NIEUWSBLA VOOR ZEELAND. No. 91. 1901. Donderdag 28 Maart 158 Jaargang. GHRISTELIJK- HISTORISCH De imriOa li fa Oranje-Vrijstaat. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes FEUILLETON. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. 5^- blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van 27 Maart 1901. Mogen wij nogmaals herinneren dat de voorloopig vastgestelde kiezerslijst in olke gemeente van 23 Maart tot 22 April kos teloos op de secretarie ter inzage ligt. Wie er niet op staat en meent dat hij er op hoort, die reclameere even per on gezegeld schrijven aan Burgemeester en Wethouders zijner gemeente. Dat schrijven moet echter vóór 15 April zijn ingezonden. Diefstal en Sociaal-democratie. Onder dit opschrift heeft er een bericht in de bladen gestaan uit Leeuwarden, het welk blijkens de toelichting van den jeug digen ex-predikant Melchers aldaar hierop neerkomt. De voorzitter der afdeeling van de S. D. A. P. (sociaal-democratische arbeiders partij) heet de Bunje en is conducteur hij de staatsspoorwegen blijkbaar een eerlijke vent, die zijn patioons helpen wil, om de diefstallen welke bij die maatschappij maar al te veel plaats hebben te fnuiken. Hij ontdekte dezer dagen zulk een diefstal en gaf 't geval aan hij de justitie. En wat deed nu de afdeeling? Zij vond en bovengenoemde ex-dominé vond 't ook »dat hij handlangerndion- sten aan de klassejustitio bewezen heeft", sprak met algemeene stemmen uit »dat hij daardoor onwaardig was om langer als voorzitter te fungeeron" en »ontnam hom voor drie jaar de verkiesbaarheid voor een bestuursfunctie 1" Ook als voorzitter der coöperatie werd de man ontzet. Een gruwelijk staaltje van »klasse-justitie" noemen wij dit bedrijf der Leeuwarder sociaal-democraten en hun geestelijkeu adviseur Wij behoeven er geen woord aan te ver spillen. Het feit spreekt voor zichzelf. Alleen merken wij opwie met deze menschen politieke samenwerking zoekt, doet den antirevolutionairen naam schande aan, gelijk een kerkbestuur dat indertijd dergelijke typen dominé maakte, heel wat op zijn verantwoording heeft genomen. Te Amsterdam III is tot lid der Kamer gekozen C. H. den Hertog candidaat der conservatieven, liberalen, Chr. historischen, antirevolutionairen en roomschen met 1876 stemmen tegen 1583 op H. Polak, social., cand. der sociaal democraten en vrijzinnig democraten. De uitslag doet ons genoegen. Noch het gevlei van Troelstia, noch 't gedreig van Schaper aan ons adres heeft mogen baten. Troelstra zeigij kunt gerust godsdienstig blijven en met mij meegaan. Schaper zei: Pas op, van den zomer kunt gij ons ook noodig hebben. 4 Later vernam ik nog van iemand uit de onmiddellijke omgeving van generaal De Wet, hoe deze uit Slabertsnek tusschen de Engelschen was doorgetrokken, twee dagen later eene niets kwaads vermoedende af deeling van 2000 Engelschen insloot en die zou hebben gevangen, had niet een kafferspion een der vervolgende colonnes tijdig op het goede spoor gebracht. (De uit Afrika teruggekeerde correspondent der „Daily News", die vertelt dat De Wet door 150Ö man werd gejaagd is absoluut onwaar. Van de 90,000 Engelschen toen in den Vrijstaat aanwezig, waren 60,000 achter hem aan.) Niet verwan het spoor had De Wet de nauwste ontkoming die hij ooit gehad heeft. Van vier zijden waren de Engelsche co lonnes genaderd. Daarop is hij des nachts weggetrokken, en ging tegelijk het spoor over; daarbij en passant een trein met 120 soldaten buit makende Boven aan