjn bede is steeds:
God helpe u allen om in het vaste ge
loof te bljjven vertrouwen op den Heer.
Ik groot u allen met oen geestelijken kus
en blijf uw aardsche Vader in Jezus Christus.
(Bazuin).
2~Juli 1901.
Tof leden van don gemeenteraad in Am
sterdam III zijn bij herstemming gekozen
de liberale eandidaten, de socialisten Polak
en Tak hadden 1972 en 1839, de liberalen
2040 en 2009.
In Leeuwarden waar Melchers in drie
districten in herstemming was werd hij
gekozen in II, tegenover den aftredenden
wethouder Troelstra, (vader van rar. P. J.)
in III werd hij door een katholiek aftre
dende, in I door een liberaal verslagen.
In Amsterdam IV werd dr. II. F. Hu-
brecht gekozen voor de vacature tot Sep
tember met 1200 stemmen tegen 300 op
mr. F. A. v. Hall. Nog moet daar een
verkiezing plaats hebben voor vier jaar,
wegens 't bedanken van mr. Goeman Bor-
gesius. De antirev. en ohr. bist. zullen te
Rotterdam II (vacature v. d. Pols) eandi-
deeren den heer J. M. Voorhoeve.
terd) is krjjgsgevangeno op St. Helena; zjjn
vrouw gestorven en oenige kleine weesjes
alleen bleven daar bij de familie. Maar
zelfs hun onschuld en jeugd en de balling
schap van hun vader konden niet de wraak
zucht van den vjjand verzachten. Ik dacht
dien nacht wat van al de vele families van
die streek geworden was, en tot mjjn ver
bazing vond ik hen den volgenden morgen
geljjk dassen uit de naburige randen uit
komen. De vrouwen waren daarheen met
hare kinderen gevlncht, daar zjj zich vei
liger in het veld met het wilde gedierte
gevoelden, dan onder bescherming van
Harer Majesteit's vlag en legermachten.
Eenige vrouwen van deze streek waren
gruweljjk mishandeld, zelfs verkracht, door
Kaapsche jongens en waren door het ge
bergte drie uur te paard gevlucht en had
den schuiling gezocht te Bokskloof Waar
ljjk, zelfs en hart van steen moest tranen
van mededoogen storten over dezen toe
stand van onuitsprekelijke ellende. Yan
üoornkom reed ik in den namiddag door
Boksloot naar Costerrivier, alwaar ik dezelfde
verwoesting en ellende aantrof. Niet min
der dan 7 families, bestaande uit vrouwen
en kleine kinderen, leefden onder de hoornen
in de open lucht niettegenstaande de zware
regens. Zelfs de tenten waren verbrandt
deze verwoesting was door generaals Page;
en Plumer aangericht.
Het Znider-Zendingsfeost deze week op
»Huize T011 Donek, bij Ridderkerk, een
landgoed van Jhr. mr. Groeninx van Zoe-
len te 's-Gravenlwge, gehouden is uitne
mend geslaagd; doch de wanklank heeft
niet ontbroken.
Toonde deze week een liberaal inzender
in ons blad zijn hartzeer er over dat er
wel eens goddelooze menschen met een
jeneverflesch naar 't zenjlingsfeest gaan om
er te zuipen, er waren ook aan boord naar
Ridderkerk mensehen die or niet behoor
den, en die ook al evenmin als de straks
genoemde jeneverdrinkers, in de christe
lijke historische kringen op hun plaats zijn.
De Nederlander schrijft.
«Het Christeljjk lied, dat zulk een mach
tige Evangelie-prediking is, hinderde hen
schijnbaar. En op eens klonk het uit hun
mond »Bokkie, bokkie hè Hartverhef
fend, niet waar Misschien zegt ge Wel
licht behoorden die zangers tot hen die de
Engelschman noemt: »the man of the street."
Volstrekt niot, 't waren «heeren" met wan
delstokken, hooggeboord en breedgeman-
ehetvertegenwoordigers van het «denkend"
deel der natie, van neu uie «eerbied heb
ben voor de godsdienstige overtuigiug van
anderen"; 't scheen ons zelfs toe dat er
mannen bjj waren, geroepen om onze jeugd
in «alle Christeljjke en maatschappeljjke
deugden" op to voeden maar heel zeker
weten we dit niet.
't Was een dissonantMaar die zullen
hier op aarde wel altjjd vernomen worden.
Gelukkig wordt eenmaal alles anders, en
daarom willen wij ook niet te veel aan ons
aardscho vaderland hechten, hoe lief wjj het
ook hebben. «Hosanna" uit Goes, het uit
nemende harmoniecorps dat zjjn goede dien
sten op hot feest bewees, bracht ons op het
zendingsterrein in de pauze in herinnering,
dat des «Christens Vaderland" hoogerligt.
«Naar beter land roept God ons heen".
