NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. Ill, 1901. Vrijdag 3 IVIei, 15e Jaargang. GHRISTELIJK- HISTORISCH Bultenlandseh Overzicht. burg. •Steenbergen. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN HERIJ JK. Vogelbescherming'. Engeland en Transvaal. EL EGRA AF. n Antwerpen dag) 's morg. 7,u t DIE N S T. iddelburg. Zeilm. vm. 4,50r, 11,45 ;nm. 12,30 f 4,15,5,10, f5,55, 5, 10,15. nise. (Markt) vm. 5,20, nm. f 12,35,1,20, 5,15, 6,-, 7,- 11,-. [oederen. )IENST ROTTERDAM 11. Van Van [iddelb. Rotterd. 8,45 9,- 8,45 9.— 8,45 9,- 1> 8,45 9,- 7> 9,- rm. 8,45 9,- 8,45 9,- 8,45 9,- 8,45 9,- 8,45 9,- 8,45 9- 8,45 9, 8,45 9i 8,45 9, 8,45 9,- 8,45 9,— x> 8.45 9,- 8,45 9,- T> 8,45 9,- 5.— 9,~ 8,45 3> 9- 8,45 9- 7> 8,45 9- Mei wordt 6MEN tO,23 2,7 3,53 7,35 11,4 2,48 4,34 8,16 LI,9 2,53 4,398,20 lil,52 3,36 5,229.3 11,56 3,40 5,269,7 6,— 10,-4,50 6,58 12,6 5,36 8,43 1,51 7,21 10,25 3,35 9,5 7,35 1,5 [2,1 4,10 5,40 9,15 12,6 4,15 5,459,20 |50 12,454,45 6,15 35 7,20 12,13 6,— 143 12,34 2,356,23 3,2 12,48 2,54 6,42 3,13 12,55 3,5 6,35 3,30 1,10 3,22 7,10 9,25 1,15 8,5 Jm 9,30 3,10 7,30 9,7 3,55 7,10 Z 9,16 3,5 6,40 10 1,40 4.10 8,15 ;58 2,8 4,48 8,43 18 2,28 4,58 9,3 10,40 5,20 9,25 12,50 4,50 6,20 10,50 5,27 9,35 P5 1,20 5,32 9,40 10,25 3,35 9,5 7,35 1,5 6,15 9,18 2,48 7,58 11,3 4,33 9,40 12,45 6,15 1,35 4,43 5,53 9,50 |,38 4,56 5,56 9,53 1,50 2,21 5,29 6,39 [10,36 fe6 5,34 6,4410,52 ,8 6.167,26 11,23 |erikzee; 9,25 uit gen; en 2,33 uit Donderdags. En alleen Maandags tijd. 3,30 6,20J) 3,55 6,50 1,55«? 4,45 2,15a) 5,5 3,30 6,20b)f) 3,50 6,40 f) ikens ten hoogste fen. ar Borsselen en blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Hansweerd, 4 Mei. Krabbendijke, ook voor Waarde 6 en 7 Mei 's vocrmiddags Rilland-Batli, 7 Mei 's namiddags en 8 Mei. 2 Mei 1901. De Goesche Crt. wekt de kiesvereeni- gingen in 't district Goes op om de aftre dende statenleden Oggel, Noordijke en Vador van 's-Gravenpolder te bestrijden, ook om dat zij nog nooit een woord gesproken heb ben in de vergaderingen. Mr. B. V. v. d. Bilt is ongeveer 20 jaar lid der staten geweest en van hem is ook nooit één woordje in de verslagen te mel den geweest. De Goesche Crt. zag er desniettemin geen kwaad in den man telkens opnieuw aan te bevelen. Daar had zij gelijk in. Wij zullen ook alzoo doen ten aanzien van de heeren Vader, Oggel en Noordijke. 't Zou al te zot zij n in een Statenver gadering die slechts één dag duurt van alle leden een redevoering te eischenof te vorderen wanneer één een zaak goed besproken heeft, dat dan een ander 't ook nog eens doet. Op dit punt, geachte collega van de Goesche, moeten wij niet zoo nauw zien. Maar dat komt later. Wij hoorden eens een commissaris van politie tot een politieagent zeggenneem uw ontslag, gij hebt nog nooit één proces verbaal ingeleverd. Waarop de ander ant woordde: Ik deed steeds mijn plicht. Wanneer nu de aftredende Statenleden hetzelfde kunnen antwoorden, dan kunnen zij gerust de uitspraak der kiezers af wachten. Men kan een machtig praattalent hebben en toch zwak zijn op 't punt van beginsel of plichtsbetrachting. En op de plichtsbetrachting komt het bij onze Statenleden in de eerste plaats aan. Het oude legendetje begint weer te leven dat de liberalen van 1879 tot 1888 geen kabinet van hun kleur hebben gehad en dus niet aansprakelijk zijn voor de ver zuimen door dezen gepleegd. Van 1879 tot 1888 hebben de liberalen in Tweede en Eerste Kamer onafgebroken de meerderheid gehad en is 't beheer aan liberale ministers toevertrouwd geweest, waaronder van het meest fanatieke soort, geljjk bijv. Six en Karnebeek. Maar ook mannen als Pijnacker Hordijk, Vissering, 2 feüïllTëto hT Bij die onophoudelijke jacht op insecten en insecteneieren