NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 67. 1901
Donderdag 14 Februari
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
NADER BEZIEN.
FEUILLETON. 4
De Johanoesburgsclie politie
vódr en in den oorlog.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
i.
Wjj hebben onzen eersten indruk van
het Bjjdrage-ontwerp tot nog toe verzwe
gen. Wij meenden eerst een nader onder
zoek omtrent de mogelijke resultaten van
dit wetsontwerp te moeten afwachten.
Thans mogen wij als voorloopigen in
druk boeken, dat dit wetsontwerp, schoon
van 's ministers standpunt loyale inwisse
ling van zijn belofte bij de behandeling
van 't leerdwangontwerp gedaan, van het
standpunt van het bijzonder onderwijs, in
verband met richtige uitvoering dor Leer
plichtwet niet bevredigen kan.
Het wetsontwerp biedt tweeërlei.
In de richting van de wet-Mackay, ge
lijk wij reeds opmerkten, voortbouwend
op 't beginsel der rechtsgelijkheid, geeft
het ontwerp een en ander dat niet uit
den leerplicht voortvloeit; en in de rich
ting van het ten vorigen jare toegezegde
op 't beginsel van steunplicktigheid komt
er een en ander bjj tot uitvoering van de
leerplichtwet.
Van den minister een leuke zet.
Hij zal wel geweten hebben dat de ver
goeding noodig door den Leerplicht, lang
niet voldoende zou zijn voor het Bijzonder
Onderwijs; maar dat het er mee door zal
komen, wanneer er nog een extratje bij
komt buiten den Leerplicht om.
De Nederlander kon wel ,eens gelijk heb
ben. „De toegestane belofte is vervuld.
Maar die vervulling is verbonden aan een
wetswijziging en aan voorwaarden welke
de waarde der toegezegde verhooging in
hooge mate verminderen en de vraag doen
rijzen of die verhooging niet is het sleep
bootje dat de tractementsverhooging der
openbare onderwijzers moet binnenloodsen."
Trouwens de Nieuwe Rotterd. Crt. van
8 Febr. heeft er reeds op gezinspeeld,
toen zij schreef: „De invoering der Leer
plichtwet is inderdaad een geschikt tijd
stip om de verbetering van de bezoldiging
der openbare onderwijzers ter hand te
nemen."
Wij hebben derhalve, om het voorge
stelde juist te waardeeren, alleen te letten
op de vergoeding door de Leerplichtwet
gevorderd.
Er zijn 15000 kinderen van schoolon
derwijs verstoken, van welke een deel
door den Leerplicht naar school zullen
komen.
Hoeveel in elke gemeente, dat is niet
uit te rekenen. Indien nu de komst dezer
kinderen in een klasse waar nog bij kon
geen meerdere onderwijskosten vordert,
(SlotJ.
Johannesburg werd bedreigd en aldaar
de komst der Johannesburgsche politie met
verlangen tegemoet gezien. Den 23sten
Mei ging het te paard naar Frederikstad
en verder per spoor; slechts tot Krugers-
dorp konden wij komende vijand was
ons voor en had het volgende station in
bezit. Zonder verwijl ging het nu over
Paardekraal en Muldersdrift naar Johannes
burg, nu en dan met kleine schermutse
lingen. Slechts langzaam vorderde men,
daar de paarden „gedaan" waren en vele
manschappen reeds van Boshof te voet of
op wagens moesten volgen. Johannesburg
kon niet tijdig bereikt worden. Vóór de
vijand die stad nam, hadden de laatste
daar aanwezige manschappen zich onder
luitenant Muller (die later gevangen ge
nomen werd) en opperwachtmeester Tom
Prinsloo vereenigd en vanaf een kop bij
Booysens den vijand bestookt; eenigen
vochten zelfs in de straten van Johannes
burg. Kommandant van Dam toog toen
naar Pretoria, legerde eerst bij Zesmijlspruit,
later dichter bij de stad. Den 5en Juni
werd de politie in een zwaar gevecht ge-
dan is een school met dit ontwerp wel
tevreden; want dan veroorzaken zij allicht
slechts een meerdere uitgaaf voor banken
of leermiddelen.
