het Gras en Nagras, Het WooDhais en Erf, de Favorite s HEEEENHUIS H „DE KOMEET" |- Melkontroomer Tan den Broecke Jutting. Openbare Verkoopingen. Afloop Verkoopingen enz. Advertenfiën. Utrechtseü Wagentje. o; Donflerdas 20 Jnui 1901, BOUW- en WEILAND, op Vrijdag 7 Juni 1901, Nette MEUBELEN, munt uit door scherpe ontrooming. Vrijdag 31 Mei 1901, met TUIN, Marktberichten. GOES, 28 Mei 1901. 30jarige Echtvereeniging TB KOOP een goed onderhouden Adres: Boekh. D'HUIJ. des namiddags te 2 uren, op de boven zaal der Sociëteit „De Vergenoeging", aan de Groote Markt te Middelburg, in het openbaar te verkoopen: 6 Hectaren 96 Aren in de gemeenten Oost- en West-Souburg, Middelburg, Grijpskerke en Vrouwe polder. In perceelen en combinatiën. Breeder bij notitiën, verkrijgbaar ten kantore van genoemden Notaris. De Notaris C. PRINS te Kruiningen zal verkoopen: des voormiddags ten 11 ]/j ure, in het „Slot Ostende", te Goes, groeiende op de Talu Is en Bermen en in de slooten van den Staatsspoorweg van Roosendaal naar Vlissingen in 27 perceelen. Openbare Verkooping op Zaterdag 1 Juni 1901, 's avonds te 8 uren, te Goes, in „de Prins van Oranje", voor Mej. de wed. A. Frenks, ten overstaan van den No taris MULOCK HOUWER, van: te Goes, aan de Kleine Kade, wijk B no. 174, groot 1 A. 60 c.A. Te aanvaarden bij de belaling. Voor bezichtiging wende men zich tot de eigenares. Op Woensdag 26 Juni a. s. zal door den Notaris A. M. TAK te Middelburg op de bovenzaal der So ciëteit „De Vergenoeging" aldaar pu bliek worden verkocht: DB HOFSTEDB aan den Veerschen weg met daarbij behoorende Tuinmanswoning, Moes tuin, Bouw- en Weilanden, samen groot 64 Hectaren. Nader te annonceeren. w. o. Kabinet, Buffet, Linnen kast, Uittrek- en andere Tafels, Stoelen, Spiegels, Pendules, Schil derijen, Ornamenten, Karpetten en Vloerzeilen, Kachels, Glas-, Koper- en Ijzerwerk, Veeren Bedden met toebehooren, Dekens, en meer huishoudelijke Goederen. op Zaterdag I Juni 1901, 's avonds te 8 uren, te Goes, in „de Prins van Oranje", voor Mevr. de wed M. C. J. De Vissér en Kinderen, ten overstaan van den Notaris MULOCK HOUWER, van HET te Goes, aan den Dam, wijk A no. 135°, groot 4 1. 36 cA. Te aanvaarden bij de betaling. Prijzen en Inlichtingen bij Wat mij betreft ik durf gerust verklaren dat het mijne gewoonte niet is om aan de hoogere politiek mee te doen en tussehen de regels door te laten lezen. Dat bevor dert te veel de zonde van verdachtmaking. Het is niet mijn doel iemand valsch te be schuldigen, noch iets krenkends te zeggen zeker niet aan het adres van ds. L. dien, al moet ik somtijds van ZEerw. in meening verschillen, ik toch hoog acht. Daarom heeft mij het schrjjven van ds. L. bedroefd omdat het zooveel laat zeggen, wat ik niet gezegd heb en daardoor mij in een verkeerd daglicht stelt tegenover de lezers. Want helaas wordt in dergelijke quaesties maar al te veel geloofd op gezag. Toch ik durf gerust het oordeel van het onbevooroordeeld publiek afwachten. Het groote publiek houdt er ook wel rekening mee dat ieder maar niet alles, al is het waar en bewijsbaar, zoo maar kan zeggen. Ik stem volkomen toe dat om oen zaak waar te maken bewijzen moeten worden geleverd en ik acht dit goed. Toch