NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 112, 1901.
Zaterdag 4 Mei.
15e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J, DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
HERIJK.
Christelijk-democratisch.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
£rijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Krabbendijke, ook voor Waarde 6 en
7 Mei 's voormiddags
Rilland-Bath, 7 Mei 's namiddags en
8 Mei.
»Sturen in democratische richting" is
steeds het wachtwoord geweest der anti
revolutionaire partij. Voor velen is dit
ideaal een schrikbeeld, zij beschouwen de
verwerkelijking er van, zoo die komen
mocht, als een ongeval, als een ramp. Doch
geheel ten onrechte. Want wat bedoelt
dat sturen in democratische richting Wil
men daardoor de macht in handen brengen
der lagere volksklasse Volstrekt niet.
Wil men den lageren standen meer invloed
bezorgen, opdat ze in toenemende vijand
schap en met meer kracht tegen de hoo
gere standen den strijd kunnen aanbinden?
Niets daarvan. Democratie wil, naar de
herhaalde verklaring van i>De Standaard
niets anders zeggen, dan dat het volk in
al zijn rangen en standen, meer dan tot
dusver, ga deelnemen aan de publieke
zaak. Het sturen in democratische rich
ting is dus niets anders dan een ernstig
streven, om den rechtmatigen volksinvloed
uitgebreid en dus billijker geregeld te krij
gen, dan tot nu toe plaats vindt.
Dat de anti-revolutionaire partij een
democratisch karakter vertoont, wil dus
zeggen, dat zij er met kracht op aandringt,
om den wettelijk geregelden invloed op
de staatsmacht, niet als een voorrecht in
d# handen van enkele standen te laten,
maar te spreiden onder alle rangen des
volks. Om daartoe te komen, staat zij
uitbreiding van het stemrecht voor, opdat
heel de natie, de gezamenlijke bewoners
van ons land, zouden kunnen opkomen,
teneinde tot de samenstelling der volks
vertegenwoordiging mede te werken, en
wij alzoo geraken tot een Parlement, dat
krachtig voorstaan kan, wat leeft in het
hart des volks.
De democratie wil dus aan de lagere
standen huu staatkundige beteekenis en
hun grondwettig recht verleeuen, welke
hun, als een deel van het volksgeheel,
rechtmaiig toekomen.
Dit sturen in democratische richting nu
is uit velerlei oorzaak plicht en roeping.
Het is vooreerst eisch van 's Heeren-
wege. Een volk is niet als een hoop zand
maar zoo bij elkaar gewaaid, maar is een
schepping Gods. Het volk is er eerst.
Daarna komt in dat volk een overheid,
welke door den Heere, terwille van de
eere Zijns Naams, wordt ingesteld, om het
naar den eisch van Zijn Woord te regeereu.
Die overheid nu mag niet willekeurig den
schepter voeren, maar is in haar regeerings-
beleid aan de gesteldheid van het volk
gebonden. Een tuinier kan zijn werk niet
goed doen, zoo hij geen rekening houdt
met den aard en den eisch der planten en
met de gesteldheid van den bodem. Even
min kan een regeering den bloei eener
natie bevorderen, zoo zij niet nauwlettend
acht geeft op den volksaardzoo zij de
volksrechten en vrijheden niet stipt eerbie
digt. Deze rechten en vrijheden nu, die
het volk als volk van Godswege heeft ont
vangen, mogen en moeten wij bij de over
heid doen geldon, en, zoo noodig, ook
tegenover de overheid verweren.
Tegen deze gedachte verzet zich het
liberalisme. Dit beschouwt het volk als
onmondig en breidt daarom steeds de staats
macht uit. Wij daarentegen houden vast,
dat God aan het volk, aan de natie in al
haar geledingenrechten en vrijheden
schonk, welke evenredig en gelijkelijk moe
ten worden bepleit. En daarom sturen wij
zooveel in ons is in democratische richting.
