NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 60. 1901.
Donderdag 31 Januari.
15e Jaargang.
GHRISTELIJK-
HIST0RIS6H
rifujge
bri
JAN.
Kindster
ïoodigd
ireeniging
lisme.
terfabriek
tl,
ïdknecht
t'
lecht
~0cijflïl£.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
FEUILLETON.
De Johannesburgsche politie
vóór en in den oorlog.
Engeland en Transvaal.
fDERDAG
erkgebouw
ren op te
r
BESTUUR.
inkenszand
i.
leerenhoek
Heerenhoek.
zijn slechts
zeer goeden
iigenaars.
fSE, Weste-
burg.
)'HUIJ.
net Mei
de Yliss. weg,
gd
tJE, 17 a 18
lerenstand.
\ci.
igd
;g, Oudelande.
zich aan een
Oudvosmeer.
r, Biggekerke.
Si, Segeersweg.
ÜNST
ROTTERDAM
Vrijdags, alleen
ags, Donderdags
Vlissingen 5,56
)TDIENST
u1s tV lak»
3NST.
Ylake vm. 6,—
onmiddellijk na
indeerende trein
ST.
jorden vm. 7,30
llijk na aankomst
-, en 11,30 n.m.
L.
nm. 3,306)
t) nm. 3,55
nm. 1,55
2,15
8,306)
3,50
raar Breskens en
Ylissingen naar
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
30 Januari 1901.
In een onzer christelijke bladen las ik
nevensgaand stuk.
Ik dacht goed te doen hiervoor een plaats
te verzoeken in uw veelgelezen blad „de
Zeeuw".
Hoogst aangenaam zon het mij zijn in
dien het een bescheideno plaats kon
geven.
Strekke het tot aansporing in het ge
bed voor, alsook tot rijke zegen van ouders-,
onderwijzers en de School met den Bijbel
die w(j liefhebben.
In afwachting, met achting en toegene
genheid steeds Uw getrouwe lezer. X.
Goes, 28 Jan. 1901.
P. S. Wil men behoeftige ouders behulp
zaam zijn in het nakomen hunner ver
plichtingen, men steune de 3 vereenigingen
„Samuel" in onze stad door gebed en gaven.
Een taak der eere voor elk christenouder.
De zaak van het christelijk onderwijs
vraagt onze ernstige belangstelling en zij
is die in de hoogste mate waard. Deze
belangstelling behoort op velerlei wijze te
worden betoond.
Ieder ouder heeft er ernstig acht op te
geven, of de kinderen ijverig leeren en op
de school zich ordelijk gedragen. Zij heb
ben dat den kinderen als hunne dure roeping
voor te houden, en het hun aan te zeggen,
dat zij daartoe van 's Heerenwege verplicht
zijn. Zoo zullen de ouders met de onder
wijzers medewerken, om tucht en goede
orde te bevorderen. Daarentegen als zij
op de rechtmatige straf, welke den kinderen
opgelegd wordt, aanmerking maken en
zelfs zich daartegen verzetten, wordt het
gezag van den onderwijzer geknakt en op
zeer bedenkelijke wijze ook het onderwijs
zelve belemmerd.
In de tweede plaats moeten de ouders
met de kinderen een zegen vragen van
den Reere voor den onderwijzer, een zegen
ook over het onderwijs, dat hun kroost
dagelijks op de school ontvangt. Zij heb
ben hunne kinderen niet alleen op te
wekken tot ijverig leeren, maar ook dat
zij toch biddende zullen leeren. Luther
heeft gezegd: „Goed gebeden is half ge
werkt." Deze les moeten wij onzen kleinen
zoo vroeg mogelijk inprenten als een les
voor heel het leven.
Voorts dient een christenouder nauwgezet
voor het schoolgeld te zorgen. Iemand
heeft gezegdZorg eerst voor het schoolgeld
en dan voor het kleed van uw kind". Deze
In October 1899 was dan de oorlog uit
gebroken. Ieder Boer en Boerenvriend
greep zijn roer, zadel, toom en paard en
was ten slrijde gereed. Het was vooral
in Johannesburg een tooneel van onbe
schrijfelijke geestdrift, die te meer uitkwam
tegenover de laffe, onwaardige houding
der Engelsche Jingo'gj die hun geschetter
en geschreeuw van vroeger voorzichtig
achterwege lieten en met angstige gejaagd
heid naar de stations stormden om te
vluchten.
