NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
iecht benoodigd
r
No. 69. 1901.
Zaterdag 16 Februari.
15e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Joh. Brouwer,
pier en Randen,
PAARD te koop,
dragend Paard
IIUIBUS,
hMoudster,
vangen
'eil. Wekker,
Kalf koe
lig beschikbaar
14 o o p
MEID
iiiieiide Meid
week in lossing i
KOLEN tegen ver-
f 1,75 de 16 H.L.
veere.
TIGE COLLECTIE
goedkoop.
STRAND a 10 cents.
aat MIDDELBURG.
prijzen zijn gevallen
Ie nummers
I, 58, 32, 91, 172,
7, 191, 125.
lergeteekende zijn onder
O P een eikenhouten
I, een LINNENKAST en
jATTEBUISKACHEL,
d, wegens plaatsgebrek.
IESTEGER, Koopman,
Korte Geere.
p)N te koop,
bij IZAK KOSTER,
|ur uit 2,
LEERE, Domburg.
Ail f vaars
lening 22 Februari, bij
|Veere.
|r uit 4, bij H. BOONE,
Mei a. s.
id gezin, bij voorkeur
gezin het paardenwerk
-ke. M. BOOGERD.
3 jaar, bij IZAK KOLE,
Inemuiden.
I, met onder- en boven-
TAN DER VOORDE,
IVasschen
s Boekh. F A N O Y,
[et Mei
Vrouwepolder,
en Maart
oerenknecht
iCOBUS KRIJGER,
|riewegen.
st Mei
(bakkersknecht
ilD benoodigd
Serooskerke (W.)
st Mei
TER JOBSE, Koude-
Jr a a g d
lij P. VISSER,
jkelstraat,' Vlissingon.
fct Mei
ItANCKE, Biggekerke.
|art of Mei
ide Handknecht
PIETERSE, Bigge-
ieke).
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
Ontsnapte Boeren in Petersburg,
Barbaarsche Engelschen.
J. ZUID WEG.
—4^
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De correspondent van liet Nieuws
schrijft dd. 21 Jan. uit Kaapstad onder
meer
De Republikeinsche commando's gaan
overal heen. Nu eu dan wordt er wat
gevochten, maar grootendeels gaan de com
mando's waar zij willen, zonder groote
hindernis vanwege de Engelsche troepen.
Men veitelde mij, dat Commandant Kruit-
zinger, die nu te Murraysburg of in de
buurt aldaar verkeert, slechts achthonderd
manschappon onder zijn bevol had, maar
toch zijn tegenstanders zoo'n schrik heeft
ingeboezemd, dat zij hem toelaten te doen
en te laten wat hij maar wil. Er werd
een sterk cordon om hem heen getrokken
nabij Beaufort West, en, zooals vroeger
meermalen het geval was, toen de Engel-
schen nog niet veel van De Wet wisten,
kwamen er geregeld aankondigingen, dat
mijnheer Kruitzinger verloren was en aan
stonds als krijgsgevangene te Kaapstad zou
verschijnen. Maar ook 3poedig werd er
bericht ontvangen, ofschoon niet gepu
bliceerd dat hij met zijne manschappen
door de Engelsche lijnen was doorgebroken,
en reeds te Murraysburg verschenen was.
Zoo gaat het eiken dag.
Hoe de zaken eigenlijk in de kolonie
staan is moeielijk te zeggen. Geloofwaar-
dtge berichten zijn bijna niet te krijgen,
ofschoon het hier van geruchten wemelt.
Niemand weet precies waar de Boeren te
vinden zijn, want zij zijn ais dwaallichtjes,
die nu hier, dan daar verschijnen.