In de tweede plaats geldt dit ons als
eisch van het nationale leven. Het is de
wet der ontwikkeling, die God de Heere
voor al wat leeft gesteld heeft. Als het kind
nog in de wieg ligt, doet de moeder er
alles voor. Naarmate het echter opgroeit,
wordt dat allengs anders, en krijgt het kind
zelfs een steeds grooter wordend aandeel
in wat voor zijn belangen te doen is. Is
het kindeke op moeders schoot van knaap
jongeling, straks van jongeling man ge
worden, dan is hij mondig en kan en mag
hij niet meer als een klein kind worden
behandeld. Deze ontwikkeling is voor de
ouders een oorzaak van vreugde. Zij zullen
haar met blijdschap zien ontluiken en God
er voor danken. Inplaats van dien voort
gang tegen te houden, zullen vader en
moeder hun kind steeds meer in die richting
sturen. Evenwel, zoo zij goed staan voor
God en voor hun kind, zullen zij niet na
laten, hun zoon telkens ernstig te waar
schuwen tegen de verzoekingen en tegen
de gevaren, die den jongeling van alle zijden
op het pad zijner ontwikkeling omringen
en bedreigen.
Gelijk nu onze kinderen van Godswege
recht hebben op die ontwikkeling en recht
hebben ook op een behoorlijke bevordering
daarvan, zoo heeft ook een opkomend volk
recht, om uit het tijdvak van onmondig
heid over te gaan tot de periode, waarin
het recht van meespreken ontvangt, mits
ook hier ernstig worde gewaakt tegen alle
schadelijke uitwassen. Deze ontwikkeling
van het volksleven is. dus een van God
gestelde wet en daarom sturen wij in de
mocratische richting.
Ten derde is dit eisch onzer historie.
Wanneer een volk nog is in den tijd der
eerste opkomst, vertegenwoordigen de
hoogere standen alleen heel de natie bij
de overheid. Als het echter uit den slui
merenden toestand overgaat tot wakker
heid en zelfbewustzijn, dan treedt ook de
middenstand in rechten op. En als het
staatkundig besef nog dieper en lager
doordringt, zoodat ook do volksklasse ont
waakt, dan is het de tijd, dat het volk
als geheel in al zijn geledingen bij de be
sproking der volksbelangen zich late gel
den. In dit derde stadium uu is ons
volk gekomen. Het is daartoe gerijpt door
de glorierijke geschiedenis, die het achter
zich heeft. Deze heeft het staatkundig
bewustzijn in heel het volkslichaam doen
ontwaken.
Dit nu is in dubbele mate het geval
wijl onze historie ontegenzeggelijk een
C'alvinistischen stempel draagt. Het Cal
vinisme heeft de ontwikkeling van het
nationale levon bij al de volkeren, waarin
het zich deed gelden, steeds uitnemend
bevorderd. Een volk, dat den Bijbel er
kent als grondslag en richtsnoer voor het
gansche leven, dommelt niet in, maar
ontwaakt tot een krachtig leven. De
volkeren, door het Calvinisme geleid en
bezield, waar alzoo Gods Woord zijn vrijen
loop had, zijn andoren natiën, wat het
staatkundig bewustzijn aangaat, verre
vooruit. En onder deze hoog bevoorrechte
natiën behoort ook ons kleine Nederland.
Daarom stuurt de antirevolutionaire partij
in democratische richting. En zij doet
dit naar goddelijk en mensehelijk recht.
Nutteloos is het, die'democratische ont
wikkeling te willen tegenstaan. Een
stroom, die van de bergen neerkomt, baant
onweerstaanbaar zich een weg. Een boom
stam, als hij uitdijt bij het groeien, ver
breekt door zijn alles te bovengaande
groeikracht allen band, waarmedo men
zijn groei zou willen tegenhouden. Wie
zijn volk liefde toedraagt en een helder
inzicht in deze dingen heeft, zal dan ook
die democratische ontwikkeling niet be
lemmeren, maar veeleer, waar hij kan,
bevorderen. Een volk, dat hiertoe niet
wordt geprikkeld, blijft achterlijk en telt
straks niet meer mee.
Dit bevorderen der democratie is de
roeping van al de Christenen in den lande.
