NIEUWSBLAD
No. 66. 1901.
Dinsdag 12 Februari.
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
11 Februari 1901.
De minister van justitie heeft, vermoe
den wij tenminste, Hare Majesteit bij haar
huwelijk aangoraden do agitatie voor in
vrijheidstelling der Hogerhuizon te beant
woorden met gratie voor een die toch dit
jaar vrijkwam, en met afslag voor de
beide anderen.
In hoever nu afslag gratie is, of het
gratierecht met afslagverleening tot zijn
recht komt, laion wij in het midden.
Een minister van justitie moet woten
of dit justitie is.
Maar wel moeten wij er tegen opkomen
dat door deze gratieverleening weer een
nieuwe kniebuiging voor het volk dat van
agiteeron en gezag ondermijnen leeft, ge
daan is, en dat terwijl „de regeering" op
duim en vingers kon narekenen dat dit
volk met deze beschikking geen genoegen
zou nemen.
Een van beidehier zijn drie tuchthuis
boeven, wegens inbraak met moordaanslag
hun straf uitzittend, indirect deelnemend
aan eene beweging tot hunne invrijheid
stelling; of 't zijn drie onschuldig veroor
deelden, slachtoffers van een vergissing of
iets dergelijks van de justitie.
In het eerste geval had gratie of straf
vermindering niet behooren verleend te
worden.
Rotsvast had de justitie tot den laat-
sten aanval behooren te weerstaan.
In het tweede geval, afgedacht nu hier
van dat de invrijheidstelling direct had
behooren te geschieden, ware deze gele-
gonheid de beste geweest om geheel gratie
te veileenen.
Nu geen van beide geschied is, de re
geering den middenweg koos, geit en kool
meevoeren wil, en daardoor niemand be
vredigt, het rechtsgevoel krenkt en der
agitatie nieuwe brandstof bezorgt, nu heeft
zij het zichzelve te wijten, dat in steeds
meerdere kringen haar beleid zal worden
afgekeurd, als een bedenkelijke buiging
voor de volkssouvereiniteit in haar meest
zondige openbaring; en als een vernieuwd
blijk van zwakheid en beginselloosheid in
een tijd waarin machtige schouders noodig
zijn om den troon te schragen.
Twee gevallen in één week.
Eerst Pierson die voordat de liberale
kiesvereenigingen gesproken hadden, „het
voorbarig achtte zich uit te laten", twee
dagen na hunne uitspraak, zich tegen
grondwetsherziening en algemeen stem
recht verklaarde.
Nu Cort v. d. Linden die, in strijd met
de belangen dor Kroon, om de vijanden
der Kroon te bevredigen, een advies geeft
dat deze vijanden getuige Het Volk
meer dau ooit, juist tegen de Kroon in
het harnas jaagt.
Met instemming lozen wij, wat »De Maas
bode» schrijft over »Nieuw recht"
«We zien in den laatsten tijd zonder
linge dingen| gebeuren op justitieel gebied.
Scherf, de moordenaar van Apeltern,
werd te Tiel als krankzinnig beschouwd
en, na een kort verblijf in het gekkenhuis
te Medemblik losgelaten.
Te Rotterdam word voor oen beschul
digde gepleit, .dat hij noch misdadig noch
krankzinnig was, maareen buiten
verblijf behoefde.
Nu weer te Amsterdam stond eene onder-
wijzor terecht, die zich tegenover een
zijner leerlingen ergerlijk aan de moraal
had vergrepen. En de rechtbank ontslaat
dien man van alle vervolging en gelast
zijn vrijlating, omdat,»de geïncrimi
neerde handelingen (zouden) zijn te be
schouwen als de logiseho consequentie van
bekl.'s abnormalen toestand en opzending
naar een gesticht niet baten zou".
Vroeger hield men de misdadigers in de
gevangenis.
Later zette men ze in de krankzinnigen
gestichten, ze zaten althans opgesloten.
Thans laat men ze vrij en straffeloos
rondloopen.
