Van lelie,
VOOR ZEELAND
No. 71: 190!
Donderdag 21 Februari.
15e Jaargang.
HISTORISCH
f week
ruiming-
pier en Randen,
KUNSTMESTSTOF
eMolei met Spruiten,
!ID benoodigd,
Antirevolutionaire partij.
vangen
iddelburg.
ING van de „Landbouw-
Grijpskerke", 22 Fe-
vonds te 6 uren, in de
ol.
heer A. DE SMIDT,
Kalkbemesting.
C. LOUWERSE, Secr.
GOES.
ITIGE COLLECTIE
goedkoop.
STRAND a 10 cents.
IVe<1. Dekker,
raat MIDDELBURG.
PATENTSTIJFSEL C
rrvvyvvrrrrrrrrvk
erschillende tentooustel-
ste onderscheiding.
Koog a/d. Zaan.
TACOB 1) UIJVIS.
SCHE en JAYASCHE
BEERBANK.
irdiger voor Zeeland:
(brieven zijn verkrijgb. bij
ingen te Middelburg.
and te koop:
iet 44 Roeden).
bij F. K O NE A AD,
■SE, Oost-Souburg.
SN te koop,
bij IZAK KOSTER,
Kalfkoe
ir uit 4, bij H. BOONE,
5 KOOP
schuurtje of wagenhuis,
ogte in 't vierkant 4 M.
KAM, Timmerman,
Oostkapelle.
Met Mei
koewachter
L BOONE, Koudekerke
stond of met 1 3fei a.s.
Dienstbode
Wolfertsdijk.
ID benoodigd
Met Mei
Met Mei
komende Meid
FRANCKE, Biggekerke.
Maart of Mei
nende Handknecht
M. PIETERSE, Bigge-
nhoeke).
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUiJ, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
DE LEGERWETTEIB.
'eeraar te Middelburg.
I) 1ELEMAN
bij wien alle inlichtingen
voor het sluiten van
j
Maart of Mei
2RMAN, Goes.
J. DE VISSER Pz
schweg).
5. J. de Jonge-Verwest.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De legerwetten die binnen enkele dagen
aan de orde komen, verschillen nogal wat
van het ontwerp waarmede in 1891 de
minister Bergansius viel.
Wij zullen over dit laatste ontwerp niet
Bpreken. Alleen merken wij op dat er een
en ander uit tot zijn recht gekomen is in
de ontwerpen die thans de Kamer bezig
houden.
Het ontwerp wil een leger, (bestaande
uit vrijwilligers en miliciens) een landweer
en een landstorm. Een diensttijd van S
jarenthans is hij 7 jaren met 5 jaren
schutterij en 5 jaar reserve. Die reserve
bestaat echter slechts op papier.
Voorgesteld wordt vevangmg der schut
terij door de landweer.
Eenige zoons zullen voortaan dienstplich
tig zijn. De grootste helft der broeders uit
een gezin is vrij.
Daar de diensttijd 8 jaar zal zijn komt
er een lichting meer.
Het contingent bedraagt 11000 man ieder
jaar, dat is in 7 jaar 77000 dienstplichtigen.
Nu wordt voorgesteld een jaarlijksche
lichting van 17500 man dat is in 8 jaar
140000 man waaronder 4800 voor den zee
dienst.
Een aanzienlijke uitbreiding, maar met
weinig meer kosten.
Gevolg van den verkorten oefeuingstijd.
Als proef is deze al ingevoerd geweest.
De eerste oefeningstijd voor de onbereden
wapens werd in 1897 op 10 maanden ge
steld voor de lichting 1898 zelfs op 8
maanden.
Nu splitst het ontwerp de dienstplichti
gen bij de landmacht in volledig te oefenen
(11700) en verkort te oefenen (5200).
De duur van den eersten oefeningstijd
wordt voor de volledig te oefenen 11700
gesteld op 8 maanden en voor de bereden
wapens op 18, inplaats van 12 a 15 en 24
gelijk het vroeger was.
Voor de verkort te oefenen (5200) wordt
voorgesteld een eerste oefeningstijd van 4
maanden. Deze troepen zouden in tijd van
oorlog dienst moeten doen bij de dépots.
Zoodoende zal men een groot leger kun
nen krijgen met betrekkelijk weinig kosten,
De commissie van rapporteurs bestaat uit
de lieeren v. Vlijmen, Verheij, Kuyper,
v. Karnebeek en Tydeman.