Maar wanneer er zooveel bij komen dat
een nieuwe klasse gemaakt moet worden,
of een school moet worden bij gebouwd,
dan helpt de van Rijkswege gebodon hulp
niet veel. En nog minder wanneer een
heel nieuwe school moet worden gebouwd.
Voor welke gemeenten dit geldt is ook
voorloopig niet te zeggen. Het ontwerp
slaat er dan ook terecht slechts een slag in.
Maar nu had de Minister beloofd dat
geen enkele school door den Leerplicht
van slechter conditie zou worden. Hoe
kan dit wetsontwerp, bij de volslagen on
wetendheid op dit punt, aan deze toezeg
ging beantwoorden, anders dan door een
bepaling dat ieder jaar de scholen die van
slechter conditie werden daarvan den mi
nister kond doen en deze mededeeling met
bewijzen staven, in welk geval de vergoe
ding des gewettigd bevonden, zou worden
verleend.
Van dit eenigs mogelijke standpunt ter
inlossing van 't eens gegeven woord, gaat
't Wetsontwerp echter niet uit. Uitge
zonderd waar 't betreft het herhalingson-
derwijs. Daar maakt de minister de con
trole over de inlossing gemakkelijk, door
te bepalen 19G lesuren ad 60 cent, waar
van 30 cent door 't Rijk te vergoeden.
Nu kan 60 cent per lesuur meevallen;
maar dan is de vergoeding niet zoo billijk
als zij schijnt. Voor de gemeenten niet,
dewijl hier geen rekening gehouden wordt
met mogelijk noodige uitbreiding van lo-
caliteit, vuur en licht, en nieuwe school
banken met het oog op den leeftijd der
leerlingen. Voor de bijzondere scholen
ook niet, dewijl hier alles uit particuliere
beurs moet komen, zij die het betalen
eerst moeten mee bijdragen in de kosten
voor het openbaar herhalingsonderwijs, en
de concurrentie met de openbare school
die 't uiteraard royaler doet, allicht tot
een bezoldiging boven vermogen voert.
Van vergoeding is derhalve hier geen
sprake. Het is slechts een tegemoetkoming.
En dit nu kan allicht den minister ge
noopt hebben tot het voorstellen in 't al
gemeen van verhoogd subsidie voor salaris
per onderwijzer aan de bijzondere en de
openbare school; en een nieuw subsidie
voor schoolbouw aan de bijzondere.
Bij aanneming van dit ontwerp moeten
de salarissen van het onderwijzend perso
neel worden verhoogd met f50 voor een
hoofd der school met minder dan vijf;
met f100 voor een dito met meer dan
wikkeld, en hield zoo manmoedig stand,
dat de vijand moest wijken en aan eene
andere zijde den aanval deed. Denzelfden
avond trok de politie af; een aantal viel
kort daarna, door gebrek aan paarden, in
's vijands handenmen beweerde aanvan
kelijk in 't geheel 120, waarvan echter
weder eenigen ontsnapten en zich bij het
kommando voegden.
Daar Pretoria deels laat in den avond,
deels des nachts verlaten werd, ging het
terugtrekken in oostelijke richting vrij on
geregeld en was de bestemming niet vol
doende bekend. Den derden dag' na de
inbezitneming van Pretoria ontmoette ik
even voorbij Eerste Fabrieken luitenant
Oosthuizen weder. Op mijn vraag hoe
sterk hij nog was, klonk zijn antwoord
zeer lakoniek: „Vijf officieren, dertien
onderofficieren en drie manschappen". Kom-
mandant-generaal Botha lag met zijn staf
bij Van-de-Merwestatie, kommandant van
Dam was naar Middelburg om met de
regeering een en ander te overleggen en
vele manschappen waren hem daarheen
gevolgd. Daar generaal Andries Cronjé
ziek te Klerksdorp was achtergebleven,
werd kommandant Douthwait tot zijn op
volger benoemd. Te Schoolplaats bij Frans
poort werd weder lager getrokken en aan
alle zijden kwamen manschappen opzetten-
den volgenden dag was het aantal reeds
160 en toen kort daarna kommandant van
vijf, tot tien dienstjaren; en zoo voor
iedere vijf dienstjaren tot f200 meer.
