NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. !R, ofleerllni, Is. No. 54.190). Zaterdag 19 Januari. 15e jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH NIUMS leid tneelil, IJ I) E R Ilü-Czooii. fsgezin Tskiseclit onecht, |t bode VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN FEUILLETON. Engeland en Transvaal. tje daags e duurdere fa- sierlijke Orgel van toon, voor jaren garantie oor Zelfonder- van af f3,— daags is gauw an, vrouw en muziek maken een dubbeltje gratis. 3s: u. >eveelt zich bij lm aan als pliddelburg, en soliede be lli WERSE, |t. Joris, Markt. 1901. gevraagd C. DE KAM, lnd. Maart lardenkneclit, TENHUIJZEN, St. Pilipsland. Brieven lett. L. |CT, mr. Bakker, )NSE Az., te Imet Maart een ederij, Goes. ,,i«l!: 'IJl ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 18 Januari 1901. -Een inlichting voor loonlaezers. Eon loonkiezer pas sedert Mei 1900 in oen gemeente in dienstbetrekking, na in een vorige gemeento drie jaar achtereen in eenzelfde dienstbetrekking te zijn geweest, vraagt ons of hij zich als loonkiezer kan op geven. Wij antwoordenongetwijfeld. In artikel lb, 2 der Kieswet gelijk dit kort geleden is gewijzigd, staat »dat zij op den 31 Januari, sedert don 1 Januari van het laatst verloopen jaar, achtereenvol- geni bij niet meer dan twee personen, on dernemingen, openbare of bijzondere in stellingen in dienstbetrekking zijn geweest, en over dat jaar een inkomen hebben ge noten als voor de gemeente waar zij wonen is vermeld in de bjj deze wet gevoegde tabel". Hier staat dus niet, dat 't oen dienst betrekking moet zijn in éénzelfde gemeente. Van 1 Jan. 1900 tot 31 Jan. 1901 is onze vrager bij niet meer dan twee per sonen in dienstbetrekking geweest en heeft daar verdiend het loon dat in de gemeente waar bij nu in dienstbetrekking is, voor het Kiezerschap gevorderd wordt. Hij heeft zich derhalve voor Y5 Fébr. aan te geven in zyn nieuwe woonplaats als loonkiezer, en komt, op dezen grond, op de kiezerslijst. Een radicaal blad had Van dag tot dag, den hoofdred. van Ret Handelsblad verweten dat hij den schijnheilige uithing door „met een tameljjk goed zichtbaar Christus-kruis voor de borst" te loopen. De heer Boissevain antwoordt hierop: „Het lieeft mij in den beginne een ware overwinning gekost over valscne schaamte om den naam van God te durven noemen in een staatkundig blad, om uit te komen voor mijn overtuiging dat God onzeVader in den hemel is en dat zonder Godsdienst de menschheid verwilderen zou". Wel moet bp de diepte gepeild hebben, waartoe zijn partij (de liberale op staat kundig, de moderne op kerkelijk gebied) gezonken was, dat hij zelfs dat God onze Vader is en dat Godsdienst beschaving brengt, niet dorst neerschrijven zonder die beklemming welke den schaterlach der geestverwanten over zoo verregaande ach terlijkheid tegemoet ziet. Wij merken dit op onverminderd onze achting voor den man, die aldus tegen den tijdgeest dorst ingaan. En toch hoe verre staat hij af van de Costa, die den geest der eeuw zijne bezwaren in 't gezicht wierp. Hoe weinig gelijkt de God en Godsdienst van moderne makelij op den God en den Godsdienst in den ouden Bijbel, door den Heiland zeiven in Johannes IH geteekend. Vergeten wij niet, de liberalen van zijn De heer Rompel levert thans in het Handelsblad een artikel over Malan, waaraan wij 't volgende ontloenen: (Rompel bezocht hem in 189G op zijn kantoor (redactie Ons Land), juist na het verraad van Jameson, c. s. en vond hem aldus Het was een jonge man met een sympa thiek gezicht; oogen die iets weemoedigs hadden an aan het jeugdige gelaat met de