Erfelijk belast, atavische druk, dege-
neratio En met toopassing dor theo
rieën van Lombroso over de herediteit, en
het syteom van dr. Aletrino over de niot-
verantwoordelijkheid, wil men vooruitstre
vend en wetenschappelijk schijnen, en men
laat zo los over de maatschappijdoodslagers,
dieven, schenners
't Woord van Alphonse Karr is afgezaagd;
anders zou het hier herhaald kunnen wor
den.
Welnu, het volk met zijn gezond verstand,
aanvaardt de paradoxen en sophismen van
den Turineeschen professor en den Amster-
damschen docent niet.
Maar als het ziet, wat er tegenwoordig
in arrondissements-rechtbanken geschiedt,
verzucht het naar een Nederlandsche justi
tie zooals die vroeger was.
Het lot valt altjjd op Jonas, zoo dach
ten wij toen wij in sommige bladen, zoo
kort achter malkaar den naam van ds. Talma
in een niet gewenscht verband vonden staan.
Eerst de Prov. Friesche Crt. die, als de
griffioen der Mecklenburgsche Wenden,
aangrijpend, vasthoudend, plukharend en
door elkander schuddend op getreden,
eene ketterijtje meende ontdekt te hebben in
ds. Talma's openingsrede.
Vervolgens De Nederlander, die meende
hem te mogen verdenken op grond van
een, gelukkig onjuist gebleken, verslag.
Om nu Sprokkelaar en Vaderlander er
maar buiten te laten, voor welke twee Talma
al cvon groote nachtmerrie schijnt als
Kuyper.
Daarna Het Volk, die bij monde van
Troelstra zich reeds verblijdde op een toe
komstig bondgenootschap met een deel der
Christenwerklieden onder Talma's leiding.
Zoo iets als de Belgische christene demo
craten met aan het hoofd een antirevolutio
nairen, of protestantseh-orthodoxen «abbé
Daens".
Nu heeft ds. Talma èn het Friesche èn
het Rotterdamsche orgaan behoorlijk ge
diend, 't laatstgenoemde zelfs bevredigend
daarom waren wij ook benieuwd hoe hij
Het Volk op zijn plaats zou zetten.
Troelstra dan had gezegd dat ds. Talma
de «aangewezen man zou zijn om in deze
streek die arbeiders welke door hun gods
dienst van de sociaal-democratie worden
afgehouden, langs geleidelijken weg daartoe
voor te bereiden", wijl hij in een debat
mot Troelstra verklaard had «de socialis
tische kritiek op het kapitalisme volledig
te onderschrijvon". Troelstra had er den
raad aan toegevoegd dat ds. Talma «wat
hij nu nog niet wil", zich behoort «los te
maken van de antirevolutionaire partij of,
wil hij eerlijk blijven daartoe zal moeten
komen".
Maar ds. Talma wijst thans in «Patri
monium" den handigeD advocaat er op dat
diens geheugen hem in den steek liet en
derhalve zijn gevolgtrekking niet deugt.
Hij brengt hem dit onder 't oog in den
volgenden niet heel mooien volzin:
«Toen ik nu vijf jaar geledon in een
debat over de wetenschappelijke nood
zakelijkheid van 't socialisme zei, dat ik
liet met zijn kritiek op de maatschappij
eens was, was niet „de socialistische
kritiek op liet kapitalisme" op den voor
grond gekomen, maar zulk een meer
algemeene beschouwing' van de bezwaren
tegen het kapitalisme, als dienstig was,
niet tot inleiding voor het debat dat
aangekondigd was, maar als propaganda
vóór het socialisme in een zoo gemengden
kring, ais dien avond tegenwoordig was".
verklaring is ons voorshands genoeg.
"''t T °lk zal haar wel niet aanvaarden.
Zij zal wel beweren dat dien avond wel
degelijk sprake is geweest van „de socia
listische kritiek op het kapitalisme". En
uit dit oogpunt heeft de verklaring van ds.
Talma dan ook geen waarde.
Zij krijgt echter meer waarde door het
geen hij er aan toevoegt.
Doch hierover in een volgend no.