En voor de onderwijzers f100 meer met
minder dan vijf dienstjaren; f150 meer
met minder dan tien; f200 meer met
minder dan 15 dienstjaren; f250 meer
met minder dan 20 en f300 meer met
20 en meer dienstjaren.
Voor onderwijzers met hoofdacte 23
jaar oud, die volgens art. 24 op een school
met meer dan 4 onderwijzers moeten aan
wezig zijn f200 meer; en op andere scho
len f 100 meer dan tot nog toe (hier geldt
de leeftijd niet).
Terwijl de Rijksbijdrage aan de gemeenten
zal bedragen:
1. a. voor elk hoofd eener school van
199 en minder leerlingen f360;
van 200 tot en met 309 leerlingen, f 460;
van 310 tot en met 419 leerlingen, f560
van 420 en meer leerlingen, f660;
voor elk der onderwijzers, die het hoofd
der school bijstaan, voor zoover, die bijstand
volgens art. 24 verplicht is, f 260, doch voor
elk dier onderwijzers, die den leeftijd van
23 jaren volbracht hebben en den rang van
hoofdonderwijzer bezitten, voor zoover zulks
volgens art. 24 gevorderd word, f360.
c. indien het aan de school verbonden on
derwijzend personeel het minimum van on
derwijzers, bij art. 4 gesteld, overschrijdt.
voor scholen van 309 en minder leerlingen,
f260 voor één onderwijzer;
voor scholen van 310 en meer leerlingen,
f 260 per onderwijzer voor ten hoogste twee
onderwijzers;
doch omvat het onderwijs behalve de vak
ken ak tevens ten minste 2 der vakken
onder 1, m en n en het vak onder p van
artikel 2 genoemd:
voor scholen van 90 en minder leerlingen,
f310 voor één onderwijzer;
voor scholen van een en negentig tot en
met eenhonderd negen en negentig leerlingen,
f310 per ondei wijzer voor ten hoogste twee
onderwijzer;
voor scholen van tweehonderd en meer
leerlingen, f310 per onderwijzer voor ten
hoogste drie onderwijzers.
2 vijf en twintig ten honderd van de kosten
wegens het stichten, verbouwen ofaankoopen
van schoollokalen, voorzoover die niet
komen ten laste van anderen of op andere
wijze worden gevonden.
Ook wordt voorgesteld, dat artikel 51 bis
zal worden gelezen wat het voornaamste
betreft: Door het rijk wordt over elk
dienstjaar aan de besturen der bijzondere
lagere scholen eene bijdrage verleend volgens
donzelfden maatstaf als bij artikel 45 sub
1. aan de gemeente ten behoeve der open-
Dam terugkeerde, kon hij weder 600 man
tellen. Met kracht werd de opdringende
vijand tegengehouden. Den Hen Juni had
een zwaar gevecht plaats; de vijand trok
terug. Te Donkerhoek leed hij zwaarde
politie had geen verlies. Doch toen op
een anderen vleugel de Engelschen met
groote onstuimigheid een aanval deden,
werd 13 Juni een der Boerenkommando's
teruggedreven en moest de geheele linie
op Balmoral retireeren. Hier werd de
politie gesplitst; kommandant van Dam
ging met ruim 500 man naar Middelburg,
en hem werd de gewichtige taak opge
dragen de spoorlijn naar Komatipoort te
bewaken. Zoo ontstond er gelegenheid de
paarden flink te laten rusten.
Luitenant Oosthuizen, nu tot commandant
bevorderd, ging met de overige, allen flink
bereden mannen, en luitenant Pohlmann
positie nemen bij de Douglasmijn, ongeveer
20 minuten van Balmoran. Onder dezen
wakkeren commandant werd sterk geageerd.
