NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 90. 1901
Dinsdag 26 Maart,
15e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
De perilla ia den Oranje-Yrjjstaat.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
FEUILLETON.
Engeland en Transvaal.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 April op dit
blad abonneeren, ontvangen de nog
voor dien datum verschijnende num
mers gratis.
25 Maart 1901.
Ons vorig feuilleton van Nautilus (een
oud-Middelburger) is hier en daar met ge
noegen gelezen, hetwelk ons genoegen doet.
Een lezer vestigt er onze aandacht op
dat het portret en de sjerp van den wak
keren Arnaud, in dat feuilleton genoemd,
te Middelburg in het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen bewaard worden,
vergissen wij ons niet, een geschenk van
's mans laatste afstammeling.
Geen verweer.
De Prov. Friesche Crt. schrijft
Conservatieven, Liberalen, noch Vrijzin
nige Democraten bezitten tegenover de So
cialisten kracht van verweer.
Tusschen deze vier groepen is wel een
altijddurend gekibbel over wat méér of wat
minderdoch scherpe afscheidingen bestaan
er tusschen hen niet.
Do Socialistische Jafet woont in de teut
van den radicalen Sem. De radikale Jafet
woont in de tent van den liberalen Sem.
De liberale Jafet woont in de tent van den
conservatieven Sem.
Soms stijgt de twist tusschen deze vier
zonen der Revolutie dl te hoog. Dan
grijpt de conservatieve broeder den libe
ralen broeder bij de kraag en werpt hem
ter tente uit. Enz-
Dan worden er »vaste" grenzen getrok
ken met inspanning van Alle krachten,
zoodat heel het land er door beroerd wordt.
Dan ziet men weer vier oliedroppen op het
revolutionaire vloeipapier, die (mits men
gauw kijkt) heel duidelijk afgerond zijn
en in elkander vloeien
Maar gauw kijken moet men. Anders is
de ineenv'oeiing alweer begonnen.
Te Utrecht is nu een Vrijzinnig-Demo
cratische partij gesticht. En wat zei daar
één hunner, n. 1. mr. Z. v. d. Bergh Dat
men vooral geen positie moest nemen te
genover de opheffing van het eigendoms
recht
Als de maatschappelijke ontwikkeling
zich beweegt in de richting van het gemeen
schappelijk bezit, welnu (zei mr. v, d. Bergh)
dan gaan wij meeEn de redenaar werd
levendig toegejuicht.
Als men nu weet, dat het meerder deel
dier mannen kersversch uit de Liberale
Unie komen, op welker drempel de Con
servatieven reeds één voet gezet hebben,
dan zien wij wel een met vluchtig krijt
getrokken grensstreepje, maar een grenspaal
zien wij niet.
Luitenant Boldingh schrijft in Ret Han
delsblad omtrent zijn ervaring op Zondag
9 September nog het volgende:
Rustig de rails gepasseerd bij Kraal-
fontein bezuiden Kroonstad, trokken wij
nog een tiental kilometers verder en hielden
toen halt. Generaal Froneman wilde bij
het nabij staande huis voer koopen voorde
paarden, doch kreeg van de vrouw des
huizes ten antwoord dat de Engelschen
haar dat verboden hadden. Verder ver
haalde de dochter dat zij rapport aan de
Engelschen moest zenden, dat wij daar
waren. Een echte Afrikaansche familie
derhalve
Het voer werd gecommandeerdden
volgenden morgen eveneens een zestal
schapen.
Dien volgenden morgen zou om elf uur
's morgens ingespannen worden en opge
zadeld. De hoofdcommandant was reeds
met rechter Herzog, generaal Froneman en
nog twee personen vooruit gereden, naar
een hoogte op vierduizend meter westwaarts,
toen om kwartier voor elf plotseling een
Dan staan wij aan den oever eens strooms,
waarin de voorwerpen wel met verschil
lende snelhoid afdrijven, maar of ze con
servatief, liberaal, vrijzinnig-democraat dan
wel sociaal-democraat heeten, ze drijven in
één en dezelfde richting.
Naar den tomeloozen Revolutie-oceaan.
