No. 79. 1901
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Donderdag 7 Maart,
15e jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EEN ALPENBLÜEME.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Leerplichtwet,
Engeland en Transvaal.
Bekendmaking.
TWEEDE KAMER.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Vergun mij een plaatsje voor do vol
gende aanvulling en verbetering van miju
toelichting op art. 13 en 14 der Leerplicht
wet, indertijd in »de Zeeuw" gegeven. Ik
gaf destijds den raad aan ouders, die voor
hun kinderen gebruik wilden maken van
de vergunning, hun in art. 13 toegekend
(nl. om hun kinderen voor landbouwwerk-
zaamheden ten hoogste 6 weken in 'tjaar
van school te mogen houden), in de aan
vrage daartoe bij den Arrondissements
schoolopziener, geen bepaalde dagen te noe
men, maar b.v. verlof te vragen, voor uten
hoogste veertien, dagen in de maand Maart:''
Ofschoon de letter der Wet zulks toe
laat, en ik een dergelijke aanvrage nog 't
doelmatigst zou achten, blijkt mij uit in
lichtingen door onzen geachten Arrondis
sementsschoolopziener mij welwillend ver
strekt, dat op een dergelijke aanvrage geen
gunstige beschikking te wachten is. Z.Ed.
schrijft mij «dat, overeenkomstig de regeling
der uitvoering van art. 13 en (zijne) in
structies te dien aanzien, de verloven door
belanghebbenden voor een stellig bepaald
tijdvak met een stellig bepaalden aanvangs-
dag aan (hem) aangevraagd behooren te
worden." Eensluidende voorschriften zul
len natuurlijk aan alle ÏÏ.H. Arrondisse
mentsschoolopzieners gegeven zijn, waarom
ik 't niet onnut achtte, onze lezers daarmee
in kennis te stellen.
'k Voeg hierbij een naar 't boven
staande gewijzigd model, waarvan be
langhebbende ouders des verkiezende bij
de aanvrage gebruik kunnen maken:
„Noordburg, 5 Maart 1901.
Ondergeteekende, Jacob Strooman, wo
nende in deze Gemeente, B. 16, neemt in
zijn hoedanigheid van vader van Karei
Strooman, leerling der Bijzondere School
alhier, oud 11 jaar, de vrijheid, op grond
van art. 13 der Leerplichtwet, bij U ver
gunning aan te vragen, zijn zoontje ten
behoeve van landbouwwerkzaamheden van
de school thuis te mogen houden, gedu
rende 10 schooldagen (2 weken, 20 school
tijden of dergelijke), en wel van 18 toten
met 29 dezer.
Uw dw. dr.
J. STROOMAN.
Den Weledelgestr. Hoer
den Schoolopziener in 't arrondissement
Groenwold."
Ten overvloede herinner ik nog, dat deze
aanvrage portvrij kan vei zonden worden.
De afzender moet dan op den omslag schrij
ven (gewoonlijk geschiedt zulks in den lin
ker bovenhoek):
«Vrij van port, ingevolge art. 33 dei-
Leerplichtwet. Afgezonden door J.
Strooman, Noordburg B 16.
J. STROOMAN.
5 F E UILLETO hT
Een Episode uit der Waldenzen Historie.
Hij zal u dekken met zijn vlerken en
onder zijn vleugelen zult gij betrouwen
zijn waarheid is een rondas en beukelaar.
Gij zult niet vreezen voor den schrik des
nachts, voor den pijl, die des daags vliegt,
voor de pestilentie die in de donkerheid
wandelt, voor het verderf, dat op den
middag verwoest. Aan uwe zijde zullen
er duizend vallen, en aan uwe rechterhand
tien duizend: tot u zal het niet genaken.
Alleenlijk zult gij het met uwe oogen
aanschouwen en gij zult de vergelding
der goddeloozen zien. Want gij Heere, zijt
mijn toevlucht, den Allerhoogste hebt gij
gesteld tot uw vertreku zal geen kwaad
wedervaren en geen plage zal uwe tent
naderen. Want Hij zal zijne Engelen van
u bevelen, dat zij u bewaren op al uwe
wegen, zij zulleu u op de handen dragen,
opdat gij uw voet: aan geen steen stoot.
