lie NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. louten Loods No. 101. 1901. Dinsdag 16 April. 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH 1S0N Zones, Jitvolle ■ken schuifje. HERMANS. Kruisingen. op veeren eerd Handelsmerk. Homoeop. Genees- iraelis Extract en iten voorkomende in ran Dr. WILLMAR eipzig. H. SCHAFFERS, lecair-cretliet |e 's-Gravenhage, ider eerste Hijpothe- ft 4 pCt. en 31/, pCt. lit. kantore van Orgelhandel, DER Jr., gissingen. ngen: ilow, Boezemkatoen wit Flanel vanaf geel Katoen, zwart gestreepte Onder- r aarden linters, Zak- e en crème Kanten lten, afgepaste Gor- en, een groote sor- n alle lengten en oezeroenen, zwarte en, enz. lologne, Meiklokjes pt de maat. n een belangrijke lat en Aardappel- as in staat aan de rkoopen lp e ter iek en Meel, gezeefd ïpittenmeel ^rende prijs, or Zuid-Beveland bevelend, M. Lt houten zolders ideeringen. Vier ter verplaatsing fSON, Ierseke-dam. OP )ude Vlissingsche VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN HERIJK. VËKUABËfiUSiiËft. 30LSTRAAT 11, RDAM. Apotheker. CSCHAPPIJ ^ten te Middelburg. i Redclyffe, nieuwste |t platen, 2 doelen, In Prachtband Wees van Lowood, tgaaf met platen, 2 f 1,90. In Prachtb. ffill P wefken voor fUllu Zoo'n prijsje a, zal velen welkom BOLLE, Bazaar van i te Rotterdam. Franco Jtwissel, waarop ver- Jane Eyre. RDAM. singen, enz., enz. 'shonderden in ht. Contante beta- Ingen. Men vrage etaling toegestaan. mogelijk. le Jónge-Verwest elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 's-Heerenhoek, ook voor Borsselo en Nieuwdorp 17 April namiddags en 18 April. Ovezande, ook voor Nisse, 19 April. EUewoutsdijk, ook voor Driewegen, 20 April. Baarland, ook voor Oudelande, 22 April. Hoedekenskerke, 23 April voormiddags 's=Gravenpolder, ook voor 's-Heer Abts- kerke 23 April namiddags. Kapelle, ook voor Sehore, 24 en 25 April. Wemeldinge, 29 en 30 April 's voor middags. Ierseke, 30 April's namiddags, 1 en 2Mei. Kruiningen, met uitzondering van Hansweert 3 Mei. Hansweerd, 4 Mei. Krabbendijke, ook voor Waarde 9 en 7 Mei 's voormiddag Rilland-Bath, 7 Mei 's namiddags en 8 Mei. Als alle jaren werden in de Paaschweek te Utrecht weer twee belangrijke school vergaderingen gehouden. Het deed ons genoegen op beide den grijzen met jeugdige kraeht toegeruston, ijverigen nitnemenden Pierson te mogen zien; en op een derzeive den heer Loh- man, in volkomen eenstemmigheid met de broederen van eenigszins andere politieke richting, en door de sympathie deb Chris telijke onderwijzers omringd te mogen ont moeten. Dat ook het eerste-karaerlid voor Zeeland de heer v. Asch v. Wijck in beide een levendig, van groote onverflauwde belangstelling getuigend aandeel aan de besprekingen, nam nog andere Kamerleden als Brummelkamp en Heemskerk, van hunne onveranderde gezindheid voor den bloei van ons Christelijk onderwijs blijk gaven, en, als altijd, de geachte Voorzit ter, Penningmeester eD Secretaris van de Unie (de laatste tevens van den School raad) op hun post waren om de vergade ringen te leiden en voor te lichten. Wij bedoelen de heeren baron Schimmelpen- ninck, T. P. baron Mackay en Derksen. Eerst iets omtrent de vergadering van de Unie een School met den Bijbel, in welks hoofdbestuur voor Zeeland de heer M. de Jonge Jz. uit Goes zitting heeft en mede aanwezig was. De president herdacht in zijn openings woord de vermeerderende Uniecollecten, doch wees tegelijk op do noodzakelijkheid der verbetering van de positie der Chr. onderwijzers en in verband daarmee van 't blijven brengen van steeds meerdere persoonlijke offers voor den bloei van het Christelijk onderwijs. En dat te meer waar door de ingediende subsidiewet, ter wijl nog altijd slechts een vierde van de kosten onzer scholen door het Rijk wor den vergoed, de positie van vele Chr. scholen niet of weinig is verbeterd. De voorzitter wees ook met dankbaar heid op de waardeering die in de ver schillende kringen het donkbeeld van de vrije school vindt, ook in die van poli tieke tegenstanders. De bestrijding van het denkbeeld der vrije school, door den heer Bijkerk in de Soe.