had men nog het slagend gezang, die driftige beweging in het ge zellige natuurleven; dit alles is dood! Waar kunnen we nog die lieve zacht- stemmige tuinfluitertjes (Sylvia hortensis), de zwartkop (Sylvia atricapilla) en het alles nabootsende spotvogeltje, waar kan men al die lieve diertjes nog ontmoeten' Welke boer, welke landbouwer kan nog zeggen, dat hij in gezelschap achter de ploeg en de egge, tot kort op zijne hielen, de akkermannetjes, te weten: de witbonte kwikstaart (Motacilla alba), de bleek- en donkergele kwikstaarten (M. flava en M. sulphurea) in en boven de vóór van den akker, zoo lief huppelend zag loopen, om de wortel afknagende larven van Ridnaalden (Tipnla oloracea), alsmede Koperwormen en de kniptorlarven met vele andere in secten, zoo naarstig op te zoeken? Zien en hooren wij nog, bij onze wande lingen bij graslanlen, bij graan-en klaver velden, dit plotseling opgestaan van den moedigen veldleeuwerik (Alauda arvensis), die al gierende zingt, en zoo hoog opklimt, aat voor een goed oog het lieve dier schier Modderman, Watzei, hebben in deze kabi netten zitting gehad en er hun stempel op gedrukt. Men moet dus niet aankomen met 't praatje dat er toen geen liberalen aan 't roer waren of iets te vertellen hadden. Want dat weet men beter. Men leze er Rengers blz. 207 maar eens. Daar wordt 't kabinet v. Lijnden wel degelijk een li beraal kabinet genoemd. En het kabiuet Heemskerk was niet anders. Dat een oud kamerlid uit dien tijd, dr. Zaaijer, in een groot liberaal blad 't tegendeel komt zeg gen, mag op zijn zachtst gesproken, ver bazen. Dreyfus' boek. Dreyfus heeft zijn jongste vijfjarig «leven" beschreven. Van den terugkeer en de ont moeting met zijn vrouw schrijft hij: Mijn vreugde was onmetelijk, onuitspre kelijk. Ik ontkwam eindelijk aan de pijn bank, waarop ik 5 jaar genageld was ge weest, de marteling verdurend om de mij nen, om mijn kinderen als om mijzelf. Het geluk volgde op de verschrikking der on uitsprekelijke angsten, de dageraad der ge rechtigheid ging eindelijk voor me op. Na het arrest van het Hof meende ik, dat alles uit zou zijn, dat het nu nog slechts om een simpele formaliteit te doen zou zijn. Men begrijpt, hoe achtereenvolgens mijn verbazing, mijn verslagenheid, mijn droe fenis, mijn hoogste smart zijn geweest om zulk een terugkeer in het vaderland. Daar waar ik menschen vereenigd dacht te vin den in een gemeenschappelijke gedachte om waarheid en recht, begeerig, om al de smart van een verschrikkelijke rechterlij ke dwaling te doen vergeten, vond ik niets dan angstige gezichten, nauwgezette voor zorgsmaatregelen, een dwaze ontscheping in het holle van den nacht op onstuimige zee, terwijl physiek lijden mijn geestelijke smart kwam verergeren. De ontroering, welke wij ondervonden, mijn vrouw en ik, toen wij elkaar weerza gen, was te sterk, dan dat eenig mensche- lijk woord er de kracht van zou kunnen weergeven. Er was alles in vreugd, smart; wij trachten op eikaars gelaat de sporen van ons lijden te lezen; wij hadden elkaar alles willen zeggen, wat wij op het hart hadden: alle gevoelens, die waren saamge- drukt en verstikt in zoo lange jaren, en de woorden stierven op onze lippen. Wij stelden ons tevreden met elkaar aan te kijken, uit de gewisselde blikken al de kracht van onze genegenheid en van onzen wil puttend. onzichtbaar wordt, terwijl nog altijd de zang voortgaat en als klinkende peerlen uit den hemel op ons neervallen? Zijne medesoort, do boomleeuwerik (A. arborea) zingt maar een kort liedje, terwijl hij de hoogste boomtak verlaat om slechts een 25-tal meter op te klimmen, en zijn andere medesoort is de leeuwerik met eene kuif (A. cristata) ook wel voor zijn kweelend geroep, zoete lief genaamd. De leeuwerikken