NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. enfabriek ikkerskneebl benoodiyd, No. 127.1901. Dinsdag 4 Juni. 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH :oe, Iburg. or en per schip, ISTENSE, erswonmg oop LVEiZIV ïÖP~i •BS, Kapelle. te koop, benoodigd benoodigd, Aletmtebt, Leidekkerswerk, ienstmeid, VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN v De Leeuw, Halsteren). uitstekende kwali- zeer goed passend, voor Noord- en LJ UR ;ezin, waarvan de rijden. Woning [EULENBERG, e r s e k e (Moer). ed. MIDAYAINE, DOP a 6 Juni, trijpskerke. l j ook bij het Spoor. DE KORTE Nz., ober g e k e r k e. t October in een n k e stand en niet be- "AdresWed. C. Buskenstraat 6, vraagd I HELL, Goes, en Zinkwerker. nd TAZELAAR, Middelburg. ;ober iv\E(in 50NSE, Schroeweg ;ober rooskerke, of eerder (niet wasschen), e Kerkstr., Goes. nd ^£el ÓL :enstand. Wasch )'HUIJ, Boekhan- wordt, bij oude, sdig een |n de 25 jaar, die kan koken, en tehuis verlangt, is te maken voor It verlangd, kh. J. J. VISSER t October l LINDE, ii „Nieuw Erve". e Jonge-Verwest elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 3 Juni 1901. Tegen de Revolutie het Evangelie. Tegenover de Revolutie is er gemeen schap van alle Christenen. Tegenover de Revolutie is er eenheid van grondslag onder Protestanten en Room- sqhen. Christus is het vereenigingspuntin Hem hebben Roomschen en Protestanten, tegenover het ongeloof, een gemeenschap pelijk belang." Groen van Prinsterer). Dit zij vastgehouden, al blijft (gelijk Prof. Fabius terecht heeft opgemerkt»in de nadere uitwerking der tegenstelling tusschen hen zoo groote verscheidenheid dat één uitwendig partijverband, waarin Protestanten en Roomschen werden saam- gevoegd, de ontwikkeling zou belemmeren, en dus, naar Gods Woord de kracht breken". Maar dan zij ook, bij de komende stom bus, zoo van den llen als van den 14en dezer dit gemeenschappelijke belang do drijfkracht voor ijverige en nauwgezette samenwerking. Voor de Tweede Kamer steunen wij daar om van harte de candidatuur van Mr. C. Lucasse, (aftr.) in het kiesdis trict Middelburg Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, in het kiesdistrict Goes. Mr. Th. Heemskerk, in het kiesdistrict Jhr. Mr. J. J. Pompe van Meerder» voort, in het kiesdistrict Zïerïh&ee J. F. Heemskerk, in het kiesdistrict Oostbuig. Voortvaren blz. 174. Men snijdt op over het vele dat dit kabinet tot stand bracht door middel der wetgeving. Van dien roem gaat wel een en ander af voor zijne voorgangersdoch 't is waar, dit kabinet, heeft grooten ijver aan den dag gelegd. Maar veel wetten wil nog niet zeggen veel goede wetten. Gesteld echter dat 't al goede wetten waren die tot stand kwamen, zou er niet menig ontwerp zijn verongelukt indien niet antirevolutionairen of Roomschen waren te hulp gekomen? Zonder hulp der onzen zou in de afge- loopen periode weinig ol niets zijn tot stand gekomen. De militiewet; de salarisverhooging voor openbare onderwijzers; de onaannemelijk verklaarde amendementen op de kieswet; de tweede ongevallenwet; de leerplicht; de legerhervorming; de subsidiewet; en voorts bij tal van moties en begrootings stemmingen, wat zou er van terecht ge komen zijn, indien de rechterzijde niet telkens te hulp gekomen was om 't door zijn eigen vrienden bedreigde kabinet te redden? De ontwerpen die wet werden zijn voor 't meerendeel dat geworden door onze hulp; die eer komt niet den liberalen alleen en ook zelfs hun lang niet alleen toe. Terecht schrijft dienaangaande