-Dem. Onderw.- Vereen. was een bestrijding, die feitelijk oen krach tig pleidooi is voor het nut en de nood zakelijkheid der vrije Christ, school. Gok onder de voorstanders begint meer eenheid te komen, en is een streven merk baar om de detailpunten te laten rusten. Spr. hoopt dat dit zal doorwerken. Verschillende mededeelingen worden ge daan, onder anderen dat het fonds voor schoolstichting f 3800 in kas heeft. De gezamenlijke locale comité's hebben ruim 81 duizend gulden; omtrent beleg gingen, enz. werden door de heeren v. Asch v. Wijck en Heemskerk goede wen ken gegeven. Op een opmerking dat sommige locale comité's opzien tegen het vragen van rechts persoonlijkheid omdat men zulks door een notaris laat doen, wat .een f25 kost, ant woordt de heer Derksen, dat dit, als men zich maar om inlichtingen tot het Bestuur der Unie wendt, slechts een paar guldens behoeft te kosten. Een reglementswijziging werd goedge keurd, waardoor gelden die 20 jaar lang ongebruikt hebben gelegen, als er geen uitzicht is, dat ze nog zullen worden ge bruikt, door het Bestuur der Unie zullen kunnen worden aangewend voor een nntti- ger bestemming. In het bestuur werden gekozen de heeren L. J. Visser te Deinum en professor Noordtzij. Besloten werd dat voortaan de vergoe ding die vanwege een Locaal-Comité voor een Uniespreker, welke geheel voor reke ning der Unie optreedt, in de kas der Unie zal gestort worden, ten minste 15 gulden moet bedragen, tenzij, naar oor deel van het Moderamen, daar waar nog geen school bestaat, met geene of mindere eisehen kan worden volstaan. Aan de orde kwam nu de vraag: Wat leert de practijk omtrent de uitvoering van do Leerplichtwet ingeleid door den heer P. Batjes van Roodeschool. Verschil lende moeilijkheden, die zich bij de uit voering dor wet hebben voorgedaan, wer den door spr. gememoreerd. Door den grooten omslag gaat de opvoeder onder in don administrateur. De tweede moeilijkheid is de aanraking met de schoolopzieners, die niet altijd even aangenaam is, terwijl het altijd opgeven der verzuimen, weliswaar geregeld ge schiedend, toch den onderwijzer soms in moeilijkheden brengt, wijl het begrip »ziek- zijn" nog al rekbaar is. In geen enkel opzicht past de wet zich aan bij het leven, inzonderheid wat aangaat de regeling der schooltijden en vacantiën wat in Duitsch- land geheel anders is. Verschillende school opzieners houden zich niet aan de wet, wijl die in vele opzichten prachtiseh on uitvoerbaar is. Ook voldoet ze niet, want de grootste verzuimers, n.l. die geen vaste woonplaats hebben, en de verafwonenden, laat ze ongemoeid. Nog andere sprekers vertelden hunne ervaringen, doch wij gaan die, als zijnde van meer plaatselijken aard, voorbij. Er waren er ook wien de wet administratief nogal meegevallen was. Doch allen bleven beslist tegen het beginsel der wet gekant. Nu nog iets over de vergadering van den Schoolraad. De voorzitter, ds. H. Pierson, opende. Hij zei dat we in het afgeloopen jaar eene poging gezien hebben om een anorganische eenheid te stellen tegenover de organische eenheid, die God van ons begeert. De leerplichtwet poogde ons te geven een soort