Er was niets dat zijne bewegingen belem
merde. Wij hadden slechts onze paarden,
geweren, ammunitie en één of twee dekens
tenten en wagens lieten wij achter; slechts
een maxim (in de Kaapkolonie veroverd) en
een wagen met ammunitie en kost volgde
ons. Deze vliegende kolonne bewoog zich
nu hier, dan daar, en waar deze met den
vijand in aanraking kwam, werden hun
flinke verliezen toegebracht. Niettegen-
bare lagere school wordt toegekend, mits:
de school staat onder het bestuur van eene
instelling of vereenigmg, die rechtspersoon
lijkheid bezit; het onderwijs de vakken omvat
in artikel 2 vermeld onder a—i alsmede k,
tenzij, wat dit laatste vak betreft, blijke dat
de schoolgaande kinderen daarin elders vol
doend onderwijs ontvangen; dat onderwijs
gegeven wordt gedurende tenminste achttien
uren per week; het aantal onderwijzers vol
doet aan de voor den openbare scholen ge
stelde eischen in de artikelen 23 en 24, het
derde lid uitgezonderd.
Voor die bijdrage komen niet in aan
merking de bijzondere scholen: waarvan het
aantal leerlingen boven zes jaren, dat als
werkelijk schoolgaande bekend staat, bere
kend naar den maatstaf in artikel 24 ver
meld, minder dan 25 bedraagt; waarvan de
opbrengst der schoolgelden eene inkomst
oplevert van gemiddeld f80 of meer per
leerling en per jaar; wanneer blijkt, dat zij
gehouden worden als winstgenvend bedrijf,
Door het rijk wordt over elk dionstjaar
aan de besturen der bijzondere lagere scholen
onder voorwaarden van te voldoen aan ge
stelde eischen van inrichting die voor
eene bijdrage in aanmerking komen, boven
dien verleend: A. eene bijdrage ter tege
moetkoming in de kosten om te voorzien in
de behoefte aan schoollokalen voor scholen
van 40 en minder leerlingen f 40,
4190 leerlingen. 65,50
91-144 117,50
145- 199 172,—
200—254 227,-
255309 282,
810—364 337,-
365416 392,
420—474 447,—
475—529 502,—
530 en meer 557,
B. eene bijdrage in de kosten van het her
halingsonderwijs, volgens denzelfden maat
staf en op dezelfde voorwaarde als bij art.
45bis aan de gemeente ten behoeve van dat
onderwijs wordt toegekend.
13 Februari 1901.
In ons vorig no. beloofden wij een ander
gedeelte uit ds. Talma's Patrimonium-ar
tikel te zullen overnemen, dat sterker weer
legging is dan de eerst aangehaalde ont
kenning van het feit.
Dat gedeelte is een verklaring van de
onmogelijkheid dat een deel der werkelijk
Christen-werklieden ooit met de S. D. A. P.
zou kunnen medegaan, en dat ds. Talma
hun leider zou zijn.
Leest 't hier:
»Maar nu is juist het feit, dat de antiv.
staande de groote stoutmoedigheid, bleven
de verliezen der politie tot bij den slag bij
Bergendal uiterst gering, nl. 1 gewonde bij
Hartogsnek en 3 bij Witrandje. In dit
laatste gevecht telde ik 40 gesneuvelden,
gewonden en gevangenen bij den vijand
terwijl onze artillerie groote verwoestingen
aanrichtte onder een cavelerie afdeeling,
die vruchteloos poogde hun infanterie te
hulp te komen. Tusschen 14 Juni en 27
Augustus hadden gevechten plaats te Bronk-
horstspruit, Witrandje, Koffief mtein, Pan,
Witbank,Brugspruit,Öogje8fontein,Hartogs-
hoek, Wonderfontein, Belfast en Dalmanutha
in welke gevechten de Johannesburgsche
politie steeds een hoofdaandeel nam. Oost-
huizen's kommando was intusschen tot ruim
200 man aangegroeid, daar kommandant
Van Dam, zoodra er weder goede paarden
waren, manschappen zond. Den 27 Augus
tus liaj het bekende gevecht te Bergendal
plaats Waar 67 man met één maxim den ge-
heelen dag stand hielden tegen een kolos
sale overmacht van Buller met 53 stukken
geschut. Dit gevecht kostte ons helaas aan
dooden en gewonden 36 man. Luitenant
Pohlmann, opperwachtmeester Prinsloo, ser
geant J. Pretorius en 6 man sneuvelden
kommandant Oosthuizen en 14 onderofficie
ren en manschappen vielen gewond den
vijand in handen; 12gewonden,waaronder
schrijver dezes, ontkwamen op wonder
lijke wijze aan de bajonetaanvallen en sleohts
beginselen rusten op het Woord Gods voor
ons de reden, waarom wij ons van die partjj
niet laten scheiden.
