NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
;eglni
No. 56. 1901,
Donderdag 24 Januari.
15e Jaargang.
sen.
BELS
necht
tnecht
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
iirg.
otheekbank
necht
af leerlinj,
Bultenlandseb Overziebt.
[JLIN&EN,
ere Donder-
ehouden,
„Concordia",
irg.
>F, Biggekerke.
AARD,
5 en 7 jaar,
agend, bij J.
en folio
p r ij z e n.
Jithangbord",
'RUIJ Fzn.
p:
i e m.
m, bij N. COR-
Brussel, vraagt
zindelijke
DE.
res Ds. WOLF,
eerde Kerk te
ichelen 46.
s.
necht
d kan beslaan,
■ooskerke (W.)
ongehuwde
LOET, Landb.,
jEEF, Graven-
terstond, tegen
gevraagd
C. DE KAM,
nd.
s.
le 16 jaar, P.O.
:ker, Kloetinge.
slionrister
D'HUIJ.
iandknecht
iONSE, Weste-
[telburg.
Breskens en
lYlissingen naar
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
3te hypothecair
Agenten.
BODE
nm. 3,30i) |j
am. 3,55
nm. 1,55
2,15
3,305)
3,50
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
23 Januari 1901.
Vorige week bij het feest van het Prui
sische Koningshuis zijn tusschen den keizer
Duitschland en Koningin "Wilhelmina
telegrammen gewisseld, in een waarvan de
keizer o.a. schreef: „Aan het groote geslacht
der Oranjes hebben wij de deugden te dan
ken, die den Grooten Keurvorst sierden;
hebben wij de heerlijke Vorstin te danken
die aan Pruisen zijn eersten koning schonk.*).
Deze eerste admiraal der Pruisische vloot
waarvan keizer Wilhelm in zijn telegram
melding maakt, is waarschijnlijk de Holland-
sche scheepsgezagvoeder Benjamin Raule
uit Middelburg, die in 1675 aan keurvorst
Friedrich Wilhelm een klein escader, 3
fregatten met 5 kanonnen, verhuurde, om
aan de Pommersche kust de Zweden te
bestrijden. Dit eskader stond onder bevel
van Jacob Raule, den zoon van Benjamin.
Benjamin Raule werd in 1677 benoemd
tot generaal-directeur der Brandenburgsche
marine.
Aldus meldt Het Handelsblad waaraan
wij ook het onderstaande ontleenen dat wij
Maandag wegens plaatsgebrek moesten laten
liggen.
De hulde, welke de Duitsche Keizer aan
de nagedachtenis van prins Frederik bracht
herinnert ons dat het Huis Oranje-Nassau
door den grooten 'Zwijger en zijn nakome
lingen zoo nauw met het Nederlandsche volk
verbonden, door een reeks van huwelijken
met een aantal der voornaamste Europeesche
Vorstenhuizen vermaagschapt is.
Een dochter van den stadhouder Frederik
Hendrik was gehuwd met den grooten keur
vorst van Brandenburg en is aldus de stam
moeder geworden van het Pruisische vor
stenhuis, gelijk haar zuster, door het huwe
lijk met den Frieschen stadhouder (den
kleinzoon van Jan van Nassau) van ons Ne-
derlandBch koningshuis is geweest. Ook
de Duitsche keizer draagt daarom nog den
titel Prins van Oranje. Met de Hohenzollern
waren de Oranjes verder harhaaldelijk door
huwelijken verbonden. De laatste stad
houder Willem V. was gehuwd met „Wil-
lemijntje", de zuster van den den Pruisi-
schen koning Friedrich Wilhelm II, wiens
dochter de echtgenoote is geworden van
haar neef, den lateien koning Willem I der
Nederlanden. Diens zoon prins Frederik was
ook gehuwd met een Pruisische prinses,
de dochter van koning Friedrich Wilhelm
III en zuster van keizer Wilhelm I.
Koning Willelin II was gehuwd met de
Russische grootvorstin Anna Paulowua, een
zuster van de keizers Alexander I en Nico-
laas I, welke laatste met de Pruisische
prinses, de zuster vau prinses Frederik ge
huwd was. Door haar grootmoeder is aldus
koningin Wilhelmina vermaagschapt met
het huis Romanof.