uitwendige eenheid, waarvan wij de zegen rijke uitwerking allesbehalve verwachten. Het is de tegenwerking van het hoog be ginsel, dat onze Chr. scholen bezield beeft. Nu moeten we daar niet tegen mopperen en opstaaD, maar we hebben ook die leer plichtwet te beschouwen als een leiding Gods. Hoog hebben we te houden het Christelijk ideaal, hooger dan dat wat de Staat zich stelt. De Schoolraad is tot nog toe altijd ge weest een middel om de verschillende geesten tot elkander te brengen, die anders wellicht uit elkander zouden blijven. Lang zamerhand begint de Schoolraad ook tot zich te trekken hen, die zich tot nog toe min of meer hebben afgewend. Zoo zal Zaterdag eene conferentie plaats hebben tusschen 4 gedelegeerden van den Schoolraad, en 4 uit Chr. Volksonderwijs, teneinde zoo mogelijk tot aansluiting te geraken (Applaus). Met blijdschap vernam de Voorzitter dit bewijs van instemming. Hij hoopte dat ook dit moge leiden tot de eenheid die van Christus is. Meegedeeld werd dat aan den Schoolraad zijn aangesloten 351 scholen, dat is 122 meer dan tien jaar geleden. Het Hulpfonds kan dit jaar rekenen op f 1400. Het schoolbestuur te Langerak wilde den Schoolraad doen verklaren: het ingediende Wetsontwerp tot wijzi ging van de artikelen 20, 45 en 54bis der Wet op het Loger Onderwijs geeft niet, wat men had mogen verwachten; is onrechtvaardig jegens de voorstanders van het bijzonder onderwijs en de bijzon dere onderwijzers; is, indien het niet gewijzigd wordt, onaan nemelijk voor de voorstanders van het bij zonder onderwijs. En het Schoolbestuur te Hasselt: De Schoolraad stelle alle pogingen in het werk om te geraken tot eene invoering van het ingediende Wetsontwerp tot her ziening van de subsideering van openbare en bij zondero scholen, op denzelfden datum als de Leerplichtwet is ingevoerd. Naar aanleiding waarvan de heer de Savornin Lohman betoogt, dat het ingediend ontwerp niet voordeelig is voor de kleine scholen die in de meerderheid zijn, doch hij meent dat er een middel is, om daaraan tegemoet te komen, en dat daartoe in de Kamer wel de noodige pogingen zullen worden gedaan. Ook dat van Hoogeveen had een voorstel. Doch na breede bespreking werd met al- gemeene stemmen aangenomen de motie van den oud-minister den heer Lohman: De Schoolraad, van oordeel, dat door het ingediend wetsontwerp in meer dan een opzicht verscheidene bijzondere scholen reeds nu, en vele, (vooral de kleinere) dier scholen op den duur, in slechter financi- eëlen toestand zullen komen dan waarin zij thans verkeeren, hoopt, dat de pogingen door de verdedigers dier scholen aan te wenden, om het ontwerp van die gebreken te zuiveren, met goeden nitslag zullen wor den bekroond. Het verheugt ons dat deze vergaderingen zoo degelijk geleid werden en de bespre kingen vrucht beloven voor de toekomst der vrije school. Spare de Heere, om daartoe mede te werken mannen als Lohman en Pierson en T. A. J. v. Asch v. Wijek, die zich den onvermoeden strijd voor dit ge wichtig volksbelang reeds zoovele jaren geleden zich ten taak stelden; in welken strijd met name, en voornamelijk de heer Lohman reeds zoovele lauweren mocht be halen, waaraan er nog menige moge worden toegevoegd. 