Op den feilen leeuw en den adder zult
gij treden en den jongen leeuw en den
Onze Arrondissements schoolopziener
schrijft mij nog, dat 't gewenscht is, de 6
weken, waarvan de Wet spreekt, zoo wei
nig mogelijk te versnipperen liever bv. 2
maal verlof voor 3 weken,"dan 3 maal,
telkens voor 2 weken of 6 maal, telkens
voor 1 week.
K. WIELE MAKER,
H. d. Chr. S.
Biggekerke, 2 Mrt. 1901.
6 Maart 1901.
Een uitnemend woord van echt democra-
tischen zin getuigend sprak de heer Loh-
man bij de behandeling van 't door hem
bestreden voorstel om de eenige zoons mij
te laten van dienstplicht.
Hij zeiIk acht den dienstplicht een
eereplicht voor elk gezin. Wanneer ik vrij
voorstel dat in tijd van oorlog ik één zoon
had, en dat die als eenige zoon niet zou
kunnen mede werken tot verdediging van
het vaderland en moest zien dat de drie
zoons van mijn buurman wel kunnen
medewerken, bij moeders pappot moet
blijven zitten, dan zou ik dat verschrikke
lijk vinden. En wie in zulk een tijd wil
dienen, moet ook zich kunnen voorberei
den.
Maar als er geen oorlog is, is het dienen
een sociale last, wie kan dien last het best
dragen, iemand die één zoon heeft, of
iemand die een zwaar gezin heeft? Dat
zal in de eerste plaats hij zijn die één zoon
of een klein gezin heeft.
Nu hebben over volgens een lid der
Staats-commissie van 1888 het geheel ge
nomen de meer gegoede gezinnen minder
kinderen dan minder gegoede gezinnen.
En ik zou het verkeerd vinden dat men
dien socialen last legde juist op degenen
die minder gegoed zijn terwijl meer gegoe
de gezinnen daarvan worden vrijgesteld.
Ik wensch ook speciaal den voorsteller van
dit amendement aan te raden eens te lezen
hetgeen professor Spruijt, dezelfde die
zoo even door mij bedoeld werd in dit
verband opgemerkte over het neo-Malthu-
sianisme.
Tot zoover de heer Lohman.
Onnoodig te zeggen dat wij het er har
telijk mee eens zijn, vooral met het laatste.
if. if
In een Chr. democratisch blad lazen wij de
volgende zeer juiste »10 geboden" aan
onze dienstmeisjes, zij zijn een pendant op
een tiental door een socialistische dame
mevrouw RolandHolst aan de hand ge
daan en niets ademden dan rebellie en
revolutie.
Deze tien klinken beter.
1. Ge zult een open oog hebben voor
uwe plichten, evenzeer als voor uwe
rechten en eischen.
2. Ge zult uw plichten nauwgezet ver
draak vertreden. Dewijl hij mij zeer be
mint (spreekt God) zoo zal ik hem uit
helpen ik zal hem op een hoogte stellen,
want hij kent mijn naam.
Hij zal mij aanroepen, en ik zal hem
verhooren: in de benauwdheid zal ik bij
hem zijn, ik zal hem uittrekken en ik zal
hem verheerlijken. Ik zal hem met lang
heid der dagen verzadigen, en ik zal liem
mijn heil doen zien". (Ps. 91).
Hij sloeg zijn boeksken weer dicht en
keek haar aan. De angst was verdwenen
uit haar oogen en uit net kalme spel hun
ner blikken zag George, dat zijn Rosa hem
begrepen had. God had haar geantwoord
op haar vragen met Zijn woord. Yertolking
was niet noodig en samen verblijdden zij
zich in stil genot, over die beloften Gods.
Rosa zweeg stil, doch haar gelaat drukte
meer uit, dan woorden konden zeggen.