doen geen kwaad, ze eten geen graan, maar verslinden verbazend veel zaden van veldonkruiden en tijdens het opbrengen hunner jongen, gebruiken zij ook zeer veel insecten. Welnu de lieve veldbewoners zijn ook geweldig verminderd, ofschoon geheel Scan dinavië, Rusland tot in Siberië en geheel Klein Azië tot in Egypte toe, er mee ver vuld is, toch zijn deze vogelen geweldig verminderd en wel tot op 1/15. De spreeuwen (Sturnus vulgaris) hoelang zal deze vogel nog den naam van vulgaris (gemeen) dragen? Ze zijn al zeer ver minderd, maar omdat ze bij hunne om zwerving en landverhuizing gewoonlijk nogal hoog vliegen, daarom zijn ze nog al veel gespaard geblevenmaar, waar is de tijd als men van die vogelen, die gaarne in dichte gezelschappen vliegen, er geheele wolken van in de lucht zag? FRANKRIJK. De verhouding tusschen Frankrijk en Engeland was in den laatsten tijd niet erg vriendschappelijk. Thans is zij zelfs een weinig gespannen. Er is geschil ontstaan over grondbezit in New Foundland, een eiland en Britsehe kolonie aan de oostkust van Noord Amerika gelegen tusschen de golf van Sint Laurens en den Atlantischen Oceaan. De nederzetting aan de kust met 't oog op de visscherij is bekend onder den naam van «French shore",- en over deze loopt 't geschil. Engeland heeft thans voorstellen tot oplossing gedaan. Volgens de Fransche pers had >dit voorstel het karakter van een ultimatum een »af-of-aan." Nu behoeft wel niet op een oorlog ge rekend te worden. Frankrijk en Engeland hebben op dit oogenblia wel andere meer belangrijke quaesties aan het hoofd. Toch zegt ook deze kleine quaestie weer genoeg hoe John Buil [bij zijne collega's t'ende de vingers hangt. Nog heeft de Fransche regeering een quaestie af te handelen met de inboorlingen oproermakers in Algiers. Eenige Arabische stammen hebben het dorp Margueritte geheel leeggeplunderd en de bevolking ten getale van circa 300 gedood, gewond of gevangeD genomen, terwijl de administrateur, de gendarmes en de vrou welijke postbeambte vermoord zijn. Troepen uit de stad Algiers zijn ter op sporing en afstraffing der moordenaars uit gezonden. CHINA. China is een land van verrassingen. De juiste toestand blijft verborgen. Men moet 't met losse geruchten doen. En tot de nieuwste van deze behoort dat de keizerin, uit hare ministers een commissie benoemd heeft, die de nationale quaesties zal behan delen. Zij wordt daardoor van dit baantje ontlast. Men ziet hierin, dat de keizerin afstand wil doen van haar macht als tus- schenpersoon, en hoopt, dat door deze com missie de onderhandelingen tusschen de Chineesche regeering en de mogendheden vergemakkelijkt zullen worden. Wie weet of 't waar is, mag men wel vragen. De Chineesche staatslieden voeren nu al een jaar een slakkenpolitiek. En nog is alleen maar de quaestie der schade vergoeding aan de orde. De mogendheden eischen acht honderd miljoen gulden, ter wijl Amerika een half miljoen voldoende vindt. De Fransch-Duitsche expeditie is, zooals wij reeds mededeelden, niet vertrokken. De spreeuwen zijn zeer gezellige vogelen voor onze staldieren, ze zoeken alle wormen en insecten op die door het trappelen der grasetende dieren zijn in beweging ge komen, daarom loopen ze tusschen de ge hoefde pooten der dieren, en als ze aan hunne pootjes koude hebben, als ze wat willen rusten, dan ziet men ze op den rug- van schapen, paarden of runderen zitten. Maar hier slapen ze niet, ook hier heeft de spreeuw haar werk; zij houdt de wacht, om te zien of er op of bij haren gast, geene gevaarlijke bremzen zijn, die als wormen of beter als larven leven in de huid der koeien of andere runderen; of wel de horzel vlieg der paarden; deze ieg- gen hare eieren aan de manen of haren der schoft of aan de vóór