NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 143.1901. Dinsdag 2 Juli 15e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Brieven uit Amerika. Iowa, Sioux County. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 1 Juli 1901. »De naam van God?' Met Handelsblad had er dr. Kuyper een verwijt van gemaakt dat hij, gelukgewenscht wordende met den uitslag der verkiezingen, dien triomf aan den naam van God toekende, en het aldus deed voorkomen, alsof de tegen standers godloochenaars waren. »De Standaard" geeft de volgende repliek Laat ons de redactie uit den droom helpen. De uitdrukking: »de Naam van God" verstaat zij blijkbaar niet. Ze is op theolo gisch gebied een vreemdeling. Anders toch zou ze weten, dat de naam, én in het oude én in het nieuwe testament en zulks bijzonderlijk in de saamvoeging: »de naam van God", een geheel andere be- teekenis heeft, dan wie op den klank afgaat, zich verbeeldt. De »naam van God" beteekentde open baring van Gods gezindheid en wil. Wie dus zegt, dat de naam van God triomfeert, spreekt hiermede uit, »dat de geopenbaarde wil van God weer geëerd wordt". Gemakshalve wordt hier ten bewijze slechts verwezen naar twee getuigen, die de redactie zelve kan naslaan. Ten eerste naar Riehm, »Handwörterbueh des Biblischen Altherthums", II p. 1053: »so erklart sich die so eigenthümliche Art und Weise, wie von dem Namen Gottes geredet wird. Es wird damit das Wesen Gottes selbst bezeichnet, insofern er sich vernemhlich macht und offenbart und von den Menschen genannt und zumAusdruck gebracht wird So ist nicht an eine aus- serliche Anrufung des Gottlichen Namens zu denken, sondern an einereale Verbindung mit dem wahren und lebendigen Gott." En ten tweede naar Herzogs' Real- Encyclopaedie, X p. 415«Namen Gottes bedeutet das ganze Walten Gottes, durch das er sich in dem von ihm eingegangenen Verhiiltniss personlich gegenwiirtig bezeugt, die ganze dem Mensehen zugekehrte Offen- barungsseite des Gottlichen Wesens." Dr. Kuyper heeft deze beteekenis, van den Naam van God opzettelijk toegelicht in »Uit het Woord", I. p. 1—11, en in »E. Voto", III. p. 582 v. v. Niemand heeft daarom recht, om als een theoloog spreekt van een triomf «voor den Naam van God", dit anders te verstaan, dan als de uiting van den volksgeest, dat het volk weer luisteren wil naar «Gods geopenbaarden wil", en met dien wil ook in het Staatsbeleid wil gerekend zien. Staat het nu vast, dat de liberalen juist dat rekenen in zaken van Staat met Gods geopenbaarden wil afwijzen, en eischen dat alleen gerekend worde met 's menschen rede, wat is er dan op hetgeen dr. Kuyper sprak aan te merken? Dat de redactie hiervan niet op de hoogte was, is haar niet euvel te duiden. Ze toont telkens op het gebied der Openbaring vreemdeling te zijn. Toch verwachten we van haar goede trouw, dat ze, nu de toelichting gegeven is, haar oordeel dienovereenkomstig wijzi gen zal. Volgens Eet Volk hebben de democraten onder de antirevolutionairen te Leeuwarden krachtig de candidatuur Melchers tegenover het nobele liberale aftredende lid Pyttersen gesteund. Wel een zeer zonderlinge opvatting om trent het landsbelang. Wij keuren dit af en betreuren het; en vragen of feitelijk de antirevolutionaire leiders in Leeuwarden door officieel niet- aanbevelen van den liberalen candidaat deze overwinning der sociaal democraten niet op bun geweten hebben. Een fout te onvergeeflijker dewijl men toch ook te Leeuwarden wel weten zal hoe vijandig de sociaal democraten