20 Februari 1901.
Troelstra zei Zondag 17 Febr. in een
FEUILLETi
De heer Rompel heeft weer een politiek
portret getrokken; ditmaal van Merriman,
den Kaapschen oud-minister die op 't oogen-
blik in Engeland is om de zaak der Boe
ren te bepleiten.
Schrijver hoorde Merriman spreken in
eene zitting van den Kaapschen Volksraad,
in 1896, en bewaarde een machtigen indruk
van diens redenaarstalent.
Een paar onbeduidende sprekers waren
hem voorafgegaan. Doch toen
»Uit zijn zetel verhief zich een lid en het
was als ontwaakte plotseling de zaal uit
zijn dommel. Een luid applaus ging op en
haastig drongen afgevaardigden, die zooeven
waren weggeslopen, weer de zaal binnen en
zetten zich op hun plaatsen met nerveuse
belangstelling. Het rumoerige van een
aantal menschen die zich tot aandachtig
luisteren schikte, rommelde een oogenblik
op. De verslaggevers zochten nit hun stel
potlooden het best gepunte en draaiden
zich zoo, dat zij den spreker zoo goed mo
gelijk konden zien.
Op de ministereele banken kwam iets van
zenuwachtige onrust. De oppositieleden van
het Huis wachtten met bij-voorbaat-genie-
ten; de regeeringspartp trachtte zich den
•cbijn te geven van geruste onverschilligheid.
Merriman zou het woord nemen. Als een
schok ging het door do zaal, en inmiddels
wachtte de spreker kalm af tot hij geschikt
zou kunnen beginnen. Met een kleine bui
ging had bij bedankt voor de toejuichingen.
vergadering te Amsterdam, waarbij onder
meer met stoelen gevochten werd de vak
beweging en de sociaal democratie behoo-
ren krachtens haar aard bij elkaar.
Dit schijnt ongerijmd of is een ver
waandheid.
Welke partg is niet voor gezonde vak
beweging, en wie noemt de vakbeweging,
door de sociaal democratie gedreven,
gezond?
Op éen punt gaat de vergelijking op.
Sociaal democratie en vakbeweging in den
geest der sociaal democratie roepen steeds
om vrijheid, doch oefenon den grootsten
dwang.
Zij eischen groote het woord is van
mr. Troelstra „persoonlijke onderge
schiktheid", de minderheid, ook als de
meerderheid een verderfelijk besluit neemt,
let op de werkstakingen, moet het is
alweer mr. Troelstra die 't zegt „moet
met de meerderheid meegaan".
Doch dit is voor geen van beiden een
aanbeveling, en ligt ook niet in den aard
der vakbeweging. Dat maakt Troelstra of
liever dat maakt de sociaal democratie er
maar van.
En die willen nu het land regeeren.
In de bovenbedoelde vergadering heeft
Troelstra het Nationaal Arbeidssecretari
aat, dat tegen de politieke actie en niet
vrij van anarchisme is, vrij onzacht aan
gevallen hierop hebben de heeren van
het N. A. S. zich op hun manier verweerd,
hatelijkheden gezegd en onder meer Troel
stra verweten dat hij de arbeiders niet
kent en f70 in de week verdient.
Troelstra zou wijs hebben gedaan, in
dien hij dezen persoonlijken aanval links
had laten liggen; doch hij ging er bij zijn
repliek op in en prees zichzelf daarbij
met te beweren dat hij elke minuut van zijn
leven wijdt aan de arbeiderspartij.
Zijn woord was olie in 't vuur.
Wij schrijven hier even het slot uit het
verslag van Met Volk over
Er ontstaat rumoer door de heele zaal.
Het is een tijdlang onmogelijk te spreken.
Als het iets stiller is, roept Troelstra,
dat hij alleen kan overwinnen door de
kracht zijner argumenten, niet door zijn
longen. Het rumoer houdt aan; Troelstra
roept: Wie mij tast in mijn eer, moet ver
wachten, dat ik mijn eer verdedig! Hij
weigert verder het woord, en de Voorzit
ter sluit de vergadering.
Zonder iets verwaands in zijn stem of bewe
gingen zette hij in met den gebruikelpken
aanhef en plots was het stil in de zaal, een
stilte die hij benutte door even te poozon
als om de geluidloosheid op zijn hoorders
te laten inwerken. Het effect miste niet,
de aandacht werd intenser.