Met het Engelsche koningshuis zijn de
Oranjes ook herhaaldelijk verbonden ge
weest. De stadhouder Willem II was met
Maria Stuart, de dochter van den ongeluk-
kigen koning Karei I gehuwdde stadhou
der Willem III met zijn niclit Maria, doch
ter van koning Jacob II. De stadhouder
Willem IV met Anna, de dochter van George
II, van wien dus koningin Victoria en ko
ningin Wilhelmina beiden afstammen. En
tevens stammen beide vorstinnen af van den
Zwijger. Koningin Wilhelmina, gelijk wij
reeds heben herinnerd, door diens kleindoch
ter Albertina Agnes, de gemalin van den
Frieschen stadhouder, kleinzoon van den
grondlegger der Unie van Utrecht, Jan van
Nassaukoningin Victoria, omdat een doch-
De Keizer schreef er bijTerherinnering
hieraan en aan het feit dat onze eerste matrozen
Nederlanders waren en onze eerste admiraal
een- Nederlander geweest is, heb ik als para-
demarsch aan mijn zeemacht den ouden Eere-
marsch van de Nederlandsche vloot gegeven.
Moge God onze beide huizen steeds genadig
zijn gelijk eens in de goede en kwade dagen
voorvaderen Mijn zeemacht zal het
woord van admiraal de Ruyter tot leuze nemen
£7® ïle7er, dat lk door niemand word
geprezen, dat ik naar mijn geweten vrij
moet.""1*11 b6Velen 200 k"n uitv°eren
ter van den Zwijger en zijn derde vrouw
Charlotte van Bourbon, gehuwd was met
den keurvorst van den Palts Frederik V.
De kleindochter van deze trad n.l. in het
huwelijk met den keurvorst van Hanover,
wiens zoon als George I koningin Anna in
Engeland opvolgde en de overgroot-vader
van koningin Victoria was.
Met het Deensche vorstenhuis is onze
Koningin verwant door het huwelijk der
oudste dochter van haren oudoom, wijlen
prins Frederik, met Koning Karei XV van
Zweden, wiens dochter gehuwd is met den
Krooonprins van Denemarken. De jongste
dochter prinses Marie is gehuwd met den
prins Von Wied, wiens zuster de Koningin
van Rumenië is („Carmen Sylva").
Koningin Emma stamt eveneens af van
den Zwijger. Haar moeder prinses Helena
van Nassau Weilburg was namelijk een
kleindochter van prinses Wilhelmina Ca
rolina van Oranje-Nassau, een zuster van
den stadhouder Willem V, wier afstamme
lingen, bij ontstentenis van nakomelingen
van dien stadhouder, volgens de Grondwet
tot de kroon der Nederlanden worden ge
roepen.
Prinses Wilhelmina Carolina was gehuwd
met den vorst van Nassau-Weilburg, het
hoofd van den oudsten tak der Nassau's
(de linie van Walram), gelijk nu hertog
Adolf is, die als groothertog van Luxem
burg Koning Willem III is opgevolgd.
Groothertog Adolf is een broeder van de
bovengenoemde prinses Helene en dus een
oom van Koningin Emma. Beide takken
der Nassau's die van Walram en die
van Otto zijn dus in Koningin Emma
en in hare dochter vereenigd.
Het huwelijk van wijlen prinses Sophie-
der Nederlanden, de tante der Koningin,
met den groothertog van Saksen Weimar
heeft een band gelegd met een ander oud
vorstengeslacht, dat door de echtverbinte
nis van prinses Elisabeth met den regent
Johan, reeds met het Mecklemburgsch stam
huis verbonden was.
Door het aanstaande huwelijk van Konin
gin Wilhelmina wordt Oranje nu met het
Mecklomburgsche Vorstenhuis nog nauwer
verwant.
De Liberale Unie ondervindt geen alge-
meene waardeering van haar moedig, eon-
sekwent partij kiezen voor den eisch der
socialisten: Grondwetsherziening en Al
gemeen Kiesrecht.
Zelfs in 't hoogroode Noorden van Noord-
Holland telt zij afvalligen. En wat
haast niet denkbaar wasde vrijzinnige
kiesvereeniging 's-Gravenhage te Den Haag
heeft zich met 49 tegen 36 stemmen tegen
haar algemeen-kiesrechtvoorstel verklaard.
,,'s-Gravenliage", de steunpilaar, waar
tal van oud-bestuursleden wonen, en vele
vooruitstrevende Kamerleden tot nu toe
den toon aangaven, is derhalve ook, zoo
niet afvallig, dan toch opposant geworden,
wat nog erger is.
Immers hoe licht neemt een bezielend
spreker uit dien kring op de algemeene
vergadering nog niet eenige weifelaars mee.
