NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 45» 1901.
Vrijdag 4 Januari.
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
BEUISi m EINDE.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, ie Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
feuilleton.
Uit liet dagboek van een
Krijgsgevangene.
Engeland en Transvaal.
Gemengde Berichten.
elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In bloed en vuur was de negentiende
eeuw opgekomen, in vuur en bloed ging
zij onder.
Is dat het lot der eeuw, die als om strijd
door schrijvers en dichters werd geroemd
als het tijdperk van beschaving en ontwik
keling, als de eeuw van stoom en electri-
citeit die de volken der aarde met ijzeren
bandon nauwer tot elkander bracht.
Aan het begin zien wij de kleine, breede,
gestuukte figuur van den grooten Napo
leon aan het eind de lange, magere, bee-
nigo gestalte van den kleinen Chamberlain.
Drukte de geniale veldheer zijn cachet op
haar begin, de keingeestige minister zet
zijn zegel op haar einde.
De negentiende eeuw heeft bij haar on
dergang het mensehdom snolvuurkanonnen
en spoorwegen, stoomschepen en dynamiet
gebracht. Het symbool dier eeuw 't is
Met Handelsbladdie dit zoo juist opmerkt
is oen man met een hamer. Haar naam
moet Tuhalkaïn zijn.
Wij hebben honderd jaar doorgebracht
in de smidse van Vuleaan en zijn daardoor
do hoogten van den Olympos, waarop de
achttiende eeuw ons gebracht had, ver
goten.
»Een schroevenfabrikant besluit thans over
het wel en wee eener wereld."
Begin en einde! Welk een overeenkomst.
Welk een verschil. Den 1 Januari 1801
trad de Act of Union, de wet ter vereeni-
giug van Ierland met Engeland in werking
het Iersche parlement werd begraven, 't
laatste schijntje van onafhankelijkheid den
goeden Ierschen Boeren ontnomen.
En nu honderd jaar later heeft
Engeland nog niet 'genoeg aan dat ver
moorde Erin. Nu moet een andere Act
of Union ook den Transvaalschen en Vrij-
staatschen Volksraad om koud helpen, de
onafhankelijkheid van den goeden Zuid-
Afrikaanschen Boer dooden, en diens land
bij 't groote Britsche wereldrijk met zijn
400 miljoen zielen inlijven.
Alsof dat Rijk nog niet groot genoeg ware.
En dan Ierland, in 1801 nog het
Groene Erin geprezen, is thans op vele
plaatsen en wijzen tot arm Ierland ver
worden. Wat zal de Britsche luipaard,
wiens adem over Zuid-Afrika gaat, over
een eeuw van dat heerlijke land gemaakt
hebben
Maar neen, Zuid-Afrika zal leven, en
niet sterven.
Engeland zal aan de Vaal het graf zijner
weelderige idealen vinden, gelijk 't er reeds
in de verwoeste landhoeven de monumenten
zijner schande heeft geplant.
In de moord- en brandschandalen der
laatste maanden heeft 't zijn voorlaatsten
troef uitgespeeld. In de wapening van
Kaffers en Maori's zijn laatsten.
De mortier of ketel, waarmee zulko bom
men geworpen worden moot door 30 paarden
getrokken worden. De lading wordt be
groot op 50 nederlandsche ponden kruit.
Wanneer zoo'n bom op ons kruitmagazijn
ware gekomen, waren wij allen weg ge
weest.
Den 23 Dec. was de bres zoodanig klaar
dat de gracht voor het Bastion no. 2 half
weg gedempt was. Het vuur was onweer
staanbaar. Des morgens om half 11 hield
de vijand eensklaps op met vuren. Wij
allen wisten niet wat dat beduidde; want
in al dien tijd had men geen minuut tijd
gehad dat men geen gebulder der kanonnen
hoorde. Men ging hierop naar buiten. Uit
ons onderaardsche komende, hoorde men
in de verte een verschrikkelijk gejuich,
waarop wij allen naar de borstwering lie
pen, waar men do Franschen op hun al
daar gemaakte loopgraven zag staan, dicht
Dat Milner de loyale onderdanen van
zijn meester niet meesteres, want Vic
toria, de 90-jarigo, regeert niet, 't is Cham
berlain die den sehepter zwaait de loy
ale onderdanen zijns meesters oproept tot
den burgeroorlog in Kaapkolonie, is een
eerste stuiptrek. Daar kunnen nog maan
den verloopen voor en aleer de tweede ge
zien wordt. Maar ook deze zal volgen.
