NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
1.1 Boasson Hoos.
No. 126.1901.
Zaterdag 1'Juni.
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
GOEDKOOP DRUKWERK
Lj
uuuuuuwxuunuu*
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
Wed. S. i. de Jonge-Verwest,
elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
RECLAME.
Heeft de regeering met de spade indie
ning der Zuiderzeeontwerpen en de arboi-
ders-pensioenwet reclame willen maken?
Dit is onder ons, menschen die malkan-
ders innerlijke roerselen niet kennen,
moeilijk uit te maken.
Het kan waar zijn, bet kan ook niet
waar zijn.
Den schijn heeft de regeering tegen zich.
Nog even vóór de indiening heeft de
Nederlander gezegd „niet naar de indiening
van een Zuiderzee-ontwerp te verlangen
wijl dit den indruk kon wekken dat de
Regeering meer de Kiezers dan de Kamer
op het oog had".
Thans is echter het ontwerp ingekomen
en daarbij nog een ontwerp-arbeidscontract
en een concept-ontwerp in zake de arbei-
derspensioneering, zegt genoemd blad; en
haalt daarbij het volgende oordeel van de
(liberale) Nieuwe Couranl aan: „Wij mee-
nen dat het ook van liberale zijde maar
eens gezegd moet worden. Er is in deze
handelwijze een reclame-element dat onaan
genaam treft en met de waardigheid der
Regeering niet volkomen strookt".
Het (vrijzinnig democratische) Soe. Week
blad, de quaestie besprekend, merkte op,
dat de publicatie der ontwerpen verblij
dend was, „al was 't alleen uit een weten
schappelijk .oogpunt". Hierbij toekent de
(liberale) Nieuwe Ct. niet ten onrechte aan
Zou de wetenschap er bij verloren hebben,
zoo men de drukke maand Juni had laten
verloopen, alvorens tot de publicatie over te
gaan Wie zich met de publieke zaak bemoeit,
zal, dunkt ons zoo, die maand niet uitzoeken
om zich tot rustige bestudeering dezer zware
onderwerpen neer te zetten.
Verder schrijft het blad:
Onze oprechte wensch ten aanzien van een
ander onderwerp, welks late indiening wij
meermalen betreurden en dat eveneens goed
voorbereid schijnt, is dat het nu nog maar
een week of zes op zich late wachten. Wij
bedoelen de Armenwet. Als dat ontwerp
niet vóór Juli door den Raad van State werd
losgelaten, zou de wetenschap er niet bij ver
liezen. En de waardigheid der regeering
evenmin.
Het Kamerlid Van Gilse die te Amsterdam
candidaat is en zeer „rood" was op de Kie
zersmeeting aldaar, sprak het eveneens
onverholen uit:
Het indienen van het wetsontwerp tot
drooglegging van de Zuiderzee is een schan
delijke en brutale verkiezingsreclame om den
kiezers zand in de oogen te strooien.
De Nederl. zegt van de aanteekeningen
der
„Wij zijn het daarmee eensen meenen
ook, dat het Kabinet, hetwelk immers toch
niet als inzet van deu strijd geldt, dergelijke
middeltjes niet noodig heeft om allen van
zijn werkkracht en ijver overtuigd te
doen zijn."
31 Mei 1901.
Naarmate de verkiezingsdag (4 Juni) na
dert, vermeerdert de belangstelling onder
onze geestverwanten.
Wij durven ook zeggen vol goeden moed
te zijn.
Niet, om nu do lijnen slapper te laten
hangen.
Integendeel.
Wij zullen doen, wat de hand vindt om
te doenen noodigen ook alle leden onzer
kiesvereenigingen uit, er evenzoo over te
denken.
Vooral zij die aan persoonlijk bezoek
doen, hebben thans een niet ongemakke
lijke taak.
Hoe 't den tegenstander ook verdriete,
de' leerplicht zal zijn struikelblok blijff
Noem de leerplichtwet, en voor een deel
is uw propaganda-bezoek geslaagd.