moet ik opmerken dat de waarheid van veel zaken kan worden vastgesteld zonder dat nog bewijzen worden geleverd. Dit kan men zoo telkens in het dage- lijkseh leven opmerken en dan zijn er nog zoo vele zaken die eenvoudig niet met be wijzen kunnen waargemaakt worden, alhoe wel ze toch waarheid zijn. Wanneer nu ds. L. verzekert dat ZEerw. alles wenscht te doen wat in zijn vermogen is om de Z. K. metterdaad te maken tot een blad voor al de kerken, dan zal dit zeker velen gerust stellen en kan men daarop ook vertrouwen. (s). Ds. L. eischt van mij dat ik ook maar een bewijs zal leveren dat ZEw. een nieuw blad verlangt naast de Z. Kerb. Mag ik vrage waar ik zulks heb gezegd Eerst dan toch kan van mij bewijs ge vorderd worden! Gaat het aan om op die wijze iemand verdacht te maken of te be schuldigen Dat ZEw. zich m het publiek wil uit spreken hoe hij tegenover de Z. Kerkb. staat is zijn zaak, maar dat men mij daarvoor iets in den mond legt wat ik niet geschreven heb, gaat m. i. al te ver. Dat is te veel geëischt. Neen Ds. L. moest dat bewijs vragen van H. die het geschreven heeft in de Zeeuw reeds weken geleden; maar toen heeft ZEw. het blijkbaar niet noodig geacht de bewering tegen te spreken, niettegenstaande ze de bedoeling had de Z. Kerkb. af te breken. Dan zegt ds. L. heeft de uitgever nooit verantwoording gedaan, ook niet toen het redactieloon verminderd werd! Dit was ook geen verplichting van den eigenaar uitgever en o. a. ds. Klaarhamer heeft dit ook nimmer geëischt. Maar wel heeft de uitgever toen hij tot vermindering van Redactieloon moest overgaan, opening van zaken gedaan en met de cijfers aangetoond dat hij niet anders handelen kon. Ds. L. heeft mij meermalen verzekerd geen cijfers te kunnen onthouden, vandaar dat hij dit misschien nu vergeten is. (3). Z.Eerw. vestigt er in de 2e plaats de aandacht op dat door hem verlangd is wat dr. W. wenscht. Dr. Kuyper wordt daarbij ook al in het debat gebracht. Maar dat beteekent in deze quaestie nu heelemaal niets. Z.Eerw. zegt menigmaal bij de re dacteuren er op te hebben aangedrongen, maar we verkregen het niet. Vragewas dat de schuld van den uitgever? of van de mederedacteuren? of kwam Z.Eerw. er niet met den noodigen ernst op terug? Dit weet ik wel dat in de uiterst zelden ge houden en korte redactievergaderingen ge sproken werd over finantiën, verdeeling van den arbeid en nu laatstelijk ook over een contract met de kerken waartoe onmid dellijk, zoowel door heeren redacteuren als door den uitgever, bereidwillig besloten werd. Die 3e alinea van het 2e punt is voor mij grievend. Hier word ik publiek in een daglicht gesteld waarvoor Z.Eerw. ik zeg met zelfs geen bewijs levert, maar waar voor geen grond bestaat. Wanneer toch heb ik ooit getoond tegen over de heeren redacteuren misbruik te maken van mijn recht als eigenaar-uitgever? Wanneer heb ik bestraffingen uitgedeeld? en waarom wordt hier gesproken van aan den dijk zetten? (5). Ben ik niet steeds op den achtergrond getreden en heb ik mij niet altijd geschikt naar den gang van het werk? Welk werk nu juist niet altijd mij bevredigde. Na tuurlijk is het voor een uitgever pijnlijk wanneer hij trots alle pogingen om zjjn blad er op te