golvende donkere haten en den donkeren knevel een uitstraling van ernst, van na denken en willen gaven. Zonder die oogen, zonder het breede voorhoofd zou niemand in den jongen rechtsgeleerde den penvoerder van de Afrikaander partij in de Kaapko lonie durven zien. Kalm en rustig stak hp mij na de voor stelling de hand toe, en al heel spoodig werd het gesprek zeer levendig en vroeg advocaat Malan mp tal van inlichtingen. Dezelfde kalmte en rustigheid die mij bij zpn handreiking was opgevallen, trof mij type hadden 'tvan ouds op de Christelijke kerk, de Christelijke belijdenis, de Christelijke vrijheid, in één woord op den Christus ge munt. En toevallig herinnert de Stan daard 't ons heden nog zelfs van Charles Boissevain zijn de artikelen nog tot een bundel bijeen te zamelen, waaraan hij aan die bitterheid tegen de fijnen lucht gaf". Het doet ons genoegen dat de bestrij ders van het Neo Malthusianisme niet alleen onders ons, maar ook in liberale kringen worden gevonden. Zoo heeft de vorige week de heer dr. J. Hooykaas te Zutfen de volgende stel lingen behandeld: I. Een absolute bevolkingswet in den geest van Malthus bostaat niet. II. Er bestaat geen noodzakelijkheid tot een gewelddadig ingrijpen in de be volkingstoename, die onze samenleving met zich brengt. III. Het Neomalthusianisme is voor onze hedendaagsche samenleving oen drei gend gevaar wijl a. het practisch zich baseert op de laagste drijfveeren in de menschelijke ziel en te gelijk oorzaak en gevolg is van ze delijke ontaarding. b. do bourgoisie bezig is zich over het Neomalthusianisme „den nek te breken" (prof. H. Treub). c. het voor den werkman praematuur is. d. de pauper er zich niet toe zal laten vinden, en dientengevolge bij verdere too- passing een wanverhouding in de bevol kingstoename der verschillende standen te vreezen is. e. het aan het plutocratisch gezind ge deelte onzer samenleving een uiterst ge makkelijke verontschuldiging aanbiedt voor non-interventie. VI. Een tijdige bestrijding van het Neo-Malthusianisme is hoogst noodzakelijk. Kitchener zoo werd dan nu eindelijk in Engeland besloten zal zpn 20,000 man meer hebben. En met het zenden dier versterkingen hoopt men het zoo aan te loggen, dat binnen 4 weken die 20,000 man vertrekken kunnen. Omstreeks 25 millioen gulden per week blijft inmiddels aan Engeland de oorlog kosten. In militaire kringen is men van oordeel, dat de Regeering do helft tc weinig zendt en dat 40,000 man hadden moeten gezon den worden. Om de mannen bereden te maken zendt men 8000 paarden per maand, ook ter ver vanging van de 90,000 dieren, die reeds zijn bezweken. ook telkens in zijn wijze van spreken. Be daard klonk zijn stem, eenigszins afgemeten gingen zijn woorden. Ik kreeg van hem een indruk van schuchterheid. Soms was het als zocht hij zijn denk beelden te ordenen. Dan dwaalde zijn blik af naar het venster. Maar die blik gleed heen over de straat, zag niet de huizen aan den overkant; scheen alleen dieper ondie per door te dringen in den geleidelijken gedachtengang. En plotseling raakte hij in vuur en gaf bij zich met al de opwinding van zijn krachtig bloed. Toen kende ik hem in eens niet meer. De donkere, zachte, weemoedige oogen glinsterden nu en vonk ten, en de wenkbrauwen trokken zich sa men. Een kort oogenhlik slechts duurde die oplaanng, keel spoedig was hp zich zelt vreer meester. Met de rechter hand streek hp over voorhoofd en oogen als be treurde hp die uiting als een moment van ontrouw aan de zichzelf opgelegde taak, zpn hart en zpn jeugdig bloed in bedwang te houden. Hij is niet de Afrikaner, zooals men dien zich