de Hol- Innder In de eerste plaats waarschuwt de N. Jlott. Ct. de kiezers voor de «kerkelijke partijen", die niet geven zullen wat de li beralen gaven en «wat het ministerie, dat uit de liberale meerderheid van 1897 is voortgekomen, gedaan heeft" en «dat veel meer zegt dan welk geschreven program ook." Hoe is 't mogelijk zoo iets te durven neerschrijven in een blad, dat zoo lange jaren de leiding aangaf voor een groot deel van het Nederlandsche volk. Is men dan geheel vergeten en dat zoo spoedig dat herhaalde malen dit Ministerie op de been moest worden gehouden door de anti revolutionairen of door de roomsch-katho- jieken, dat het voor die gesmade «kerkelijke partijen" 0 zoo gemakkelijk ware geweest om het Ministerie te doen tuimelen Is de redactie zoo kort van memorie, dat ze niet eens meer schijnt te weten, dat en de Leerplichtwet en de Legerwetten door «ker- kelijken" moesten gerod worden En zoo niet, hoe waagt men het dan nog er prat op te zijn, dat dit Ministerie uit de liberale meerderheid van 1897 is voortgekomen. Een fraaie meerderheid voorwaar En dan roept het Rotterdamscho blad nog uitr: «wat do kiezers aan de liberalen hebben, dat heeft, dunkt ons, het vierjarig tijdvak dat achter ons ligt, duidelijk ge noeg geleerd." Inderdaad duidelijk, al te duidelijkmaar precies in een geheel tegenovergesteld en zin als door de N. Rott. Ct. in zijn naiviteit wordt bedoeld. En de Nederlander, met fijnen spot, voegt er aan toe Eilieve, wat was het Kabinet anders dan afhankelijk van de genade der minderheden bij de herziening der Kieswet, toen on- aannemelijkverklaarde amendementen alleen met den steun der rechterzijde werden ver worpen bij de tweede Ongevallenwet, toen precies hetzelfdo gebeurde bij de eindstemming over Leerplicht, toen zonder steun uit de rechterzijde de wet zou gevallen zijn bij het Subsidieontwerp, dat zonder de hulp van rechts reeds verongelukt ware bij de Legerhervorming, die al tienmaal zou zijn «opgerold" als de rechtsche batal jons niet ter hulp waren gesneld bij tal van moties en begrootingsstem- mingen, wanneer een radicaal-socialistisch smaldeeltje zich afscheidde bij wij durven het nu reeds voorspel len de eindstemming over de Legerwetten op hedenmiddag. Voorwaar, de Residentiebode overdreef niet zoo erg, toen zij Zaterdagavond schreef «Indien de oppositie er op uit geweest was, had zij zoo goed als alle wetten van deze regeering ten val kunnen brengen". De liberalen worden altoos een weinig kregel, wanneer men hen voor familie van de sociaal democraten verslijt. Maar waarom hebben dan de liberalen in de Kamer nu deze vier jaar lang de sociaal democraten maar aldoor, onbestreden, toe gelaten propaganda voor hun beginsel te maken, te schelden op veel wat ook hun dierbaar is? Waarom hebben zij den principiëelen strijd werkeloos aangezien, en dien geregeld door Kuyper, Lohman en De Visser laten voeren? Van waar die makheid, die beginselloos heid? Waarom zwegen de liberalen waar spreken plicht ware geweest? En waaraan ontleent dan de liberale Unie het recht ook tegen de sociaal demo cratie de kiezers op te roepen? Waarlijk, het is de paarden achter den wagen spannen, wanneer men liberale man nen naar de Tweede Kamer wil zenden, om tegen het socialisme te strijden. Zij kunnen het niet of zij doen het niet. Daarin staan oud-liberalen met vrijzinnig democraten gelijk. Wat wij reeds eerder hadden moeten doen, is dit. Wij wenschen aan wie 't aangaat de vraag te stellen of de 3e klasse-wacht kamers in de