staan tegen over allen die den Christus belijden, min stens al even erg als de liberalen. Men leze onder anderen slechts het stukske Amsterdamsche Kroniek in Met Folk, het welk begint met «Ende het geschiedde in die dagen dat de Kuyperieten enLohman- ietenenz." Tegenover een antirevolutionair verdient iedere liberaal om des beginsels wil ernstige bestrijding. Bij herstemming tussehen twee kwaden, ons en onzen beginselen al even weinig sympathiek, verdient hij die op 't hellend vlak der revolutie het minst vèr blijkt af gegleden, de voorkeur. Amico in Met Volk ontkent dat er in de Groninger Ommelanden zoo algemeen e, een groote liefde voor het Huis van Oranje zou zijn. Men verstaat de uitdrukking »Huis van Oranje" zelfs niet eens. Van 't historisch ontstaan van dat Huis weten de ouden onder hen niets. »De jonge boeren en arbeiders die meer onderwijs hadden genotenhaten dat Huis. En dat doen duizenden. Dat zegt Amico Welk een kaakslag voor 't openbaar onderwijs! Bij de ouderen geen kennis; bij de jon geren geen achting! Zou dat dan de vrucht van het openbaar onderwijs zijn! Hoe kan 't anders, bij de neutraliteit der oudere, en het socialisme der jongere onderwijzers aan die school, vooral in het Noorden. Amies schrijft in bovengenoemd socialis tisch blad: Het Huis van Oranje. Wat bedoelt ge daarmee. Is dat een paleis van de ko ningin Neen vriend, zoo wordt het stamhuis genoemd waaruit de koningin gezegd wordt voortgesproten te zijn. Zóó, dè,t wist hij niet en de omstanders evenmin. (Historisch.) Dit kwam mij wel wat bar voor, dat niet één hunner ook maar zoo'n beetje de geschiedenis van het vorstelijk huis wist. Ik probeerde het toen nog op vele dorpen en bij meer dan duizend personen, zoowel boer als arbeider, hoever men wel op de hoogte was met de voorvaderen van koningin Wilhelmina. En nu kwam ik tot het re sultaat, dat alle oude boeren en oude ar beiders zonder uitzondering maar niet konden zeggen, hoe of eigenlijk het Oranjehuisin Nederland was ontstaan. Ik sprak hun van de dankbaarheid, die we volgens som mige groote lui, aan het vorstelijk huis verschuldigd waren. Waarvoor Ja, zei ik, zeker omdat in de zestiende eeuw de prins Willem I door den opstand van de Nederlanders tegen Spanje van een prins zonder naam, tot een regeerend vorst verheven is. Wel kreeg hij daardoor niet den titel, maar wel de macht van een ko ning. Het heet, dat hij eigenlijk onze be vrijding bevochten heeft. Daarvoor is hij beloond, met macht en rijkdom, ofschoon hij ook ter wille daarvan is vermoord. Maar dat bleef immers hetzelfde, wat die had gedaan was dan goed, maar de anderen Op die manier praatten de oude men schen over. De jonge boeren en arbeiders, die meer onderwijs hadden genoten, riepen het maar publiek uit, als ik het gesprek er op bracht, dat het toch eigenlijk »gek- kenwerk" was, om dat dure »zoodje" in Den Haag te onderhouden. Kom, wierp ik dan wel eens tegen, je hebt toch liefde en achting voor het huis van Oranje? »Loop naar den duivel met je liefde moest ik dan vaak hooren. (Historisch.) Nog eens, welk een veroordeeling van het neutrale onder wijs. Zij 't een aansporing om overal Chr. Scholen te stichten. Daar wordt hetEvan- geliezout gebracht dat uit on- en wangeloof onze dierbre jeugd, ons volk behouden zal. Ook in Zeeland, ook op Zuid-Beveland hard noodig. Kapalle! Oudelande! Waarde! haast u! Friesland zal in de Tweede Kamer worden vertegenwoordigd door vier predikanten, te weten: Talma voor Tietjerk, Lieftinck voor