^ffHet neuws van het oorlogsterrein is
schaarsch. Eenige bijzonderheden omtrent
de gevangenneming van „generaal"Erasmus
te Lijdenburg hebben alle belang verloren
nu bekend is geworden dat deze „generaal"
niet is de bekende Erasmus maar een
zeventigjarige, wiens toestand hem bijkans
niet toeliet in het veld te gaan, laatstaau
een legerkorps aan te voeren. De treffende
verhalen over de belangrijke overwinning
door de Engelschen daarbij behaald zijn
klaarblijkelijk, als zoovele andere, uit den
duim gezogen.
Ongeveer 400 Boeren hebben Vrijdag
ten noorden van Vlaklaagte een trein, be
laden met voorraden vernield en zijn afge
trokken met een aantal wagens beladen
met een deel van den inhoud.
Te Bloemfontein zijn Donderdag 300
vluchtelingen, 16,000 stuks vee en 40,000
schapen uit de districten Wepener en
Smithfield binnengebracht. Kolonel Bethu-
ne zond 17 gevangenen uit Taba'Nchu,
waar Fourie's commando in gevecht was
gewikkeld.
In verband met voorstaand telegram uit
Durban is het nogal vermakelijk in de Eu-
gelsche bladen te lezen dat er thans groote
voorzorgen zijn genomen om de verbreking
der spoorweggemeenschap met Natal te
voorkomen.
De verliezenlijst vermeldt vijf gesneuvel
den, zes gewonden, vijf vermiston en 24
zieken die zijn overleden.
Tusschen Maandag en 9 April a. s. zullen
uit Engeland naar Zuid-Afrika gaan 159
officieren, 4847 man en 1228 paarden.
De pest te Kaapstad blijft zich uitbreiden.
Vrijdag stierven acht Kaffers aad de ge
vreesde ziekte.
Er zullen 1000 krijgsgevangen Boeren
te Madras en Bombay (Engelsch Voor-In-
diü) worden overgebracht.
Molden wij ten slotte dat de Boeren
meer dan ooit bereid zijn vol te houden.
Zij berooven de Engelschen van hunne ge
weren en als de ammunitie voor deze ge
weren op is trekken zij naar de plaats,
waar ammunitie verborgen is voor Mausers
en Martini Henri geweren. Bovendien wordt
er in het Noorden bij Pietersburg nog kruit
gemaakt, kogels gegoten en de oude hulzen
weer gevuld. Zij hebben nog volop, terwijl
zij door hun uitstekende inlichtingsdienst
zestigtal khaki's te paard zichtbaar werden,
op ongeveer vijftienhonderd meter afstand
zuidwaarts. Zij hielden halt en wisten
blijkbaar nog niet wat te doen, waardoor
wij tijd kregen onze paarden te halen en
op te zadelen. Wij waren ongeveer gereed
toen een deel der Engelschen, wellicht
dertig man, vooruitjoeg naar het huis, dat
op 300 meter oostelijk stond.
Ik dacht dat wij hem voor zouden keeren,
doch bemerkte tot mijn verwondering, dat
geen enkele commandant bleef, en bijna
ieder in een richting van het huis af voort
joeg, zoodat ik ook maar volgde. Eerst
later vernam ik dat onze hoofdcommandant
met de zoo ovengenoemde personen voor
uit was gereden, en dat nu een aantal
burgers die dat wisten en bemerkten dat
een troep Engelschen in die richting weg
trokken, nu tot hun hulp waren wegge-
galoppeerd. Dat voorbeeld werd toen door
een aantal anderen gevolgd en tot slot
trok iedereen in die richting.
Nu waren des morgens zes schapen ge
commandeerd; de betaalmeester zat juist
met de vrouw des huizes te onderhandelen
over den prijs, en wilde gaan betalen toen
hij naar buiten werd geroepen, khaki zag,
en op zijn paard wegjoeg. Indien die
precies weten, waar een of ander comman
dant die inzag dat hij den strijd niet vol
kon houden zijn kanonnen heeft begraven.