stationsgebouwen van de Staatsspoor ook open moeten staan voor met-reizigers; en of 't gewenscht is dat sommigen zoo zachtjes aan van zulk een wachtkamer hun kroeg maken. In een der stationsgebouwen in onze omge ving, zoo verhaalt ons een ooggetuige, was 't gedrink een dezer dagen in de wachtkamer er gerlijk; en liepen zelfs een paar reizigers of hun familieleden gevaar door eenige van die drinkende knapen, welke daar niets te ma ken hadden, te worden gemolesteerd. De bjjzonderheden ons verteld zullen wij nu maar voor ons houden. Het is ons om de zaak te doen. En dan merken wij alleen aan dat de Staatsspoor ook dat misbruik zal dienen te keeren. Het fatsoenlijk 3e klasse-publiek moet geen gevaar loopen door aangeschoten opgeschoten niet-reizi- gers te worden gehinderd. En om aan dezulken te tappen, daar is de wachtkamer niet voor. Ook onder de liberalen is vrijhandel niet meer het schibboleth. Minister Pierson, zelf vrijhandelaar, stelde een ruime verhooging van invoerrechten voor. En een beroep op Engeland, het land van den vrijhandel, gaat ook al niet meer op. Engeland hief in 1898 reeds 25fif mil joen gulden aan invoerrecht en 336 mil joen aan accijnzen. Dat wordt nu weer belangrijk meer door de uitvoerrechten op kolen en verhoogde accijns op suiker. Nu is wat minister Pierson voorstelt, en wat ook de antirevolutionaire partij wil niet «graanrechten" maar invoerrechten. Men kan ons derhalve deze reis geen «duur brood" voor d.e voeten werpen. Al zijn wij het overigens volkomen eens met een inzender in Tiet Handelsblad van Zaterdag: «Brood en meer levensbehoeften zijn duurder in Duitschland dan hier. Het is waar, maar de laagste prijzen helpen een werkman niet veel; indien hij geen geld heeft om tegen die lage prijzen te kunnen koopen." Maar 't geldt hier invoerrecht op alle bewerkte artikelen uit het buitenland. Zulks ter bescherming van onze natio- nalen arbeid. «Vrije handel" wij zeggen het ook hier weer den inzender (De Jong) in Het Handelsblad na «vrije handel is in be ginsel het eenig juist stelselmaar oogen- blikkelijk niet voor ons land, dat omringd door beschermende rijken, zijn uitvoer ziet bemoeilijkt, en zelf wordt overstroomd door invoer dier rijken." Er bestaat dan ook voor Nederland geen enkele reden, waarom het zou voortgaan den buitenlander gratis van zijne over productie af te helpen. Een overproductie die niet eens altijd van :t beste is. Men denke aan 't gevaar voor onze meelindustrie, om nu maar. niet meer te noemen. Troelstra heeft weer een zijner 20 ge trouwen zien „omvallen". De Klerk die voor zijn jongste urgen tie-motie gestemd heeft, heeft thans aan den voorzitter der Kiesvereeniging die hem weer candideeren moest gezegd alleen daar voor te hebben gestemd, «dewijl daarin niet de bepaalde urgentie van grondwets herziening gevraagd werd"! Wat Troelstra hiervan zeggen zal Een urgentie-motie waarin geen urgentie gevraagd wordt. Er schiet niet veel over van het urgen- tie-geschreeuw der vrijzinnig democraten. Kamerleden en Kiesvereenigingen zijn al even onbetrouwbaar geworden. Wij kijken al uit wat Middelburg zal doen met Arie Smit die tegen de urgen tie is. Of men daar ook fier een urgentie-man candidaat zal stellenofook omvallen zal. Wij leggen ons oor al te luisteren, maar wij vernemen niets. Zij zijn muis stil aan dien kant. Het blijft al binnens kamers. Echt vrjj metselaarsch! Onmiddellijk na den uitslag der Kamer verkiezingen van 1897 schreef de heer Boissevan in Het Handelsblad: „De vic torie van