Dit echter staat vast, dat zij hoel op hun
gemak overal paarden commandeeren en
dwars door de Britsche lijnen trekken, alsof
ieder commando een de Wet als leider had
FEtlSLLETÖ
Vier Vrijstaters en een Transvaler zijn
van de «Catalonia" in de baai van «Colombo"
op Ceylon ontsnapt, door de «Cherson" van
de Russische vrijwillige vloot opgenomen,
in Theodocia (Rusland) geland en te Pe
tersburg door ds. Gillot (predikant der
Hollandsche gemeente) als gasten opgeno
men. De Transvaler, Duitscher van ge
boorte Hausner is zijn naam die
al sinds 15 jaar in Transvaal woont en
burger is, had een zeer goede be
trekking in Pretoria toen de oorlog uit
brak en hij opgecommandeerd werd. Sinds
dien tijd is hij niet meer naar Pretoria
teruggekeerd. Hij is 30 jaar oud en de
oudste van 't gezelschap. Hij is 't langst
in het veld geweest, want eerst den 7den
October werd hij, bij Reitzburg, bij 't over
trekken van een drift op de grens van
Transvaal en Vrijstaat, gevangen genomen.
Hij stond onder Kapitein Cilliers, 't hoofd
van 't verkennerscorps dat vroeger onder
Theron en Cilliers gestaan had. (Theron
viel bij Krugersdorp). In 't begin van den
oorlog stond hij in Natal en maakte o.a.
den slag bij Elandslaagte mee. De andere
vier, de Vrijstaters, hebben ook allen onder
de Wet gediend, 't Zijn flinke kerels. Geo
Botha is groot en stoor gebouwd. Hij
heeft een gezicht dat altijd lacht en dan
een rij blinkend witte, gezonde tanden laat
zien. Om hun gebit zijn ze trouwens allen
te benijden. Hij draagt noch snor noch
baard. Zijn blik is zoo open als die van
een kind, maar de trek om den mond en
die sterke kin laten in hem iemand ber
kennon, die met gevaren spot. Hij was
vóór 't uitbreken van den oorlog beambte
aan de Nationale bank te Bloemfontein.
F. Steijn is do kleinste; hij is van den
zelfden ouderdom. Zijn uiterlijk is sym
pathiek en zeer intelligent. Zijn beroep
was telegraaf-beambte vóór hij opgecom
mandeerd werd. Deze beiden werden ge-'
vangen genomen den llden Juni in den
slag bij Roodewal, waar de Engelschen zoo
zware verliezen leden. Dan komen de twee
gebroeders Steijtler, Geo en Laurens. Geo,
de oudste, is ook vijf en twintig, was rechts-
Maar Afrikaanders hebben reeds vroeger
beweerd, dat er meer dan een de Wet zon
gevonden worden, als de zaken eens waar
lijk ernstig werden. En te Kaapstad zijn
de lieve loyalisten zoo bang als een kat,
als zij de werfbonden zien aankomen.
't Is waarlijk belachelijk om hen te
hooren spreken. Sommigen want schrik
maakt den ipensch somtijds gek heb
ben aanbevolen, dat de Engelsche Regee
ring de Boeren, die nog zoo dapper voort
strijden, niet als oorlogvoerenden, maar
als rebellen beschouwen moet en hen der
halve, in geval sommigen van hen gevan
gen genomen worden, moet ophangen of
doodschieten. Dan geeft men ook aan de
hand hot verantwoordelijk bestuur van de
kolonie af te zetten, om dus den krijgs
lieden een geheel vrije hand te geven.
Die suggesties zijn allen dwaasheden, en
de koloniale Ministers zijn sterk genoeg
om het te zien. Er is echter gevaar, dat
de Engelsche Regeering zoo degelijk ver
schrikt zal worden, dat het, tijdelijk ont
hutst, een of andere dergelijke raadgeving
zal volgen, onverschillig of ook de koloni
ale Ministers er tegen gewaarschuwd heb
ben, Wat in zoo'n geval zal gebeuren,
staat moeilijk te voorspellen. Tk denk
niet, dat het ooit tot een geregelden op
stand tegen de Regeering of laat mij
liever zeggen, fegen de militaire overheer-
sching zal komen, want zooals ik reeds
in mijn vorige brieven heb gezegd, de
Afrikaanders hebben geen leider, in wien
zij bet volle vertrouwen stellen. Doch,
wordt zoo iemand gevonden, en er is altijd
een mogelijkheid, dat wij in tijd van nood
onzen eigen De Wet kunnen bekomen,
dan is het heel anders gesteld.