bij de Vaalrivier liet Khaki hem betrekkelijk rustig zitten, totdat men ook aan de Noordzijde gereed zou zijn hem nu voor goed in te sluiten. Evenwel De Zij hebben echter slib gevangen. En ook in de toekomst zullen wij ons tegen do combinatie Troelstra—Treub, VolkMiddelburgsche Courant blijven ver zetten. De liberalen van verschillende schakee ring die 't altijd zoo broederlijk eens wa ren (ach, dat zal in Juni weer wel zoo wezen zijn op 't oogenblik aan 't bakke leien. In onze Buurt deden 't reeds Goesch9 en Middelburgsche Courant, de eerste „stilstaand", de laatste „vooruit strevend" liberaal, (wat echter van beide nog bewezen moet worden!) Buiten onze omgeving zijn het Het Va derland (de ministriöeleen de Arnhem- sche Courant (vrijzinnig democraat, type Middelburger) die malkaar harde waarheden zeggen. Onder 't opschrift Executie schrijft het „Vad.": De heeren liberalen, die uit de Liberale Unie zijn weggeloopen, doon denken aan do kikkers, dio hun koning hebben ge kregen. Eindelijk*is dan thans het verbond tot stand gekomen, waarover zoolang in het geheim is gewerkt. Het woord is gespro ken, dat den heer Treub den toegang kon openen tot liberalen kring. Daarmee is de hoer Treub hun leidsman geworden en ze zullen weten wat dit zegt. Nu hebben wij voor de Amsterdamsche herkiezing van den heer Treub vernomen, wat de plicht is der jonge partij, die zich onder zijn vleugelen heeft gesteld. Zelf- executie ten bate der sociaal democratie. Waar de keuze staat tusschen hem, die de urgentie van grondwetsherziening niet erkent, al zijn zijn beginselen ook nog zoo voortreffelijk en betrouwbaar, en hem, die strijdt voor die urgentie, al is hij sociaal-democraat, daar geen aarzeling, maar den laatste gekozen. Te Utrecht heette het nog: pal staan tegen de oud- liberalon en tegen de sociaal-democraten nu is het: ten strijde zelfs tegen geavan ceerd-liberalen en vóór den sociaal-demo craat. Het is niet meer de eenling Treub, die zoo spreekt, het is Treub, de leider van den vrijzinnig-democratischen bond, die deze leuze aanheft. En de heeren Molen- graaff, Drucker, Van Raalte, Fokker, Hmidt hebben het hoofd te buigen en te volgen. Zij kunnen zelfs niet meer protesteeren. Zij hebben zich overgegeven op genade of ongenade. Zij hebben zelf zich den ur- gentiestrop om den hals geslagen. Straks vindt de sociaal-democratie het urgent dien toe te halen. Wet sprong weg. En gejaagd door de Engelschen, die met dubbele spannen ossen en muildieren trokken en die soms zijn lager bombardeerden vóór hij nog de order tot inspannen had kunnen geven, ging hij steeds dieper de boschvelden in, zóó ver tot eindelijk khaki den moed opgaf en, om zelf aan den kost te komen, naar de spoor wegen terugtrok. Dinsdag 18 September vertrokken wij van Bothaville, gingen den volgenden dag des middags over de Rhenosterrivier en kwamen des avonds op 10 minuten afstand van de Vaal bij Rhenosterpoort. Daar zou De Wet komen. Na informatie bleek dat hij er was. Gevonden dus! Den volgenden morgen kwam hij in ons lager. Hier had met onze commandanten de bespreking plaats omtrent de verder te volgen gedragslijn. Later heb ik begrepen hoe hij zich voorstelde overal kleine com mando's te hebben, en dan zelf van den een naar den ander over te springen; nu hier, dan daar een paar dagen blijvende, om, als een bliksemflits door het land gaande, de Engelschen, die hem zoo gaarne zouden vangen, tot wanhoop te brengen. Trouwens iemand die De Wet 's morgens ziet, weet