brengen, dit integendeel ziet afnemen omdat het naar veler meening niet geeft wat men eischt en verwacht. En dan zou het niet te verwonderen zijn wanneer nu wel geen bestraffing maar dan toch wel eens een klacht over de lippen kwam. Want het gaat gemakkelijker een blad af te breken dan op te bouwen. Maar nog eens, wanneer deed ik zulks Afgezien echter van heel deze quaestie zou ik wel willen vragen welk kwaad er in zou schuilen indien er van een blad, meenende dat een redactie of redacteur de belangen van zijn blad niet voldoende be hartigde, waardoor het blad te niet zou gaan, zulk een redacteur ik zeg niet aan den dijk zette, dat zijn dikke woorden, maar hem te kennen gaf zich te onttrekken, o J-ndmn hjj dit niet deed, hem te ontslaan. aar heeft Dr. Kuyper nimmer bezwaar egen gehad. Men leze nu hier weer niet tussehen de regels en zooals ik zeide dit I?letTs met onze quaestie te maken, maar Ds. L. gaf aanleiding door deze quaes tie in het debat erbij te brengen, haast schreef ik met de haren er bij te sleepen. Wat nu voorts betreft die drie gewraakte zinnen, daarover zal ik kort zijn. Het blijkt toch wel uit alles dat Z.Eerw. mijn stuk door een verkeerden bril gelezen heeft en er nu maar op los hamert. Ten onrechte laat Z.Eerw. mij van hem zeggen wat ik op H's. bewering ant woordde. Ds. Littooij zegt in het debat betrokken te zijn zonder dat zijn naam genoemd wordt. Nu is juist het tegendeel waar, ik liet er Ds. L. geheel buiten. Alleen Dr. Wagenaar en Ds. Hulsebos wien ik persoonlijk hun meening gevraagd had, kon ik vernoemen en wat ik in die gewraakte zin heb opge merkt was in antwoord aan H. die nl. be weerd had dat de redacteuren van de Z. Kerkbode mee hadden gestemd voor het voorstel om een nieuw blad op te richteD. Die beschuldiging meende ik de redac tie niet te mogen laten aanleunen. (Wie mijn ingez. stuk in dat licht kalm en on- bevóordeeld leest, zal dit duidelijk zijn.) Ik liet de bewering van H. vooraf gaan en in aansluiting daaraan schreef ik hoe ik over redacteuren zou denken die zoo ondermijnend aan een blad bleven me dewerken.) Nog eens, ik laat niet tussehen de regels door lezen en men moet voorzichtig zijn in het publiek op die wijze beschuldigin gen te distilleeren. Hiermede Mijnheer de Redacteur moet ik maar eindigen. Ik hoop niet meer te moeten terugkomen met andere of nadere bewijzen. K. LE COINTRE. Dit stuk waaruit wij al 't niet ter zake dienende schrapten, gaven wij ds. Littooij ter beantwoording, wij plaatsen er der halve zijn kantteekeningen maar dadelijk onder; en sluiten hiermee 't debat. Red. (1) Dat de ondergeteekende er geheel buiten stond is vast; want de heer Hou terman en Ds. Donner schreven er over zonder er mij zelfs met één woord over gesproken te hebben; en dat hij er door den heer le Cointre in betrokken werd stond ook bij den redacteur vast, daarom toch zond hij het mij met de vraag: wilt Gij er naar uw recht ook dadelijk aantee- keningen bij plaatsen? Doch én de redacteur van De Zeeuw én Ds. Littooij hebben er zich in vergist, dat de heer le Cointre in zijn eerst inge zonden stuk er mij in betrok en er in te verstaan gaf, dat ook door mij een nieuw kerkelijk blad begeerd werd. De geachte