hier voorstelt. Groot en stoer is hp Eer dat alles ter bestemder plaatse is en gereed voor den strjjd vooral de paarden hebben voorbereiding noodig zal echtor nog wel eenige tijd aanhouden, en het zal daarbij alles, paarden en man schappen, wel twoede qualiteit wezen. Het oorlogsnieuws van heden is nog ge ring, maar vrij gewichtig. Volgens bericht uit Johannesburg trok de Wet de Vaal over om zich bij de com mando's in Transvaal te voegen. Aan don inval in de Kaapkolonie zal hij dus niet deelnemen. Dat doet een andere de Wet, Petrus, die al niet minder gevreesd schijnt dan zijn beroemde naamgenoot. Het eigenaardige van don inval der Boe ren in de Kaapkolonie is, dat zij telkens plaatsen, waar de Engelschon troepen bij- oentrokken, voorbijtrekken en dan verder Zuidwaarts een stad bezetten. Dat deden zij nu weder met Aberdeen, 40 mijlen ten Zuiden van het door de Engelschon bezette Graaff Reinet gelegen, waardoor zij bedenkelpk dicht bij den Port-Elizabeth-spoorweg zpn gekomen. Dat deden zij ook met Sutherland. Ook zpn gisteren 300 Boeren te Aberdeen, ten Zuidwesten van Graaff Reinet, binnenge komen en hebben de wikkels geplunderd, waarop zij terugtrokken. Er zijn 3000 Boeren saamgetrokken bij Carolina. Colville is bij Van Tondershoek met de Boeren slaags geweest en heeft hen met groote verliezen teruggedreven. Altijd volgens Kitchener. In Kaapkolonie blijft de toestand kritiek. De krijgswet is in alle districten afgekon digd, behalve in de districten Kaapstad, Simonsstad, Wijnberg, Port Elisabeth, Oost Londen, Transkei en Temboeland. Ook in Griqiwland-Oost is de krijgswet afge kondigd. In de Kolonie mag niemand, be halve ambtenaren en militairen, wapenen en munitie in zijn bezit houden. Deze moeten op 1 Februari aan de autoriteiten ingeleverd zijn. Willem Steijn, lid van den Eersten Volks raad der Zuid-Afrikaansche Republiek voor Standerton, die naar een commando was gezonden om zijne medeburgers te bepraten zich over te geven, is gevangen genomen en naar Piet Retief gezonden, onder be schuldiging van hoogverraad. Omstreeks 900 uitgeweken Boeren te Louremjo Marques zullen naar Lissabon worden overgebracht op een Portugeesche vrachtboot. Kitchener wordt met den dag tirannieker in zijn optreden. Maar het is de tirannie van den angst. Thans heeft hij den bur gers verboden zich in khaki te kleeden. Wie maar eenigszins in zijn kleeding op Engelsche militairen gelijkt wordt gevangen genomen en gestraft. Hij denkt op deze wijze het spionneeren en het overrompelen van voorposten tegen te gaan. Voorts heeft hij bij dagorder aan de soldaten verboden, niet en in zijn verschijning lijkt hij meer de Europeaan dan de kolonist. Zijn type komt meer het Fransche nabij, zonder echter de bewegelijkheid der Galliërs, zonder hun radheid van tong. Hij is bescheiden in zijn optreden, in zijn spreken; en mist den toon van gezag dien men wellicht zou zoeken bij den bekwamen politieken schrij ver, den man van machtigen invloed onder de Afrikaners. Hij is eenvoudig, doch paart zijn helder oordeel aan een sterken wil. Hij bezit niet de gave van zoovelen om redevoeringen te houden zonder voor bereiding. Hij denkt en overweegt voor hij zal spreken en zelfs als zijn speech is uitgewerkt, zal hij nog elk woord keeren en wenden voor hij het afgeeft aan het publiek; mnar dan ook heeft het machten wekt het zijn indruk. Men mag dus met reden verwachten dat hij een knap debater zal worden in het Parlement. Moeielijke dagen heeft advocaat Malan beleefd; moeiljjker dan menigeen denkt. De Engelsche Jingo's haten hem en wan trouwen hem. Door hen wordt zijn blad