gisteren kan een zegen voor ons vaderland worden als ze een eind maakt aan de splitsing der regeeringspartijen in clerieaal en anti-clericaal. Helaas, die zegen is achtergebleven. Het is weer een hallogeroep tegen de „clericalen" geworden. De Liberale Unie ging voorop. En de voorzitter van den Vrijzinnig Democratischen Bond, prof. Molengraaff, candidaat van den Chr. Hist. Kiezersbond te Utrecht, volgde. De voorzitter der Middelburgsche chr. democratische kiesvereeniging, een correct man, sprak van „clericalen en anti-revo lutionairen". Dat is beter. Wij antirevolutionairen zijn wij toon den het reeds meermalen aan het tegen deel van elericaal. Het is al veel gewonnen, wanneer men, gelijk de heer Herman Snijders deed, ons dezen hoozen naam onthoudt. Wijlen twee eerlijke liberalen gingen ja ren geleden al een stapje verder, door openlijk te verklaren dat wij niet „cleri eaal" hunnen zijn. Mr. P. van Bemmelen schreef „In den boezem van het hedendaagsche Calvinisme kan een orthodoxe beweging op religieus en sociaal-politisch gebied niet uit sluitend van de geestelijken of liever predi kers uitgaan, noch hun belang en hunne heerschappij dienen. „De Nederlandsche antirevolutionaire partij kan dan ook niet de protestantsche clericale partij worden genoemd, zonder de taal en het spraakgebruik geweld aan te doen." En Prof. C. B. Spruyt, in zijn, helaas kort geleden afgesneden leven, ook een liberaal toongever, schreef: De naam Clericalen is voor onze Anti-re volutionairen ongeveer even passend, als die van visch voor zwaluw zou zijn. Grooter bestrijders van den invloed van den clerus kent de geschiedenis niet dan onze stoere en onverzettelijke Calvinisten. Dit is volkomen juist. De tegenwoordige minister heeft er niets van begrepen toen hij 't aldus om schreef in zijn boek over Richtting en beleid der liberale partij. „Met clericalen bedoel ik allen die bij de beoordeeling in het publiek belang, zich beroepen op den geopenbaarden wil van God." Een definistie waarvan, zoo zij juist ware, het tegenovergestelde bij gevolgtrek king niet voordeelig zou zijn voor de li beralen. De liberale Unie heeft in haar anti- clericaal manifest toch nog een kostelijke bekentenis gedaan, maar een bekentenis die haar eert. Zij zegt onder anderen «Ge weet" dat »ge" is voortreffelijk «ge weet dat de sociaal-democratie haar opkomst te danken heeft aan het helaas niet te ontkennen feit dat de liberale partij tegenover de sociale nooden te lang onver schillig of althans werkeloos is gebleven." Zoo ongeveer gelijk professor Quack zelf Liberaal in 1888, over zijne partij klaagde «Het zou een schoon, hartverheffend schouwspel zij n geweest, als de liberale Partij in Europa vroegtijdig de taak op zich had genomen om dergelijke voorzorgsmaatrege len vrijwillig te treffen. «Doch zij kantte zich juist tegen degenen, die het doen wilden. «Mede door haar toedoen vermeerderde op dit gebied de wrevel tusschen Staat en Maatschappij. En verder schrijft dezelfde liberale hoog leeraar o. a. nog dit «Ook van eenig toezicht dat noodig was, opdat niet te veel levenskracht van enkele deelen der maatschappij werd gevorderd, wilde de liberale staat eerst niets weten. Wij hebben het oog op de beperkingen van arbeid en arbeidstijd voor kinderen, jeugdige werklieden en vrouwen, en op wat daaruit voortvloeit. «De machine werd nooit moe men vorderde datzelfde ook van vrouwen en kinderen. Wel had op dit gebied een verstandig Staatstoezicht zooveel kunnen uitrichten. «Doch wie er op