Kommandant van Dam, zijne officieren
en manschappen waren ontevreden. Zij
toch meenden de eersten te moeten zijn
om uit te trekken, doch de regeering was
zeer terecht van opinie, dat men Johannes
burg met in eens hare bewaking mocht
ontnemen en toog onmiddellijk aan den
arbeid om uit welgezinde uitlanders en
burgers, voor den krijgsdienst ongeschikt
onder landdrost Dietz een speciaal politie
corps te vormen. Maandag 23 Oct. kwam
eindelijk het lang verbeide bericht, dat het
eerste gedeelte der Joliannesburgsche politie
moest uitrukken en Woensdag 25 October
trokken de geheele bereden politie en 200
man der voetpolitie, die reeds in vorige
oorlogen hadden dienst gedaan, uir onder
kommandant van Dam en de officieren Ph
R. Oosthuizen, F. Pohlmann, L. Bossel,
stelregel wordt wellicht door weinig ouders
ten volle erkend en behartigd. Toch is hij
volkomen waar, want het onderwijs vormt
en kleedt den geest van uw kind. Gelijk
hot lichaam meer is dan de kleeding, zoo
is de geest meer dan het lichaam, 't Is
helaas waar, dat vele ouders meer zorg
dragen voor het lichaam hunner kinderen,
dan voor de vorming van hun geest.
Zorg voor het schoolgeld, dat is in het
belang der ouders en ook in het belang
der kinderen. Wat men om niet krijgt,
wordt dikwijls weinig gewaardeerd. Wie
voor het onderwijs zijner kinderen zich
eenige geldelijke opoffering heeft te ge
troosten, zal er ongetwijfeld meer belang
in stellen, dan wie het geheel kostoloos
heeft. Te zorgen voor het schoolgeld, voor
het volle schoolgeld, zoo dit maar eenigs-
zins mogelijk is, moet elk christenouder
een taak der eere zijn. En dit is het dik-
wjjls niet. Als een taak der eere geldt
het voor menige moeder, hare kinderen
met overvloedigen tooi en opschik te klee-
den. »Zij moeten toch fatsoenlijk voor den
dag komen 1" zegt men dan. En dat is ook
zoo. Maar als het ontaardt in een zucht,
om voor anderen »niet onder te doen", of
als het meer uitgaven eischt dan het In
komen toelaat, is dit een droeve misstand,
waartegen ernstig gewaarschuwd moet
worden.
Zorg voor het volle schoolgeld. Deze
eisch wordt dikwijls niet toegestemd. In
tegendeel, menig ouder spreekt het rond
weg met het oog op het schoolgeld uit
»Het minste past mijDoch zulk een
uitspraak strekt wie haar doet tot oneere.
Het moet er ons om te doen zijn, het volle
schoolgeld te betalen. Wie waarlijk arm
is, kan en mag vrijmoedig hulp bij de
ondersteuningskas vragen. Maar voor men
dit doet, rekene men eens na, of in een of
ander opzicht niet eenige bezuiniging mo
gelijk zou zijn. Het onderwijs onzer kinde
ren moet ons boven vele andere dingen
hoog staan. Bij den heiligen Doop hebben
wij het plechtig voor het aangezicht des
Heeren beloofd, naar ons vermogen te doen
of te helpen onderwijzen in de leer der
waarheid. Welnu, dan behooren wij ook
naar ons vermogen te voldoen aan de
geldelijke verplichtingen, die ten behoeve
van het onderwijs onzer kinderen worden
geöischt. Een ouder, wien het waarlijk
ernst is met de belofte des Doops, zal zeker
al doen wat hij kan, om in deze taak der
eere niet te kort te schieten. Wie de
Murphy en Jacobs en 13 man derKrugers-
dorpsche politie onder luitenant van Zijl.
Een veertigtal vrijwilligers, meestal uit
landers, waaronder pl. m. 30 Hollanders,
sloten zich aan.
Uniformen, sabels en bajonetten werden
thuis gelaten en de witte helm vervangen
door den traditioneelen slappen hoed, aan
de rechterzijde opgeslagen. Een uitstekende
ambulance onder dr. Towert, van al het
noodige voorzien, trok mede uit, terwijl de
heer M. Judell, ambtenaar bij het departe
ment van het mijnwezen, als luitenant van
het commissariaat (luitenant-kwartiermees
ter) aan het commando werd toegevoegd.
Genoemde heer Judell kweet zich gedurende
den geheelen oorlog op uitstekende wijze
van zijne zeer moeilijke taak.