Vrede was neergedaald en Gods vertrouwen
had den angst verdreven.
En toch binnen eenige dagen zou
blijken, dat die droom van Rosa als 't ware
een profetie was geweest en dat er wel
degelijk een roofgier loerde op de kirrende
duiven.
vullen, voordat ge u rechten kunt aan
matigen, en eischen kunt stellen.
3. Ge zult zorgen in staat te zijn de
werkzaamheden, die ge voorgeeft te
kennen, goed te doen, en de bekwaam
heden te bezitten, waarop [ge u ver
huurt.
4. Ge zult den tijd die voor het werk be
stemd is niet verbeuzelen en verpraten
hoe flinker het werk wordt afgedaan,
hoe meer vrije tijd er overschiet.
5. Ge zult u eenvoudig en netjes kleeden,
en niet alleen voor 't uiterlijke, maar
goed gekleed zijn wat uw lijf- en onder
goed betreft.
6. Ge zult geen geld verknoeien aan op
schik en snoeperijen, maar een deel
wegleggen in een spaarbank.
7. Ge zult, indien ge er prijs op stelt
als huisgenoote te worden beschouwd,
door uw gedrag en optreden toonen
zulks waard te zijn.
8. Ge zult de belangen van het gezin?
waarin ge zijt opgenomen, evenzeer
behartigen als uw eigen.
9. Ge kunt eischen, goede voeding en
huisvesting, maa: geen andere of betere
dan die van het huisgezin waarin ge
woont.
10. Ge zult leeren uw eigen kleeren zelf
te kunnen vervaardigen en onderhou
den, en de vrije tijd die u overblijft
zult ge besteden aan ontwikkeling,
die u in uw volgend leven te pas kan
komen.
Arme Armeniërs.
In „The Christian" treffen wij het vol
gende aan
„Tengevolge van het spionage-stelsel,
dat in de Turksche ambtenaarswereld
heerscht, komen berichten uit Armenië
slechts schaars en met moeite ter onzer
Over Weenen bereikte een nieuw ont
zettend verhaal ons land, betreffende moor
den en mishandelingen den Christenen
aangedaan. Een fanatieke ellendeling rekent
het zich tot een eere, met eigen hand 2000
Christenen gedood te hebben. Het verhaal
van een correspondent te Weenen van een
Londensch dagblad schijnt te vreeselijk om
waar te kunnen zijn. Wij lezen van man
nen, die aan boomen werden vastgespijkerd,
en door wier handen en voeten men scherpe
staken gedreven hadvrouwen werden
mishandeld en verminkt en kinderen wer
den onder de oogen hunner ouders aan
stukken gescheurd. 'Anderen werden lid
voor lid ontleed op de meest duivelsche
maniervan nog weer anderen had men
stukken vleesch uitgesneden gelijk men bij
een geslachten os doetdaarna werden ze
in de rivier geworpen. En zoo meer.
De Servische consul te Mohovitza ver-
Op diezelfde plek vinden wij de twee
verloofden, nu gehuwden terug. Wederom
is de zonne ter oosterkimme gedaald en
wederom werpt de maan lichtgrijze scha
duwen in het liefelijke dal. Samen spreken
zij over den oorsprong der Waldenzen.
Er schijnt een kleine oneenigheid te zijn
ontstaan tussclien man en vrouw. Rosa
is van een andere meening dan haar George
en we hooren haar zeggen:
Maar George, is dan Petrus Waldus
de koopman uit Lyon, niet de stichter der
orde, de vader der Waldenzen, naar wiens
naam zij genoemd zijn?