De heer Ph. H. ter Meulen, provinciaal
vertegenwoordiger der sociaal democra
tische arbeiderspartij voor Zeeland, te
Middelburg, richt zich tot zjjn geestver
wanten in de provincie om financieëlen
steun teneinde te geraken tot de uitgeving
van een populair „weekblad voor Zeeland,
ter verspreiding der sociaal democratische
beginselen, speciaal onder de landarbei
ders". Eenige Middelburgsche partjjge-
nooten hebben daartoe het plan opgevat.
De circulaire begint met de mededee-
ling: „Bij de propaganda voor Sociaal
democratie in Zeeland was steeds in allo
Door in alle bijzonderheden te gaan zoude
ik UHEd. alleen vermoeien; ik haal der
halve nog maar één geval aan om te wjj zen
hoe vrouwen en kinderen door de leger
machten van deze generaals behandeld wer
den. Toen de vijand te Groenfontein aan
de Costerrivier aankwam, was de dappere
oude Luikes van der Werve tegen order
van generaal De la Rey voorwaarts gereden
en schoot hij op de vijandelijke verkenners
van achter zijn kraalmuur. Zijn vrouw
kwam uit huis om te vragen zulks maar
liever niet te doen. Onmidddellijk werd ook
op haar geschoten en werd zij doodelijk in
het hoofd gewond. Haar man droeg haar
toen naar huis en werd aldaar onmiddellijk
krijgsgevangen genomen en naar het En
gelse lager vervoerd. De stervende vrouw
met haar 3 of 4 kleine kinderen werden
toen uit het huis genomen en de plaats met
alles er op afgebrand. Zij werd gebracht
naar het huis van zekeren Albert Bibier,
waar ook een aantal kleine kinderen waren.
Pas was zij hier gebracht of het huis werd
op gruwelijke wijze geplunderd, zoodat er
zelfs geen kombaar of kussen voor de ster
vende vrouw overbleef en alle voedsel werd
verbrand. Toen mrs. Bibier hiertegen pro
testeerde en vroeg waarvan hare kleine
kinderen en de kleine weesjes moesten leven
werd haar geantwoord «Laat de Boeren
jullie den kost geven." Slechts één dubbel
strekon onzer provincie de onwetendheid
van den Zeeuwschen plattelandarbeidor
een grooten hinderpaal." En iets verder
zegt zjj dat „oen overgroot deel van het
Zeeuwsche proletariaat zóó onwetend (is)
dat „Het Volk" door hen niet begrepen
wordt".
Populaire leesstof, dat is de zaak.
Wij vernemen dat ook van vrijzinnig
democratische zijde er zoo over gedacht
wordt.
Laten de leiders die de Chr. Hist, be
ginselen zeggen te belijden en toch de
Chr. Hist, pers gram zijn, 't zich voor ge
zegd rekenen.
In een distriet in Friesland is een a. r.
gemeenteraadslid, wethouder, die 25 jaar
lang zitting had door de liberalen zij
zeggen 't zelf uitgeworpen als wraak
neming over den uitslag der Kamerver
kiezing.
Ook is de lieer Sluis, 't pas gekozen a.
r. Kamerlid voor Enkhuizen, door hen niet
herkozen «uit verontwaardiging, gewekt
door de hoogst unfaire wijze waarop in
dat district de strijd door de antirevolu
tionaire partij is gestreden, waarbij ecne
zoogenaamde vertrouwelijke circulaire, in
het geheim aan de clericale kiezers toe
gezonden wel het allerergste is geweest".
Kunnen onze vrienden in Enkhuizen
die circulaire niet eens voor het front
brengen
Wij gelooven van dat unfaire niets.
En zoo 't waar is, door het zootje van
liberale zijde in Hontenisse verspreid, wordt
het glansrijk opgewogen.
Hoort ook eens hoe zij 't geval te Lei
den uitmeten, waar een professorge
hoord had dat 't gerucht ging
dat iemand die bestuurslid geweest
was van de a. r. kiesvereeniging had ge
zegd dat de liberale candidaat voor de
Staten katholiek was!
Natuurlijk een misdrijf of een fout, al
naar gelang hier al dau niet opzet in 't
spel was.
Maar 't is nog slechts een gerucht
En dan durft de Midd. Crt. zeggen dat
ter wille van dergelijke fraaie staaltjes en
nog meer wij maar niet uitgepraat kunnen
raken over de Rotterdamsche circulaire-
quaestie
De burgemeester van Krabbendijke heeft,
natuurljjk niet als burgemeester, maar
denk er den burgemeester bjj zulk eene
gelegenheid maar eens af, zoo gij kunt!
in een vergadering belegd tot oprichting
eener neutrale werkmansvereeniging te
handvol milie meel werd haar toegelaten
van het vuur te redden.
Op de plaats Cijferfontein behoorende
aan Paul Grobler was niet allen geplunderd
en verbrand, maar zijn schoonmoeder, een
weduwe van over de 70 jaren, die mij
meer dan eenmaal de bittere door haar
meegemaakte geschiedenis van de voor
trekkers in Natal en den O. V. S. verhaald
had, was op gruwelijke wijze mishandeld.