Daaraan is dan ook toe te schrijven, dat
de troepen zoo vaak in geforceerde marschen
oprukken naar plaatsen, waar men zou den
ken, dat ze niets te maken hadden, 't Blijkt
nu weer uit het oprukken van generaal De
Wet naar Senekal. Waarom ging hij juist
daarheen? Omdat daar twee kanonnen be
graven waren door generaal Prinsloo's troe
pen, die zich maanden geleden overgaven,
toen de Boeren in het nauw werden gedre
ven toen Olivier en Hasebroek door de
Engelsche linien heenbreken.
Met deze twee stukken is De Wet sterker
dan te voren. In Dewetsdorp zijn tal van
voorraden en daarheen zullen dan ook wel
in de eerste plaats zijn schreden gericht zijn.
De Graafschapper schrijft
De heer Kloppers, die een kleine twee
jaren geleden, met zijn gezin naar Krugers-
dorp, Transvaal, vertrok, om daar aan het
hoofd van een school te staan, is dezer dagen
teruggekeerd.
Wij hadden het genoegen hem bij zijn
ouden vader te ontmoetten.
Hij zag er frisch, Oczond uit, alleen oen
weinig minder gezet, maar niet verouderd,
wat men anders zou hebben verwacht, na
al de doorgestane moeite en zorgen.
Natuurlijk had hij uit zijn ervaringen niet
weinig te vertellen. De twee laatste jaren
golden voor tien.
Hierheen heeft hij een goede reis gehad,
al was hij ook gevangen man, wat zeggen
wil, dat hij volstrekt niet van boord mocht,
wanneer men ergens stilhield. Aldoor stond
hij met zijn familie onder strenge bewaking.
Niet vrijwillig heeft hij Transvaal verlaten
daartoe voelde hij geen vrijheid. Hij is
door de Engelsehen gedwongen heen te gaan.
Zeker uit Engelsche dankbaarheid
Trouw heeft hij te Krugersdorp zijne
krachten aan het Roode Kruis besteed on
Boeren zoowel als Engelschen, Engelschen
zoowel als Boeren, te helpen verplegen.
Eigenlijk wilden de Engelschen hem niet
weg hebben, al dreigden zij ook met het
inhouden van voedsel, enz., maar zij wilden
dat hij de hand van hot Engelsche Gouver
nement zou kussen, daarvoor knieval zou
doen en dat juist wilde de heer Kloppers niet.
Had hij dit willen doen, hij zou zich dan
finantieel beter in zijn school, die hij nog
had, hebben kunnen roeren en tamelijk, zon
der al te groote zorg hebben kunnen leven.
Maar de heer Kloppers wilde voor alles
Transvaalsch Burger, Transvaalsch ambte
naar blijven, en dat was den Engelschen
niet naar den zin en daarom was het maar
beter, dat hij vertrok.
Treurig waren de verhalen, die hij deed
van de ellende, die daar ginds in het land
vrouw dus rapport heeft gestuurd, zoo had
zij daardoor nu tenminste geen geld gebeurd.
Van de zes schapen, die alle juist afge
slacht, maar nog niet verdeeld waren, is
één op een kar medegevoerd. De 5 andere
bleven achter tot eten gereed, onze vuurtjes
brandden nog, een pot kabonmielies was
gaargekookt en is zoo blijven staan, en
verder bleven nog 10 eieren achter voor
de 30 Engelschen die het huis gestormd
hebben. Is het wonder dat zij zich niets
aantrokken van het gevecht, dat even later
op 4000 meter van hen af zich ontwik
kelde Wij hebben hen dan ook niet weder
gezien
Onze waarnemende president met onzen
hoofdcommandant en zijn vechtgeneraal
waren bijna door khaki gebuit, terwijl zij
tusschen de klippen zaten van de reeds
vermelde hoogte. Op ruim honderd meter
afstand zag een van hen gelukkig een kaffer
te voorschijn komen, gevolgd door een
Engelschman, waarop zij van achter de
klippen terstond begonnen te vuren. De
Engelschen wisten blijkbaar niet dat slechts
vijf personen tegenover hen waren, en
durfden daarom niet vlug vooruit, zoodat
wij tijd hadden ter hulp te komen.
Onder de kogeltjes door joegen wij achter
van onze Hollandsclie stamverwanten wordt
geleden.
De verhalen die wij in de bladen hebben
gelezen van plundering en brandstichting
waren volstrekt niet overdreven.