Ook Groningen, Winschoten, Vlissingen
en Sliedrecht waren ontrouw, of liever,
wenschen niet door dik en dun met of
naar mr. Troelstra mee te gaan.
Aan de Liberale Unie is niets te ver
wijten. Op de liberale lijn ligt nu eenmaal
't algemeen kiesrecht.
Van Thorbecke met zijn recht van den
„Staatsburger" over Kerdijk en Drucker
heen, tot Troelstra en diens „Inhaerente
natuurrecht" ligt één rechte lijn.
Zij die niet met haar meegaan, zijn in
consequente volgelingen, pessimisten, prac
tici in politieken zin, mannen die nog vast
zitten aan hun verleden; of aan omstan
digheden van 't oogenblik, of door vrees
voor zetel of partij macht worden geleid.
Het is alleen maar de vraag of 't bestuur
der Liberale Unie niet beter gedaan had
met rvoor te stellen om maar dadelijk naar
't socialistische kamp over te loopen.
In ieder geval blijft zij ook thans, niet
haar naam doch haar verleden, weer ge
trouw zij was nimmer Unie, wel Désunie.
De redacteur van het Fransche blad -»Le
Matinheeft in een onderhond met een
Engelschen minister dezen gevraagd of
arbitrage nog mogelijk was.
De minister heeft ontkennend geantwoord.
Zijn hoofdmotief was: omdat Engeland
na eerst onvoorwaardelijke onderwerping
geöischt te hebben, moeilijk nu iets anders
kan voorstellen.
En de troostgrond dien hij er aan toe
voegde, luidde aldus: »Het is mogelijk dat
de wereld niet langer overtuigd is dat het
recht aan onze zijde is, maar zij zal moeten
erkennen dat de macht aan onze zijde is."
Cynisch gezegd.
Wel niet 't recht, maar dan toch de
macht.
Gelijk een moordenaar niet het recht,
maar dan toch de macht heeft zijn zwakke
slachtoffer te dooden.
Waar zoo de grooten spreken, is het
niet te verwonderen dat de kleinen er
evenzoo over denken.
Te 's-Gravenhage is een heer overleden
die zestig jaar geleden meer van zich deed
spreken dan in den laatsten tijd, en op
wiens naam thans een bijzondere glans viel
van wege zijn vrouw.
De man van mevrouw Waszklewicz -
Van Scliilfgaarde doctor A. E. Waszkle
wicz, gepensionneerd kolonel, oud-chef van
den geneeskundigen dienst in Nederlandsch-
Indië, in den ouderdom vau ruim 88 jaar.
Als jong student nam hij deel aan den
Poolschen opstand in 1830 en moest, na
dat de Poolsche troepen door de Russen
verslagen waren, de wijk nemen naar
Frankrijk. Daar te lande zette hij aan de
universiteit te Montpellier zijne studiën
voort, haalde er den doctorsgraad en trad,
na een kort verblijf in Marseille, in Neder-
landsch-Indiscben dienst als officier van
gezondheid.
Als zoodanig doorliep hij alle rangen,
steeds zijn aangenomen vaderland dienend
met grooten ijver en onkreukbare trouw.
In 1870 nam dr. Waszklewicz zijn ontslag
uit 's lands dienst en verliet Java een jaar
later om zich metterwoon te 's-Gravenhage
te vestigen.
Zijn lijk is naar Gotha gebracht om ver
brand te worden.
Mevrouw Waszklewicz die minstens
dertig jaar jonger is is bekend als de
kampioen voor den wereldvrede, strijdster
voor 't recht der Boeren en administratrice
van het Broekhuizenfonds.
Men schrijft ons
Het tijdschritt „Evenredige Vertegen
woordiging" haalt in een Persoverzicht het
oordeel aan van de Nieuwe Middelburgsche
Courant, Het Nieuwsblad voor Schouwen
en Duiveland en de Nieuwe Goesche
Courant.
Als de redactie van de Nieuwe Thoolsche
Courant de 't redactie van „Evenredige Ver
tegenwoordiging" nu maar niet kwalijk
neemt dat baar woord, zoo geheel gelijk
luidend aan dat van hare drie bovenge
noemde zu8teren, zoo maar is overgeslagen.
Genoemde vier bladen toch zijn slechts
één blad, maar met vier hoofden. Dit zal
de redactie van bovengenoemd tijdschrift
zeker niet geweten hebben.
BELOIE.