Neen Rosa, reeds lang vóór Petrus
Waldus bestond de orde. Petrus Waldus is
de Reformator, die eerst zelf door zijn later
naar hem genoemde broeders tot het ware
geloof is gebracht. Vroeger heetten zij
Katharen. De ijver, waarmede hij hun leer
verbreid heeft en de schranderheid, waarmede
hijals hun leeraar optrad, gaven aanleiding,
dat de naam Katharen veranderd werd in
dien van Waldenzen of Waldensiërs. Doch
de eigenlijke stichter der orde der Katharen,
alzoo ten slotte ook de vader der Waldenzen
is Bisschop Claudius van Turijn, die om
streeks de 9de Eeuw leefde. Toen ter tijd
klaart, dat 1100 menschen vermoord zijn,
en dat 400 vrouwen zjjn mishandeld en in
harems geplaats. En hieraan voegt hij toe,
dat de Turksche autoriteiten 'ten opzichte
van de gepleegde moorden „de grootste
onverschilligheid" aan den dag leggen.
Terecht schrijft de genoemde correspondent
boven zijn bericht: „Europa's schande."
Wij staan tegenover dit alles machteloos.
Onze vertoogen worden als waardelooze
documenten beschouwd door de Turken.
Zij weten, dat Europa de handen vol heeft
met andere „zaken" en zich daarom met
het duivelsche spel, dat wéér in Armenië
wordt afgespeeld, niet kan inlaten. Van
daar dat de hel is losgelaten."
Hij droevig is toch in dat opzicht het
begin dezer twintigste eeuw.
De Armenische Christenen koelbloedig
en wreedaardig vermoord
De Zuid-Afrikaansche Christenen ten
doode toe verdrukt en bekneld.
De Chineesche Christenen bij tien- en
hondertallen door heidensehe landgenooten
omgebracht
O, onze God, maak toch een einde aan
al deze gruwelen, en laat Europa opwaken
met schaamte.
(Gron. Kerkbode).
De Romeinsche Tribuna maakt een tele
gram openbaar van haren Brusselschen cor
respondent die, zegt het blad, in de omge
ving van president Kruger verkeert (mis
schien wordt kapitein Richardi, de verloofde
van mej. Guttmann, bedoeldRichardi is
inderdaad correspondent van de Tribuna,
Red. N.R.Ct.), volgens welk telegram
de capitulatie van Louis Botha waarschijn
lijk is. De commandant generaal is volgens
den correspondent van de Tribune door
een krijgsraad te Pietersberg gemachtigd
om le onderhandelen over overgaaf op de
volgende voorwaardenle bevrijding van
al de krijgsgevangen Boeren op St. Helena
en (Ceyton?); 2e. straffeloosheid voor de
Afrikaander-opstandelingen; 3e. gedeeltelij
ke onafhankelijkheid voor Transvaal en den
Oranje-Vrijstaat onder de Britsche kroon
4e. teruggaaf van verbeurdverklaarde eigen
dommen aan de eigenaars.
De correspondent zegt dat Lord Kitche
ner niet ongeneigd is om in deze voorwaar
den te treden, maar de Engelsche regeering
staat op onvoorwaardelijke overgaaf en eischt
de verbanning van President Kruger en een
aantal regeeringsambtenaren van de Zuid-
Afrikaansche Republiek en den Vrijstaat.
Botha moet in een lastig parket zijn bij
gebrek aan paarden en schietvoorraad en
wegens de vijandelijkheden van de kaffers
De Wet is echter voornemens zijn guerilla
voort te zetten.
reeds verhief deze vrome, verlichte Bis
schop zijn stem tegen het aanbidden der
beelden en het vereeren der heiligen en
bewees uit Gods Woord, dat door priester
noch mis, kerkelijk sacrament noch heiligen
beeld, doch alleen door Christus zeiven de
toegang tot den Vader is ontsloten. Zie
Rosa, zoo althans hebben de eerwaarde
vaders in de vallei van Pra di torra het
mij geleerd. En ge weet, hoe onze broe
ders, toen het licht des Evangelies ook
daagde in het Noorden, toen een Luther
optrad, en zich en de zijnen verdedigde
tegen Rome, hoe ook wij ons in 1532 bij
die hervormers hebben aangesloten als broeders
'een in geloove, één in hoop en 'een in liefde.
En toen, voegde hij er met weemoedige
stem bij, toen barstte het geweld der vervolging
nog meer uit en toen zijn ook mijn bloed
verwanten wreed vermoord en gepijnigd.