De agitatie voor de invrijheidstelling der
Hogerhuizen is een nieuwe phase inge
treden. -«f
Thans gaat de liberale pers voorop. 3
Tenminste Het Handelsblad geeft haar'de
woorden in den mond.
Nu ook 't gratieplan schipbreuk leed
moet aangestuurd op voorwaardelijke in
vrijheidstelling!
Hier is een steen, die rollen blijft tot
de regeering afdoend zal zijn opgetreden;
öf het een, öf het ander zal hebben gedaan.
Algemeen protetantsch."
Gelijk we onlangs meedeelden, had men
in Victoria (Australië) opzettelijk beproefd,
een algemeen Protestantsche staatsschool te
organiseeren, en daarvoor een keurige col
lectie te behandelen stukken uit de Schrift,
gebeden en liederen in gereedheid gebracht.
In dit handboek was alle confessioneel
geschil en verschil gemeden.
Het moest Bijbelsch, zonder belijdenis
zijn.
Dit voorstel nu is op 22 December in
de Wetgevende Kamer aan de orde geko
men, maar gelukkig verworpen met 17 te
gen 14 stemmen, bij d-; tweede lezing.
Is het schier niet onbegrijpelijk, dat nog
altoos 14 leden van dat Huis aan de mo
gelijkheid van zulk een Christelijk onder
wijs geloofden(De Heraut.)
Leerplicht en
Onderstaande correspondentie in de
Nederlander komt ons niet onbelangrijk
voor om ze hier over te nemen.
Geachte Redactie!
In uw laatste nommer kwam een stukje
voor getiteld: Leerplicht-tyrannie. Vergun
mij naar aanleiding daarvan een vraag te
mogen doen, n.l.: moet iemand aan den
burgemeester kennis geven, dat zijn kind
niet gevaccineerd is Daarvan staat toch
niets in de wet, geloof ik. Nu kan ook
deze weg bewandeld worden. Men zendt
zijn kind naar een of andere school, waar
het natuurlijk, als niet gevaccineerd zijnde,
weggezonden wordt. Hiervan vraagt men
aan den onderwijzer een schriftelijk bewijs,
nl. dat hij het niet op school mocht toe
laten omdat het geen pokke-briefje had.
Dan is men altijd gevrijwaard. Immers
aan burgemeester, commissie, schoolopzie
ner, kantonrechter incluis zou men kun
nen laten zien: ik wil mijn kind naar
school zenden, maar gij zelf hebt het door
uw draconische vaccineplicht onmogelijk
gemaakt. Men gaat m. i. dan vrij uit,
ook voor huisonderwijs enz.
Nu zal men zeggen ja maar het eerste
is veel gemakkelijker, of het komt op het
zelfde neer. Vergun mij hierop te ant
woorden, dat men ieder jaar die kennisge
ving aan den burgemeester moet doen. En
hoe licht kan dat vergeten worden. Nu
behoeft men het voor ieder kind maar eens
te doen, dan zes keer, nl. zes leerjaren
ook loopt men geen gevaar voor vervolging
enz. als men het soms vergeten mocht hebben.
(Het is mogelijk, dat, indion de door
Ds. P. aan gewezen weg gevolgd wordt, de
rechter ten slotte den terechtgestelden va
der zal vrijspreken, op grond dat deze wel
aan zijne verplichting heeft willen maar
niet kunnen voldoen. Zeker echter zijn wij
daarvan niet, doch het ligt niet op onzen
weg de argumenten aan te geven voor een
vonnis met tegenovergestelde beslissing.
Volgt men den wettelijken weg, kennis
geving aan den burgemeester, dan gaat
men wat het huisonderwijs betreft even
vrij uit, als indien men den door den ge-
achten inzender aangegeven weg inslaat.
Red.)
Het incident-Pott is opgelost, maar hoe
De Portugeesche regeering heeft alleen
verklaard door intrekking van zijn aanstel
ling als consul niet bedoeld te hebben de
Nederlandsche regeering onaangenaam te
zijn; en de Nederlandsche regeering heeft
deze verklaring aanvaard.
Onzes inziens een daad van zwakheid.