De heer Kloppers vertelde ons onder meer
dat eens in de buurt van Johannesburg een
Engelsch soldaat of officier zwaar was mis
handeld. De schuld daarvan werd gegeven
aan een oude vrouw, een weduwe van ruim
70 jaren, die rustig op haar hoeve woonde,
zonder iemand kwaad te doen.
Dadelijk werd last gegeven haar hoeve in
brand te steken. Eenige officieren waren bij
het ten uitvoer leggen van dien last een
weinig met ontferming vervuld en gaven haar
vrijheid, om hetgeen wat zij aan ameuble
ment, enz., bezat, er uit te dragen. Nauwe
lijks werd dit evenwel door een officier ge
zien, of onmiddellijk werd gekommandeerd
alles weer in het huis te dragen eu toen
dit geschied was, ging zoowei het_ een als
het ander in de vlammen op.
Zoo zijn de manieren van de Engelschen
Zij hebben daardoor dan ook alle sympa
thie voor goed verspeeld. Krugersdorp, dat
bij het begin van den oorlog nog voor 'U
min of meer Engelschgezind was, heeft
nu een onverzoenlijken haat tegen al wat
Engelsch is.
Weg met de Engelschen is nu aller leus!
Het jaar 1901 is voor de Boeren een her
haling van Slachtersnek geworden.
Moedeloosheid wordt op het oogenblik in
Transvaal niet meer gevonden. Men is vast
besloten tot op het laatste oogenblik door
te vechten en men geloofd in den eindelijken
zegepraal. God zal 't maken.
Vreeselijk wordt er ook door de Engel
sche soldaten geleden. De Boeren-mausers
houden soms geducht onder hen huis.
Wij weten niet half, hoe groot de Engel
sche verliezen zijn.
Eens bevond zich een troep Engelsehen
in een bosch, waarin zij meenden veilig
te zijn. Maar zij werden plotseling door
de Boeren omsingeld en slecht weinigen
ontkwamen aan de kogels.
Groote waarde moet men dan ook niet
hechten aan de berichten, dat de Engel
schen zooveel en zooveel Boeren zouden
gevangen genomen hebben. Die berichten
moeten steeds zeer critisch worden gelezen,
een Engelsch officier moest dan ook beken
nen, dat leugens en Engelsche couranten
berichten gelijkluidend zijn.
Er vallen veel meer Engelschen dan
Boeren. Het is gebeurd, dat de Rooinekken
van achter de lijken hunner landgenooten,
die als een barricade opgestapeld lagen,
op de Boeren vuurden.
Van den beroemden water-vluggen Boe
rengeneraal de Wet gesproken, van hem
zijn de meest zonderlinge verhalen in omloop.
Zoo vertelt men, dat hij in Johannesburg
d8 klippen, alwaar de hoofdcommandant,
die zijn geweer had achtergelaten, de paar
den vasthield, terwijl wij snel achter de
klippen stelling namen.
De Engelschen trokken terug. Wij ver
lieten daarop eveneens onze posities, en
reden naar de trolley en de karren. Wij
hielden nog eenmaal halt om dien voer
tuigen tijd te geven weg te trekken, doch
de Engelschen hadden geen lust verder te
vechtendaarop trokken ook wij af. Dien
dag reden wij tot tien uur 's avonds met
een paar uur rust in den middag, den
volgenden dag werd evenzoo doorgetrokken,
toen waren wij in lager even achter Botha-
ville.
Maar waar was nu De Wet? De land
drost van Bothaville wist het niet. Een
dag te voren was echter verteld dat hij
niet ver weg was. Het beste was naar
Noord en Zuid menschen te zenden om
hem te zoekeD. Zoo gingen onzerapport-
gangers naar de Vaalrivier en de Yetrivier.
Zeven dagen hebben wij nabij Bohtaville
in lager gelegen, vóór wij wisten waar De
Wet was, en toen hoorden wij nog slechts
dat hij binnen een paar dagen nabij Reitz-
burg (aan de Yaal bij Rhenosterpoort) ver
wacht kon wordenf
met de Engelsche officieren heeft zitten te
dineeren. Natuurlijk kenden deze hem
niet. Toen men het hun, na zijn vertrek,
mededeelde, gingen die officieren hem
dadelijk achterna, maar de vogel was
gevlogen.