alleen gelezen om er een actie wegens opruiing in te vinden. Den heethoofdigen naar huis te schrijven zonder uitdrukkelijk verlof daartoe verkregen te hebben. „Als dat waar is", voegt een Engelsch blad er zeer terecht bij, »dan zijn de beweegredenen tot zulk een maatregel gemakkelijk te be grijpen". En intusschen blijft de typhus haar Engel sche slachtoffers bij tientallen vellen, zoowel in Pretoria als in Kaapkolonie. Er wordt dringend om verpleegsters gevraagd, drin gend om meer soldaten bij het kwart mil joen dat reeds streed, en meer kanonnen en paarden; doch men wil niet weten van terugkeer. Engeland heeft een harden nek en weigert schaamrood te worden. Doch ook van volken geldt dat wie zijn nek verhardt in 't kwaad vallen zal. Lord Rosebery, de liberale imperialist, voelt er niets van. Maar hjj zoekt de op lossing langs den verkeerden weg. Aan eon feestmaaf der Kamer van Koophandel te Wolverhampton riep hij genoemde Ka mers op om als commissiön van waak- zaamhoid op te treden, om Engeland voor te bereiden op den grooten internationalen worstelwedstrijd, die voor de dour staat. De Britsche natie, zoo voegde hij er bij, gaat het onbekende tegemoet. Geheel Europa is bodekt met legers; millioenon worden besteed aan militaire proefnemin gen die niets opbrengen. De kosten die het verkrijgen van grond gebied door een oorlog medebrengt, zijn ontzaglijk veel hooger dan de stoffelijke waarde van zoo'n gebied. Het loont voor geen enkel volk do moeite, een veroverings oorlog te voeren. Rosebery hoopte dat een groote crisis zonder oorlog ontward zou kunnen worden, want een oorlog is het uitvloeisel van hartstochten, terwijl de zaken van handel en nijverheid, die oen natie tot bloei brengen, op de rede gegrond zijn. Gelukkig achtte hij een algemeenen oorlog onwaarschijnlijk. De botsingen van de twintigste eeuw zullen op industrieel ge bied plaats hebben, en daarbij zullen de Vereenigde Staten en Duitschland Enge- land's groote mededingers zijn. Het zou wel eens anders kunnen uit vallen, zouden wij denken. Wie weet, bergt niet de nieuwe eeuw een Europeeschen oorlog in haar schoot, waarmoe vergeleken, de Afrikaansche slechts kinderspel zal blijken. Massingham, de oud-redacteur van de „Daily Chronicle", nu verbonden aan de „Hall Mali", neemt een brief op, waarin verzekerd wordt dat de troepen, die De Wet achtervolgden, bevel hadden, eiken gevangene die gemaakt wordt ook De Wet te fusilleeren. De redactie teekent hierbij aan, dat dit recept geheel volgens haar keus is. Indien de Engelschon konden besluiten, voor eens en voor altijd De Wet en zijn mannen te behandelen als roovers, zou dit het bloed- Afrikaners daarentegen is zpn politiek te mak. Zij schrijven hem krasse ingezonden stukken en zouden hem «verrader" schel den als zijn trouw niet allen twijfel tartte. Had hij alles gepubliceerd wat hem ter openbaarmaking was toegezonden, dan was zijn blad voorzeker een betere geweest van de gevoelens in de kolonie. Maar hij moest voorzichtig zpn, èn om zich zelf èn ter wille der schrijvers. Wie iets van de journalistiek in Zuid- Afrika afweet, zal zich de onaangenaam heden kunnen voorstellen waaraan de arme, geplaagde hoofdredacteur heeft bloot ge staan. Iemand die in Afrika een brief schrijft aan een blad, verwacht bijna altijd dat dit schrpven zal worden opgenomen. De straf van den steller als abonnent te verliezen, treft den hoofdredacteur die deze verwachting teleur stelt. En dit is een straf die te boven is te komen, vooral waar de in zpn zekerheid bedrogene na korter of langer tijd toch weer tot de bron van po litieke wijsheid, met