Wij bidden het af van den Heere der Heir-
scharen wiens doen nog Wonderlijk is,
Ea voorts Krugers tocht naar Europa
kan het sein wezeu om gelijk in 't begin
der eeuw de vorston, aan 't eind de vol
ken te bezielen voor de eenig mogelijke
oplossing naar menschenberekeningarbi
trage (scheidsgericht); al schijnt interven
tie (tusschen beide komen) wanneer na
melijk Engeland hopeloos in den knel raken
mocht onzes inziens niet uitgesloten.
Overeenkomst en verschil. Wij zien ze
in nog andere opzichten.
Afrika, eerst een zoogoed als onbekend land,
ligt thans, boven- en ondergronds doorzocht,
hopeloos verdeeld tusschen de Europeesche
volken. Thans ligt Azië aan de beurt, op
welks geknechte Zuiden en Westen, het
ontluikende Oosten moet volgen.
En zie, juist in dat Azië, waar Enge-
lands grootste kracht ligt, het zwaarte
punt van zijn wereldheerschappij, moest 't
voor het eerst ondervinden, hoe noodlottig
hem de oorlog in Zuid-Afrika is.
Trekt Afrika hem naar den afgrondin
Azië ontgaat hem 't middel ter wederop
leving, wegens zijn te, geringe aandeel in
de jacht op don buit.
Met Rusland on Duitschland in baud trad
hij de vorige eeuw in hond tega|prtApoleen,
en was daarbij de voorste in"talent en zeg
genschap en groote mannen; met diezelfde
mogendheden in bond tegen Ching brengt
hij baar ten einde, doch in ieder opzicht
de kleinstein invloed, in soldatental, in
zedelijk overwicht, in de algemeene leiding.
Frankrijk aan 't begin der eeuw nog
groot, rinds onder zware slagen vernederd,
heeft zich opgericht en herstelden treedt
weder krachtig naar voren. De republiek
van 1901 geeft 't die van 1801 in eenheid
van optreden bij grootere partij verdeeling
niet gewonnen. Doch waar do Napoleons
den staat naar het Caesarisme voerden, be
vestigd Loubet zijn roem als republiek.
Het eind der 19e eeuw gaf in dit land
schooner vrijheidskreten te hooren dan het
begin. De toejuichingen voor den Corsi-
kaan klonken heel anders dan die voor
den Transvaler. En tusschen deze beiden
ligt een eeuw, waarin deze ridderlijke natie
veel geleerd heeft en afgeleerd er bij.
En zoo zouden wij kunnen voortgaan.
Let bp Duitschland. In 1801 diep ver
nederd en treurig verdeeldslechts in zijn
kleine kern den overweldiger trotseerend;
de betovergrootmoeder van dezen Keizer
hij de citadel. Zij groetten ons net alsof
het de grootste vrienden van ons waren.
Zij liepen naar onze voorposten met volle
flesschen jenever, en riepen ons toe: »de
Hollandsche"
Op dat oogenblik was het net alsof wij
uit de dooden waren opgestaan. Wij hoor
den dan ook dat er gecapituleerd zou
worden.
Ook hoorden wij dat wij met wapens
en vaandel naar Holland zouden vertrekken
maar de kanonneerbooten welke op de
Schelde^ lagen vóór Antwerpen, moesten
daar blijven. De overste Koopman welke
deze schepen commandeerde, was hiermede
niet ^tevreden. Denzelfden nacht liet hij
ettelijke booten verbranden en de overige
in den avond zinken. Met dit te verrichten
moest do commandant van de bevelen des
generaals afwijken.
Den 24 Dec. werd de overste Koopman
krijgsgevangene verklaard. Den 25 worden
alle poston door Fransehe vervangen; des
namiddags werd er gewapend appèl ge
slagen. Daarna marcheerden wij gewapend
naar buiten, waar wij de Franschen inbataille
als vluchteling gebogen voor den Franschen
overweldiger. En thans Duitschland, groot
in zijn eenheid en krachtig in zijn optreden
met een Keizer die' weet hij wil en de
opperste leiding heeft in de staatkundo
van Europa; ontzien en gevreesd, door wie
't eens vertrapten.