nooit waar hij 's avonds is. Wij hebben dat ondervonden. van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wij hebben het voorspeld en wij heb ben gewaarschuwd. Zal het in de Kamer den heeren Drucker, Van Raalte, Fokker '.bevallen dus te dra ven, gedreven door de Treubiaanscho zweep, voor de sociaal-democratische zegekar De Arnhemsche Courant zegt hierop niet veel. Toch willen wij enkele volzinnen uit haar tegenbetoog overschrijven. Bij herstemming tusschen twee candida- ten die geen van tweeën onze denkbeelden deelen, nemen wij óf het kleinste kwaad of hem die op eenig urgent punt 't met ons eens is. Men kan al evenmin den liberalen ver wijten hun ziel aan Rome verkocht te hebben, als zij bij een herstemming den katholieken candidaat tegen zijn antirevo lutionairen tegenstander gesteund mochten hebben. Overigens zijn de heeren Troel stra en Van Kol mede door den steun van liberalenook van het slag van het Vad. in de Kamer gekomen. Gulle bekentenis, trouwens niet te loo chenen. De liberalen hebben te Tietjerk Troelstra gesteund om onzen candidaat De Vries te weren; en te Enschede Van Kol geholpen om den katholieken democraat Ter Veer uit te werpen. Nu hebben wij Roomschen en anti revolutionairen te Amsterdam Den Hertog gestemd om den sociaal democraat uit de Kamer te houden. Dat wil zeggen wij hebben ons in 1901 beijverd, om hunne fouten van 1897 zooveel mogelijk in hare gevolgen te temperen. Debat-materiaal. De Friesche Crt., schrijftIn de Kamer maakte Minister Borgesius zich vroolijk met de herinnering aan een socialistisch debatter, die gezegd had, dat de werklie den niet tevreden zouden zijn, alvorens zij allen (evenals de rijken) in villa's woonden. Aangezien deze herinnering in 't bijzon der aan het adres van Schaper gericht was kreeg deze waarschijnlijk door associatie van overéénkomst) óók een herinnering. Hij had eens een Kamer-kandidaat dit hooren zeggen: Wanneer de toestand voor de arbeiders »goed zal worden, dan moet er ten spoe- »digste voor gezorgd worden, dat zij op »hun ouden dag pensioen krijgen. En wat «zal het pachtig zijn (zoo ging hij voort) »als zij op hun ouden dag hun pensioen sboekje uit den zak kunnen halen en zeg- »gen: «Hier; geef mij mijn pensioen!" Er zijn zoete herinneringen. Zooals gezegd, kwam hoofdcommandant De Wet den 20en September in ons lager bij Rhenosterpoort. Trots zijn 44 jaren zag hij, om een Afrikaander uitdrukking te bezigen, als een frisch jongkerel uit, toen hij mij met een glimlach van herkenning de hand reikte. Men kon het hem aanzien, dat hij zich vóélt, dat hij wéét dat de Engelschen tegen hem ópzien als de man die hun allen te slim af is. Toch is hij niet hoog moedig. Hij blijft steeds zich beschouwen als het werktuig in de hand van zijn God. Want krachtig is zijn geloof in de godde lijke leiding vastgeworteld. „Wanneer ik niet in bijna élk gevecht wonderlijke dingen zag gebeuren, die een mensehelijk verstand voor onmogelijk zou houden en die mij daarom duidelijk in alles Gods hand doen erkennen, dan zou ik reeds lang den moed hebben verloren", zoo ver klaarde hij eenmaal aan den predikant. Wanneer de oorlog nog jaren mocht duren, dan zal hij dat als eene beproeving aanvaarden. Men kan er zeker van zijn dat hij dan nog met de laatste driehonderd zal mede strijden in het Noorden van Transvaal, zoo niet dood of gevangenneming tusschen beide komen. En tot nu toe is hij daarvoor wonderlijk Zoodanig een was deze voor Minister Borgesius zeer zeker