Per spoor ging het naar Glencoe (Natal)
en vandaar werd te paard de tocht naar
Ladysmith ondernomen, en reeds 30 October
werd van Dam's corps in een hevig ge
vecht gewikkeld, n.I. bij Nicholsonsnek
(Modderspruit). Hoewel Sir Redvers Bulier
zijn nederlaag toeschrijft aan de paniek
onder zijn muildieren, waarvan eenige met
zijn kanonnen aan den haal gingen, geloof
ik, dat de Johannesburgsche politie meer
er toe heeft bijgedragen dan Buller's ezels.
Twee bergbatterijen en 1400 Engelschen
vielen in onze handen, terwijl wij zeker
slechts weinig verlies hadden. Onze wak
kere commandant van Dam, die het gevecht
leidde, werd gewond (schot door de dij),
voorts twee manschappen, terwijl een ser
geant-majoor en één manschap sneuvelden.
school met den Bijbel beschouwt als een
uitnemende gave Gods, ons op de gebeden
van vele onzer uitnemendste mannen, gena
dig van den Heere geschonken, zal zoo het
maar eenigszins kan, het volle schoolgeld
geven. En dit niet al zuchtende, maar
met een blij en dankbaar hart voor de groote
goedertierenheid des Heeren, dat Hij, te
midden van dien grooten afval rondom ons,
een school heeft gegeven, waar onzo kin
deren worden onderwezen naar den eisch
van zijn dierbaar Woord.
Weesp. J. P. TAZELAAR.
Een schoone reclame.
Wij lezon in de Arnhemsche.
Van den Keizer gesproken, mag ik wel
een kleine bijzonderheid hier inlasschon,
omdat zij onze nationale stoomvaartmaat
schappij Zeeland betreft. Op zijn reis
naar Londen had hjj onderweg vernomen,
dat de Britsche kruisor Minerva, die hem
te Vlissingen zou aan boord nemen, wegons
ongunstig weer niet tijdig in onze haven
zijn kon. Vandaar zijn vraag bij aankomst
te Vlissingen: „Wanneer kan ik over?"
De Duitscho Consul had reeds over 't ge
val met den wakken u directeur der Zee
land, den heer van Woolderen, gesproken,
en deze had terstond een resorvoboot stoom
op doen maken, zoodat hij, bij den Keizer
geroepen, zeggen kon: „Wanneer U. M.
beveelt". Men kan begrijpen dat deze
activiteit op don vorstelijken reiziger een
uitmuntenden indruk maakte; zij is op
nieuw een goede reclame voor de verdien
stelijke Maatschappij in quaestie.
Een proclamatie van den nieuwen Koning
te Pretoria ontvangen, en aldaar officieel
voorgelezen bestempelt hem, naast andere
waardigheden met den titel van Opperheer
van en over Transvaal.
Een aanmatiging die nog niet aan ken
tering mag doen gelooven.
Als nu de Boeren dezen hun nieuwen
Opperheer maar niet in het zonnetje zetten
Wij zeiden reeds dat wij breedvoeriger
zullen terugkomen op 't bijdrageontwerp,
schoon wij er Vrijdag al 't meest wetens
waardige van gezegd hebben.
Art. 26 der schoolwet wordt voorgesteld
te lezen
Aan eiken onderwijzer wordt eene vaste
jaarwedde toegelegd. Die jaarwedde be-
draagd ten minste
Des middags 1 uur was het gevecht be
slist, des avonds 12 uur trok van Dam op
naar Ladysmith ten einde aan de belege
ring deel te nemen. Groote gevechten
vielen niet voor, daar de artillerie het
voornaamste werk te doen had; 7 en 9
November hadden er botsingen met den
vijand plaats, die onze linie wilde door
breken, doch die zonder verliezen aan onze
zijde werd teruggeslagen. Stil liggen was
de politie niet beschorensterke patrouilles
werden gereden, voorname en gewichtige
voorposten bezet en 's nachts hield her
haald alarm ons uit den slaap. Intusschen
ondernam commandant-generaal Joubert
zijn roemrijke tocht naar Estcourt; 100
man der politie onder luitenant Van Zijl
namen daaraan deel. Zij begonnen een
gepantserden trein te nemen, afwisselend
werd dag en nacht tot vlak bij Estcourt
en toen met een grooten boog naar Colenso
getrokken, dat 30 Nov. bereikt werd, waarbij
telkens gevochten en den vijand afbreuk
gedaan werd. De politie verloor 1 man,
die sneuvelde.