Wij meenden dat, indien een buiten-
landsche regeering een Nederlandschen ge
zant of consul beleedigt, de Nederlandsche
regeering zich dat behoort aan te trekken
als ware de boleediging haar persoonlijk
aangedaan.
Consuls vertegenwoordigen eene regee
ring, en in hen wordt eene regeering
smaadheid aangedaan.
De Nederlandsche regeering had derhalve
in de nietszeggende of liever onjuiste ver
zekering der Portugeesche regeering niet
mogen berusten.
Comisch klinkt 't na deze verzekering
de Nederlandsche regeering aan de Portu
geesche te hooren vragen dat haar consul,
immers als ambteloos burger, naar Lorenqo
Marques terugkeere en daar ongestoord
Portugeesche bescherming geniete.
Het lijkt wel of zij zeggen wil, wij zijn
dus los van dezen man, en hij heeft wel
wat verdiend, doch handel wat zachtkens
met hem.
Of ook kan 't een vragen naar den be
kenden weg zijn. Iedere vreemdeling heeft
recht op bescherming en geniet bescher
ming. Deze behoeft voor niemand apart te
worden bedongen.
Had minister de Beaufort hier nu geen
herstel als consul kunnen bedingen'?
Het was toch niet zekere heer Pott,
maar de Nederlandsche consul, dien men,
in verband met den onrechtvaardigen oorlog
het leven daar onmogelijk had gemaakt.
Had minister de Beaufort, met verwijzing
desnoods naar Portugals trouweloos, reeht-
verkrachtend, de neutraliteit schendend op
treden ten behoeve van Engeland, waartegen
de heer Reitz reeds had geprotesteerd, niet
kunnen vorderen dat een scheidsgericht uit
maakte wie hier fraudeerde: Pott of Portu
gal?
Wij vreezen dat de vrees voor Portugals
beschermer, Potts natuurlijke beschermers
gedrongen heeft hem aan zijn lot over te
latenen dat 't antwoord der Nederlandsche
regeertng en haar beding slechts dienen
moesten om tegenover Pott en Kruger
den schijn te redden.
De verraderlijke Portugeesche regeering
zal, nu, nu zij ziet dat zij bij ons wel een
potje breken mag, allicht onder Engelands
goddeloozen invloed, meerdere, „niet-on-
aangename" incidenten uitlokken.
Graaf Roberts heeft in een lijvig stuk
zijn beleid toegelicht. Wij zullen hierover
niet uitweiden. Het is geleden en geble
ken en Bobs zelf meent dat hij het er
goed heeft afgebracht, al erkent hij dat al
zijn plannen een misrekening zijn geweest.
De langheid der verbindingslijn en de
kleinheid van 't Engelsche leger voor de
taak waren hem een doorn in 't oog.
Uit een paar cijfers blijkt de moeilijke
positie der Britsche troepen bij het ver
trek van Roberts zeer duidelijk. De opper
bevelhebber had 200,000 man, tot zijn
beschikking toen hij zijn operaties begon,
toch kon hij slechts met 27000 man en
7600 paarden Bloemfontein binnentrekken.
Te Pretoria had hij nog maar 24000 man
en 6000 paarden, voor den tocht naar
Komatipoort, generaal Buller's legermacht
inbegrepen, slechts 22000 man met 5000
paarden.
Deze cijfers worden door lord Roberts
zelf gegeven en als men dan bedenkt hoe
onvoldoende, met alle troepen die voor de
beveiliging der verbindingslijnen waren
afgezonderd, de gemeenschap kon worden
onderhouden, kan men zich lord Roberts'
klachten begrijpen en kan men zich ook
eenigszins voorstellen in welk een zeer
moeilijke positie lord Kitchener zich moet
bevinden.