Amerika aan 't begin der eeuw klein,
nauwelijks mee tellend in de rij der natiën,
zoo pas gezegend met 't besluit zijner on
afhankelijkheid, thans groot en machtig,
mede zijn zwaard ig de schaal werpend,
voor oorlog of vrede; ook reeds op uit
breiding van grondgebied uit, helaas ook
reeds door den giftigen adder van het
Imperialisme gebeten.
Let op Oostenrijk, in de vorige eeuw,
het hoofd dor Dnitsche broederen, tlians
voor goed van zijn voetstuk gezet het
eeus zoo gezegende Habsburgsche Huis in
een lange tragedie van vijftig jaren, van
kinderen beroofd en onder slagen gebogen,
bezig onder te gaan.
Spanje, de wel diep gefolterde, zwaar
beproefde doch in koloniën rijke, aan 't be
gin der eeuw fier zich staande houdend in
de worsteling der vrijheid, thans van kolo
niën beroofd en door inwendige verdeeld
heid verzwakt, achteruit gedrongen naai
de rij der kleine mogendheden.
Italië uit de samenvoeging van ver
schillende kleine landon ontstaan, in zijn
dringen naar voren door Abessynië ge
stoord en door 't anarchisme belemmerd.
Turkije, gansch een eeuw in macht
achteruitgegaan, als zieke man onder de
volken gerekend, slechts bij de gratie der
mogendheden nog geduld, in moorden en
gruwelen zijn laatste reputatie weg wer
pend, gelijk het in plundering en doodslag
eenmaal zijn loopbaan begon.
En ons eigen vaderland, het werd ons
met Nieuwejaar nog herinnerd, uitgewiseht
geweest uit de rij der natiën, door God
genadig in eere hersteld, voortschrijdend
op zijn baan, in steeds rijker beheer zijner
koloniën, hoewel niet teruggekeerd tot den
ouden bloei van de 17e, week toch steeds
verder van de weekelijkheid der achttiende.
Holland groeit weer, zong de dichter in
'13.
Neerland leeft nog, mag men wel zeggen.
Hulpe van God gekregen hebbende, staat
het tot op dezen dag. Groot is de afval
van 't geloof der vaderen. Doch 't applaus
voor dat geloof, voortlevend en zich toonend
in den held uit Pretoria, vertelt 't luide
dat die afval niet hopeloos is.
Moge de geschiedschrijver der 20ste
eeuw, die het huwelijk onzer Koningin
beleeft, aan haar einde een gezegend be
stuur van haar en haar zoon over een van
God gezegend Nederland hebben te boekeD.
Mogen Vorsten en Volken in de nieuwe
eeuw, meer nog dan in de oude, gerech
tigheid leerên!
zagen staan waarbij de hoofdofficieren
der Franschen te paard waren; on het
volle muziek, en wij dezelve voorbij mar
cheerden, en voor beu de wapens nederzetten.
Don 2G en 27 Dec. namen de Franschen
de levensmiddelen en de weinig overgeble
vene ammunitie van ons over. Den 28 Dec.
kwamen er berichten van onzen Koning
welke den vijand niet voldeden en uit die
reden werden wij krijgsgevangenen.
Den 29 Dec. verlieten wij het citadel.
Zij leidden ons de Waterpoort uit langs de
Schelde tot aan het dorp Burg, een klein
doch fraai dorp, waar wij met vaartuigen
overgezet werden. Toen werd er appèl
gehouden; aan ons werd bekend gemaakt
dat wij door gewapende macht der Franschen
naar de plaats onzer bestemming zouden
gebracht worden; en dat wie zich daarte
gen verzette, doodgeschoten zou worden.
Onze officieren moesten voor de kolonne uit
marcheeren,die hen bataljonsgewijs volgden.
In batailie, de verschillende secties naast
elkaar op één lijn. In colonne, de secties
achter elkaar.