beenen, opdat het paard door likken, de larfwordende eieren zou in den mond en slokdarm brengen, vanwaar ze dan zelfs wel in de maag kruipen, om den maagwand uit te zuigen, te volgroeien en met de drekstoffen buiten te komen, om als volmaakt dier uit 't mest op te staan. Welnu, wij hebben met eigene oogen gezien, dat de behendige spreeuw, met eene ongeloofelijke snelheid de bremzen en horzelvliegen pakte en vermoordde, wij hebben de spreeuwen verschrikkelijk schie lijk doen opvliegen en vonden op die Maar de Chineesche troepen schijnen van plan te zijn terug te keeren naar het Zuiden en een inval te doen in Petchili, Indien dit waar is, zullen wij spoedig vernemen, dat onze voorspelling, dezer dagen gedaan, is [uitgekomen en dat de mogendheden een troepenmacht moeten uitzenden tegen de Chineesche geregeldo troepen en Boxers, die meer en meer moed hebben gekregen door het talmen van de Westerlingen. Bij kleine troepjes zijn de geregelde troe pen teruggekomen en j ondanks protesten van de opperbevelhebbers der Europeesche troepen, blijven zij oprukken en nemen zij stellingen in. De strijd kan dus van vo ren af aan beginnen. Reeds moeten een Fransch-Duitsche af- deeling ernstige verliezen toegebracht zijn. 't Is nog niet pluis in Kaapkolonie. In 't noordwesten, nabij Calvinia werd een Engelsehe patrouille van elf man omsingeld door de Boeren en genoodzaakt zich over te geven, nadat zij twee man aan dooden en twee aan gewonden verloren hadden. Een Engelsch majoor is bjj de ramp om gekomen. Overigens moet de lezer het maar doen met de navolgende kleine berichtjes De pest in Kaapstad blijft in ernst toe nemen, vier nieuwe gevallen onder Euro peanen alleen zijn Vrijdag aangegeven en vier onder kleurlingen, terwjjl de lijken van 3 Kaffers en twee Europeanen gevon den zijn. Chamberlain heeft omtrent het verlof van Alfred Milner, gezegd dat hij hoopte dat het verlof van korten dunr zou zijn, en dat geen burgerlijk bestuur tijdens zijn afwezigheid zou worden ingesteld. Wij lezen verder nog dat lord Kitchener hem tijdelijk zal vervangen en het departemen tale werk zal worden voortgezet. Van de meeting te Edinburg waarop de ex-Kaapsche minister Merriman het woord zou voeren, kunnen wij nog mededeelen dat reeds I uur voor den bepaalden tijd de hal van Waverly markt stampvol was. Buiten de hal stonden ook duizende men schen, benevens een sterke poliemacht, waarbij bereden politie. Toen de voor zitter de heer Thos Shaw en de heer Mer riman op het platform kwamen werden zij luide toegejuicht, echter kwamen van een gedeelte van het publiek contra-demon straties. Die menschen zwaaiden met de Engelsehe vlag en zongen patriottische liedjes. Langzaam aan begon de politie de la waaimakers er uit te gooien, eerst een voor een, later werd echter op verzoek van den plaats, de bij den kop verplette moeder brems vol gezonde eieren; Nu zouden wij gaarn zien de proef doen, of dat in de kooi opgekweekte spreeuwen, de hen toegediende bremzen larven en bremzen, alsmede de horzelvlie gen en hunne larven, ook in gevangen staat, gewillig zouden aanvallen en ver nietigen. En men zou ook mogen waar nemen, als de spreeuw die larven, althans in hunnen eersten levensstaat zou eten, of dan, hare meer verterende vogelmaag, de eieren zou vernietigen Of zou de spreeuw er haar leven moeten bij laten? Welnu, zulke nuttige vogelen, die be schermend en weldoend, tusschen ons kostbaar vee wandelen, ziet men ook van jaar tot jaar verminderen. De lijstor (Turdus musicus) is een van de gemeenste bij ons met de grauwe lijs ter (Turdus pilaris); deze lijsters zijn oprecht insekten etende, en men zou mo gen zeggen slak-, worm- en larfetende vogelen. Of deze lijsters wandelen door het bosch, door de