NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 93 1901 Zaterdag 30 Maart. 15e jaargang CHRISTELIJK- HISTORISGH ïe Ma ia ten öranje-ïrijstaat. VERSGHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN Sociale Hervormingen. FEUILLET elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en "van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Schietoefeningen. De Majoor Commandant van het 2e Batal jon, 3e regiment infanterie te Middelburg, daartoe gemachtigd door Z. E. den minister van oorlog, brengt ter kennis, dat tot ver hooging van 's lands weerkracht, de gelegen heid zal worden opengesteld, tot beoefening van het schieten. Aan deze schietoefeningen kunnen deel nemen alle op Walcheren, Noordbeveland, Schouwen, Duiveland, St. Philipsland, Tho- len, Zuidbeveland, westwaarts van Rilland- Bat.li en Oudvosmeer wonende kaderreser visten, miliciens met verlof en mannelijke ingezetenen van 1624 jarigen leeftijd, die niet in het leger onder de wapenen zijn, onder beding evenwel dat zij, die niet als militair hebben gediend, om tot de oefeningen te kunnen worden toegelaten, moeten deelnemen of met gunstigen uitslag hebben deelgenomen aan het voorbereidend militair onderricht. Die oefeningen zullen in de eerste plaats gehouden worden te Middelburg eiken Zater dag in de maanden Mei en Augustus, van 12 uur middag tot 7 uur n.m. en in de maanden Juni en Juli van 12 uur middag tot" 8 uur n.m. Bij genoegzame deelneming zullen dezer zijds ook pogingen in het werk worden gesteld om beschikking te verkrijgen over schietbanen in andere gemeenten. Zij die aan vorenbedoelde schietoefenin gen wenschen deel te nemen, worden ver zocht zich uiterlijk 10 April a. s. daartoe schriftelijk of in persoon aan te melden bij den commandant van het 2e bataljon 3e regiment infanterie te Middelburg, (Bu reel Korte Noord straat) alwaar tevens nadere inlichtingen ter zake zijn te bekomen. Middelburg, 28 Maart 1901. De Majoor voornoemd, ROEST VAN LIMBURG. Het is zeer te betreuren dat de sociale hervormingen die het overigens zeer werk zame ministerie-Pierson wil tot stand bren gen, zoo bedenkelijke maatregelen voor vrijheid en autonomie met zich voeren; en deze opzettelijk, tegen 't protest onzer christenmannen als Lobman en de Waal Malefijt in, worden doorgedreven. Bij den leerplicht heeft deze „regeering" haar slag geslagen. Hoewel dit geen so ciale hervorming is, al schaart de regee ring die toch er onder. Bij de ongevallenwet is 't nog erger. Ieder weet nog levendig hoe bedenke lijk de wijze van regeling der ongevallen verzekering, volgens het oorspronkelijk Hoe De Wet te werk gaat om zelfs met een groot lager door de Engelschen heen weg te komen, kan uit het volgende blijken. Commandant Haazebroek werd door de Engelschen gejaagd. Zij hadden reeds meer dan 50 wagens van hem afgenomen. Bij Liebenburgsvlti, benoorden Reitz, waren er drie colonnes der Engelschen die hem bedreigden van drie zijden. Toen ont moette hij op 29 Se) ternber Christiaan de Wet, dus met 10 man i aar hem gezocht had, en hem nu den volgenden raad gaf; „Laat het lager récht aantrekken naar ge neraal Hunter en zoodra zij de Engelschen zien terstond langs hetzelfde pad terug trekken. Tegen het gezicht van een lager 18 Seen Engelschman bestand. Hunter zal dus dadelijk er achter aanjagen. Laat on- dertusschen de paardenruiters de beide andere colonnes tegenhouden, zoodat die u niet te veel kunnen hinderen. Zoodra wLT 5onk?r wordt trekt ge langs Hunter zuiden in, ge kunt dan een grooten voorsprong op hem krijgen, te grooter naarmate hij dichter bij u is gekomen" voorstel der regeering, is geweest; en wanneer zij eenmaal zal ingevoerd zijn (wannneer eigenlijk?) zal het blijken dat er in haar tegenwoordigen vorm nog zeer veel is overgebleven wat niet past voor onze toestanden en geheel ingaat tegen ons volkskarakter. Het is dan ook onze vaste overtuiging dat, wanneer in den zomer straks de ver kiezingen voor de tweede kamer de meer derheid bezorgen aan de Christelijke par tijen, wat wij van harte hopen en bidden dat 't in den weg des Heeren moge zijn 1 en dan een ministerie optreedt uit de nieuwe saamgaande verbonden meerder heid, dat dan een massa verbeteringen van de thans aangenomen of nog uit te voeren wetten zullen moeten worden voorgedragen hetzij in den vorm van wets wijziging, hetzij in