Het onttrekken van het verantwoordelijk
geleerde (wetsagent, zooals de Boeren dat
noemen) te Zastron in den Vrijstaat. Hij
is donker van uiterlijk, groot en breed
geschouderd. Bij Thaba'nchu werd hij in
de kuit gewond en bij Zandrivier met de
heeie ambulance door de Engelschen ge
vangen genomen. Dat was ongeveer den
18den Mei. Laurens is een jonge reus van
twee en twintig jaar. Hij studeerde nog
aan 't Grey college te Bloemfontein toen
de oorlog uitbrak. Tusschen Ladybrand
en Thaba'nchu werd hij gevangen genomen,
toen hij alleen van een verkenning terug
kwam en door de Engelschen overvallen
werd. Hij meende dat het ongeveer op
den 20sten Mei was, dus een paar dagen
nadat zijn broer gevangen was genomen.
De Steytlers zijn van Hollandsche afkomst;
de vader was geboren Hollander, de moeder
eene Botba. Allen waren gewone burgers,
alleen Steijn was assistent-veldcornet. Na
in verschillende gevangenissen gezeten te
hebben, waren zij naar Groenepunt ge
bracht, waar zij verscheidene pogingen
gedaan hebben om te ontsnappen. Vooral
Botba kreeg een vermaardheid om zijn
tunnels graven, maar toch' lukte het hem
niet te ontkomen. Eens had 't maar wei
nig gescheeld. Omdat zij zulke onrustige
gevangenen waren, werden zij naar Ceylon
overgebracht. Zoo kwamen zij aan boord
van de «Catalonia" en toen er 631 man aan
boord waren, giag bet naar Ceylon. De
behandeling aan boord van 't transport
schip was beestachtig geweest, maar 't wa
ren vooral de geboren Hollanders die 't
hard te verduren hadden. Het eten was
wel slecht geweest, maar dat was nog niet
't ergst. Wie trouwens gebruik maakte
van 't recht om zich te beklagen over 't
eten, werd voor een paar dagen op water
en brood in de cel geplaatst Na 't maal
kwam een officier steeds vragen, of iemand
klachten bad over 't eten, maar zoo'n klacht
had het genoemde resultaat. De cel was van
ijzeren tralies voorzien, en werd 't leeuwen-
hok genoemd. Hausner werd er dadelijk
in, gezet, toen hij aan boord kwam, omdat
hij niet wilde gehoorzamen en 't volkslied
floot. Tot nu toe heet bij daarom nog
«leeuwtje" bij zijn kameraden. In de cel
werden ook de zieken opgesloten, wanneer
zij weigerden de voorgeschreven medicijnen
bestuur geeft terstond een redelijke grief,
waarom men de wapens kan opnemen, en,
gepaard als het zal gaau met de sympathie
voor de Republikeinen, zal zoo'n grief
weldegelijk aanleiding kunnen geven tot
een opstand in de Kaapkolonie. Maar er
staat op te maken is iets anders, 't Is
mogelijk, maar uiterst onwaarschijnlijk, dat
de Britsche Regeering, in strijd met het
advies onzer Ministers zal handelen, en dus
is 't ook hoogst onwaarschijnlijk, dat er een
opstand zal wezen.