Merriman sprak mot zeldzame bezieling;
nu eens slingerde hij de woorden zijn tegen
standers m liet gelaat met striemingen van
toon en klank, dan weer spotte zijn stem
en tintelde zjjn oog als hij gevat een aanval
afweerde. Hg temperde zijn geluid tot een
krenkondo minachting of juichte op in
breed enthousiasme voor zijn denkbeelden.
Weemoed zong in zijn rede als hij her
innerde aan wat was geweest en wat het
had kunnen zijn, verontwaardiging welde
op en hamerde neer als hij zijn banvloek
slingerde noar de maDnen die Zuid-Afrika,
het mooie, zonnige land, maakten tot een
hel van haat en tweedracht; maar dan vonkte
plotseling weer zijn tintelend vernuft en
maakte hij met een enkel geestig woord een
tegenstander af of wist hij den naam van
een man die hooggeacht werd in Afrika te
noemen in oen toon die zjjn toehoorders
pakte.
En die toehoorders doorleefden zijn voe
len, zpn denken. Zijn partijgenooton, juich
ten overwinning als de spreker een tegen
stander had gestooten van zijn voetstuk van
politieke argumentatie, jubelden hun »hoor,
hoor" als hij zei zijn scherpe waarheden
die zij voelden, maar niet konden uiten,
zooals hij, hun beste redenaar, hij, de man
van talent, van vernuft, van fijnen geest.
Er ontstaat nog heviger rumoer, een
persoon wil spreken, doch door het zin
gen van socialistische liederen wordt hem
dit onmogelijk gemaakt. Op verschillende
punten in de zaal wordt heftig getwist;
als er wat ruimte komt, wordt met de
ledig geworden stoelen gedreigd en ge
gooid; de politie verschijnt, cd ontruimt
langzamerhand de zaal.
Aan die zijde is derhalve ook de liefde
en eendracht nog niet. Van die zijde zal
de reformatie ook niet komen.
Hetgeen ons niet onbekend was, dewijl
wij overtuigd zijn dat alleen terugkeer
tot de eischen van Gods Wet en Recht,
ook op den Zondag, duurzaam heil voor
den arbeider en den arbeid waarborgt.
Maar ook zelfs in kringen, waar men
't niet verwachten zou, is de bekoring
der sociaal democratie zoo groot.
Men verlustigt zich Gn de luchtspiege -
ling als ware haar beloofde land het ware,
en het grijpbare en het reeds bereikte.
Maar zoo'n eenvoudig vergaderingetje
kan do menschen ontnuchteren.
AlbionJingo.
Men heeft ons naa, de beteekenis van
beide gevraagd. We vonden er in hoofd
zaak dit van.
Albion heette Engeland en Schotland
(Brittannia Major) in onderscheiding van
(Brittannia Minor) Ierland.
Albion is vermoedelijk een oorspronke
lijk Gallische benaming, eenerlei met Al-
ban of Albain, zooals tegenwoordig het
Schotsche hoogland in de spraak der
hooglanders genoemd wordt. Het is het
meervoud van „aly" of „aily" dat „rots
achtig gebergte" beteekent, omdat zich de
Engelsche kust aan Frankrijk? zijde als
een koten van rotsen vertoont.
Jingo is oorspronkelijk een vloek, waar
schijnlijk uit de Baskische provincie in
Engeland overgebracht door soldaten of
Zigeuners of ander volkje dat tegen een
vloek niet opzag. Als een Baskiër uit
roept: Heer in den hemel! dan roept hij
Jaungo ikoa. Jaungo beteekent dus „Heer"
of „God" ongeveer.
In de Engelsche taal verkreeg het woord
reeds lang burgerrecht. Dichters en pro
zaschrijvers van vroegere eeuwen, o. a.
Goldsmith en Barton gebruikten de uit
drukking: „Bij Jingo".
Populair werd de vloek echter pas toen
Op de regeeringsbanken woelde onrust.
De Rhodes-ministers faalden in hun wil
len om kalm te schijnen, en het was als
zuchtten zij op toen de spreker eindelijk ging
zitten onder een dankbare toejuiching zijner
partijgenooten en bewonderend opzien zij
ner tegenstanders, niet bekeerd van hun ver
stoktheid, maar zichtbaar aangegrepen door
zooveel redenaarsgaven."
Merriman is een Engelschman, maar een
Brit van de goede soort, van de Britten die
bewust zijn de jeugdige kracht, die in de be
volking van Zuid-Afrika schuilt, een kracht
die in staat is haar eigen heil uit te werken,
mits land en bewoners niet worden gekweld
door geldwolven en politici die zonnig Zuid-
Afrika niet kennen en de Afrikaners nog veel
minder.