Franeker, Melchers voor Leeuwarden en Schokking voor Harlingen. Ware niet Houwing in Wolvega uitgevallen, het zou er vijf geweest zijn. De oude Prov. Groninger Crt. hoofdorgaan van de liberale partij in Groningen schreef dezer dagen letterlijk: Veel liever Schaper (sociaal-democraat) dan Van der Molen (antirevolutionair), veel liever Ter Laan (sociaal-democratisch onderwijzer) dan een fanatiek drijver als Ds. Rudolph (antirevolutionair). Ons verwondert die voorliefde voor den sociaal-democraat volstrekt niet. Wij vinden haar zelfs zeer natuurlijk. Immers, ditzelfde blad schreef in 1897: dat liberalisme en socialisme tot dezelfde familie behooren. Graafschapper. Particuliere correspondentie,) VI. Uitgeleid door drie Oud-Goesenaars, (er zijn er meer) met wie ik aangename dagen had doorgebracht, verliet ik de groote stad Chicogo, welke den handel tot zich getrokken heeft van het midden gedeelte der Vereenigde Staten. Mijn weg voerde naar Iowa, den Staat in Nederland zoo goed bekend. Iowa is een der beste van de Vereenigde Staten, de landbouwstaat bij uitnemendheid. Ongeveer 30 jaar geleden was een zeer groot deel van dezen staat nog prairiegrond, uitgestrekt grasland, dat echter slechts be hoefde omgeploegd en bezaaid te worden om de rijkste oogsten op te leveren. En thans is van prairiegrond zoo goed als niets meer te bespeuren; alles is in heer lijken bouwgrond herschapen De staat Iowa met de hoofdstad Des Moines is verdeeld in provinciën. Zulk eene provincie noemt men county. Een der vruchtbaarste counties is wel Sioux County (spreek uit Soe Kauntie), ook wel de tuin of het paradijs van Iowa geheeten. Ze ligt in het Noordwesten, grenst aan Zuid-Dacota en is slechts door Lyon County van Minnesota gescheiden. In deze county liggen wel niet groote, maar toch fraaie steden met eene welvarende landbouwende bevolking er om heen als Sioux center (het middelpunt), Oranje City (de bekende Hollandsche nederzetting van dhr. Hospers), Sheldon, Boyden, Middelburg. Pella ligt in eene andere county van Iowa. Geheel Iowa bestaat uit dezelfde soort grond. Dat het eene gedeelte meer vrucht oplevert dan het andere vindt zijn oorzaak, deels in de betere bewerking, deels in de hoogere of lagere ligging. In een jaar van grooten regenval zal de hooger gelegen grond heel wat voor hebben boven de lager gelegen deelen. Ik geloof niet dat in eenig deel van Nederland zulke vruchtbare kleigrond en die zoo gemakkelijk te bewerken is, aan getroffen wordt. Reeds meer dan 30 jaren lang is van hetzelfde land geoogst, zonder dat men door bemesting er iets aan terug gegeven heeft en wanneer het weder te gunstig is, dan wordt de »crop" d. i. de oogst, nog veel te zwaar. Verdwalen kan men in Iowa niet licht; trouwens daar loopt men in andere Staten evenmin gevaar voor. Toen het land door de regeering ver kocht of ten geschenke gegeven werd ais belooning voor den lande bewezen diensten (vrijwilligers in 't leger), moest het eerst nauwkeurig worden opgemeten en in deelen verdeeld. Daartoe gaf men eerst de plaats aan en de richting van de wegen, die niet kronkelend door het land loopen, maar het recht van Noord naar Zuid, en van Oost naar West doorsnijden. Die wegen zijn alle 4 roeden breed, ongeveer 20 groote passen, en op een afstand van een mijl van elkan der gelegen, zoodat ze den geheelen staat verdeelen in secties, die juist vierkant zijn. Iedre sectie is een mijl lang en breed, en ongeveer 20 minuten gaans. 