Maar onverbiddelijk geldt daarbij de eisch,
dat te doen op Christelijke wijze. Daar
om leggen wij er allen nadruk op, dat de
anti-revolutionaire partij niet slechts een
democratisch maar vooral een Christelijk-
democratisch karakter zal dragen. Het wil
zeggen, dat de gang dier ontwikkeling be
slist beheerscht moet worden door de wet,
die God in zjjn Woord daarvoor gestel^
heeft; dat elk woord, in haar belang ge
sproken, en elke stap, in deze richting
gedaan, gerechtvaardigd zij voor de recht
bank der Heilige Schrift; dat al het on
heilige en verkeerde, 't welk zoo licht hij
die ontwikkeling zich inmengen kan en
haar onzuiver zou maken, streng gewraakt
en bezworen worde. Het Christelijk element
moet dus diep en teeder en met heiligen
ernst daarbij tot zijn recht komen.
Christelijk, het wil zeggen, dat heel het
publieke leven geregeld worde in overeen
stemming met de heilige beginselen van
Hem, die als de Zaligmaker van zondaren
op aarde kwam. Christelijk, het wil zeg
gen, dat heel het staatsleven moet opwas
sen niet uit de valsche beginselen der van
God zich steeds verder afkeerende wereld,
maar volgens de heilige beginselen, die
de Christus Gods ook voor het natuurlijk,
het maatschappelijk en het staatkundig
leven ons heeft ontvouwd.
De anti-revolutionaire partij stuurt in
democratische richting in teeder mede-
doogen voor het lijdend deel onzes volks,
en in de overtuiging, dat het ook den
lageren rangen des volks toekomt zijn stof
felijke en geestelijke belangen op recht
matige wijze vertegenwoordigd en behar
tigd te zien. Maar bij den strijd voor dit
beginsel moeten onze voeten vast en breed
staan op den bodem der Christelijke de
mocratie, en moet de heilige banier des
Heeren altijd en overal boven onze hoofden
wapperen. Want alleen als ons Christen
volk in zijn democratische ontwikkeling
geleid en geheiligd wordt door het Woord
van God; slechts als het in gehoorzaam
heid buigt voor de Wet en de Getuigenis
des Heeren, kan het, ook in zijn politieke
worsteling, een dageraad des heils ver
wachten.
J. P. TAZELAAR.
3 Mei 1901.
In de Tweede Kamer is d# behandeling
begonnen van het subsidie-school wetje.
De rij der sprekers werd geopend met
den heer De Visser die een principiëele
bestrijding leverde, en den heer Vermeulen
die het aanvaardde; waarop de heeren Ke
telaar en Kool (twee oud-onderwijzers) hun
«dankbaar maar niet voldaan" deden hooren.
De heer Kuyper kwam eveneens in een
zaakrijk betoog tegen de voordracht op,
waarna de heer lydeman oen oolijke doch
weinig principiëele verdediging van het
ontwerp leverde.
Hem volgden de heeren Den Hertog die
ook niet met groote opgewektheid het ont
werp aanbevalPyttersen, die met eenige
algemeenheden zich er voor verklaarde, Van
Dedem die er tegen sprak en v. Gilse, die
de tegenstanders onder handen nam waar
na de minister een kloek woord ter ver
dediging van zijn ontwerp sprak. Eenige
sprekers repliceerden, en de algemeene
beraadslagingen liepen hiermede af.
Een motie werd voorgesteld door de
heerenKuyperLobman De Visser
Mackay en v. Alphen, aldus luidende
De Kamer, van oordeel, dat het gewenscht
is de door de wet vastgestelde minima van
de jaarwedden der onderwijzers aan de
openbare en bijzondere lagere scholen,
alsmede wettelijke verhoogingen dier jaar
wedden ten laste van het Rijk te brengen,
„gaat over tot de orde van den dag".
Deze motie zal later afzonderlijk worden
behandeld.
Op de discussiën komen wij Maandag
terug.
Ook op de zeer belangrijke motie, die
den eenig mogelijken weg tot oplossing
der sckoolquaestie aangeeft.
Dat hier de antirevolutionaire, vrij- an
tirevolutionaire en ehr. historische leiders,
en de heer Mackay weer één lijn trokken,
doet ons genoegen. Zij 't een vingerwijzing
voor de kiesvereenigingen dier verschil
lende richtingen om op de schoolquaestie
al hare aandacht te spitsen en de samen
werking bij de aanstaande verkiezingen op
dien grond te organiseeren.
Onze constitutie.