14 April 1901. Theorie en Practijk. In de bladen leest men het volgende bericht „De werkstaking van zetters bij de so ciaaldemocratische Volks Ztg. heeft tot een eigenaardig feit aanleiding gegeven. Op de annoncezuilen te Leipzig prijkte eeD aankondiging van genoemd blad, waarin werd uiteengezet, hoe men door zieh daarop te abonneeren, de gevaren van „kapitalis tische uitzuigerij", zou tegengaan. Maar onmiddellijk onder dit reclamebiljet was door de gezellen een strooibiljet geplakt, dat tot titel voerde.Zur Aufklarunq. En daarin werd bekend gemaakt hoe theorie en praktijk bij de Volks Ztg. niet altijd met elkaar in overeenstemming waren, want het blad werd gedrukt door "^onderkrui pers", en de vakvereeniging had het in dienst treden bij deze courant verboden." Dergelijke gevallen zijn natuurlijk niet van principieelen aard. Maar eenige beteekenis hebben ze toch wel. Vooral, omdat ze zich méér voordoen, en niet alleen in DuitschLaud de socialisten bij herhaling en op soms erg frappante wijze door hunne daden in hotsing komen met hunne theorieën. De natuur gaat ook hier boven deleer*, en de sociaal-democraten, zoo geweldig toornend tegen „uitzuigers" en „kapitalis ten", blijken per slot van rekening toch ook maar gewone stervelingen te zijn, lang niet vrij van het egoïsme, de eigenbaat, de afgunst en andere ondeugden, die het menschdom aankleven. Met wetten en maatregelen zal men daar aan niets veranderen. En hierin steekt juist een der groote fouten van de socialistische leer, dat zij alles verwacht van den Staat, van de overheid, van uiterlijkheden, en nauwelijks oog heeft voor de innerlijke verbetertng van het in dividu. Haar systeem zal daarom voordurend teleurstelling baren en, door zijn materia- liscfi karakter, de jammerlijkste dupes ma ken. Gelukkig zij, die nog bijtijds zich wisten terug te trekken. Centrum. Daar onze verslaggever van den Goeschen raad wel wat heel beknopt was in de vermelding van 't bezwaar van het raads lid Buijze tegen 't steunen van 't adres uit Brouwershaven aan de Tweede Kamer tot verbetering van het Hellegat, willen wij genoemden heer gaarne zelf zijn be doeling laten verduidelijken. Hij schrijft: De heer v. Gijn, afgevaardigde voor Dordt, heeft met eenige anderen in de tweede kamer een motie ingediend, waarbij de Kamer den minister uitnoodigt (eigen lijk gelast) nog in dit zittingjaar met een voorstel te komen tot verbetering van ge noemd vaarwater. Hier moet dus de Kamer, onvoorbereid en onvoorgelicht, zoo maar op eenmaal gaan uitmaken dat er een waterweg moet komen van Brouwershaven naar Dordt. Over de wenschelijkheid en 't groote belang voor Zeeland wil ik als loek mij niet uitlaten, ik zie dat belang wel niet in, maar dat bezwaar is niet zoo overwe gend dan dat ik er een adresbeweging tot aanprijzing dei motie om zou willen tegen houden. Maar 't andere bezwaar (het principi- ëele) is voor mij onoverkomelijk. Regel is dat, zoodra een voorstel rijp is de regeering 't indient en de Kamer alzij dig inlicht, eerst dan kan en mag de Ka mer oordeelen. De grondwet verbiedt haar zelfs zonder deze behoorlijke voorbe reiding een beslissing te nemen. De motie-v. Gijn wil de Kamer in plaats van de regeering doen treden (in den grond revolutionair) en onvoorbereid een ingrijpend voorstel doen aannemen (on grondwettig). Nu kan men zich plaatsen op 't stand punt van den voorzitter en beschouwen de zaak, afgedacht van dit staatsrechtelijk bezwaar. Doch mijn standpunt was een ander. De motie-v. Gijn is van dit standpunt gezien een fout, en derhalve ook elk ver zoek aan de Kamer om deze motie aan te nemen. T IJ 2> VERZEN. Als ik weet dat mijn vrouw en kinderen zich bij de Zoeloekaffers bevinden, dan zal ik mij gelukkig rekenen. Coetsee Als er geen God was, zoo balden de [vuisten, Rezen de handen in toornig gemoed, Stampten de voeten in machteloos woeden Dorstten de harten naar Albions bloed. Als er geen God was, wee, wee dien [barbaren, Kinderen moordendonteerend de [maagd Wee den beroerdeis in Afrik's velden Wee Albion