Gelijk Nederland verwacht ook België
zijn legerwetsontwerp.
In België is 't ontwerp bij een commis
sie in onderzoek.
In België is men echter nog niet zoo
ver als ten onzent. Daar blijft persoon
lijke dienstplicht een vrome wensch, al is
het legercontingent (voorgesteld wordt
132000 tot 180000 bij oorlogssterkte), daar
grooter.
De natie is behoudens enkele afwijkin
gen in clericale voorstanders der plaats
vervanging en anticlericale voorstanders
van den persoonlijken dienstplicht verdeeld.
In de Kamer hebben eerstgenoemden nog
altijd een kleine meerderheid.
Maar het kabinet, en de chef van 't mi
nisterie, schoon clericaal, verdedigen in
't ontwerp den persoonlijken dienstplicht.
De koning laat zjjne sympathieën duide-
delijk merken.
Hij veroorzaakte zelfs dezer dagen een
incident, naar aanleiding van deze quaestie.
Na afloop van een gastmaal, waarop hij de
leden der Kamer te gast had, had hij een
druk gesprek met Woeste, den leider der
clericalen teneinde dezen voor zijne denk
beelden te winnen. Blijkbaar teleurgesteld,
wendde hij zich na afloop van 't gesprek
tot de Antwerpsehe clericale leden, die in
een groepje bijeen stonden, en voegde hun
toe„Ik hoop, mijne heeren, dat gij den
kabinetsoverste uwen steun zult verleenen.
Een beteren voor de belangen der Schelde-
stad zult gij nooit vinden."
„Sire", antwoordde de heer Delbeke," wij
zijn bereid de regeering te helpen in al
wat redelijk is."
„Gij zijt het, die redelijk moet zijn,
mijne heeren", hernam de koning„ik zeg
dit op u, menheer Delbeke, op u en de
gansche bent."
Daarop wendde de Koning zich tot het
Vlaamsche boertje, dat op de Zeeuwsche
grenzen woont, den heer v. Brussel, die
een ernstig tegenstander is van den per
soonlijken dienstplicht en dierhalve van het
wetsontwerp, en zeide in het Fransch on
geveer hetzelfde; waarop de aangesprokene
antwoordde: »Ik kan niet verstaan, Majes
teit, spreek Vlaamsch en ik zal antwoor
den." Doch de Koning ging vertoornd
verder.
Dit voorspel belooft dus niet veel goeds
voor de openbare behandeling.
Oaarbjj komt de twistappel ter rechter
zijde opgeworpen in een voorstel om aan
alle miliciens een vergoeding van 30 francs
per maand te verschaffen en den militie
diensttijd. die drie jaar bedraagt, te ver
korten. Zoodat de ministers in een moei
lijk parket zitten.
De bevolking van België, die 1 Jan. '99
ruim 6 miljoen bedroeg is thans gestegen
tot 6,586,593 personen. Er zijn 16000
vrouwen meer dan mannen.
OOSTENRIJK.
De partij van Lueger Christelijke
Socialisten, eigenlijk anti-Semieten is
bij de jongste verkiezingen voor den Rijks
raad verslagen, hoewel niet zoo dat de libe
rale partijen de handen vrij hebben. Erg
is dit echter niet; dewijl in 't kwaadste
geval de Keizer de leden van den Rijks
raad naar buis zendt en zonder den Rijks
raad regeert, dat wil zeggen naar den zin
der minderheid. De Socialisten wonnen
55 zetels op de andeae partijen, als daar
zijn Katholieke Volkpartij, Oud- en jong
Tsechen, Polen, Anti-Semieten-Pan-Ger-
manen en vooruitstrevende Duitschers.
Aaneengesloten aan liberale zijde zullen
nu zitting hebben 195, en ter rechterzijde
183 leden; doch de 23 wilden welke de
Rijksraad behalve hen noch telt, geven den
doorslag.
In Oostenrijk regeeren de „wilden" het
land.
En 't gevaar schijnt niet denkbeeldig dat
na 's Keizers dood, Oostenrijk, door partij
schappen verscheurd, in velerlei staatjes
uiteenvalt.
FRANKRIJK.
Deze week overleed te Parijs de hertog
de Broglie (spreek uit Brooljie), oud 80
jaar. Rij stamde af van het bekende nit
Piémont afkomstig geslacht der Broglia's,
dat onder Lode wijk XIV door het verbond
van dezen koning met den hertog van
Savoye in Franschen dienst is gekomen en
aaD Frankrijk een aantal dienaren in hoo-
gen rang, o. a. drie maarschalken, heeft
geleverd. Zijn vader, die in 1785 was uit
geweken, was eenige malen minister ge
weest o. a. met mannen als Guizot, Casi-
mir Perier en Thiers. Hij was getrouwd
met mile. De Staël, kleindochter van Nec-
ker. De Broglie is eerst liberaal geweest.