aandrong de liberale Partij in Europa liet, krachtens beginsel, dit werk rusten. Hartverscheu rende tooneelen hadden overal plaats. De wreedste jammer werd openbaar. Men liet begaan. «De Liberale Partij in Europa deed in den regel niets. «Niets voor de regeling van het arbei ders contract tusschen werkgever en werkman. «Niets voor instelling van arbeidsraden, ter beslechting van geschillen tusschen patroons en arbeiders. «Niets voor wettelijke voorschriften be treffende de gezondheid en veiligheid der werklieden in de fabrieken. «Niets voor vakonderwijs der werklieden «Niets voor al die onderdeelen der Staats bemoeiing.'' Tot zoover de Liberale hoogleeraar in het Sociaal Weekblad van 1888 Sedert dien tijd hebben de andere Par tijen de Liberalen gedwongen om iets te doen, en de Liberalen hebben gedaan wat zij „krachtens beginsel" zooals professor Quack terecht opmerkt, niet konden doen, en hebben met behulp van andere partijen, onder den dwang der socialistische partij niet het minst, eenige sociale wetten gege ven, waarin wij het goede niet wenschen te miskennendoch welker late tijdstip van behandeling ongeveer een kwarteeuw te laateen aanklacht is tegen de werke loosheid van het "laat-maar-waaien"-stel- sel der oud-liberale, der Manchester school. Aandoenlijk is de klaeht van ds. Snellen in De Vaderlander. Hij, zelf eenmaal mordern predikant, heeft dien tijd der onverschilligheid mee doorleefd. «Ik heb den onbelemmerden bloei van het laissez faire, laissez passer nog gekend. Ik heb mij nog bedroefd over het volslagen anti-Christelijk karakter der economie, maar meende dat het niet anders kon. Ik herin ner mij nog het gelukkig oogenblik, toeu ik voor het eerst hoorde het zuiver ethisch beginsel van de wetenschap der samenle ving. Ik ken de groote dwaling der soc. democraten dat het arbeidsproduct zijn waarde uitsluitend ontleent aan den arbeids- tijd daaraan besteedmaar nog veel meer ben ik er van overtuigd dat de arbeid zelf is miskend." Ook hier erkenning van het „niet te ont kennen feit dat het liberaal laat-maar- waaien"-stelsel «onverschillig" was tegen over de sociale nooden. Neut/raai. De Vaderlander ergert zich aan ons „ko mieke slotpreekje" over „neutraal". Zij vindt dat wij 't gevoelen van de protes tanten van den Chr. Hist. Volksbond niet juist vertolkten. Is het dan niet waar dat velen hunner de chr. openbare school verlangen? Dr. Bronsveld is zelfs vóór de openbare school, zonder dat „Christelijke". Op voorwaarde dat het de openbare school bescherme, verlangt hij zelfs bestendiging van dit kabinet. En dat doet diezelfde dr. Bronsveld die jaren geleden schrijven kon: „Ons volk kent zijn verleden niet meer". „Onze jeugd weet niet meer, dat het niet alleen „Neerlandsch", maar ook „Gereformeerd" bloed was, dat onzen vaderen door de aderen heeft gevloeid". „Dat is uwe ergste zonde, 0 liberalen, dat gij scholen hebt gesticht, waarin niet alleen de Bijbel, maar ook onze nationali teit is verloochend". Wij blijven er bij dat de chr. openbare school zij moge Roomsch zijn in Lim burg, of Protestantseh op Walcheren den bloei der vrije school tegenhoudt. Met instemming lezen wij in Het Centrum De vereeniging Het Vrje Ruilverkeer heeft een manifest uitgevaardigd om te waar schuwen tegen het kiezen van katholieke en anti-revolutionnaire eandidaten. Het vrije ruilverkeer zou dan gevaar loopen. De verklaring, dat thans met de door de niet-liberale partijen gewenschte verhooging

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1