boomkweekerij, of door de veldgewassen, overal doen zij goed, zeer veel goed. Wij hebben vele jaren er proeven op gedaan en waargenomen, maar men mag zeggen dat deze lijsters, met de grootste natuurdrift alle soorten van slakken eten; voorzitter dat gedeelte van de hal waar de lawaaimakekende liedjeszangers waren ge heel afgezet en elke zanger onmiddellijk verwijderd. Ten laatste gelukte het den voorzitter zonder noemenswaardigen last de vergadering met een kort woord te openen en toen eindelijk de heer Merriman het woord kreeg werd hij luide toegejuicht. De rede van den heer Merriman behoeft voor Nederlandsche lezers niet herhaald te worden. De Briische onderdanen in de Oranje rivier Kolonie genieten ook een beetje mede van het schrikbewind. Een Engelschman, Mitchell, is door den Provost Marshall van Bloemfontein naar Ceylon verbannen, om dat hij «onaangename dingen van de Brit ten zeide". De «Daily News" merkt op dat, toen Rhodes in Kimberley was, hij niet al leen onaangename dingen van de Britten, maar zelfs van de onoverwinnelijke armee van de Britten heeft gezegd. Maar hem heb ben ze nog niet naar Ceylon gezonden. Een telegram van lord Kitchener uit Pretoria van 1 Mei meldt: Generaal Grenfell viel de Boeren aan bij Bergplaats bij Halvertsberg, waar de laatste Lange Tom in stelling was en opende het vuur op 10,000 yards. Kitchener's «Fighting Scouts" drongen snel voorwaarts tot 3000 yards afstand, waarop het kanon werd op geblazen en de Boeren vluchtten. Er wer den tien man gevangen genomen. Van andere colonnes is bericht ontvangen dat tien Boeren sneuvelden, zes werden ge wond en evenveel gevangen genomen; zestig Boeren gaven zich over, 40,000 rounds ge weerpatronen werden buit gemaakt. De Britsehe verliezen bedroegen vier dooden en zeven gewonden. DE TOESTAND IN DE NIEUWE ENQELSCHE „KOLONIES". Het weekblad Eollandia is zoo gelukkig geweest een serie aanteekeningen van een Pretoriaansch correspondent „door" te krij gen, die de mismoedigheid van Milner kun nen toelichten en doen zien, dat het voor de Engelschen braaf misliep. Do aanteekeningen beginnen op 17 Jan. 1.1. met de volgende woorden «Pretoria 17 Jan. Echec volgt op échec teg n de Engelschen «Generaal Clements dood. «Generaal Broad wood gevangen. «Kitchener is buiten zichzelf. Hij heeft gedreigd alles te vuur en te zwaard te verwoesten als de wapenen niet voor 21 Jan. door de Boeren zijn neergelegd. «Ook heeft hij verscherpte bepalingen gemaakt. Om 7 uur moet ieder binnenshuis zijn, geen goederenwagen meer in Pretoria zelfs de pottekensslakken en karokolen vallen ze aan, en als de schalen wat hard zijn, zoeken ze eenen steen of een stuk hout, nemen den pot in hunnen bek en slagen dan gezwind weg, gelijk 'nen tim merman met zijnen hamer, en zoodra de slak, aan de zachte, smalste spiraalrantjes wat open of stuk is, dan weten zij het vleesch eruit te halen. Wij hebben dikwijls de proef gedaan, dat de lijsters, vooral de zingende, voor haar maal liever alle soorten van slakken uitzoeken, te weten: de groote grijze, huis slak (Limax maximus), de roode slak (L. rufus), de kleine veldslak (L. agrestis), de pottuinslak (Helix hortensis) en de wijn- gaardkarakolslak (H. pomatia). Daarbij doen de lijsters nog wonder veel goed in bos- schen, en zelfs in de mast- en sparbosschen (Pines en Abies) gewassen, omdat ze aldaar, de halfverteerde bladeren en ook demaste vlimbladeren omwentelen en wegdobben, om de larven der insecten en hunne maskers er in, op te zoeken, die de twijgen, scheuten en bladeren der masten bena- deelen. En zulke nuttige dierkens met hunnen luiden, verklinkenden zang, zijn er van jaar tot jaar merkelijk minder in aantal 1 (Slot volgt.) o-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1