Tot slot nog een enkel stukje uit lord
Roberts' laatste telegram dat juist nu van
belang is:
„Mij is bericht geworden dat de Boeren
in het zuiden van Oranje-rivier-kolonie
actiever worden. Hun voorraad munitio
raakte uitgeput, hun getalsterkte nam zeer
af, hun voorraden waren niet ruim meer
en zij hoopten dat, als zo zich slechts ten
zuiden van de Oranje rivier vertoonden,
zij vele disloyale inwoners van de Kaap
kolonie zouden kunnen overhalen om zich
bij hen te voegen en hun voorraden aan
te vullen. Het nieuws dat de Boeren
voornemens waren naar het zuiden to
trekken, veroorzaakte vrij wat onrust in
de Kaapkolonie en de krijgsgevangenen te
Kaapstad waron vast overtuigd, dat het
eind van hun gevangenschap naderde."
Vooral deze laatste volzin zegt meer
dan een gansch verhaal, hoe ook Roberts
bij zijn vertrek in den knoei gezeten heeft
en met welke gevoelons hij de Koningin
drie dagen vóór haar dood heeft ontmoet
en ingelicht.
Overigens gelooven wij niet dat nu
juist de Engelsche officieren, de Gatacres
en Bullers veel met dit rapport van ruim
driehonderd kolommen druks op zullen
hebben.
Roberts komt er namelijk rond voor uit
dat de ongelukken van dezen oorlog niet
aan Tommy zijn te wijten, hij toch is
moedig genoegmaar aan zijn aanvoorders,
munitie en transportmiddelen, die slecht zijn.
Een oordeel dat tevens ook niet zeer
vleiend is voor den wapenfabrikant Cham
berlain, tenzij hij een goed gezicht bij 't
kwade spel trekt, en met dankbetuiging'
aan Roberts voor diens aanwijzing, van
't parlement een paar miljoen pond
vraagt om nieuwe geweren te bestellen,
natuurlijk op de fabriek van Kynoch, waar
van Joe de grootste aandeelhouder is.
Wat geeft 't dat zooveel Tommy's sneu
velen, deze heeren verdienen er immers
hun duizenden mee!
Maar, moet er dan geen zondebok zijn,
zal men vragen.
Wacht maar, lezor. Daar kan Kitchener
gevoegelijk toe dienen.
Kitchener, de held van Khartoem, van
Paardeberg, van het uithongeringssysteem,
van de vredes-proclamaties, van den opge
blazen trein bij Balmoral, chef van de slecht
ingerichte intendance, schrijver van zulke
prachtige puzzles, mislukte imitatie van
Attila, don geesel Gods, zal wel moeten
als bliksemafleider dienst doen. En nie
mand die de vervanging van dit monster
-door een fatsoenlijk opperbevelhebber in
Zuid-Afrika zou betreuren.
Als zoodanig heeft men reeds Sir Eve
lyn Wood genoemd, denzelfde die in 1881
na het sneuvelen van Colley de onderhan
delingen met de Boeren heeft gevoerd en
een goeden indruk heeft achtergelaten.
Wie weet wordt hem weer niet een der
gelijke opvolging opgedragen, teneinde,
ovenals toen, de zaken in 't reine te bren
gen, den vrede te herstellen en do grenzen
der onafhankelijke republieken te regelen.
God geve het!
En nu nog een enkel mager oorlogs
berichtje, en wij kunnen dit overzicht, zeer
tot ons leedwezen, weder besluiten.
De Boeren vielen Woensdag tusschen
Greylingstad en Vlakfontein een mailtrein
aan. De weg was ondermijndde loco
motief werd door de ontploffing gedeeltelijk
vernield. Op korten afstand van den trein
zag men 400 Boeren, op wie het trein-
escorte dadelijk vuur opende dat door den
vijand krachtig werd beantwoord. Bijna
allo passagiers werden gewond, waaronder
negen zwaar. De Boeren plunderden de
mail, ontlastten de passagiers van hun geld
en kleederen, en verdwenen toen er troepen
uit Greylingstad kwamen.
Onder de buitgemaakte zaken bevinden
zich gewichtige papieren, door den Duit-
schen consul te Durban naar Johannesburg
verzonden.
Donderdag lieten zij bij Vlakfontein nog
treinen ontsporen.
French heeft Ermelo bezet. De Boeren,
ten getale van 6000, trokken terug naar
Amsterdam (bij de grens van Swaziland)
50 gaven zich over.