En dan met alle respect voor prin-
cipiëele menschen onder iiberalen en soci
alisten zij 't gezegd de liberale partij in
de Kamer, met de mannen der »regeering"
voorop hebben zich niet of veel te weinig
schrap gezet tegen de socialisten, wat meer
zegt zij hebben dezen gevleid, en door
hunne lakschheid de positie dezer heeren
ongemeen versterkt.
Wij moeten mannen in de Kamer heb
ben die principieel positie nemen tegen 't
socialisme, en daarvan de bewijzen willen
leveren; en die met de weeën van den
leerdwang bekend, de meest zachte uit
voering van de leerplichtwet willen be
vorderen.
Dit nu voelt ook het volk zeer goed.
Wij hebben niet veel woorden noodig
om 't duidelijk te maken.
Alleen maar deze tijdelijke gemakkelijk
heid der taak nope niemand tot slapheid
van optredón.
Aanpakken on als éen man opkomen
blijft de leus.
Op 11 Juni voor de Staten.
Op 14 Juni voor de Kamer.
Kiezers, waakt.
De Liberale Unie spreekt in haar mani
fest met in 't oog loopende viesheid over
de sociaal democratie, wier einddoel zij
schetst als«ommekeer der sociale orde,
het dienstbaar maken van de staatsmacht
aan de belangen van ééne klasse, doodend
het particulier initiatief, in het leven roe
pend de tirannie van enkelen, die heel het
maatschappelijk leven in vaste kluisters
zullen slaan."
De lezer gelieve echter wel te bedenken
dat dit stembustaai is.
De liberalen hebben in 1897 v. Kol en
Troelstra in de Kamer gebracht, om anti
liberalen wier einddoel tegengesteld is aan
't hierboven geschetste te weren.
De vrijzinnige democraten hebben te
Amsterdam nu pas nog het vuur uit de
sloffen geloopen voor een sociaal democraat.
»In elk geval van de familie."
In elk geval vrijzinnig. Dat is gezegd,
en zoo heeft men gedaan.
Men late derhalve dit schetje stil liggen.
Het is stembuspraat.
Tegenover de jongere roode zuster meent
zij 't zoo kwaad niet.
Liberale Unie en Sociaal Democratie wo
nen in hetzelfde straatje.
Wat we niet willen.
Slechts dat willen we niet, dat de Over
heid het ongeloof tegen ons wapenen zal,
half gewapend en belemmerd door allerlei
netten, tot gansch ongelijken kamp met
zoo oppermaehtigen vijand te dwingen. En
toch, dat is geschied en geschiedt nog;
geschiedt op elk terrein van ons Volkson
derwijs, in zijn hoogere en lagere rangen,
door examendwang en door ambtelijke
hiërarchie.
Dit. A. Kuypek.
De Engelsche regeering is toch een
edelmoedige regeering!
Maar de barmhartigheden der god-
deloozen zijn zoo wreed.
Het wordt in Zuid-Afrika met den dag
duidelijk; het is ook in Noord-Afrika al
sedert jaren gezien.
Zoo dachten wij toen wij lazen dat de edele
Arabi Bey, nu twintig jaren lang door de
Engelschen op Ceylon als balling vastgehou
den, de vrijheid herkreeg en naar zijn
vaderland, zijn geliefd Egypte zal terug-
keeren.
Arabi Pacha is de groote Egyptenaar,
die het als eerste minister van den toen-
maligen zwakken Khedive (onderkoning
van Egypte) zich eene eere rekende op te
komen voor de lang verdrukte Fellahin,
zijn arme volk dat door Turken afgebeuld
en door Franschen en Engelschen over-
heerd in den donkersten nacht van sla-
.en ellende dreigde onder te gaan,
doch in heroieken strijd de neder
laag leed.