Van de hand van jhr. mr. A. F. de
Savornin Lohman zal een werk verschijnen
dat bovengenoemd opschrift draagt.
Uit de voorrede schrijven wij 't volgende
over dat zoo weemoedige herinneringen
wekt:
»Als hoogleeraar ben ik een onnatuur-
lijken dood gestorven. Ware dit niet ge
schied dan had ik het schrijven van een
werk als dit liever overgelaten aan jeug
diger en beter toegeruste krachten dan de
mijne. Maar na, op reeds betrekkelijk
lateren leeftijd het terrein van het privaat
recht voor dat van 't publiekrecht te heb
ben verlaten, heb ik niet onverschillig
kunnen toezien dat al mijn aan de Vrije
Universiteit verrichte arbeid met onvrucht
baarheid werd geslagen door personen die
er nimmer kennis van hebben willen ne
men, en wier bevoegdheid tot beoordeeling
ik nog steeds waag te betwijfelen. Ik heb
daarom gemeend mijn studiën te moeten
voortzetten, en de vruchten er van te mo
gen publiceeren, al viel mij dit te midden
van velerlei anderen arbeid vaak zeer moei
lijk. Heb ik naar het oordeel van des
kundigen mijne krachten overschat, dan
moge in de omstandigheden waarop ik
doelde eenige verontschuldiging worden ge
vonden.
Mijn doel was een voor den gewonen
lezer bruikbaar overzicht te geven van
onze staatsinstellingen in onderlingen sa
menhang en verband. Van 't opgeven van
litteratuur meende ik om verschillende
redenen mij te mogen onthouden, evenals
van het meedeelen der van het mijne af
wijkende gevoelens, en mij, in den regel
althans, te kunnen bepalen tot het uitspre
ken van eigen gevoelen en van het voor
beslissende motief. Wie van de eene of
andere quaestie het voor of tegen wil weten,
kan dit in de bekende werken over onze
grondwet gemakkelijk zelf naslaan. Den
gewonen lezer te dwingen bij elke quaestie
de opsomming van al de verschillende ge
voelens te doorworstelen scheen mij te
inhunaam toe.
Onze staatsinstellingen heb ik beschouwd
uit Christelijk-historisch standpunt, en daar
bij gebruik gemaakt van de twee toets-
steenen voor onze menschelijke rede: er
staat geschreven en er is geschied. Mij
aan niets gebonden achtende dan aan de
begeerte de waarheid te vinden en te zeggen,
heb ik er naar gestreefd mij van elke par
tijdige voorstelling te onthouden."
De lezer weet dat in den laatsten volzin
de aanleiding ligt tot 't geschil tusschen
den geachten oud-professor en zijne »sein-
posters."
Met belangstelling zien wij ook deze
pennevrucht van den schrijver van Gezag
en Vrijheid en Volk en Overheid tegemoet.
Gisterenavond bevatte de groote pers
eenige telegrammen die ook in de kleine
pers vermelding verdienen, en te denken
Zoo onder anderen uit China dat de
Russen bij Moekden een bloedig gevecht
hehben geleverd tegen de Chineezen, waarbij
aan Russische zijde ongeveer 60 man aan
dooden en gewonden verloren werden. Vier
officieren zijn gesneuveldonder de ge
wonden behoort de generaal Zerpitzki.
Uit Londen dat de heer Vaughan Nash
aan de bladen opnieuw een stuk geschre
ven heeft waarin hij op den ongezonden
toestand van Ahmednagar wijstdoch er
kent dat de Engelsche troepen daarvan
niet te lijden hadden en dat de Boeren
niet in de woeste vlakte zullen verblijven,
doch in het fort. Dat wordt trouwens
bevestigd door een correspondent van Reu
ter die de plaats bezocht en de tevreden
heid der Boeren kon vaststellen, zoo over
de streek als over de ontvangst.
Uit Kaapstad dat daar de vorige week
63 gevallen van pest, waarvan 32 den dood
ten gevolge hadden, voorgekomen zijn. In
het geheel tot nu toe519 gevallen waar
van 217 met doodelijken afloop. Een ziek
tegeval, dat alle verschijnselen van pest
vertoont, deed zich in Mafeking voor.