Hij is een politicus van lange ervaring,
dertig jaren heeft hij nu reeds zitting ge
had in liet Parlement, waarvan twaalf jaar
als minister. Hij is de zoon van den bis
schop van Grahamsstad en geen lid van
den Afrikanerbond, hoewel hij van dezen
thans den machtigen politieken steun ge
niet.
Het zenden van Meriiman euSauernaar
Engeland als afgevaardigden der Afrikaner
partij laat geen twijfel aan het vredespro-
gramma, dat de afgezanten in het land van
Chamberlain en Roberts zullen ontvouwen.
Immers den 14en September diende Sauer
een motie in in het Kaapsche Parlement
voor het verleenen van „qualified indepen
dence" aan de beide republieken. Merri
man die in een schitterende rede de motie
ondersteunde, omschreef het willen van
Beaconsfield, de tory-minister, in 1879,
Turkije uit de omarmingen van Rusland
wist los te maken. Toen werd een deun
in de café chautants in opgang gebracht,
welke luidde
„We don 't want to figld, hut, bjj Jingo,
if we do.
We 've got the schips, we 've got the men,
we 've got the money too".
Na dien tijd is „Jingo" van een vloek
geworden eene aanduiding van een poli
tieke partij, en wij schrijven hier liever
uit Met Uandelsblad af! „Jingo" en
„Jingoïsm" zijn de menschen en het be
ginsel, die leeren dat Engeland is het
beste land van de wereld, met de voor
treffelijkste staatkundige inrichting en den
uitstekendsten vorm van staatkundige vrij
heid, met de grootste, godsdienstigste en
verdraagzaamste beschaving, zoodat ieder
een die geen Engelschman is, niets beters
kan doen, dan öf te sterven, of te trach
ten zoo gauw mogelijk Engelschman te
worden, terwijl iedereen die zich tegen het
een of het ander verzet, niet waard is dat
de zon hem beschjjnt.
Een staatkundige partij en een staat
kundig beginsel, uit een vloek geboren en
den naam van een vloek dragende, wijken
niet af van de lijn hunner historische ont
wikkeling, wanneer zij eenmaal weer als
een vloek en met een vloek beladen ten
onder gaan.
e
Wij verlangen niet te vechtenmaar
bij Jingoals wij 't doen, hebben wij de
schepen, de mannetjes, en het geld ook
In zijn bijeenkomst van 22 en 23 Januari
j.l. heeft het centraal-comité van Antire
volutionaire Kiesvereenigingen, op daartoe
ingekomen verzoek, eervol ontslag ver
leend aan den adjunct-secretaris, don heer
J. van Oordt tot Bunschoten, en in zijn
plaats benoemd den heer R. C. Verweyck,
dusver Amenuensis. Voorts is bepaald,
dat de Deputatenvergadering zal gehouden
worden in Tivoli te Utrecht, op II April
e. k. des voormiddags te tien ure. Voor
de vijf periodiek-aftredende leden zijn op
de voordracht geplaatst deze vijf dubbel
tallen 1. J. van Alphen, en H. W. van
Marle. 2. Mr. Th. Heemskerk en jhr.
mr. L. H. J. M. van Asch van Wpck. 4.
den indiener als volgt:
„Ik erken ten volle dat het niet redelijk
is een volledige onafhankelijkheid te vor
deren. Het is niet goed tot 1881 terug te
gaan. Wij moeten een einde maken aan
die buitenlandsche gezantschappen, deze
reusachtige bewapeningen, en beletten dat
de Transvaal gemaakt wordt tot een bur
leske eerste-rangs mogendheid; maar ik
geloof dat er een mooie toekomst voor
Transvaal en Oranje Vrijstaat is, als men
het beginsel van een staat onder bescherming
van Engeland aanvaardde wat, maar ik
geloof, de heer Sauer bedoelt en welk be
ginsel ook door den heer Schreiner uit
voerig is uiteengezet"
Ziehier dus in het kort het vredespro-
gramma der heeren.
Duidelijk is het zeker niet, maar de
nadere uiteenzetting in Engeland zal er
misschien de thans ontbrekende klaarheid
aan geven.
Dit weten wij echter, dat volgens dit
plan, den Boeren zelfs geen onafhankelijk
heid zal worden gegund onder Britsche
suzereiniteit, zooals in '81. Wat den beiden
republieken zou worden toegestaan, zou
zijn de bescherming van Engeland, een
bescherming waarvan zij de wreede her
innering bewaren in hun verwoeste huizen,
hun geroofde vee, hun vrouwen en kinde
ren in gevangeniskampen.