schrijver zegt nu: „Neen, ds. L. moet dat bewijs vragen aan Hou terman, die het geschreven heeft in De Zeeuw. Let wel, het is gezegd, maar H. deed het. En nu schrijft de heer le Cointre wat nu de redacteuren betreft, voor een geheel nieuw blad zou hjj (Dr. Wagenaar) nim mer zijn stem geven. Evenmin als ik re den meen te hebben dat Ds. Hulsebos zulks zou doen. Dus van de redacteuren schiet er nu één over, de ondergeteekende, en het gaat hierover wat de i edacteuren betreft in betrekking tot het verlangen naar een nieuw blad. Onmiddellijk hierop nu volgt: 't Zou dan ook wel een vreemde tactiek zijn, haast schreef ik ongeoorloofd, indien het anders ware. In gewone handelszaken zou men zulk eene houding sterk veroor- deelen. Niemand dwingt immers aan te blijven en heeft men bezwaar dat men zich dan eerst van eene zaak los make dan eerst kan men viijmoedig tegen eene verkeerde zaak ageeren. Nota bene, dat is aan H. geschreven, die in niet de minste betrekking tot de Kerkbode staat. En nu vraag ik ieder lezer, slaat dit nu op de met name genoemden van wie de geachte schrijver overtuigd is, dat zij het nimmer verlangen zullen, of is dat aan 't adres van den derden, met met name ge noemden redacteur? In betrekking tot dezen redacteur ver giste zich de heer le Cointre in tweevou dig opzicht. Ten eerste hierin dat hij ver langde naar een nieuw blad. Hij wilde van meet af aan alleen het bestaande niet in de macht van ééne hand hebben. Ten tweede hierin, dat Houterman dat schreef: Daarin zit het uitgangspunt van de fout van onzen Uitgever. Immers, waar H. schreef, dat het rapport van de commissie over deze materie met alle stemmen incluis die van de redacteuren aangenomen is, be weert zeker de heer le Cointre op dien grond, dat H. ook van mij gezegd heeft, dat ik naar een nieuw blad verlangde. Doch H. bedoelde gewis de op die classis aanwezige redacteuren, want hij zelf was er, en weet dus dat ik er niet was, ten gevolge van krankheid. Daarom de vraag: waar heeft Houterman dat gezegd? (2) Ja, wanneer, gelijk door mij van eerstaf gezegd is, er een contract komt waarbij rechten en verplichtingen zijn aan gewezen, een goed loon voor den Uitgever is vastgesteld en de eventueele baten voor een prov. kas voor Emeriti-predikanten, predikantsweduwen en weezen zijn. Zie aanteekening 1» hierboven. Zie aanteekening 2°. ^(3) Dat ook in mijne tegenwoordigheid cijfers genoemd zijn, is mogelijk maar in zage ontving ik nooit. Doch 't is mij geen geldquaestie, maar in dezen arbeid een loondienaar en ten be hoeve van oen particulier persoon werk zaam te zijn zie, dat is het, zeide ik reeds bij het eerste aanzoek, wat ik liefst niet doe. Ik wil wel ook in dezen arbeid de kerken steunen, zeide ik steeds en zeg ik nog. (4) Nu weet ik er niets meer van. Dr. K. schreef juist over en waarschuwde krachtig tegen eene verhouding gelijk die hier is, en dat beteekent nu heelemaal niets." »Niets" zeker ook hetgeen ds. Fernhout in de Utrechtsche Kerkbode van 25 Mei j. 1. schrijft over de N. Holl. Kerkb. die evenals de Zuider eigendom van den uit gever is! Ds. F. toch schrijft: »De Noord-Hollandsche Kerkbode ver scheen van een nieuwe pers en in een nieuw gewaad. Ze vraagt, wat