Heden geen bijzondere schokkende tijdin
gen. Alleen melden wij dat de Boeren in
Kaapkolonie steeds verder naar het zuiden
loorttrekken. Zij vertoonden zich reeds
te Glenhary vlak ten noorden van Graaff-
Reinet welke plaats bereffls doordeEngel-
schen is bezet. Deze zijn ten Zuidwesten
van Middelburg met de Boeren slaags ge
weest.
Kitchener heeft de zending van Kaapseho
bladen naar de Transvaal en Vrijstaat ver
boden, zoodat men daar omtrent de vorde
ringen der Boeren, (er zijn er al 5000!) niets
weet.
Knox blijft maar aldoor De Wet vervol
gen. Deze laatste heeft getracht naar Beth
lehem te gaan, doch werd hierin verhinderd
door Pilcher. Hij is toen op Lindley of
Reitz teruggetrokken. Toch is nog een
Engelsch detachement hij Kroonstad in de
klem geweest, doch elaagde er in „met
gering verlies" door te breken.
De Boeren blijven maar geregeld spoor
lijnen opbreken, treinen aanvallen en ander
„kwaad" doen. Eigenlijk te veel om er
nota van te nemen. Zoo hebben zij een
Engelsche post genomen op 80 mijl ten
zuiden van Colesberg; te Weltevreden dre
ven zij al het vee weg, toebehoorende aan
een lid van French's verkenningscorpster
wijl zij te Ventorstad de flanken van kolo
nel Grenfell bestookten.
Vermelden wij nog dat Lord Roberts te
Londen is aangekomen en door de koniugin
schitterend ontvangen werd. Zij benoemde
hem tot ridder van den Kousenbond en ver
hief hem in den adel.
Het pensioen aan hem en Wolseley en
voortaan alle Engelsche legerhoofden uit
to keeren bedraagt 2000 pond (f 24000) 's
jaars. Lord Wolseley verklaarde zich hier
mede tevreden
President Kruger.
Drie doctoren te 's Gravenhage hebben
consult gehouden in verband met de ziekte
van den president en melden nu dat de
president, sinds eenige dagen door een
herhaling zijner bronchitis aangetast is, die
met het oog op zijn leeftijd en de hier
heerschende klimatische invloeden hem
noodzaken zal zich meer dan gewoonlijk
in acht te nemen.
Zoo hij herstelt, gaat de president Don
derdag 10 dezer naar Utrecht.
Goes. Heden vierde de Ambachtsschool
haar 25-jarig bestaan en de heer Hooge
steger zijn 25-jarigen arbeid als onderwijzer
in 't timmeren aan die inrichting. De school
was daartoe feestelijk versierd en tal van
keurige werkstukken voor de talrijk opge
komen belangstellenden ter bezichtiging
Omstreeks 12 uur gingen wij op marsch.
Tusschen twee gelederen Fransehe soldaten.
Wij passeerden dien dag de dorpen Zwijn-
drecht en Bevcrem en kwamen omstreeks
4 uur te Sint Nicolaas waar wij dien nacht
verblijf hielden. Het le en 2e bataljon der
10e afdeeling en do 2e afdeeling werd in
een oude kerk gelegd en het flankbataljon
der 10 afdeeling werd in een groot ledig
huis gelegd. Uitgaan mocht niemanddoch
daar kwamen burgers met koffie, brood eu
boter. Doch er was te groot gedrang om
wat vast te krijgen. De Fransehe soldaten
waren zeer bereidwillig om wat voor ons
te halen. Deze bereidwilligheid hebben zij
ons gedurende den marsch altijd betoond
en wij moeten er bij voegen dat zij 't geld
hetgeen wij hun toevertrouwden altijd trouw
en eerlijk terugbrachten, en veel meer onze
belangen behartigden dan de Belgen.
St. Nicolaas, voorheen een stad, is thans
een fraai dorp, met stedelijke voorrechten,
heeft een ruime markt, waarop het stand
beeld van St. Nicolaas met een aantal kin
deren aan zijn voeten uitgehouwen staat.
Den 30 Doe. des morgens om 9 uur na-
gesteld, getuigden van 't degelijke onder
richt door directeur en leeraren ook in
't afgeloopen jaar weer gegeven en van de
ambitie voor 't vak door de leerlingen aan
den dag gelegd.