1 mijl 1 mijl 1 mijl Bi a sectie ei 1 20 m, sectie 20 m. j 1 I1 mijlweg schoolhuis. Op 2 mijlen afstand van elkaar. 't Is dus licht te begrijpen, dat het niet moeilijk moet vallen den weg te vinden. Wil men iemand bezoeken, dan heeft men slechts te vragen aan welken mijlweg hij woont. En dan drukt men het aldus uit Ge gaat eerst 2 mijlen noord en daarna U/2 mijl west. Nu weet ge tevens, dat het een afstand van 3'/2 X 20 minuten of 70 minuten is. Maar hoe nu te weten, waar een mijl ophoudt of begint? Wel, juist waar een dwarsweg den uwen kruist. Wie meent, dat die breede, rechte wegen even goed zjjn als de straat- of grintwegen in Nederland, vergist zich. Ze bestaan uit denzelfden grond en zijn even vruchtbaar- als het land, dat er aan ligt. Van klei zijn ze dus; bij droog weer prachtig, bij aanhoudend regenachtig weder slecht. Ik trof het in dit opzicht slecht. De regen had al 3 dagen aaneen gevallen en alles leek wel een moeras, toen ik in den trein ter bestemder plaatse verliet. En toch moest ik door dien modder heenVan loopen kon echter geen sprake zijn. Nie mand loopt in Iowa bij zulk weer. In de steden, waarvan de straten ook ongepla veid zijn, d. w. z. bij aanhoudenden regen een modderpoel gelijken, maakt de voet ganger gebruik van sidewalks of hooge trottoirs van planken (in Nederland de kleine steentjes), terwijl een planken wan delpad op de hoeken der straten de side walks verbindt. Doch buiten de stad waagt zich dan geen voetganger. Men maakt dan gebruik van zeer lichte rijtuigen met smalle wielen, die echter zeer ver van elkander staan. Voor omvallen bestaat dus geen ge vaar. Maar het is niet raadzaam uwe beste kleeren aan te doen, ge loopt alle kans met modder te worden bespat. De paarden, die aan dergelijke wegen gewoon zijn, trekken het rijtuig door de moeielijkste plaatsen heen en ge zijt aan de plaats uwer bestemming, eer ge 't weet. Zulk een rijtoer voor 't eerst van uw leven heeft iets avontuurlijks. Maar niet altijd zijn de wegen zoo. In den winter zijn ze hard bevroren of met een dikke sneeuwlaag bedekt, die zich uitmuntend leent tot sledevaart. En ge moogt in de maand Mei eens eene enkele maal zulk slecht weer hebben, waardoor de wegen zoo modderig zijn, laat de zon maar één halven dag schijnen en de wind over den weg waaien en de aanblik van de »road" is geheel veranderd. Alles stijft op, de bovenkorst wordt wit en met een weinig passage gelijkt de weg op een blinkenden dorschvloer, waarvoor een wielrijder in Nederland gaarne den besten weg zou willen ruilen. Sioux Country wordt de tuin van Iowa gewoond en met recht. Om u daarvan te overtuigen nemen we den eersten den bes ten mijlroad of mijlgang en gaan de coun try (spr. uit de kuntrie) d. i. het land in. Links en rechts van den weg staan de farms (boerderijen), meest alle tussehen dicht geboomte gelegen om beschermd te zijn tegen felle koude winden. Het woon huis, hoewel van hout, is stevig gebouwd en lacht u gewoonlijk vriendelijk tegen; op eenigen afstand er van staan de andere eveneens van houteen paarden- en koeien stal, waarboven de hooizolder, een loods voor 't graan en het corn (mais); een kippenhok en een varkenshok, waarin soms wel meer dan 200 varkens, alle zwart, enkele rood, aanwezig zijn. De farm is van den weg af gemakkelijk te bereiken; ge behoeft geen lange laan in en een hek is er niet om te openen. Het boerenerf of de yard is gewoonlijk gelegen op een hoog gedeelte, echter in de onmiddellijke nabijheid van een laag terrein, waar men niet veel moeite behoeft te