name de krant, terug keert. Gewis ook zullen de ingezonden stukken schrijvende kolonisten de straf niet zoo snel hebben toegepast: de tijden vergieten voorkomen en den oorlog spoe diger doen beëindigen Lord Kitchener heeft bij legerorder bo paald dat iedere Boer, die gevangen zal worden genomen, de uniform of een En gelsch teeken dragende, gefusilleerd zal worden. Dinsdagnacht zijn van Ceylon (Colombo) vijf Boeren krijgsgevangeneneen Duitscher en vier Vrij staters ontsnapt en vermoedelijk door een Russisch stoomschip opgenomen. Weder is een gevangene, een Duitscher, bij eene poging tot ontvluchting neerge schoten. Van 15 dezer komt uit Colombo bericht, dat weder 5 gevangenen, een Duitscher en vier Vrijstaters ontvluchtten, en waarschijn lijk aan boord van een Russisch schip ont kwamen. Er worden binnenkort nog zeshonderd krijgsgevangen Boeren te Colombo ver wacht, welke, aangezien het kampteDya- lalawa er geen meer kan bergen, onder dak gebracht zullen worden in een kamp te Ragama, dichter bij de kust gelegen. Kitchener heeft nu ook het district Rus tenburg laten „schoonvegen". Daar woon den te veel menschen waar De la Rey, gemak van had. In verband met deze «schoonmaak" zijn uit dat district tal van Boerengezinnen te Pretoria aangekomen. Waar zoo zelden iets goeds van Kitchener gezegd wordt mogen wij de volgende anec dote niet onvermeld laten. Zijn groote deugd is dat hij voor iedereen even streng is, neven van pairs, zonen van millionaire hebben bij hem geen streepje voor. Zoo kwam een kolonel van de Yeomanry, een »hooge" in den lande, namens de geheele Yeomanry zijn opwachting maken en legde allerlei grieven bloot, en vroeg wanneer zij toch naar Engeland terug mochten, daar zij niet voor eeuwig geteekend hadden. „De Yeomanry moet zoolang wij zulks wenschen doen wat wij noodig achten. Goeden middag". Dat was het eenige antwoord dat de af gevaardigde kreeg. Te Pretoria kwam Kitchener deze dagen het hospitaal door om te trachten officieren te ontdokken die ziekte veinzen. Hij is op iedereen oven streng. Verleden hield hij te Pretoria een officier op straat staande die een monocle (oogglas) droeg. Hij zeide „Neem mij niet kwalijk, maar gelooft gij dat het voor de juistheid van zien voor u strikt noodzakelijk is die monocle te dra gen De officier antwoordde: „Jazeker". Kitchener antwoordde daarop: „Ik ben er op gesteld slechts officieren met een goed optisch vermogen in Pretoria te heb ben. Wilt u zich voor dienst op de lijnen van communicatie aanmelden aan het kan toor van de R. S. O." Het verlegen gezicht van den officier kunnen wij ons wel voorstellen. zjjn te ernstig en Ons Land is onmisbaar. Mnar onprettiger dingen wachten dan den hoofdredacteur. De schrijver komt hem een bezoek brengen, nog meer verontwaardigd omdat men hem belet zijn verontwaardi ging te uiten in de krant. Woedend is bij, en in die stemming treedt hij den hoofd redacteur te gemoet die hem eerst laat spreken en hem dan tot de overtuiging brengt dat het beter is het stuk vergeten te laten liggenbeter voor zich zelf en het blad en bovenal, beter voor de zaak. Dat laatste argument pakt. De schrijver bekoelt en verlaat het kantoor met de zekere overtuiging dat die «Malan banje slim kérel" is. Ik kan me den jongen advocaat in zulke oogenblikken voorstellen, kalm en waardig als steeds maar ook gemoedo- lijk zonder waanwijsheid in zijn overredend betoog. Zoo heb ik bem hooren spreken met Afrikaners en ik voelde den invloed die tegenover zijn eigen landgenooten van hem uitging. Slot volgt.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1901 | | pagina 1