Als officier in Egyptisehen dienst or-v.
niseerde hij de n#- listische -.estedmg,
partij van t verzet te^a -ntig liggen ter
Engelsche overheerschegen zijn te bekomen
plunderden door cA. LE CLERCQ, aldaar,
lukzoekers.
In 1882 werd hij minister en onttrok
hij zijn begrooting aan de verplichte goed
keuring der Fransche en Engelsche com
missarissen.
De oorlog brak uit.
De overmacht bombardeerde Alexandrië,
versloeg Arabi en zijn fellahin bij Tel-el-
Kebir, en zette hem op Ceylon gevangen.
Zoo vervloog een zijner schoonste ide
alen herstelling van het oude onaf
hankelijke rijk der Pharaonen, in rook.
Jarenlang droeg hij geduldig het heim
wee naar zijn vaderland, gelijk de woes-
tijnleevw in zijn kooi. Doch dit heimwee
verteerde hem.
En nu gebroken naar lichaam en
ziel hergeeft de Engelsche overheerder
den nu 64 jarigen grijsaard de vrijheid,
wel bewust dat hij geen kwaad meer zal
doen, en zich verbazen of misschien ook
wel zich dood ergeren zal over de veran
deringen in Egypte onder Engelsch be
stuur lot stand gekomen.
De Engelsche pers o. a. het Jingo-
blad de Daily Telegraph is wel zoo gena
dig hem op te merken dat het maar goed
is dat zijne plannen van 1Ö81 niet zijn
vervuld, en dat EngJamds zegeningen al
die jaren Egypteland hebben verrijkt.
De oude verwaandheid.
Do volken moeten blij zijn dat Engeland
hen wel heeft willen knechten.
En de oude barmhartigheid, waarvan
Salomo reeds sprak, om den ontkrachten
held die zijn leven er voor geven wilde
om die zegeningen nit zijn land te weren,
te dwingen van die zegeningen te gaan
genieten. Wij hebben groote sympathie
voor dezen grooten man, wiens verdien
sten de jaren van ballingschap niet kon
den verkleinen.
De jongste indrukwekkende vorliezenlijst
met zijn 107 dooden tengevolge van allerlei
oorzaken, vermeldt tal van gevechten in
Transvaal en Vrijstaat waarover Kitchener
meest heeft gezwegen.
Op 22, 23, 24 en 25 Mei is er tusschen
Standerton en Bethal scherp gevochtende
Engelschen kregen toen een officier en vijf
man aan dooden en 24 gewonden. Te
Bethal zijn op 2-3 en 24 Mei twee man
gedood en zeven gewond. En zoo ging
het ook te Zandrivierpoort, Witpoortje bij
Potchefstroom, Engelbrechtsdrift, aan de
Vaal ten oosten van Johannesburg, en ten
oosten van Kroonstad.
In de Kaapkolonie is den 13den Mei
bij Doornhoek gevochtenzes man gesneu
veld van de Distriet Mounted Rifles.
Kleinere gevechten zijn verder geleverd
bij Harrismith, Vredefort-weg, Smitsfield,
Lijdenburg, Bethlehem, Jagersfontein-weg,
Muller's pas, Cradock en Klippan.
Ook uit hetgeen wij "Woensdag schreven,
mag worden afgeleid dat De la Rey en De
Wet (die beiden Zuidwaarts trekken) een
grooten algemeenen inval in Kaapkolonie
beramen.
De Engelschen zijn zeer bedrijvig, bij
voorbaat, tot tegenweer bereid.
Zoo'n winterveldtocht kan voor de Boe
ren wel eens vruchtbaarder zijn dan een
verblijf in het Boschveld.
Over den geest onder de Engelsche sol
daten leze men onderstaand
„Uit den mond der Soldaten".
In de „Daily News" vertelt een corre
spondent iets van een gesprek dat hij met
eenige Engelsche soldaten, onlangs uit
Zuid-Afrika teruggekeerd, voerde. Een van
die soldaten was nogal ongelukki- -
daar hij in een bataljon. riSCHAFFERS,
zich tweem- Apotheker,
„Hij kan dus Engelsch spreken?"