Doch, goddank er kwam verandering, een
goede koning beklom den Franschen troon
en onze broeders mochten vrij rustig hunne
dalen bewonen door de uitvaardiging van
het Edict van Nantes.
O Rosa, die tijd, die tijd van vrede en
rust, zoo heerlijk schoon, die de aarde
schier tot een paradijs maakt, dure voort,
T IJ D VERZEN.
Patrimonium.
«Erfdeel der Vadren!" ja God zij geprezen
Dat Gij ten Leider den werkman moogt
[wezen,
Die God erkent als zijn God en zijn Heer
Laat Uwe roepstemme krachtig dan klinken,
Dat toch Uw steun hoe'het land voor ver-
[zinken;
Houdt Gij Uw wakkere schaar in't geweer.
Op voor den werkman! Dring aan met Uw
[eischen;
Laat andren schreeuwen en scheldende
[krijschen,
Houdt Gij U waardig, als volgend het
[Woord
Doe, doe Uw mannentaal klinken in de
[ooren,
Dat in 's lands Raadzaal de wijzen het
[hooren
Al te vaak nog wordt de werkman ver-
moord.
Zoolang er aam in Uw longen mag wezen
Pleit voor het recht, als een held zonder
[vreezen
God zegent hem, die gerechtigheid acht
Zoolang de werkman verdrukt wordt op
aarde,
Lager geacht dan de dieren in waarde,
Is Uwe roeping voor hem niet volbracht
Sluit U dan aan in verdubbelde rijen,
Schaart U te zaam in de drukkende tijen,
Mannen, die God vreest, sluit allen aaneen
Wendt U met kracht van de vogels, die
[fluiten
God geeft geen heil, die Hem buiten wil
[sluiten;
Zegen wacht U in Zijn weg, daar alleen.
Luctok.
Goes. Ter Secretarie der gemeente Goes
ligt ter inzage voor belanghebbenden Bestek
en voorwaarden wegens het maken van een
haven in de inlaag kloosternol onder Duiven-
dijke.
Wegens het verleggen van de straat wordt
de Oostsingel voor rij- en voertuigen afgesloten
van 25 tot en met 30 Maart 1901.
De weg kan geschieden langs den West
singel, de L. P. v. d. Spiegelstraat en Jacob
Valckestraat.
De op 23 Februari 1901 aangekondigde
beperking van het vervoer over de kunstwegen
in deze provincie is buiten werking getreden
met middernacht tusschen 28 Februari en 1
Maart 1901.
De discussie over de Legerwetten is
voortgezet. Het gewijzigde amendement-
Truyen tot schadeloosstelling van de be
hoeftige gezinnen van miliciens tijdens den
diensttijd dezer laatsten werd opnieuw
door den heer v. Vlijmen aanbevolen,
eeuwen lang, ongestoord, opdat we Gode
dankbaar, ons leven mogen wijden geheel
aan Zijn dienst. Komt, laat ons samen
een onzer schoone liederen zingen en dan
ons avondmaal gebruiken en ons teruste
begeven"
Waarom zette George niet in? Waarom
weerklonk dat lied niet in die dalen, om
weerklank te vinden in het hart der
medebewoners? Was de avond niet schoon
genoeg, de stem niet voldoende, het lied
niet bekend?
Plotseling had zijn zeer scherp oog op
dat bergpad, waarlangs hij zelf eenige
dagen geleden gekomen was, een gedaante
ontdekt, die in vliegenden haast afdaalde
naar beneden en iets scheen te roepen.
Hij kwam al nader en nader en viel, met
zeer ontsteld gelaat vlak voor de voeten
van George en Rosa neer.
Haastig liep zij naar binnen om water
en brood te halen. Langzaam kwam hij
weer bij. Hij sloeg de oogen op en terwijl
hij rondom zich zag staan een kring van
nieuwsgierige bewoners, zeide hij zeer ge
jaagd „vluchtvluchtEetEdict
van Nantes is in ingetrokken
(Wordt vervolgd,/