doen om water te krijgen voor het vee en dat inzonderheid geschikt is, voor pas ture of weiland. Bij de woning is een pomp, dikwjjls ook een regenbak, terwijl bij de gebouwen, waar het vee verblijf houdt, wel 2 of meer pompen staan, die meestal in werking gebracht worden door een windmolen, van hout of ijzer gebouwd, en die veel op een Eiffeltoren gelijkt. Groote boomgaarden zijn een zeldzaamheid; van den moestuin wordt niet zooveel werk ge- - maakt als in Nederland. Worteltjes, sla, ja alle groenten zaait men er op een rij, evenals men in Nederland de boontjes en erwtjes legt. Wijl het onkruid er zoo welig tiert, zou het moeilijk zijn, ja, onmogelijk om den tuin anders schoon te houden. Als we onzen blik over de farm laten gaan, dan merken wij dadelijk een groot verschil op met een Hollandsche. Ge moet niet denken, dat het in keuken, stal, varkens hok, op het geheele erf, zoo zindelijk .en ordelijk is als b. v. op de hoeve van dijk graaf De Bokx te Goes. In huis kan liet ook moeielijk zoo keurig en kraakzindelijk zijn. Daarvoor stuift het bij droog weder te veel en bij regen is alles te modderig. Maar op het erf zou het wel wat beter kunnen zijn. Gaarne zonder ik eenige boeren uit van Hollandsche afkomst, die de echt Hollandsche zindelijkheid nog niet verloren hebben. Machines, die een schat van geld hebben gekost, staan open en bloot, aan weer en wind blootgesteld onder een boom. Het ijzerwerk is geroest, het hout verveloos. 't Is bij enkelen reeds veel, als ze eenige palen in de grond geslagen hebben met een soort dak er over om de machines te bergen. En als ge er een woord over zegt, krijgt ge ten antwoord; «O, dat betaalt niet!" Deelen va* oude, afgedankte ma chines vindt ge hier en daar verspreid, ja ik zag zelfs de helft van een zelfbinder aan den kant van den weg bij een stuk land, waar hij wellicht 4 it 5 jaren te voren eens dienst had gedaan. Doch laten wij het terrein van de var kens eens in oogenschouw nemen. Eene groote ruimte rondom de hokken is door prikkeldraad afgepaald. Wel 200 zwijnen kunt ge tellen. Daar zijn er een 10 tal bezig zich te vergasten aan de overblijf selen van een pas gestorven paard, dat de boer niet heeft begraven. Hij weet, dat varkens ook van vleesch houden en het is den Amerikaanschen boer in de eerste plaats te doen om den dollar. En van de varkens weet hij zeer veel voordeel te behalen. Hij houdt ze tot ze ongeveer 200 Am. pond zwaar zijn om ze dan te verkoopen tegen 6 dollar d. i. f 15 de 100 pond. En waar mee worden ze gevoerd? Wel, met corn d. i. mais, en afgeroomde melk. Boeren, die gevrijwaard blijven van ziekte onder de varkens, kunnen jaarlijks een aardig kapitaal van deze dieren maken. Ik sprak daar van afgeroomde melk. Separators zijn hier dus ook in gebruik. Boeren, die veel melkkoeien hebben, bezitten er een. In deze countrij treft men overal de Laval Baby aanvergis ik mij mij niet, dan is die in Goes te verkrijgen bij de heeren Franken Goemans. De room wordt gekarnd of aan huis verkocht. Brengt men de room boter naar den winkel, dan ontvangt men 's winters ongeveer 37'/2 Holl. c. voor 4'/2 Holl. onsen d. i. 1 Am. pond, thans maar 26 28 centen. De room, die aan huis wordt afgehaald en gepeild, betaalt men naar 't botergehalte. Hoe vetter deroom, hoe meer boter ze bevat. Yoor de room, die een pond boter bevat, wordt thans van 16 tot 18 centen betaald; des winters echter meer. Van de 100 koeien, die men hier ziet,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1