Middelerwijl was luitenant Pohlmann
met een afdeeling naar Colenso getrokken
en nam de Johannesburgsche politie onder
zijn leiding den 15en December aan den
onvergetelijken slag van Colenso deel.
Hier was het Pohlmann met zijn dapperen,
die den onverschrokken aanval op de
Engelsche artillerie deed en elf Armstrong-
kanonnen nam (zonder hulp van voor Enge-
lands opperheerschappij zoo gevaarlijke
muilezels). De politie had één doode en
lo. Van het hoofd eener school
met minder dan 5 dienstjaren f 750
met 5 en meer doch minder dan 10
dienstjaren f 800
c. met 10 en meer doch minder dan 15
dienstjaren f 850
d. met 15 en meer doch minder dan 20
dienstjaren f 900
e. met 20 en meer dienstjaren f 950.
2o. Voor elk der onderwijzers die het
hoofd der school bijstaan
a. met minder dan 5 dienstjaren f 500
b. met 5 en meer doch minder dan 10
dienstjaren f 550
c. met 10 en meer doch minder dan 15
dienstjaren f 600
d. met 15 en meer doch minder dan 20
dienstjaren f 650
e. met 20 en meer dienstjaren f 700.
3o.Voor elk der onderwijzers, die liet
hoofd der school bjjslaan en die den rang
van hoofdonderwijzer bezitten, f 100 meer,
en wanneer zij den leeftijd van 23 jaren
volbracht hnbben en volgens art. 24 moeten
aanwezig zijn in scholen niet meer dan 4
onderwijzers f 200 meer dan onder 2o. sub.
a. tot en met e. bepaald.
Als diensttijd komt in aanmerking de
tijd, voor en na de invoering dezer wet
doorgebracht in dienst zooveel aan open
bare als aan bijzonder lagere scholen, waar
het geldt het hoofd als zoodanig en waar
het geldt een onderwijzer tot bijstand van
het hoofd der school in die hoedanigheid
en als hoofd eener school.
Door ons kan, Ged. Staten der provincie
gehoord, voor elke provincie bepaald worden
waar en tot welk bedrag de maxima van
jaarwedden voor de verschillende onder
wijzers aan de onderscheidene klassen van
scholen hooger zal zijn dan het bedrag,
hiervoren bepaald.
Men schrijft uit Pretoria dd 4 Jan. aan
het Nieuws: De laatste week in het jaar
was nog warmer den andere jaren, wat er
niet weinig toe bij bracht, dat weer vele
jonge mannen in de kracht huns levens
werden weggerukt. In één enkele week
brachten wij vier Hollanders 26 a 36 jaar ond,
en nog 6 andere volwasenen ten grave.
De meest voorkomende krankheid is inge
wandsziekte, die vooral onder de kinderen
vele offers eischt, soms vjjf en meer per dag.
Het groote sterftecijfer is zeker niet toe
te schrijven aan gebrek aan saniteits-maat-
twee gewonden.
Kort voor den slag van Colenso was
weder eene versterking voor de politie uit
Johannesburg gekomen, n.I. 150 man, onder
luitenants Muller en Roets, allen voorzien
van goede paarden, zoodat zij, die van den
aanvang af in het veld waren geweest,
een weinig vrijstelling van patrouillediensten
en brandwachten konden hebben.
In de Kaapkolonie ging het inmiddels
niet naarwensch en had gen. Hendrik Sehoe-
man dringend hulp noodig van een flink, door
tastend commando, kort voor Kerstfeest werd
de Johannesburgsche politie naar het zuiden
geroepen. In ongelooflijk korten tijd wer
den alie verspreide posten bijeen geroepen
en Johannesburg bereikt, waar men twee
dagen bleef om de verschillende leemten
aan te vullen, enz. Den 26 December ver
trok Van Dam met de zijnen, na zijn kom-
mando nogmaals met 200 man onder luite
nant Paul Maré versterkt te hebben. Ook
sloot nog weder eene kleine afdeeling van
Krugersdorp onder den wnd. luitenant Pie
pers zich bij hem aan. Per spoor werd
Edenburg in den O. V. S. bereikt en daar
voorloopig een kamp betrokken. Den 31sten
December gingen 150 flink bereden mannen
onder Van Dam, Oosthuizen en Pohlmann
naar Donkerpoort en van daar in geforceer-
den marsch op verzoek van Schoeman naar
Colesburg, waar zij 1 Januari aankwamen
en denzelfden dag een treffen hadden met
de troepen van generaal French en Clements
hetgeen zich echter hoofdzakelijk bepaalde
tot beschieten van elkanders voorposten.