- Neen, de Boeren moeten hun eigen heil
uitvechten, en waarlijk de kansen staan
schoon voor hen. Zij hebben vee] gewaagd
en kunnen veel winnen, ook zonder hulp
te hebben van de koloniale Boeren in de
kolonie. Maar een vreemdeling moet, als
hij de zaken alhier gadeslaat, toch altijd
met wat verachting op de Afrikaanders
nederzien. Zij hebben zich niet mannelijk
gedragen heusch niet. De partijleiders,
Merritnan, de Engelschman, die zooveel
van principes denkt, dat hij ieder anderhall
jaar een nieuwe partij zoekt, de man, die
nu aan onzen kant staat, met zijn scherpen
tong en zijn lange spulebeenen en reus
achtige voeten, en Sauer, de geboren Afri-
baander, die niet van vechten houdt en
zoo zachtzinnig als een molletje is, wanneer
er van een hmongeregeldheid wordt
gesproken die tweetjes, onze partijleiders
vertrekken naar Engeland, „om een laatste
poging te doen om den oorlog te keeren".
Heel fraai, maar zij kunnen toch veel
meer hier uitrichten.
Er zijn wel individueele gevallen van
Boeren, die zich bij de commando's heb
ben aangesloten. Zoo b.v. hoor ik van vier
welgestelde lui 't spreek vanzelf, dat
ik geen namen kan noemen - van de
te slikken. Ziek waren ze allemaal aan
boord, omdat zij 's nachts opgesloten waren
in een ruim beneden in 't schip, waar
luchtverversching onmogelijk was. Slapen
kon in die atmospheer niemand. Een zekere
ven Rooijen, een Boer, bezweek in dat ruim
aan luehtgebrek, toen zij voor Durban kwa
men. De 63-jarige Hollander van der
Linden werd door zijn kameraden naar
boven gedragen. Hij werd gekweld en
mishandeld, tot hij ten slotte den geest gaf.
Toen men in volle zee was, mochten de
gevangenen aan dek blijven overnachten,
waar de ruimte ook maar heel klein was,
zoodat van liggen geen sprake was en de
gevangenen tegen elkaar geleund sliepen.
Ieder had 2 vierkante voet ruimte. Maar
daar was ten minste lucht om van te leven.
Zoo kwam men dan in de baai van Co
lombo, en om den dag werd toen een partij
van 150 Boeren aan land gebracht. Twee
zulke partgen waren al geland, eu er was
wat meer ruimte gekomen op het gedeelte
van 't dek, dat voor de gevangenen be
stemd was. 't Was een donkere, windige
nacht. Een Fransch schip lag op korten
afstand, een eind verder een Russisch, zooals
zij overdag gezien hadden. Hausner en de
jongste Steytler spraken af naar 't Rus
sische schip te gaan, wanneer zij goed weg
konden komen. De andere drie wilden den
Franschman zien te bereiken, omdat die
dichter bij was. Maar de Franschman had
niet zoo 't uiterlijk van een oorlogsschip
als het Russische, dus was 't gevaar van
eventueele onderzoeking door Engelschen
in Aden veel grooter. Nog een andere
broer van de Steytlers wilde ook mee, maar
't werd hem afgeraden, omdat hij niet
zulk een goed zwemmer was. Er liepen
zes wachten langs hen heen-en-weer, en
ook onder de gevangenen bevonden zich
nog Engelsche spionnen. Met alle moge
lijke voorzichtigheid hadden de vluchte
lingen aan bakboordzij een touw neergelaten;
wel keken de wachten over boord, maar zij
bemerkten niets. Dat was naast de wasch-
plaats, waar de reeling wat naar buiten
uitgebouwd is. Onder den waschbak
hielden zij zich of zij daar lagen te sla
pen. Aan stuurboordzij hadden andere
kameraden ook een reep neergelaten, 't
geen de aandacht der wachten trok, die
Middellandsche districten, die hunne plaat
sen verkocht en. al hun geld in Europa
belegd hebben, hunne vrouwen en kinderen
en een van hen heeft een groote fa
milie naar Natal hebben gezonden, en
zich bij de commando's hebben aangesloten.
Zulke mannen zullen de Republikeinen
van groot nut wezen, Een mensch, die
alles prijs geeft voor zijne beginselen, is
waarlijk een winst voor elke zaak. "Later,
als wij 't kunnen doen zonder vrees] in de
gevangenis te worden gestopt, zullen wij
de gedachtenis van die mannen vereeren.