En eindelijk dat de gezondheidstoestand
van Cecil Rhodes aanleiding tot ongerust
heid geeft.
Verzorging van Zenuwlijders.
Reeds heben wij iets gemeld van de
vergadering tot dit doel de vorige week
onder voorzitterschap van ds. Notten ge
houden. Belangrijk was vooral het uitge
bracht rapport over de beste wijze van
verpleging van zenuwlijders.
De commissie had voor haar rapport na
te gaan vier wijzen van verplegingn. 1.
a. verpleging in eigen gezinb. in vreemd
gezin c. in kleine paviljoens of sanatoria.
De eerste wijze van verpleging is zeker
wel de minst goede, daar de behandeling
op zichzelf al bezwaar kan hebben, en te
veel toegevendheid of te veel strengheid
nadeelig kan wezen.
De tweede wijze, in vreemde gezinnen,
is reeds veel beter, ook door wijziging van
omgeving en dikwijls lucht. Voor 3e klasse
lijders is de huiselijke verpleging, in niet
te groot gezin, 't meest wenschelijk.
Na verwant aan huiselijke verpleging is
die in kleine paviljoens, daar de kans dat
de eene door veel drukte den ander hin
deren zal, relatief gering is. Veel rust
toch is in de eerste plaats noodig, alsmede
gezellig huiselijk leven. Zoo is verpleging
in kleine paviljoens, waaraan huiselijk leven
gepaard gaat, voor vele patiënten wel ge
wenscht. Ook moet hier in het oog ge
houden worden, dat ledigheid is des duivels
oorkussen.
Spr. zette uiteen hoe te Veldwijk thans
de toestand is, en welke klein villa's daar
reeds hezet zijn, ter verpleging op de vierde
wijze. Zeer noodig zou 't zijn, als te mid
den daarvan een vereenigings- (uitspan-
nings-) lokaal word ingericht, eenvoudig
en gelijkvloers voor conversatie, en ver
schillende werkzaamheden op hoogere ver
dieping. Ook buiten moet kunnen gewerkt
wordenlichten tuin- en veldarbeid, het
bewerten van volières en kippenhouderijen,
terwijl ook speten goed'kunnen zijn, pho-
tografie, teekenen, enz. Liefst liggen de
paviljoens dicht bij spoor-of tram-stations,
voor gemakkelijk bezoek, en ook dicht hij
een groote plaats, opdat men van de goede
inrichtingen daar gebruik kan maken.
Eindelijk nog zij de plaats rustig en de
omgeving rijk aan natuurschoon.
Het meest gewenscht zijn paviljoens voor
410 patiënten; elk paviljoen hebbe een
eigen keuken aan het hoofd van elk pa
viljoen sta eene besturende zuster of be
sturend gezin. In ruim algemeenen zin
werden ook de werkzaamheden van genees
heer en leeraar omschreven. De pension-
prijzen worden berekend: le kl. f6, 2e
kl. f3 en 3e kl. f 1.
De kosten voor aankoop van terrein,
stichting van paviljoens, enz. enz. worden
geraamd op f 190,000 (wat nader gedetail
leerd werd aangegeven), en gerekend wordt
op eene jaarlijksche ontvangst van f 34,000.
Naar aanleiding van inlichtingen op vragen
kon opgemerkt worden hoe eigenlijk hier
mee het ideaal is aangegeven voornamelijk
zooveel mogelijk in navolging van de in
richting van Veldwijk.
De" afgevaardigde uit Zeeland vestigde
de aandacht op Walcheren, als zich bijzon
der leenende voor de vestiging der in
richtingen. En daar had hij recht op. Wij
steunen zijn denkbeeld van harte.
Eigen Candidaten.
De Nieuwe Rott. Courant is en blijft zeer
slecht spreken over de vrjjzinnig-demo-
craten.
Onder het opschrift »Eigen Candidaten"
bevat het blad een entrefilet waarin wordt
vooropgesteld, dat de vrijzinnig-democra
tische bond aan de liberale party oorlog
heeft verklaard en als volgt geconcludeerd
De houding van de liberale kiesvereenigen,
die niet bij den Bond zijn aangesloten, die zijn
verkiezingsleus en zijn tactiek veroordeelen, die