Ouder de aanwezigen merkten wij op
twee leden van Gedeputeerde Staten de
heeren v. Lijnden en de Casembroot;
't dagelijksch bestuur der gemeente, het
bestuur, directeur, leeraren, leerlingen, oud-
leerlingen, begunstigers en begunstigsters
der school, leden van 't burgerlijk armbe
stuur en een vertegenwoordiger der Rijks-
regoeringden inspecteur van liet Ambachts-
onderwijs den heer de Groot.
De voorzitter de heer Coomans heette
allen welkom en noemde 'tvoor zich een
waar feest om op dit feest voor zoovele be
langstellenden de feestrede te mogen uit
spreken. Deze school voor een kwarteeuw
bescheiden opgetreden, is als een zaadje
dat een plant werd met vier takken welke
vruchten dragen waarop wij trotsch mogen
zijn.
Spreker wierp een blik terug en herin
nerde aan 't energieke optreden en volhou
den van het tweetal dr. A. W. v. Campen
en J. J. Ochtman, de vaders der school.
De heefEïU'bveïiingd "geworden van 'tnut
van 't ambachtsonderwijs stelden zich in
contact niet de heeren bazen W. en A.
de Beste, J. C. v. d. Weert en P. Buitendijk,
en den lieer D. de Koning wier adviezen
als practici zij op hoogen prijs stelden.
In de eerste vergadering, 19 Jan. 1875,
werd oen bestuur gekozou. De school werd
in '7G geopend met 4 leerlingen in een
primitief gebouwtje op den Molendijk, iu
eon lokaal dat niets bevatte dan do 4 witte
muren. Pogingen om een betere localiteit
te verkrijgen mislukten, tot eindelijk in '79
een lokaal in de Stoofstraat betrokken
werd. Het eenige werk dat de leerlingen
te verrichten hadden bestond in werk voor
hazen. Aan teekenen werd heel weinig ge
daan. Het was alles een begin. Veel leer
lingen telde de school niet, dewijl 't be
stuur onvoorwaardelijk vasthield, en terecht,
aan den eisch dat de leerlingen tevens op
de Burgeravondschool moesten. Doch in
1882 nadat de school verrezen was op haar
tegenwoordige plaats, bedroeg het aantal
20 en werd een tweede onderwijzer in 't
timmeren benoemd: de heer Brouwer, in
'84 vervangen door den heer Mudde.
In '85 werd tot invoering van 't onder
wijs in het smeden besloten, de localiteit
uitgebreid en tot onderwijzer benoemd de
heer Palsenbarg.
Nog later werd 't toekenonderwijs uit
gebreid en daartoe insgelijks een locaal
bijgebouwd. Dj eer v. d. Ware wex-d
benoemd tot ar en belastte zich
met 't hand- eu .tiiueteokenen, de ou
derwijzers met 'I „steekenen terwijl een
draaibank voor staalbewerking en een
stoommachine wierdon aangeschaft.
dat wij een stukje brood gegeten hadden,
gingen wij weder op marsch.
Het vms. even als daags te voren, uit
muntend weder. Wij passeerden de dorpen
Zevenuek, Lucuisse, Belse en Locrisse, al
waar wij dien nacht ons vorblijf hielden,
deels hivakkeerendo op hot kerkhof, deels
in de kerk geplaatst. (De schrijver was bij
hen die onder den hlooten hemel logeer
den).
Den 31 Dec. 's morgens 8 uur begaven
wij ons op marsch. Het sneeuwde dien
dag redelijk. Locrisse ligt anderhalf uur van
de stad Gent. Even buiten het dorp ver
lieten wij den straatweg, welko naar deze
stad leidt.
De roden daarvan was dat de Fransehe
hoofdofficieren de burgers in die stad niet
vertrouwden. De Gentenaars toch stonden
als zoer Hollandschgezind bekend. Daarom
moesten wij de stad zijwaarts laten liggen.
Wij maakten een omweg van ruim een
uur gaans langs een harden, slechten, pun-
tigen weg, zoodat wij op het laatst van
stijfte en zeere vooton niet meor gaan
konden. Slot volgt.