„O ja, evengoed als ik".
„Hoe werdt ge behandeld?"
„We hadden over niets te klagen, behalve
dat we gedwongen werden te voet de Boeren
te paard bij te houden op de marschen.
Wij kregen hetzelfde eten als zij zelve".
„Hebt ge ooit Boerenpatronen gezien
die met „Kynoch" gemerkt waren?"
Hij had ze niet alleen gezien, maar hij
bezat er een paar.
„Maar zou zoo'n patroon nu niet oorspron
kelijk van ons afkomstig kunnen zijn!"
„Neen", antwoordde hij, „zij zijn geheel
anders gemaakt dan de onze".
„Ge zijt blij weder terug te zijn?"
„BlijIk zou er voor geen 100
weer heen willen".
„Maar de oorlog is toch bijna over".
„De oorlog over!De oorlog zal
nooit over zijn. En De Wet zal nooit ge
pakt worden. Verbeeld u eens, we hadden
hem in de knip, en den volgenden ochtend
zouden we hem pakken, maar gedurende
den nacht marcheerde hij eenvoudig met
zijn geheele convooi recht door onze linie
heen. O hij is zoo knap|die De Wet!"
Een ander soldaat, die tot hiertoe gezwe
gen had, beaamde dit ten volle.
De correspondent schrijft iets verder
„We gingen naar het station, waar een
lange rij soldaten in khaki twee aan twee
stonden te wachten om in den trein te
stappen".
„Wie zijn dat", vroeg ik aan een Schotsch
fuselier, dien ik kende.
„Gevangenen", antwoordde liij kortaf.
„Gevangenen
„Ja kunt ge niet zien, dat ze geboeid
zijn
Het was zoo. De arme kerels deden
hun best het zooveel mogelijk te verbergen,
maar ze waren twee aan twee met de
polsen aan elkander geboeid.
„Waar gaan ze heen vroeg ik.
„Naar de gevangenis ende meesten
verdienen het niet".
„Wat hebben ze dan gedaan?"
„Wat ze gedaan hebben Wel, er zijn
er natuurlijk wel bij, die het verdiend heb
ben, maar de meeste zijn er omdat ze op
hun post in slaap vielen, en dat konden
ze niet helpen".
„Konden ze dat niet helpen?"
„Natuurlijk niet", antwoordde een andere
Tommie, die had staan luisteren, „als gij
maar om den anderen nacht in een bed
sliept en overdag hard moest werken, loo-
pen en graven, dan zoudt ge daar ook niets
tegen kunnen doen. Ik zelf zou op het
oogenblik bij hen geboeid zijn, als ik niet
een goed officier had gehad. Ik werd ook
slapend gesnapt, maar den volgenden ochtend
voor mijn officier gebracht, heeft hij het
ongestraft voorbij laten gaan".
„Eenigen worden gestraft", vulde een
andere in, „omdat, toen ze verhongerden,
ze hun rantsoenen voor tijden van nood
hebben opgegeten. En ze zijn de eenigen
niet die verhongërden. Ik had in geen
maanden een fatsoenlijken maaltijd gehad,
voordat ik aan boord kwam".
„Maar als ge dan uw rantsoen niet krijgt,
wat gebeurt er dan met al het voedsel?"
Deze vraag wekte algemeen gelach.
„O, we konden onze rantsoenen altijd
wel krijgen, als we er maar voor beliefden
te betalen. Het werd gestolen door hen,
die het in hun eigen voordeel konden ver-
koopen. Er was een kwartiermeester, die
op deze wijze 2000 pd. verdiend heeft.
Toen het ontdekt werd, kreeg hij twee
jaar gevangenisstraf, dat is evenweel als
de meeste van die arme kerels hebben voor
noemmgswaardige overtredingen".
pqggf van?" waagde
GOES.
ik er nog niet uit om er naar te kijken
laat staan dus om te vechten. Als een
van mijn jongens dienen wil, dan ver
drink ik hem liever dan het toe te staan".