niet. Want hijzelf was die mondgauwe Ka mer-kandidaat V: Van het oorlogstooneel zijn de berichten weer zeer schaarseh Reeds deelden wij mede, dat bij Hartebeestfontein, bij Klerks dorp, zwaar gestreden was. De Engelschen leden zware verliezen, doch ook De la Rey, die tegenover deze colonne stond, heeft zwaar geleden, al is het bericht daarom trent hoogstwaarschijnlijk zeer overdreven, zooals in alle telegrammen van Kitchener in den laatsten tijd dit het geval is. Daar generaal Babington de operaties leidde, terwijl vroeger Methuen bij Klerks dorp stond, zou men de conclusie willen gaan trekken, dat «mooie Paul" ergens anders zijn geluk gaat beproeven. Het waarschijnlijkste is, dat hij naar het Zuiden is getrokken, naar de Kaapkolonie, om daar den boel schoon te vegen. Hij is nu al een maand of zes er mee bezig, dan hier, dan daar in het Zuiden van Transvaal en het Noorden van do Kolonie, maar erg schoon is het nog niet geworden. Ten Noorden van Kimberley staat Eras mus, en daar deze versterkingen heeft ontvangen, zal men binnenkort wel iets van die zijde vernemen. Voorloopig echter nog niet, daar de telegraaflijn doorgesneden is door de Boeren, wat voor de tegenpartij ook al geen goed teeken is. Van het Westen hebben wij ook al in lang geen tijding gehad. Het laatste was, dat Zeerust belegerd werd, dat de Engelschen daar geen proviand konden krijgen, omdat de Boeren het telkens onderschepten. Uit het Noorden geen nieuws, van het Oosten even min, Do Wet trekt nog in het Noord olijk gedeelte van den Oranje-Vrijstaat rond. De verschillende treinen, die «opgeblazen" en gedeeltelijk of geheel leeg gehaald wor den, bewijzen, dat de verbindingslijneb nog voortdurend bedreigd en af en toe bestookt worden. Ook bij Jansenville hebben de Boeren van Scheepers en Fourie door de Engel- sche colonnes naar alle zijden ingesloten, voor de overmacht moeten zwichten. De Engelschen leden geen verliezen, doch maak ten menig »man en paard" buit. Bericht gevers (leugenaars gewagen van 370 dooden. Een Engelsch soldaat schrijft aan een Engelsch blad een en ander over de kam pen van gevangen Boerenvrouwen en kin deren. In het kamp bij Durban vond hij 330 menschen, waarvan 80 moeders, 10 goed gespaard gebleven. Zoo was hij in begin September nabij Kroonstad des avonds met eene patrouille in een huis. De En gelschen hadden een kaffer uitgezonden naar dat huis, om te weten of hij daar was. Den volgenden morgen lagen zij ten getale van 500 rondom het huis, doch de vogel was gevlogen. Op aanraden van de vrouw des huizes was hij een half uur ver bij een spruitje gaan slapen. De Engelschen hebben al op verschil lende wijzen getracht hem tot ingeven te brengen. Eenmaal boden zij hem 10,000 pond 'sjaars aan, en eene benoeming als generaal in eene Engelsche kolonie. Hij weigerde natuurlijk, en verzocht tevens aan de menschen uit zijn omgeving voor hem te bidden dat de verleiding hem niet te sterk zou worden! Een ander maal wist een Engelsch bisschop zich een onder houd met hem te verschaffen, en noemde de gronden op die voor overgave pleitten. Toen antwoordde De Wet: dat hij met lord Roberts en niet met de synode vocht, en daarom ook niet met den bisschop over dergelijke dingen als overgeven wilde spreken. Een Engelsch commissaris, uit Kroonstad afgezonden, sprak tegen De Wet eveneens dat hij toch moest ingeven, dat het land harer waren bemiddeld, doch de overigen waren geheel zonder middelen, en ten prooi aan de doodelijkste verveling. Het