regelen der militaire autoriteiten, want die
doen al het mogelijke om ziekte buiten
onze poorten te houden. Doch er zijn vele
andere oorzaken, die zij niot vermogen te
verbeteren of te veranderen. In onze on
middellijke nabijheid zijn vele zieke sol
daten en talrijke onbegraven dieren, als:
ossen, paarden en ezels. In één enkele
maand, November, moesten meer dan zes
honderd van die beesten nit onze stad ver
wijderd worden, die alle in de straten een
sterfplek hadden gehad. Overal in den
omtrek is de bodem doortrokken van stoffen,
afkomstig van menschenlijken of krengen
en als de sterke regens, zooals die nu val
len, terwijl ik schrijf, de spruiten en rivier
tjes volmaken, ziet men allerlei ongerech
tigheden door don stroom medevoeren.
Lichaamsdeelen van blanken en zwarten,
ja, geheele lijkon van monsch en dier drijven
niet zelden voorbij. Voeg hierbij den ab-
normalen zenuwtoestand waarin wij nn
reeds maandeD lang verkeeren en men be
grijpt licht waarom zoo velen 's levens tol
betalen.
Die zenuwtoestand wordt er niet beter op,
nu wij meer dan eenigen tijd geleden van
do buitenwereld zijn afgesloten. Alleen
familiebrievon bereiken ons, doch het ver
zenden van couranten is geheel gestaakt.
Zelfs mogen wij geen nieuwsbladen uit de
Kaapkolonie en Natal meer lezen. Men is
natuurlijk bang, dat wij te veel zullen
booren van de moeielijkheden, waarin de
Engelschen verkeeren door de de beroeringen
in de Kaapkolonie.
Woensdagavond heeft De Wet getracht
de spoorlijn bij Ventersburg over te steken.
Een gepantserde trein had 25 man iu een
hinderlaag gelegd en hun vuur doodde vijf
Boeren.
Smith Dorrien heeft Carolina weder bezet.
De Engelschen hebben vele zieken.
lederen dag wordt een lange doodenlijst
openbaar gemaakt. Van daag staan er 38
namen opvoorts ook nog van 7 gesneu
velden (onder wie een majoor) 22 gewon
den en 13 vermisten.
Bij den laatsten aanval van 200 Boeren
op de mijnen bij Kleinfontein bij Johan
nesburg, is een schade van 200,000 p. st.
aangericht. Kleinfontein ligt aan het uiter
ste oosteinde van het goudrif, tamelijk af
gelegen en onbeschermd. De machinerie
is stelselmatig vernield, vermoedelijk onder
leiding van ontslagen werklieden. Zulke
stellingen als Kleinfontein zullen in de toe
Bij Colesberg-Junctie sloeg de Johannesburg
sche Politie wederom een kamp op en be
zette verschillende kopjes om Oolesberg.
Successievelijk kwamen alle manschappen
uit Edenburg en kon er flink geageerd
worden. De vijand was zeer actief en ont
moette in generaal Schoeman een weinig
energiek tegenstander, die zelfs niet verhin
derde. dat de vijand op den alles beneer-
schenden Coleslcop zwaar geschut plaatste.
Kommandant Van Dam was nog juist bijtijds
gekomen en tal van kleine doch hevige
gevechten hadden plaats. In den nacht
van 5 op 6 Januari deed kolonel Watson
met 4 compagnieën van het Suffolk-regi
ment een bajonetaanval op Grasheuvel, een
sterken kop, door de Heilbronners bezet,
waarvan echler slechts 45 hun plicht deden
en niet als de overige drie- a vierhonderd
kalm in hun lager waren. Op het oogenblik
dat de strijd voor de burgers hachelijk werd
kwam de politie, die op het hooren der eerste
schoten toegesneld was, opzetten. Luitenant
Paul Maré was met 15 dapperen het eerst
op het terrein van den strijd en deed zulk
een onstuimigen aanval, dat een volkomen
nederlaag van den vijand volgden Paul Maré
stortte echter, door een kogel in het hoofd
getroffen doodelijk gewond neder en stierf
den volgenden morgen. 2 Manschappen
werden gewond; de Heilbronners verloren
3 dooden en 5 gewonden. Wij maakten 80
gevangenen, waaronder 7 officieren. Twee-
en-dertig gewonden vielen in onze handenen
een groot aantal dooden begroeven wij waar
onder ook kolonel Watson zelf. Wordt vtrv.)