den vorm van oen koninklijk besluit dat 't kwaad dezer wet ten tijdelijk tempert. Of ook, indien de liberale en andere revolutionaire partijen te zameu weder de meerderheid mogen behalen, en een nog liberaler ministerie dit ministerie vervangt, de minister die de wet maakte of hij die dezon minister opvolgt en de wet moet uitvoeren en voor de richtige naleving der wet te zorgen heeft, zelf menigmaal de handen voor de oogen zal nebben te houden, en zijnen ambtenaren met de uitvoering der wetten belast zal moeten aanschrijven, gelijk mi nister Borgesins reeds ten opzichte der leerplichtwet deed, dat men bij de uitvoering maar niet al te nauwlettend moet zijn, er een gedeelte der wettelijke taak eenvou dig maar tor zij moet stellen. Zulke dwaze wetten maakt men tegen woordig in Nederland. En de leerplichtwet is nog de laatste niet eens. Ook de woningwet loopt van dwaashe den en dwang over. De zelfstandigheid der gemeentebestu ren, wij wezen er reeds op, wordt op zeer ernstige wijze daarbij aangetast, al is het ook dat door de aanneming van het amendement-v. Asch v. Wijck althans eenige waarborg tegen willekeurige be slissingen van Gedeputeerde Staten is verkregen. De bezitters en verhuurders van huizen worden niet alleen met allerlei paperasse- rijen lastig gevallen, maar door het toe kennen van de bevoegdheid aan particu liere personen, ook dezulken die volstrekt niets met het bewoonde perceel te maken hebben, om klachten over den toestand en de wijze van bewoning van huizen bij Burgemeester en Wethouders in te dienen, welke klachten dan door de Gezondheids commissie moeten worden onderzocht en door het gemeentebestuur behandeld, is de deur open gezet voor allerlei bemoeizieke En alles geschiedde Commandant Haaze broek trok weg. Zijn vervolgers joegen hem na in de richting van Harrysmith en van Yrede, terwijl hij zelf langs Reitz en Bethlehem trok. 's Morgens was hoofdcommandant bij ons commandotje geweest; in den namiddag trokken wij naar zijn lager en in den avond met dat lager naar het spoor. Het plan was oorspronkelijk de lijn dien nacht over te gaan, doch de ossen gingen te langzaam, na hunne wandeling in het noord westen der Transvaal. Op een tiental ki lometers van het spoor werd daarom halt gehouden tot den volgenden nacht, 's Avonds werd om 6 uur weêr opgezadeld, en naar het spoor getrokken. Een troep paarden ruiters werd links en rechts afgezonden om den overtocht veilig te doen plaats hebben in den pikdonkeren nacht, waarin de wolken het licht zelfs der sterren groo- tendeels onderschepten. De Engelschen hadden des daags ons lager kunnen zien. Zo waren dus op onze komst verdacht. Toch hadden zij slechts 200 man bijeen kunnen brengen, om ons hinderlagen te leggen, vermoedelijk omdat de meeste Engelschen in Transvaal streden personen om hun rums in eens anders zaken te gaan steken. Zeer bedenkelijk is ook het gevallen besluit waarbij omtrent de uit te keeren schadeloosstelling aan eigenaars van per- ccelen die ter wille van opruiming van krotten of uitbreiding der bebouwde kom worden onteigend, geheel andere egels worden gesteld dan tot dusver golden. Hierdoor zal in menig geval aan parti culieren ernstig geldelijk nadeel worden toegebracht doordat de gemeente percee- len onteigenen kan, zonder dat de gele den schade ten volle aan den rechtheb bende wordt vergoed. Zoo onder anderen is bepaald dat geen verhuiskosten of kosten van inrichting van een nieuw gebouw zullen vergoed worden. Zulk eene bepaling noemen wij in één woord onrechtvaardig. Zij legt een deel der kosten die door allen moesten gedragen worden, op de schouders van enkelen. Een schandelijke bepaling noemen wij ook die dat als waarde bij onteigening moet worden beschouwd de som die de goederen in een bepaalde onteigening be trokken, hadde" kun i opbrengen, bijal dien alle goederen, op welke het besluit tot onteigening betrekking heeft, ten ver koop waren aangeboden in het tijdperk tusschen 18 maanden en 6 maanden aan de overlegging van het onteigeningsplan voorafgaande. Om dit met een voorbeeld duidelijk te maken. Er mag niet gelet worden op de op brengst die bijvoorbeeld enkole vierkante meters van een bunder weiland, als bouw terrein verkocht, zouden opbrengen, doch de opbrengst bij verkoop van het geheele terrein. Den eigenaar wordt derhalve niet ver goed de opbrengst