De heeren Merriman en Sauer mogen ver
trouwd en bekend zijn met de Z. A. politiek,
of zij in deze overtuigd kunnen wezen dat
de strijdende republikeinen hun programma
aannemelijk siullen achten, blijft de vraag.
Prof. mr. D. P. D. Fabius on J. H. de
Waal Malefijt. 5. C. M. E. van Löben
Seis en prof. P. Biesterveld.
En eindelijk is aan de Kiesvereenigingen
toegezonden een Memorie met het Program
van Actie, om een weloverwogen beslissing
op 17 April voor te bereiden.
Tot bet aanknoopon van onderhandelin
gen met het Centraal Comité van andere
partijen, volgens Art. 20 van de Statuten,
besloot het Centraal Comité ook ditmaal
niet over te gaan. Hieruit zou een gemeen
schappelijke verantwoordelijkheid voort
vloeien, die men niet wenschte op zich te
nemen. Een samenwerking, bij afspraak,
met andere partijen over heel het land,
achtte het Comité noch gewenscht noch
bereikbaar. Over beoogde samenwerking
in kleinere kringen, is het Comité bereid
advies te geven, indien zulk advies door
één of meer Kiesvereenigingen mocht ge
vraagd worden. De ernst van den toestand
scheen meer tot een verzoenende dan tot
afstootende houding te nopen, maar het
zelfstandig karakter der Antirevolutionaire
partg mocht hieronder geen schade lp den.
In het aan de kiezers voor te leggen
manifeit wordt gezegd dat de Antirevolu
tionaire partp handhaaft, ook bp de komende
verkiezingen voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, die op 4 Juni e. k. zullen
gehouden worden, het Program van Be
ginselen, dat in 1878 is vastgesteld waar
aan het Comité het navolgende toevoegt
»Voorts oordeelt zp (de antirev. partp),
dat bp de komende verkiezingen noch
Graanrechten, noch Grondwetsherziening
aan de orde moet worden gesteldmaar
dat op den voorgrond moet treden de vrp-
making en de voltooiing van het onderwps
en de bescherming vau organisatie van den
arbeid, nader omschreven in deze drie
punten
1. Voor zoover de Grondwet toelaat,
finale oplossing van het onderwpsvraagstuk
in den geest van het gewpzigde Unie
rapport.
2. Verplichte verzekering ten hate van
kranken, invalieden en ouden van dagen,
en zulks met steun van het rpk.
En 3. Het scheppen van middelen daar
toe, onder meer door een oordeelkundige
verhooging van de opbrengst onzer tarie
ven, die tevens aan de nationale welvaart
Die Memorie nemen wij later op.
Wellicht vinden zij, de beroofden, de
gefolterden, de mannen getroffen in wat
hun het heilgste was, meer troost in een
ander deel des heeren Merriman's rede
van dien datum. „Deze menschen zijn
geen teergevoeligen, maar zij hebben een
gevoel dat tot het uiterste is ontwikkeld,
en dat is het gevoel voor vrijheid.
„Wij zullen vechten tegen iets dat het
moeilijkste te bevechten is gevoel.
Engeland zal zijn hand in een wespennest
steken en zoo zeker als het dit zal doen,
zoo zeker zal het Zuid-Afrika verliezen".
Met dit gevoel, dat niet te bestrijden is,
zooals de heer Merriman erkent, heeft hij
blijkbaar zelf geen rekening gehouden.
Maar is het wel te verwachten dat de
heeren iets zullen uitwerken na Chamber
lain's jongste telegram aan sir Alfred Milner,
waarin hij zijn goedkeuring hecht aan do
mededeeling van den Hoogen Commissaris
aan de deputatie van het Wolcester Con
gres, dat het ministerie niet wil terugkomen
op zijn annexatie-politiek?
Zij zullen wellicht En geland waarschuwen
en rondgaan als de profeten van het nade
rend onheil; maar als het redenaarstalent
van Merriman niets baat, welnu, laten zij
dan naar Zuid-Afrika wederkeeren en daar
de boodschap brengen dat Britanje Z.-Afrika
onherroepelijk verliezen wil en verliezen
zal, en ik ben zeker dat Zuid Afrika dan
ook zal toonen dat het Engeland kan ont
beren, wat de heer Merriman in zijn Britsche
verwatenheid niet gelooft, zooals uit zijn
rede van 14 Sept. blijkt".