Nu belaaszitten wij hen in 't openbaar
te beknorren, terwijl, wij stilletjes hunne
handelwijze goedkeuren. Een Afnkaander
moet heden ten dage voor zijn volk blozen,
als hij eenig zelfrespect bezit.
a. Grihoaland- West.
J. A. Fourie, Zoetfontein, en P. Koftke-
moer, Beestdam, werden door de Engelschen
gevangen genomen. Door hen werd 10
pond en een trommel kleeren meegenomen.
De kleeren en het geld zijn door de Engel
schen gestolen en toen zij te Fauresmith
aankwamen, werden van twee kafferboeren
do kleederen uitgetrokken, Zij zelve moei
ten hunne kleederen uittrekken, die ver
brand werden, waarna zij de kafferkleederen
moesten aantrekken. Zij kregen 3 jaar
gevangenisstraf met harde pad, beschuldigd
van bij Belmont meegevochten te hebben.
Koekemoer leed aan epilepsie en telkens,
wanneer hij een 4 aanval kreeg, dan werd
hij maar aan zijn lot overgelaten, zonder
een dronk water. Huis vernield, goed
verbrand.
-F. Botha, Honingnestkloof, een oude man
van 60 jaar, werd gevangen genomen en
voortdurend dat boord in 't oog hielden.
Wanneer de wachten geen van allen naar
bakboordzij keken, werd er gekucht, en
dan ging er een als een slang over de
reeling en liet zich langs de lijn neer.
Telkens vóór er weer een ging, werd er
langs stuurboordzij door de andere gevan
genen valsch alarm gemaakt om de wach
ten bezig te houden. Zoo kwamen allen
in 't water, zij hadden zich van hun
kleeren ontdaan en hadden niet anders
dan een hemd aan. Nu kwam het er op
aan, om niet bemerkt te worden door de
barkassen, vier in getal, die om de Cata
lonia heenvoeren, en voortdurend hun
zoeklicht over het water wierpen, Tel
kens als ze dicht in de buurt kwamen,
doken zij onder, maar 't weer hielp hen;
de zee was tamelijk hol. 't Was een
zwaar werk tegen den wind en tegen den
vloed. Dat moet tegen 12 uur geweest
zijn. De zwemmers verloren elkaar gauw
uit 't oog, ieder was op zijn eigen vlucht
bedacht, en ook waren zij niet gelijktijdig
van boord gegaan. De Fransche boot
zette zich juist tot vertrek in beweging,
toen Steijn en de oudste Steytler vlak bij
waren. Zij zwommen toen weer verder,
ook op den Rus af. Na twee uur onge
veer in 't water en een paar maal 't ver
drinken nabij te zijn geweest, kwam Haus
ner als eerste langs zij van den Cherson.
Een kleine praai iag langs boord, er werd
thee geladen. Met zijn laatste krachten
wist Hausner de aandacht tot zich te
trekken. De lus, waarmee de theebalen
door middel van een stoomkraan opge
haald werden, liet men in 't water neer,
hij zette zich erin, en zoo werd de dren
keling aan boord getrokken, en naar be
neden in veiligheid gebracht. En zoo
werd de een na den ander bemerkt; deze
werd bij de statietrap opgehaald, een twèede
bij het achterschip.
Toen allen bij elkaar waren, en na
eenigen tijd de eerste officier hun kwam
zeggen, dat zij aan boord mochten blijven,
op dien onvergetolijken 13den Januari,
toen de Russen juist hun Nieuwjaarsdag
vierden, was hun blijdschap natuurlijk
uitermate groot, en zij zeggen dan ook
nog nooit zoo'n gelukkig gevoel gekend
te hebben als toen. Slapen konden zij
door 10 man te voet 2 uur ver aangejaagd
door de barre zon. Hij werd beschuldigd
van wagen en bespanning gegeven te hebben
en verder 40 pond en 40 hammels. Hij
kreeg 2 jaar gevangenisstraf. Zijn huis
werd vernield en het vee geroofd.