die hij verkrijgen zou door de doelmatigste wijze van verkoop toe te passen, doch alleen de koopsom voor het geval hij alles tegelijk aan de markt bracht. Een onrecht, een publiekrechterlijke roof die zelfs sommigen liberalen Kamerleden wel wat ver ging. Het gaat toch wel wat ver, zoo rede neerden zij, ten nadeele van den eigenaar te brengen de waardevermindering die zijn goederen zouden ondergaan wanneer zij op eens in een voor de gesteldheid der markt veel te ruime mate worden verkocht. En 't is ook hier hetzelfde vooruitzicht als bij de leerplichtwet. Het Handelsblad zei het dezer dagen zelf alOns dunkt dat de rechter bij de toe passing van het artikel wel wat zal moeten geven en nemen. Hetwelk in onze taal zeggen wilmet deze wet zal nog wel wat moeten gesold worden. hetzij in het lage veld, tegen de koorts en Louis Botha, of nog niet uitgerust waren van den tocht achter Christiaan de "Wet. Ik was bij het hoofd der wapencolonne, toen op eens op onze linkerflank geweer vuur knetterde, niet al te hevig maar toch voortdurend. De wagens hielden halt, en doodkalm wachtten wij de dingen af die komen zouden. Telkens gierde een te hoog gaande kogel tusschen ons door, ge lukkig zonder veel kwaad te doen. Ieder had zich min of meet' gedekt tegen de toevalstreffers. Zich laten doodschieten, wanneer men zelf niets kan doen, is een domheiden daarom had ik eene opstelling gezocht terzijde van de twee dikke paarden van hoofdcommandant Fourie. In verband met den vermoedelijken invalshoek der kogels, nam ik zoo plaats, dat ik van de lichamen der beide dieren het grootste „nuttig effect" mocht verwachten. Wij stonden zoo een minuut of tien te wachten toen het vuur vertraagde. Daarop trokken wij verder, met afwijking naar rechts. Wij reden tegen een zeer flauwe helling op, totdat wij boven op een lagen heuvelrug kwamen. Eén minuut lang wel licht trokken wij verder toen opeens vóór ons de vuurstraaltjes uit een groot aantal Wat den eerbied voor het Gezag, voor 's lands wetten en voor de betrouwbaarheid der vrijzinnige democraten als wetgevers niet verhoogen zal. Daarvoor zorgt trouwens ook de Leer plichtwet wel. Op deze wijze, vreezen wij, bederft dit ministerie slag op slag de voorgestelde hervormingen door er bepalingen aan vast te haken die meer op misvormingen lijken. Niet dat wij tegen een woningwet zijn. Leerplicht, verbeterde woningtoestanden, ongevallenverzekering, pensioneering, en nog zooveel meer, daar zijn wij voor. Ook sociale wetgeving verlangen wij. Reeds in 1874 drong dr. Kuyper aan op een Wetboek van den Arbeid, doch hij werd van liberale zijde om zoo onzinnig een wensch uitgelachen. Maar daarmee is niet gezegd dat wij nu »de wijzo waarop" onvoorwaardelijk moeten goedkeuren. Niet dat men het doet, is ons bezwaar niet, maar dat men het niet goed doet. Het gevaar is niet dat men te ver zal gaan in de goede richting, maar dat men opstapt in de verkeerde richting. Dat men, met hot goede doel om de maatschappelijk zwakken te beschermen, de gansche in richting der maatschappij zoodanig zal regle menteeren dat alle vrijheid van beweging voor personen en kringen verloren gaat. Daartegen is van antirevolutionaire zijde in de Kamer ernstig geprotesteerd En wie de debatten over dit belangrijk onderwerp gevoerd; met name tusschen den heer Lohman en de beide ministers, van bin- nenlandsche zaken en justitie, die zal ont waard hebben, dat tegenover de prineipi- eele bestrijding des eersten, het verweer der beide laatsten erger was dan zwak. Hun krachtigste argument was zeker wel toen zij herhaaldelijk, en nogmaals herhaaldelijk, den Goeschen afgevaardigde tegenwierpengij overdrijft. Gesecundeerd door Troelstra met zijn argument van „hot moet maar". Toegegeven dat dit een krachtig argument is, principieel afdoende is 't niet. En het kan ook niet. T IJ D VERZEN. Christenen vereenigt U! Het woord is weder losgelaten „De liberaal maak' zich bereid „Sta pal voor land en voor penaten „Dat Kuyper valle in den strijd! „Groot is Diaan der liberalen „Weg met de booze clencalen „De vrijheid ween', beroofd van licht, „Strijd liberalen naar Uw plicht! 