Wij zien ook wel, dat daar zijn conser
vatieven naast hen, die sociale hervorming
met ernst willen doorzetten.
Maar, waar aan de eene zijde eene soci
aal politieke beweging, los van het Woord
Gods, ons een gevaar toeschijnt, is het aan
de andere zijde juist die grondslag, die
ons met moed doet blijven in dat »partij-
gareel."
Zeker wij zullen hervormingsplannen
moeten laten toetsen aan de beginselen,
maar wij hebben bij een pleit voor her
vorming in die beginselen zelf een groote
kracht.
Eene conservatieve partij, die hare vol
gelingen verwijst naar het Woord Gods,
ondergraaft zeker haar eigen conservatisme.
Wie onze bestaande verhoudingen op
staatkundig en maatschappelijk terrein
eerlijk en onbevangen toetst aan het Woord
Gods, met den wil zich voor de uitspraak
van dat Woord te buigen, zal toch wel
moeilijk kunnen komen tot een beschou
wing, waarbij het bestaande recht wordt
het palladium, waarvoor moet worden ge
streden.
»Wij zijn", zei het Volk nog 29 Jan. 1.1.
»een ekonomische partij". Juist; dat is
het zuiver onvervalschte Marxistische stand
punt. Al het andere: godsdienst, huwelijk,
ai die zedelijke en geestelijke dingen, pri
vaatzaak. Niet omdat zij geeerbiedigd moe
ten worden, maar omdat zij et niet toe-
of afdoen. De klassenstrijd, de strijd om
de meerwaarde, die moet gestreden wor
den met de geheele ziel, met het geheele
hart en met alle kracht. Dat andere laat
hun als S. D. A. P. koud, evengoed als
de vraag of een socialist een flambard draagt
of een pet.
Maar nu is juist daarom een christe
lijke volkspartij op den grondslag van den
klassenstrijd een innerlijke tegenstrijdigheid,
een leugen.
Iemand voor wien het woord geldt
Zoekt eerst het Koninkrijk Gods, weet het,
dat ook de ekonomische belangen alleen
veilig zijn onder de bescherming van het
recht Gods, en eene beschouwing, waardoor
de eeuwige dingen, de gansche gees'eljjke
wereld product worden van den mantschap-
pelijken strijd om het bestaan is voor hem
de eenvoudige brutale loochening vnn de
hoogheid Gods. Voor Marx is Gol de cre
atuur van de wereld, voor ons is de wereld
schepping Gods.
Goed, maar kan het dan toch niet zijn,
dat de christelijk sociale actie de over-
31 man kwamen zonder letsel vrij.
In dezen slag verloor de politie zijn beide
beste officieren. Kort daarop was comman
dant Van Dam in hinderlaag gelokt en ge
vangen genomen. Met een kleine patrouille
had hij zich naar Niemansland begeven
om aldaar met een bevrienden kafferstam
eenige zaken te regelen. Geheel onverwacht
werd hij door gewapende kaffers, aangevoerd
door Steinacker, luitenant in Engelschen
dienst, aangevallen. Opperwachtmeester
Lombard werd vermoord; Van Dam door
een bijlslag en assagaaisteek gewond en
gevangen weggevoerd.
Na den slag van Bergendal vereenigde
de politie zich weder, ook die bij de spoor-
bewaking waren geweest, te Godwanrivier
en werd luitenant van Zijl commandant.
Te Barberton werd luitenant Jacobs gevan
gen genomen. Luitenant Bossel, een uit
stekend officier, doch door ziekte de laatste
maanden uitgeput, ging met eenige, meest
gewonde, manschappen, de Portugeesche
grenzen over. Verschillende manschappen
voegden zich bij burgercommando's en nog
ongeveer 400 strijden onder generaal Vil-
joen en zullen den ouden roem der Johan-
nesburgpolitie handhaven en steeds geduch
te tegenstanders blijven. N.R.C. (S. v. Lier.)
-(o)-