S. van Rensburg, 75 jaar, gevangen en
weggestuurd. Beschuldiging onbekend.
Alle have en goed geconfiskeord.
W. Fourie, Bakenskop, wiens vrouw kor
telings gestorven was, werd gevangen ge
nomen. Het huis werd vernield en zijn zes
kleine kinderen moesten onvorzorgd achter
blijven onder de kaffers.
A. Burger, Kliphaan, was met nog zes
mannelijke bewoners en een jongentje van
7 jaar te huis. Deze werden allen gevan
gen genomen, terwijl A. Burger op sterven
lag. Hij bleef alleen met een meisje van
15 jaar achter.
7 Boeren werden te Hopetown met 1 tot
3 jaar harde pad gestraft op een onbewezen
aanklacht van het spoor opgebroken te
hebben en deelgenomen te hebbon aan den
oorlog. De kaffers hadden hen beschuldigd,
maar de Engelschen willen geen blanke
getuigen hooren.
b. Vrijstaat.
Weduwe Lubbe, Kreelaagte, have en goed
vernield, alles verbrand en vee geroofd.
T. Lubbe, Kreelaagte, have en goed ver
brand.
P. Badenhorst, idem.
D. Brink. Hij woont zelve in Kaapstad
en toch hebben de Engelsctien alles ver
nield en verbrand en het vee weggeroofd.
C. Koen, Poortje, 80 jaar oud. Hier werd
ook alles vernield en 1700 stnks vee dood
gemaakt. De beesten werden met sabels
geslacht en het huis met een kanon plat
geschoten.
niet van vreugde, dien eersten nacht.
Zooals men op 't schip zei, waren 't wel
twee mijlen geweest, die zij zwemmend
hadden afgelegd. Den volgenden dag,
nadat men hen voorzien had van kleeren,
werden door den scheepsdokter hun won
den verbonden, die door de lijn, waar
langs zij zich hadden neergelaten, zoo
waren opengesneden, dat de litteekens
daarvan nu nog duidelijk te zien zijn. De
Cherson was nog denzelfden nacht ver
trokken, juist om 4 uur 's morgens, het
uur waarop zij aan wal zouden gebracht
zijn. Hun vlucht moet toen eerst aan
boord van de Catalonia bemerkt zijn. Op
de Cherson ondervonden zij van allen,
van de uit China terugkeerende troepen,
van de passagiers en van de bemanning,
een zoo liefderijke behandeling en zoo'n
hartelijke sympathie, dat het de eenvou
dige kerels, die toch werkelijk anders
geen zwakke zenuwen moeten hebben,
nog aanpakt, als zij daarvan vertellen. De
kapitein van 't schip vond het beter in 't
belang van hen zelf, niet persoonlijk met
hen te zamen te komen, om te kunnen
doen, of hij van hun aanwezigheid aan
boord niets afwist. Toen men in Aden
aankwam, waren er natuurlijk dadelijk
Engelschen aan boord, om het schip te
onderzoeken. De kapitein kon natuurlijk
verklaren, dat de voortvluchtige gevange
nen, volgens ziju weten niet aan boord
waren, en stelde, voor het geval dat zij
toch het schip wilden doorzoeken, een
eisch van 10,000 pond, wanneer zij de
gevangenen niet vonden. Dit schrikte de
Engelschen af, en daar zij niet zeker wis
ten of de vluchtelingen niet aan boord
van 't Fransche schip opgenomen waren,
dat in denzelfden nacht van Colombo ver
trok, gaven zij hun onderzoeking op. De
gevangenen hadden in tusschen acht uren
in de derde schoorsteenpijp gezeten, die
niet gebruikt werd. Zoo waren onze kra
nige jongens gered, eu zijn gezond en wel
in Rusland aangekomen. Zij zien er,
zooals zij zelf zeggen, nu heel wat beter
uit, dan toen ze van de Catalonia ont
vluchtten. Aan boord hebben zij een best
leventje gehad, als tweede klasse passagiers.
(N. R. C.)