't Is of het woord geen stuit kan vinden, Want woelend werkt een wilde schaar 't Is of z elkaar den strijd aanbinden, vijandelijke geweren blikten en snerpend of klappend (al naar men gewone ofdum- dum-kogels hoorde) de kogels om ons heen suisden. Dadelijk draait alles weêr, en gaat de laagte in. Een deel recht achteruit. Uit die lichting werd echter ook reeds op eenigen afstand geweervuur gehoord. Het andere deel draait links af, komt op den spoorweg en trekt daarover, een kwartier later gevolgd door het eerste gedeelte, dat daarheen werd geleid door een order van generaal De Wet. Te twaalf uur waren wij het spoor over mot verlies van twee dooden en ik meen twee gewonden. Wij moesten voor de veiligheid verder trekken, en zoo werd eerst te 5 uur 's morgens afgezadeld. Wij hadden dus van 6 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens gereden. Te 7'/s uur werd weder opgezadeld, omdat de Engel schen van Kroonstad uittrokken, en reden wij van 7'/a uur tot 10 uur. Daarop van 1 tot ö'/s'en van 6'/j tot 8 uur. Toen hielden de wagens, waar wij dien dag bij gebleven waren halt. Tegen den morgen trokken wij nog een eind verder, door de meeste paardenruiters gevolgd bij het aanbreken van den dag. Want alles bruist in woest gebaar. Maar na de borieling der zeeën Verdwijnen mee der stormen weeün Tien dagen maken hen weer een; Tien dagen doen ze samentreên. Vertrouw niet op het wilde woelen Wat God verliet, bekampt den Heer Straks, worstlend om de hooge stoelen, Blijkt aller wrevel als weleer. 't Is de oude strijd, nooit uitgestreden, 'tls de oude worstling, nooit verbeden; In 't Paradijs ons reeds voorzegd, Door God zijn kind'ren weggelegd. Doch waar de scharen samenstroomen Ter worstling tegen onzen God; Laat al wat God dient, samenkomen, En strijden saam naar Zijn gebod. Waar Mozes de armen houdt geheven, Past Hur en Aaron steun te geven Geen broeder worde daar gemist! In 's Heeren strijd geen brsedertwist 't Gaat om de vrijheid van Uw kind'ren; 't Gaat om het welzijn van Uw land; Laat niets den loop des woords verhindren Ruimt twist en tweedracht aan den kant. Voor God en Nederland gestreden Oranje onze trouw beleden Geworsteld een van hart. en hand Tot zegen van het Vaderland. Ltjctoh. 29 Maart 1901. Niet 5, maar 7 bedraagt de tegenwoordige meerderheid der provinciale staten van Zuid-Holland; 44 liberalen; 37 antirevolu tionairen en Roomschen en 1 vacature. De regeering heeft, nu met zekerheid valt te voorspellen, dat de drankwet vóór 1 Mei niet tot stand komt, voorgesteld de overgangsbepaling van art. 26 aan te vullen. Dit art. 26 bepaalt, dat geen vergunning kan geweigerd worden voor localiteiten, waarin op 1 Mei 1881, zonder strijd met wet of verordening, drank wordt verkocht a. aan hen, die op dien 1 Mei 1881 daarin het bedrijf uitoefende, zoolang hij leeft; b. aan anderen gedurende de eerste twin tig jaren na 1 Mei 1881. Deze 20 jaren zijn met 1 Mei 1901 ver streken, zpodat vanaf dien datum de ver gunning kaïf worden ontnomen voor de localiteiten, waarin reeds op 1 Mei 1881 drank werd verkocht, wanneer de vergun ning in handen is van een ander dan die op 1 Mei 1881 in die localiteit drank verkocht. De verandering is een uitkomst voor de bestaande vergunningen. De regeering heeft nu voorgesteld, dien »fatalen" termijn nog met 4 jaar, d. i. tot 1 Mei 1905, te ver lengen. Met dien datum zullen dan echter, behoudens wettelijke voorziening, alle ver- Ook wij zadelden te 6 uur op en reden tot 7'/s verder; toen waren wij bij de wagens. Wij hadden den dag te voren definitief afscheid genomen van rechter Herzog en hoofdcommandant Fourie, om verder bij Christiaan de Wet te blijven. Dien morgen zag ik hem echter niet. Ik vraag naar hem en daar vernemen wij hoe hij reeds des middags, toen hij met de paarden ruiters vóór de wagens uitreed, met het grootste deel dier paardenruiters naar links was uitgedraaid, en dus vermoedelijk reeds ver weg was. Daar stonden wij met ons beiden. Zoek eens naar De Wet als die zelfs geen kar bij zich heeft, en dus geen pad behoeft te volgen, doch bijna overal dwars door het veld en over de spruiten kan trekken. Wij vermoedden evenwel dat hij naar Heilbron zou zijn, om daar het lager van Harrysmith en Vrede te ontmoeten; óók omdat de Heilbronners den 25ste weder bijeen zouden komen na afloop van hun rust van een week en reden dus in die richting. Werkelijk waren wij zoo gelukkig hem daar te vinden. Doch reeds een week later was hij opnieuw voor ons verdwenen. (Slot volgt.]

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1