Zij werd op den grond gesmeten, half
ontkleed en toen alle geld- en andere waar-
de-artikelen (welke zij voorzichtigheids
halve op haar lijf droeg) van haar geweld
dadig geroofd. Zij bleef zoo goed als dood
daar liggon. Dit noem ik ook maar als
een voorbeeld, van wat bijna dagelijks
voorviel en nog voorvalt. Ik zie uit de bui-
tenlandsche couranten, dat de behandeling
van de gevangene vrouwoD en kinderen
der vechtende burgers in de Kolonies nogal
opschudding baart, maar indien men in de
buitenwereld een honderdste deel wist van
wat binnen de Republieken gedaan wordt,
dan zon de gansche christenheid zich de
kleederen scheuren en een groot geroep
ten hemel verheffen tegen deze onbeschrijfe
lijke barbaarschheid.
Maar wat mij bovenal verwondert, is de
onbreekbare volharding dezer mishandelde
vrouwen, en deze volharding, zoo tragisch,
zoo verheven schoon, ontspruit niet alleen
Krabbendijke, eenige vaderlijke woorden
van verwijt en vermaan gericht tot de
werklieden, of liever tot de kiezers voor
de tweede kamer.
Hjj zeide, blijkens 't verslag in de
Ooesche Crt.:
„De verkiezingsstrijd, die voor de eerste
maal ook hier ter plaatse op eene in vele
opzichten onwaardige wijze is gevoerd;
let wel! ik beschuldig geen der partijen
de verkiezingsstrijd, die ook in deze an
ders zoo rustige gemeente de gemoederen
zoodanig heeft verbitterd, dat naar ik
vrees ook tusschen deze burgers een zoo
danige haat, zoodanige tweedracht is ont
staan dat de gevolgen van den verkiezings
strijd ook hier nog lang merkbaar zullen
zijn."
Let wel Z.E.A. beschuldigt geen der
partjjen, dat wil zoo ongeveer zeggeD, ik
beschuldig ze beide.
En nu meenon wjj Krabbendijke wel
een weinig te kennenzoodat wjj zouden
wenschen te vragen: is daar reden voor.
Het is waar, er is een partjj die, ge
heel uit eigen middelen, aldaar een Chris
telijke school heeft opgericht; en er is
een paiiij, (waartoe echter ue burgemees-
niet behoort) die daarover zeer ontsticht
was en bij de eerstvolgende raadsverkie
zing het degelijke gemeenteraadslid Verlare
uitwierp. De leiders dier partjj zal men
in zekere school dienen te zoeken.
Ook is er een „partjj", zoo 't er eene
is, die zóó tegen die Chr. school gezind
is dat zjj toen een bedeelde zjjn kind op
die school deed, hem dreigde zjjn (diaco
nale bedeeling) te zullen intrekken, wan
neer de man dat kind er niet dadelijk
af nam.
Maar het eerstgenoemde feit is al twee,
het laatste een jaar geleden. En die
sehjjen den burgemeester van Krabbendijke
niet het meest gehinderd te hebben.
Dat was ook wel verbittering, haat,
tweedracht zaaien geweest. Maar 't ergste
was wel de jongste verkiezingsstrijd.
Nu zjjn wjj ook daarmede eenigszins op
de hoogte.
Toon is n. 1. in de Herv. kerk een verkie
zingsrede gebonden door een liberaal om
de „kerkelijke" menschen te winnen voor
een liberalen candidaat; en is door onzen
vriend Do Koning met groote bescheiden
heid gedebatteerd.
Later zjjn onze vrienden ds. Littoojj en
Dekker in de Chr. schooi opgetreden om
voor geestverwanten de candid atuur van
den Roomschen candidaat te bepleiten, en
is een godsdienstonderwijzer, door libera
len aanminnig geapplaudiseerd, eerst zal-
uit een onwankelbaar geloof, in de groote
toekomst, welke ons volk tegemoet gaat,
maar ook uit een vast vertrouwen op God.
Zoo verhaalde mij iemand dat, terwijl een
Britsche officier bezig was een huis met
alles erin af te branden, de vrouw hare
kinderen hijeen riep en „Prijs den Heer
met blijde galmen" buiten zong. Zelfs die
officier was bewogen tot tranen, maar moest
voortgaan met zjjn werk. Ja, de martelaars
van de middeleeuwen hebben niet schooner
geloof en taaier volharding aan den dag
gelegd dan de Boerenvrouwen van den
huidigen dag. Waarljjk, zulke vrouwen
moeten noodwendig de moeders van een
groot volk worden. Ik heb algemeen ge
hoord, mag ik zeggen, dat de vjjand nu
meer op de gevolgen van hongersnood steunt
dan op zjjn eigen wapenen. Zoo worden
alle voedingsmiddelen vornield, alle wagens,
karren, molens, ploegen, trap- en dorsch-
machines verbrand, waterdammen vernield,
zelfs koffiemolens worden vermeld, omdat
de vrouwen ermede koorn malenAlles
zal den vjjand niets baten en de vrouwen
en commando's zullen eerder van rijs-
mieren leven dan den strijd om hun
heilig recht wegens honger op te
geven.
(Wordt vervolgd.)