Eens moet hij werkelijk in het nauw
hebben gezeten, voor goed door de Engel
schen omsingeld, zoodat geen uitweg meer
mogelijk was.
Wat doet de Wet?
Hij heliografeert zoo zichtbaar mogelijk
naar een nabijzijnd kopje, dat de daar in
zijne verbeelding zijnde Boeren hem dade
lijk moesten komen helpenzij moesten
de Engelschen van voren aanvallen, dan
zou hij een uitval aan de andere zijde
probeeren.
De Engelschen zien, dat de Wet helio
grafeert en meenen, dat er werkelijk Boeren
op dat kopje zijn. Zij gaan er dadelijk op
los om dat kopje te vermeesteren en de
Wet maakt van die gelegenheid gebruik
en ontsnapt.
Dat het leven tegenwoordig iu Krugers
dorp duur is, bewijzen de volgende cijfers:
een aardappel kost 3 cent, een mud aard
appelen f96,een klein glaasje cognac
ongeveer f 1,50, een flesch cognac plus
minus f 11,40; twaalf eieren f3.50; een
doosje lucifers en een kaars om 's avonds
te branden f 0.60.
Geen wonder, dat de heer Kloppers
met zijne familie 's avonds vroeg naar bed
ging. Men kon veel voordeeliger 's mor
gens vroeg opstaan.
Wat de toekomst van Transvaal betreft,
ook do heer Kloppers gelooft in den einde
lijken zegepraal der Boeren. Het is meer
een quaestie van tijd. Weten zij het een
vijf dagen langer dan de Engelschen vol
te houden, dan zijn zij de overwinnaars.
Of do heer Kloppers weer naar Trans
vaal zal terugkeeren, daarvan is nog niets
te zeggen. Het is do vraag, welken weg
de Heere met hen voorheeft.
Komt alles in Zuid-Afrika in orde en
wordt het door de Engelschen ontruimd,
dan valt er zeker voor ons Hollanders
wat te doen. Maar dan moeten wij er
ook bij zijn en moeten onze geldmannen
niet schromen er hun geld voor te geven.
Een eigen reederij op Zuid-Afrika zou
voortreffelijk zijn.
De verhouding tusschen de Boeren en
de Hollanders is thans veel beter dan voor
den oorlog. Zij hebben nu ondervonden,
dat de Hollanders hun beste vrienden zijn.
Vroeger was er een partij, die zeide eerst
weg met do Engelsehen en dan weg met
de Hollanders, maar die partij, door er
varing geleerd, is nu voor goed dood.
Onder zeer vele blijken van belangstel
ling heeft de heer Kloppers Krügersdorp
verlaten. Men liet hem slechts noode
In dien tijd hoorden wij vreemde histo
ries. Hoe De Wet gejaagd was tot achter
in Waterberg, en toen tot afleiding met
200 man naar het zuiden was doorge
sprongen tusschen de Engelschen door over
een berg, waarover een spoor ging dat
min of meer op een pad geleek, waarop
wellicht de paarden heelhuids omlaag zou
den kunnen komen. Hoe hij reeds weder
een trein gevat had in den Vrijstaat, toen
de Engelschen hem nog in Transvaal ge
loofden. Hoe de waarnemende hoofdcom
mandant Steenkamp zijn burgers honger
had laten lijden, en gezegd had dat elk
maar voor zich zelf moest zorgen; iets
wat zelfs voor een man met geld op zak
niet altijd goed mogelijk was. Hoe einde
lijk alle Vrij staters die over de Vaal kwamen
met verlof huis toe waren, terwijl de ka
nonnen zoolang in den grond zaten. (Later
bleek dat te zijn geschied op order van
De Wet, om aan de burgers gelegenheid
te geven wat van de vermoeienissen uit
te rusten en versche paarden te halen.
Want de paarden waren in Waterberg bij
menigte bezweken. Een lid van onzen
volksraad, een rijk man, zag ik van daar
terugkomen met 2 ossen voor zijn kar).
Wordt vervolgd.