we van haar denken. Zusje houde ons ten goede, dat ons hart niet bizonder voor haar opengaat. We houden niet van Kerkbodes die het eigen dom zijn van een uitgever. Dat is voor het recht en de vrijheid der kerken een bedenkelijke zaak." (5) Het hangt er maar geheel van af wat hier recht en noodzaak oftewel „misbruik" heet. Maar weet dan de geachte schrijver niet meer dat hij eens, toen ds. Feringa, ds. Hulsebos en ik ten mijnen huize als redacteuren vergaderd waren, vroeg om in ons midden te komen, en gekomen zijnde niets had dan de opmerking, dat z. i. Ds. Littooij wel wat weinig eigen werk leverde, en dat de beide andere redacteuren dat toen hebben bestreden. (6) Ik was en ben er daarom slecht aan toe, daar dit vaak afhangt van den bril waardoor men ziet en den kring van lezers, waarop men het oog heeft en om dat onze brillen en onze sympathiëen steeds door nog al eens verschillen. Maar de redacteuren alleen hebben mij aangezocht en op mijne vragen gezegd: dat wij over den inhoud van het blad alleen en alle zeggenschap hebbeD. Heb ben ook zij zich vergist? Vrijdag 31 Mei. Heinkenszand, 2 uur bij v. d. Berge door not. de Ronde Bresser voor dhr. B.I. Ver mande een huis, tuin en schuur 445 c.A. Te zien 8 dagen voor de veiling dagelijks. Ierseke, 1 uur bij Wisse door not. L. E. A. Liebert voor erven M. Verschuure drie huizen erf 348 c.A. Zaterdag 1 Juni. Goes, door not. Mulock Houwer in de Prins voor mevr. de wed. M. C. J. de Visser 8 uur een heereshuia met tuin Dam 436 cA. en voor Mej. Frenks een huis Kleine Kade B 174 groot 160 cA. Middelburg, Door B. en W. werd Woensdag aanbesteed het maken van school gebouwen voor 600 leerlingen bestaande uit 12 leslokalen, 2 gymnastieklokalen gangen, bergplaatsen en verder toebehooren op een terrein aan de Molenstraat te Mid delburg, met bijlevering van de benoodigde materialen. 21 Inschrijvers M. Bakkeren Prinsenhage, f 59897 A. Jacobs Goes, f58800J. B. Koch Hansweert 58700; A. Goedemondt Hansweert f58600 L. Raaymaker Wouw 58000J. Pannij Krabbendijke f 57000 F. Mulders Ooster- wijk f56780; W. Weijers Tilburg f56400 P. L. v. Miert Middelburg f 55400 Horn- stra Bergen op Zoom 51900 v. Riel Mid delburg f 51100 A. Barendsen Middelburg f 50823 J. M. v. Ditmars Middelburg f 50730M. K. Jeras Zn. Middelburg f 50698V. Uije Zonen Middelburg f 50398 J. v. d. Wal Vlaardingen en C. Geleedst Schoonhoven f 49970 P. Dronkers Kapelle 49100F. N. de Rooy Vlissingen f48999; J. J. Krijger Vlissingen f 48914 J. Loois Vlissingen f 48685J. A. v. d. Heil Middelburg f 47177. B UBGERLIJKE STAND van 2529 Mei 1901. MIDDELBURG. Ondertrouwd:D. L. Rijkaard, 26 j., jm. en M. van der Werf, 25 j., ja. Getrouwd: R. Koolwijk, 24 j., jm. en C. P. van Dijk, 24 j., jd.J. H. de Weille, 45 j., jm. en G. H. Nijsen, 36 j., jd.E. W. Hendrikse, 25 j., jm. en E. J. Versloot 24 j., jd. Bevallen: D. P. van Sorge, geb. Kemp, d.; A.' Maas, geb. De Klerk, d. Overleden: C. Houmes, wed. van N. Houmes, 77 j.; J. C. Vermeule, wede. van P. de Broekert, 85 j.J. A. Sanderse man van J. van 't Sant, 36 j.; J. Castel, wed. van C. Geschiere, 68 j. GOES, le Huw. afk: 27, IzaakPik, 27 j., jm. en Tannetje Roeleven, 22 j., jd. te Kattendijke. G e b o r e°n 