Later werd hij conservatief. Hij speelde
geen rol onder het Keizerrijk, doch wel
onder de Republiek. Hij veroorzaakte den
val van Thiers en de verkiezing van Mac
Mahon. Hij was van '71 tot '74 minister,
de Kamer bracht hem ten val door haar
votum voor algemeen kiesrecht. In 1877
bracht hij het ministerie Jules Simon ten
val en werd weer eerste minister, en trad
af na de Kamerontbinding van '79. Tot
1885 bleef hij in den Senaat in de oppo
sitie. Toen werd hij niet herkozen.
Hjj was een eerlijk staatsman, tegenstan
der en vriend.
Toen in 1873 het herstel van het koning
schap zeker scheen bestelde men gala-rij
tuigen waarin koning Henri V zijn intocht
zon kunnen doen in Parijs. De regeering
bleef, nadat de zaak was afgesprongen, met
die rijtuigen zitten. De Broglie wilde niet
dat ze ten laste der schatkist kwamen, ook
niet dat ze uit de geheime fondsen wer
den betaald en betaalde ze zelf. Eerst veel
later hebben die al te mooie rijtuigen een
bestemming gevonden; tegenwoordig ge
bruikt het Atheensche hof ze bij hooge
gelegenheden.
ENGELAND en TRANSVAAL.
De oorlog tegen vrouwen. Er worden weer
ergerlijke feiten van vrouwenmishandeling
openbaar.
Een dame te Durban schreef aan een
vriendin te Kaapstad 't volgendeWat ik
n ga vertellen verklaar ik voor God de
zuivere waarheid te zijD. Gij kunt mjjn
naam noemen.
Mijn man werd gevangen genomen te
Elandslaagte, dertien maanden geleden, en
ik moest alleen voor mijne twee kinderen
zorgen, hetgeen ik zeer goed deed totdat
do Britsche troepen op 23 Augustus te
Vrede kwamen. Wij woonden omtrent een
uur van de stad, maar ten tijde dat zij
kwamen, vertoefde ik in de stad, daar ik
juist een kindje had van omtrent een maand
oud. De Britten gingen uit naar de plaats
en vernielden al mijn huisraad en kleede-
ren, en gingen toen naar het veld, waar zij
al het vee, mij behoorende, namen. De
wachters zeiden hun dat de eigenaar van
het vee gevangen genomen was, en dat ik
in de stad was, maar het antwoord was:
»dat zij op de plaats behoorden te zijn en
dat alles zon worden genomen." Ik werd
dus zonder iets gelaten. De tweede maal
dat de Britten Vrede bezetten (een maand
later) gingen zij eerst naar het huis van
mijne zuster, en joegen haar en hare kin
deren het huis nit, zonder iets, zoodat zij
naar mijn huis moest vluchten. Een weinig
later kwamen zij naar ons, en zeiden dat
wij ons klaar moesten maken om naar
Standerton te gaaD. Wij hadden slechts
een paar uren tijd om ons klaar te maken,
toen zij ons een ossenwagen zonden om ons
op te laden. Wij waren nog niet ver, toen
de wageu stuk brak, zoodat wij onder de
wielen terecht kwamen. Zij laadden ons
op een anderen oudon wagen, die niet veel
beter was, en op die wijze moesten wij
naar Standerton reizen. Toen wij daar
aankwamen werden wij opgesloten m een
vuile oude schoolkamer, terwijl de deur
door de gewapende mannen bezet werd.
Zij brachten ons, toen wij bijna verhongerd
waren, voedsel, dat bestond uit blikjes bully
beef en eenige harde beschuiten, in een
vnilen graanzak, die men ons toewierp. De
arme kinderen konden de beschuiten niet
eten daar zjj te hard waren. Den volgen
den morgen werden wij vroeg naar het
station gebracht en 10 onzer in een derde
klasse rijtuig gestopt, waarvan de deur ge
sloten was. Wij moesten twee dagen en
een nacht reehtop zitten zonder éen keer
toegelaten te worden uit den wagen te
gaan. Onze kinderen wilden uitgaan maar
konden niet; zij verhongerden bijna. Zij