Er ging een gebrom op van goedkeu
ring onder de soldaten.
De correspondent sprak nog enkele
soldaten en vertrok met den indruk, dat
de soldaten ernstiger ontstemd zijn tege»
hun eigen meerderen over de behandeling
te velde, dan tegen de Boeren, en dat bij
hen de overtuiging vast is, dat De Wet
nooit gesnapt zal worden en de oorlog
tot in eeuwige dagen duren.
VERKRIJGBAAR BIJ
ZENDING.
Het eeuwig evangelie. Van het Zendings-
veld. Orgaan der Salatiga-Zending.
No. 5 trekt aan door een zinco van de
zendelingen van dit genootschap, wier
namen heel practisch, dan vergeet men
ze niet en blijven wie hen kennen met
hen mee leven! op den buitenomslag
vermeld staan. Alleen Junst mankeert,
deze is te Neukirchen. Belangrijke be
richten zonden weder in de zendelingen
Zimmerbeutel en Van Engelen. Het fi
nancieel verslag wijst aan een ontvangst
van f 6700 en een uitgaaf van f 6400.
De berichten verschijnen elke maand en
kosten slechts 50 cent per jaar; men kan
ook meer geven.
Prins Kropotkin, Ruslands beruchte anar
chist, die in Amerika met zoo veel geest
drift ontvangen werd, heeft zijn best gedaaD,
op zijne wijze de zending te ondermijnen.
Niet lang geleden sprak liij te Chicago
voor eene groote vergadering van onder
wijzers en onderwijzeressen der High Schools
dier groote stad, dus voor mannen en vrou
wen die op de ontwikkeling der studeerende
jeugd den grootsten invloed uitoefenen,
over China. Dat de handelingen der groote
Mogendheden aldaar veroordeeld^ werden,
behoeft niet gezegd.
Doch Kropotkin beweerde ook, dat de
zedelijkheid in China veel schade zou lij
den, indien het den zendelingen gelukte,
China te christianiseeren. De Chineezen
zijn dus volgens hem een heerlijk volk;
het Christendom zou hun deze heerlijkheid
ontnemen. Deze aanval van Kropotkin ont
leent zijn kracht aan de loochening van de
universaliteit van het Christendom. Wij
zouden ons dus vergist hebben, indien al
thans Kropotkin recht had, dat het Chris
tendom bestemd is voor alle volken, en
dat er nergens echte zedelijkheid en gods
dienstigheid gevonden wordt buiten den
kring van de particuliere genade, waar
God zijn koninkrijk opricht.
(Zoo klaagt ds. Stefïers van Oranje City
m Ds Hope. Ook in Amerika, gelijk in
Nederland blijft 't Kind van Bethlehem het
teeken dat wedersproken wordt. En die
't weerspreken vinden geloof of worden
door wie 't doen moesten niet of slechts
zeer zwak weersproken.
Dat er ook in christelijke landen veel
onzedelijkheid en ongodsdienstigheid gevon
den wordt, loochenen wij niet, maar de
verklaring van dit verschijnsel moet niet
gezocht worden in gebreken, die het Chris
tendom aankleven, maar in het moderne
heidendom, dat in het leven der christelijke
volken inkruipt, de huichelarij van vele
belijders van het Christendom en het dorre
formalisme, dat geen kracht uitoefent op het
leven der menschen. Kropotkin verkondigt
het in Chicago met luider stem, dat de
invoering van het Christendom in China
zedeloosheid ten gevolge zou hebben. Op
wijsgeerige wijze wordt dit door denRus-
sischen anarchist beredeneerd. Is het niet
vreeselijk? De Chineezen hebben eigenlijk
•>h^el geen godsdienst. Atlieisme wordt
A*. Ar<te&ïïÜkt-.ten koste van den eenen
lamswaarde bij
bij E. Meulenberg; Nieuwvn.
Timmermans.