dat de vrijheid belaagt Machteloos staan we, gebonden de handen Klein is de kracht voor den roofstaat [te klein Waar hij zich wapent tot over de tanden, Kan Willemien onze hulpe niet zijn. Maar in den Hemel, daar zetelt een [Heerscher, Afrika's Redder uit Albions tand Konden de Boeren zoolange volharden, Hielp hij niet mede met steunende [hand? Lijden, ja loutert. Transvaal wordt ge louterd Neen, niet een enkling beproefd in het [vuur; Heel Afrika voelt den weedom dersmarte; Nu nog; maar straks volgt het zoete [het zuur, Als er geen God wasMaar blijft ook [de hemel Schijnbaar van koper, verstootend de [beê, God ziet den gruwel der foltrende Britten Straks geeft Hij uitkomst in zalige vree. Als er geen God was! Maar God van [hierboven Ziet op het mart'len met gruwzamen [blik Afrika's Redder wordt Engelarids Rechter Albion voelt straks zijn roede met [schrik. Chamberlain moge verdelging besluiten, Wat hij uit boosheid den Boeren bestelt, Wordt door den Heere ten goede ver- [anderd Wie hem weerstaat wordt ter neder [geveld. Hem zij de leiding, hoe duister, gelaten Hij kent zijn ure Hij komt op zijn tijd Wat God beschikt, zij in stilheid gedragen, Daar Hij na lijden het harte verblijdt. Lügtou. Op de protest-meeting in Frascati te Amsterdam jl. Donderdag. Zie ons vorig no. Red.) ALGEMEENE VERGADERING van het Polderbestuur van Walcheren. o Met den Voorzitter en een voltallig be stuur waren alle leden tegenwoordig, be halve de Commissarissen Schorer en de Bruijn van Melis- en Mariekerke, die wegens uitstedigheid de vergadering niet konden bijwonen. Nadat de notulen van het verhandelde in de laatste zitting waren gelezen en ge arresteerd, stelt de Voorzitter aan de orde het verslag van den toestand des polders over 1900, dat ter visie gelegen heeft. Uit dat verslag blijkt, dat de storm schaden, welke in 1900 voorkwamen, uit de gewone middelen konden hersteld wor den. Het duin op het zuiderstrand der Westwatering ging voordurend vooruitook aan de overige wateringen vie), hoewel in mindere mate, toeneming te oonstateeren alleen aan het noorderstrand had achter uitgang van den duinvoet plaats. Overlast van het polderwater werd niet ondervonden. De heer van Teijlingen heeft in het ver slag niet veel gevonden omtrent het werk aan den teen van den Westka'pelschen zee dijk. Is hij goed ingelicht, dan zouden bij stormweer groote steenblokken omhoog gewerkt zijn; komen de kosten daarvan ten laste van den aannemer? vraagt hij. Verder zou hij gaarne worden ingelicht wat het bestuur ten dezen opzichte denkt te doen, als het werk is opgeleverd, en merkt hij nog op dat het rapport der pei lingen z. i. veel te laat inkwam en niet zijn overgelegd de rapporten van den hoofd ingenieur van den provincialen waterstaat, ondanks hij reeds vóór twee jaren op die overlegging heeft aangedrongen. De Voorzitter antwoordt, dat de vorige spreker den toestand wat al te somber schetst. Omtrent de steenbestorting is in het verslag niet veel vermeld om de een voudige reden dat het werk niet is afge loopen. Oppervlakkig schijnt de heer van Teijlingen omtrent de omhoogwerking van steenblokken gelijk te hebben, maar hij kan hem mededeelen, dat het hier slechts betreft één vastliggende steen; al de overige waren losliggende blokken, waarvan de kosten natuurlijk ten laste van den aan nemer zijn. Bij laag tij heeft hij het werk geinspecteerd en hij stelt zich daarvan alle goeds voor. En wat nu betreft de ge vraagde inzage van stukken, indertijd was door den heer van Teijlingen verzocht om ze in het verslag op te nemen; hiertegen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1