28, Elizabeth Jerina, d. v. Adriaan Reijerse en Elizabeth Jerina Mil- houtAdriaan, z. v. Marinus Cornelis van Zweden en Petronella O verduin. Overleden: 25, Martina Adriana, 6 j., d. v. Quiuten van de Linde en Tannetje Rottier 29. Adrianus Jacobus Luijks, 69 j., geh. met Katolina Moerland. OOSTBURG, 29 Mei 1901. Oude Tarwe f 1 f Nieuwe Tarwe f 7,00 f 7,40 N. Rogge f 5,40 k f 5,65 N. Wintergerst f7,20 a f 7,55 per honderd kilo. Zomergerst f6,80 k f7,10 per honderd kilo Haver per 100 kilo f 6,75 f 7,00 Kook- erwten f8,a f8,25. Erwten f 7,75 f8, Paardenboonen f 6,80 a f 7,00 Waar 't niet er bp staat, is de prij s per H.L. De aanvoer van granen, was even als de handel, onbeduidend. Oude Tarwe f 0.af 0,—. Nieuwe Tarwe f6.75 a f7,10 Rogge f 5,00 a f 5,25. Winterg. per 100 kilo f af.. Zomergerst per 100 kilo f af Haver per 100 kilo f 0,a f 0,Bruineboonen f 0,a f 0, Paardenboonen f af, Koolzaad f af. .GroeneErwten 10,<i f0, Versche Boter f 0,45 f 0,50. Eieren f 0,70 a f 0,75. Vlissingen, 28 Mei. Boter f 1.CO. è.fO.95. k fEieren f 3.40 a 1 3.20 per 104 stuks ROTTERDAM, 28 Mei. Ter veemarkt van heden (Dinsdag) waren aangevoerd1730 runderen, 599 vette, 268 nuchtere kalveren, 500 schapen, 213 varkens, biggen. Run deren le qual. 60, 2e qual. 40, 3e qual. kalveren le qual. 90, 2e qual. 64 3e qual. schapen le qual. 64, 2e qual. 40, 3e qual varkens le qual. 46, 2e qual. 38 3e, qual. cent; alles per kilogram. §'oi9'a6'<2/0'&.9^x5-<2/®cf Zaterdag 1 Juni hopen onze geliefde ouders LOURUS MAAS en LENA SMIT hunne te herdenken. Dunne dankbare en behuwd/eind. Wolfertsdijk, Mei 1901. 5£>^>j)2a5>€>,gycxsoa?<5-' Heden overleed, in de hope des eeuwigen levens, tot onze diepe smart, na een langdurig en smartelijk lijden onze dierbare echtgenoote, moeder en dochter PIETERNELLA SCHOUT, in den ouderdom van bijna 59 jaar. PIETER POPPE. JACOMINA POPPE. WESSEL SCHOUT. Oostkapelle, 26 Mei 1901. kennisgeving. Heden overleed op het alleronver wachts onzen zeer geliefden vader, behuwd- en grootvader JOHs. CASTEL, in den ouderdom van ruim 68 jaren. De Heere, die geen rekenschap geeft van Zijne daden, doet ons in Zijnen wil berusten. Middelburg, 26 Mei 1901. Uit aller naam, JOHs. CASTEL Jz. Het behaagde den Heere over leven en dood, tot onze diepe droefheid, in den ouderdom van bijna 67 jaren tot zich te nemen, onzen geliefden vader en grootvader JULIUS KÜNZLI, Predikant bij de Nederl. Ger. Gemeente te Elberfeld. Th. G. M. GOBIUS DU SART KÜNZLI. J. W. F. GOBIUS DU SART, Predikant te Woudrichem. G. J. F. GOBIUS DU SART. J. J. GOBIUS DU SART. Elberfeld, 23 Mei 1901. Heden overleed, tot onze diepe smart, na een langdurig doch geduldig lijden, mijne geliefde Echtgenoote en der kin deren zorgdragende Moeder SARA WILLEMSEN, in den ouderdom van 48 jaren. Wij hopen te berusten in Hem, die geen rekenschap geeft van Zijn daden. Ierseke, 22 Mei 1901. D'. SINKE en familie. Strekkende deze tot eenige en algemeene kennisgeving. De Notaris HUVERS is voornemens h 7) De Notaris A. M. TAK zal VERKOOPEN des namiddags ten één uur, voor het huis Veersche Singel S 71a, te Middelburg: Te bezichtigen op den morgen van den verkoop tot 12 uur.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 3