nieuws, dat de bezoeker bracht, werd met graagte aangehoord. Sommigen hadden in geen maanden eenig bericht van haar echtge- nooten ontvangen. In het kamp van Pietermaritzburg waren met Kerstmis 1800 vrouwen en kinderen bijeen, doch het kamp was te groot en bo vendien stierven vele kinderen, zoodat 500 gevangenen verplaatst werden naar Howick. Het voedsel was onvoldoende. Bij een bezoek in Februari was het 95 graden in de schaduw. Verschillende tenten werden inwendig bekeken; dikwijls waren er stoe len te weinig, de wanden waren natuur lijk geheel kaal, slechts het hoogst noodige was te vinden. Ilier trof de bezoeker o. a. een ouden man aan, wiens hoeve gespaard zou worden, doch men vond wat dynamiet een mijl verder en hoewel hij van niets wist werden hij en zijn vrouw naar het kamp gezonden en het huis toch in brand gestoken. Wel klaagden de mensehen uit eigen beweging niet, doch als men ze vroeg, stortten zij geheel openhartig hun gemoed uit, echter zonder eenige over drijving in hun beschrijvingen. Juist kwam gedurende het bezoek een nieuw transport gevangen vrouwen en kin deren aan; moeders met kleintjes in de armen, moede, somber, terneergeslagen. Een jongetje van misschien zeven jaar, moest van vermoeidheid tweemaal op het gras gaan liggen, doch moest toch verder mee loopen. Sommige vrouwen droegen nog een ketel, een waterkan, of een klein bundeltje kleeren. Niemand had een pa rasol als beschutting tegen de brandende zonnestralenenkelen schreiden onder het verder gaan. De schrijver deelt nog mede, dat de man nen op commando een brielje kregen van den Engelschen bevelhebber, waarin hen ten sterkste werd aangeraden zich over te geven. Als hij dit deed zou hij misschien niet getransporteerd worden om na den oor log naar vrouw en woning mogen terug- keeren; doch zoo hij weigerde zou zijn boerderij binnen veertien dagen verbrand en zijn vee weggenomen worden; terwijl bij anderen een waarschuwing in het Hol- landsch of Engelsch aan hun woningen werd geplakt van dezen inhoudt: „De in boedel van dit huis, al de levende have en levensmiddelen van (naam) die zich op com mando bevindt is geconfiskeerd". Een vrouw was er die een briefje van den kampcom mandant had ontvangen, die haar rantsoen ophield, omdat zij eigen middelen bezat. Het komt nu uit dat de vredesonder handelingen door Kitchener met Botha ge- zoo vernield werd door den oorlog, en dat er toch geen hoop voor de overwinning meer was. De generaal liet hem doodstil uitspreken, tot hij al zijn gronden opge voerd had, en zeide toen dat het hem speet dat de commissaris zich zooveel moeite had getroost, want dat hij er niet aan dacht te eindigen met te strijden voor de onafhanke lijkheid van zijn land. Wat de vernieling van het land betrof, ook dat zou wel te recht komen; eigenlijk zou de oorlog eerst goed beginnen, als het land geheel was schoon gebrand en niemand zich meer be hoefde te bekommeren om zijne bezittingen. Toen de commissaris nog in het midden bracht, dat toch reeds zoovéél Boeren de wapens hadden afgelegd, en inzagen dat de strijd hopeloos was, antwoordde de hoofdcommandant dat dit hem eerder tot vreugde was, dan leed deed. Hij was blij dat een aantal personen „gehandsupt" haddenhoe meer vuiligheid weg was, hoe beter. Wat nu overbleef waren immers menschen, die wilden vechten, en waarbij het dus onnoodig was achter ieder man een veldcornet of korporaal te zetten om hen aan te jagen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1